De oorlog in Zuid-Afrika.
Nederland.
s I
J>J
a 'H
a g
5
S 3
o-l
o
lo ff
m.
r
g
Transvaal-allerlei.
Te Zutphen ziet men in een slagerswinkel te mid
den van worst en hammen maar met het Vereenigd
Zuid-Afrika der toekomst tot achtergrond in den vorm
van de wapens der beide Republieken zich de merk
waardige episode nit den slag van Nicholsons-Nek ont
wikkelen, toen de strijd verloren werd omdat er te veel
ezels onder de Engelschen waren. De muilezels, van reuzel
geboetseerd, met de veldkanonnen op den rog, rennen
schichtig door de winkelkast. Het noodlottige rotsblok,
dat hen zoo in de war bracht, wordt voorgesteld door
een enorme ham.
Engelsche oorlogsgcbrulken.
In eene correspondentie aan de «Frankfurter Zeit."
uit Londen, wordt de aandacht gevestigd op een bericht
in de Engelsche bladen over het gevecht bij Elands
laagte, dat zonder commentaar en alsof het doodnatuur
lijke dingen bevatte is opgenomen, een bericht, dat de
rooverijen van de Engelsche soldaten nit Engelsche bron
bevestigt.
Velen onzer soldaten, zegt de Engelsche berichtgever,
zijn door den bnit, die hnn ten deel is gevallen, zeer
rijk. Paarden hadden Zondagochtend heel geen waarde.
De infanterie-regimenten, die met den vijand handge
meen zijn geraakt, hebben het meest geprofiteerd.
Ik zag oen Gordon-Hooglander, die een paard, dat er
niet te best uitzag, voor drie sigaretten van de hand
deed. EeD ander paard bracht gezadeld en opgetuigd
maar 10'/2 shilling op; weer een ander werd voor 2'/2
shilling en een rondje whiskey voor 6 personen gekocht.
Mauser-geweren waren voor alle prijzen tusschen 10 en
60 shill. te krijgen en een fuselier had zelfs het buiten
kansje, een portefeuille met papieren geld, ter waarde
van 270 pd. sterl., te veroveren (lees rooven.) Onze jongens
prijken thans met gouden horloges, kettingen en andere
sieraden.
De Engelsche bladen, merkt de correspondent van de
«1 rankfurter op, nemen dit bericht zonder verontwaar-
d-ging op, maar schelden tegelijkertijd op de rooverijen
van de Boeren, die in het vijandelijk land levensmidde
len en vee durven requireeren, waarvoor zij behoor
lijk betalen.
Ook als een doodgewone zaak vlecht de correspondent
van «Daily Chronicle' in zijn verslag van het gevecht
bij Modderrivier deze episode in «De Northnmberlands
lijfgardes overrompelden eene afdeeling Boeren, die
zich in een huis schuil hielden. Dezen heschen de witte
vlag, maar tevergeefsallen werden met de bajonet
afgemaakt."
Ken bruiloft in Hannover.
Een ouderwet8che bruiloft is de vorige week in
een Hannoversch dorp gebonden, waar de dochter van
een rijken boer in het huwelijk trad met den zoon van
een dito nit een naburige plaats. Alle gezinnen uit het
dorp en den omtrek, 350 in getal, waren genoodigd.
Tot hun onthaal werden 3 runderen, 8 gemeste varkens
en 6 kalveren geslacht en bovendien verschenen 100
hazen, 250 kippen en fasacten op tafel. De dorst werd
met 600 flesschen wijn en talrijke vaten bier gelescht.
Voor de koffie werden twee reusachtige ketels gebruikt.
Den eersten dag namen 1000 personen aan den maaltijd
deel, den tweeden dag nog 400. Twee muziekkapellen
deden dienst.
Berlijnsche Universiteit.
Aan deze hoogeschool zijn thans niet minder dan
6500 studenten ingeschreven, 500 meer dan in den vo-
rigen winter. Daaronder zijn een 1000-tal toehoorders
niet begrepen. Het getal vrouwelyke studenten is tot on-*
geveer 400 gestegen.
Honden.
Over het leeren apporteeren door honden bevat
«De N. H.sp." een artikel, waarin de volgende wenken
voorkomen
't Is bekend, dat de jonge honden zeer speelsch zijn,
dat ze gaarne spelen en ravottenmen kan een jongen
hond dus spelende, en zonder hardheid, leeren appor
teeren. Men neemt een opgevouwen zakdoek en speelt
met den hond, door hem aanhoudend den doek zacht om
den snoet heen en weer te zwaaien, zoolang totdat hij
er naar happen wil, om hem te grijpen zoodra bij dat
doet, werpt men den doek twee of drie voetstappen ver
op den grond en roept meteen «apport I" bij zal dan
den doek, die zoo dicht bij hem ligt, gaan halen, maar
de meeste jonge honden gaan er dan meteen mede op
den loop, en brengen hem niet terug; daarom moet men
den hond met vriendelgke woorden tot zich lokken en
hem, zoodra hij dus den doek terugbrengt, prjjzen en
liefkozen. Hoe meer men een jongen hond prijst en
streelt en hem vriendelgkheid en gunsten bewijst, des te
sterker wordt hij aan zijn meester gehecht. Een jonge
hond moet vooral nooit met slaag worden gedwongen
om te apporteeren, want dan wordt hij hoe langer hoe
vreesachtiger en zal zijn meester ontwijken waar bij kan
Hen zwak oogenhllk.
Sandow, de bekende «sterke man," was dezer dagen
te Londen voor het gerecht gedaagd door den pianist
Leigh. Sandow zou bij een voorstelling een piano op
lichten, terwijl Leigb daarop speelde maar hij liet het
instrument vallen, waardoor de piano gebroken en de
pianist gewond werd.
Leigh eischte nu een schadevergoeding. Sandow voerde
aan, dat hij was gevallen over een oneffenheid en dat
de eischer verplicht was geweest, te zorgen, dat het too-
ne^l behoorlijk in orde was voor den pianotoer. Maar
do Rechtbank stelde den eischer in het gelijk en veroor
deelde Sandow tot een schadevergoeding van f 1500 en
de kosten.
Q.uarantaine-stallen.
De Belgische kooplieden blijven nog steeds zeer ver
ontwaardigd dat zij hun vee, in Nederland gezond ge
kocht op de grenzen in de quarantaine-gebouwen moeten
stallen want de ondervinding heeft hun geleerd dat
deze gebouwen broeinesten zijn van besmettelijke ziekten,
immers wordt één ziek heest daarin geplaatst, dan worden
al de andere zonder twijfel ook aangetast. En wie moet
dan de schade lijden Niemand anders dan de eigenaar,
die dat rund of die runderen zoo gezond als een visch
in Nederland heeft gekocht en bovendien nog aanzien
lijke transportkosten daarvan heeft moeten betalen, waarbij
nog komt datzoodra één beest in het quarantaine
gebouw door den Belgischen veearts voor besmet wordt
verklaard de quarantaine dadelijk wordt verlengd, waar
door de beesten veel in waarde verliezen. Ook moet in
de quarantaine-stallen te weinig afwisseling van voeder
zijn zoodat de meeste dieren door de minder goede ver
zorging en de opsluiting, by het verlaten der stallen, er
onooglijk uitzien en vrijwat aan waarde verloren hebben.
Als men daarbjj nu de onkosten en de rechten telt, dan
is dit wel een bewijsdat de tegenwoordige toestand
voor den Belgischen veehandelaar alles behalve roos
kleurig iB.
De Belgische landbouwers aan de grenzen die het
Nederlandsche vee niet kunnen missen zouden dan ook
gaarne de grenzen geheel open zien maar herhaalde
daartoe aangewende pogingen bij den minister van Land
bouw zijn reeds mislukt. En toch zal in het quarantaine
stelsel verbetering moeten komen wijl anders de invoer
langs de grenskantoreu meer en meer zal afnemen en de
smokkelhandel (waarbij van keuring natuurlijk geen
sprake is) allicht gedurende de lange duistere nachten
weer belangrijk zal toenemen. (Landb. Cour.)
Een nieuw veevoeder.
De «Landb. Cour" schrijft
De boogleeranr Faëlliuit Turijn geeft den raad de
melkkoeien cacaoschillen als veevoeder te geven. Volgens
dien geleerde zouden de daarin aanwezige voedende
bestanddeelen weinig minder zijn, dan in de tarwezemelen.
Bovendien is het verschil in prijs zeer merkelyk.
Als gemiddeld gehalte van acht ontledingen, vond dr
J. König voor dit voeder de volgende samenstelling
Droge stof 92.2 pCt. eiwitstoffen 14.3 pCt.rnndvet
6.4 pCt. koolhydraten 43.8 pCt. celstof (houtvezel)
14.7 pCt. aseh 7.1 pCt. en zand 5.9 pCt.
Nog een ander voordeel bieden de cacaoschillen aan
zij kunnen gedurende een onbepaalden tyd bewaard worden
zonder dat zij bijna iets van hun eigenschappen verliezen,
terwijl de zemelen, wanneer ze niet goed droog gehouden
wordenspoedig aan het gisten gaan en aldus aan
bederf blootgesteld zijn.
het hoofd en «jaagden storm", d. w. z. renden tot onder
den eersten kliprand. Daar werd halt gehouden. De paar
den die men niet meer gebruiken kon werden in een
kloofwaar zij tegen s vijands vuur beschermd waren
achtergelaten.
Over het gevecht, dat toen volgde geeft C. N. J. du
Plessis, in zijn werk «Uit de Geschiedenis van de Znid-
Afrikaansche Republiek en van de Afrikaanders" bladz.
70 het volgend verhaal
Eenmaal in die kloof, kon de vijand onze manschappen
niet beschadigen. Zij namen een weinig rust om water te
drinken enz.
Toen stormden zij een ander eind recht op tegen den
kop, en doorstonden goed het geweldige vuur, dat op hen
losbrak, tot onder een andere kleine bank. Doch spoedig
stormden zij verder en kwamen, na een goeden afstand
afgelegd te hebben en onder een regen van kogels te
zijn voortgetrokken, in een kleine kloof met een dwarsen
krans. Na eene korte poos gerust te hebben, stormden
de mannen weder onder het vuur van den vijand op naar
een punt, dat niet ver meer was verwijderd van den
grooten Kop. Nu namen zij weder rust en maakten plannen,
want van hier moest de storm, met Gods hulp, gaan
zonder op te houden lot op den kop, welke moeielijk-
heden zich ook mochten aanbieden. Hier verdeelden de
drie dappere bevelhebbers hunne mannen in drie afdee-
lingen. Ferreira nam den rechtervleugel, Malan den linker,
terwijl Roos het centrum aanvoerde.
Nu geschiedde de storm zonder eenig stilstaan, altijd
onder het vreeselijkste vuur, voorbij den lijstkrans eu ver-
vogens tot bij den bovenkant van den kop. Onze mannen
hadden te vechten op leven en dood. De vijand had reeds
een degelijk goeden klipschans op den kant van den kop,
waarachter hij nu zat, terwijl onze mannen zonder eenige
beschutting recht in zyn geweervuur moesten naderen.
De kruitrook smolt nu ineen eu onze manschappen schoten
manmoedig. Zij begonnen te bespeuren, dat de vijand
vluchten wilde en nu schoten zij met verdubbelden moed.
Na veel verloren te hebben, sprong de vjjand op en
vluchtte. Onze manschappen dreven hem nu van den zuid
kant den kop af. Thans werd het eerst bekend, dat zij te
doen hadden met de wereldberoemde Bergschotten (Hoog
landers)."
Van de Engelschen waren gesneuveld 4 officieren en
86 man. Gewond 8 officieren en 125 minderen.
In het midden van de gesneuvelden lag Colley zelf,
door een kogel in het voorhoofd getroffen. De Boeren'
die om zijn lijk stonden, ontblootten het hoofd.
Had Piet Joubert bij het verlaten van den Biggars-
berg getoond, dat hij geen groot krijgsoverste was, nog
meer zou dit in het oog springen bjj den nu volgenden
wapenstilstand, waartoe bij zich liet verleiden.
Sir Evelyn ood was aan Colley opgevolgd als be
velhebber. Het behoeft geen betoog, in welke hachelijke
positie deze zich bevond na de verschrikkelijke nederlaag
van Majuba. Wat de Generaal dus allereerst zocht te
verkrjjgen, was tyd te winnen, teneinde uit zijne benarde
positie te geraken, het geschokt moreel zijner troepen te
herstellen en zoo mogelijk in het bezit te komen der
versterkingen, die reeds gedeeltelijk le Durban waren
geland en naar de Transvaal oprukten.
Daarom stelde hij aan Joubert een wapenstilstand
voor, wat deze, die Het in zijn hand had het vijandelijk
leger te vernietigen, dwaas geuoeg was aantenemen.
De wapenstilstand zou duren van 6 Maart tot 14 Maart
middernacht. Joubert gaf hiervan kennis aan Kruger,
die er geweldig van schrok, en volgens Jorissen (bl. 73)
uitriep' «dat is de nekslag", want hij begreep dadelijk,
dat Joubert zica had laten verschalken. Kruger spoedde
zich met Jorissen naar het lager. Maar intusschen had
Joubert een verlenging van den wapenstilstand gevraagd
en verkregen
Kruger stelde zich thans in verbinding met Generaal Wood
om te onderhandelen over den vrede. Op 16 Maart
kwam de generaal met zijn stal samen met Kruger, de
beide andere leden van het Driemanschap en 3 leden van
Laatste Berichten.
LONDEN, 6 Dec. Een telegram van generaal Buller
aan bet aepartement van oorlog, den 5den December ge
zonden uit Pietermaritzburg, zegt dat het moeilijk is de
verliezen der Boeren op te geven. In het gevecht bij
Belmont bijv. verloren de Boeren zeker 81 dooden, terwijl
de vijand zelf 15 dooden opgaf. Verder heeft Buller alle
reden om te gelooven dat des vijands verliezen bij het ge
vecht voor Ladysmith op den 9den Nov. achthonderd
dooden en gewonden bedroegen. Het schijnt dat de Boeren
geen tiende gedeelte van hun verliezen erkennen.
BERLIJN, 6 Dec. Een particulier telegram uit Londen
aan de «Deutsche Ztg." bevestigtdat lord Methuen's
troepen onvoldoende verschanst ten zuiden van de Modder
rivier staan. De Britsche legermacht wordt door generaal
Prinsloo aan deze zijde van Jacobsdal in de flank, door
generaal De la Rey in het zuiden bedreigd.
In Hiatal.
LONDEN, 6 Dec. In de tweede editie van de «Times"
komt een bericht van 28 November uit Ladysmith voor
luidende De vjjand bezette de voordeeligste punten. Het
vuur werd gevaarlijk juistde levensvoorraad vermin
derde. Er zijn een zeker aantal ziektegevallen voorge-
komen, doch niettemin is alles voorbereid op de laatste
poging der Boeren vóór zij zich op hnn eigen grenzen
terugtrekken.
LONDEN, 6 Dec. Een particulier telegram aan de «Echo"
nit Ladysmith van 2 Dec. meldt
Den 30 Nov. werden wij heviger beschoten dan eenigen
dag te voren. Het groote kanon der Boeren op Lombard-
kop beheerscht volkomen de stad. De beschieting werd
den 1 Dec. voortgezet en den 2 Dec. werd een stelsel-
matig granaatvuur geopend. Enkele schoten waren zeer
effectief. Onze tenten scheurden, er was heel wat opschud
ding. De granaten rieken sterk naar meliniet. Enkele
van onze houwitsers zijn verbrijzeld. Het blijkt dat wjj
door 32 kanonnen zijn omgeven, die alle de stad bestrijken.
LONDEN 6 Dec. Een telegram van generaal Buller
meldt, dat in het gevecht bij Kimberley van 28 November
twee officieren gedood en vier gewond, 20 soldaten gedood
en 28 gewond zijn.
w hc
0
0 o
(D
- 0
B a 0
o
*5»
- oc^
o
CO
-
Z
■S CM ja
d oi
SS
oo
- H "3 o
fiS O JZ -*-=
m O
O
CS
-Q
m
B
co
0
co
SS
0 a
c3
>72
0 0
b—t i-Q
O
0
ÖC0
7Z P
>*B
P§ g
D
-0
CO
0
CM
O? ^CvT^
•w w>w Vw'
CO Cl
CM CM CM r-t
O
CMHO C?
CM
o <r> cm io "rf
r—1
42
1
7
2
i—l XO
5
33
r—1 O
r—xO
xO xC CD
co
co a i i>» cm co co
o o o
co
«w*
XO V-I
CM zo CM cm" cT iO O OO cT
I>O05CQ0C0OlCCt-(
'CQ 'i—w* v—''
^COOOCO^CO^OiCOxO
COxCOOOOONxO^ CM
t>CJI>OOOtOO(N'-1
p-i
0
d *"0 S
'O 73 c
cS 0 cs -r
0
T2
fc.
5 -a *2 S
-a
p
1 c2
.2 p
0 <-•
O
den Uitvoerenden Raad, in een tent, opgeslagen halfweg
tusschen de vijandelijke kampen.
De onderhandelingen vlotten aanvankelijk niet best.
Een oogenblik waren de Boeren van plan den strijd te
hervatten.
Op 20 Maart kwam President Jan Brand in het Boe-
renkamp, nadat hij eerst aan het Engelsche een bezoek
had gebracht. Eindelijk op 21 Maart kwam na lang
durige en moeielijke discussie de volgende overeenkomst
tot stand
I.
Ik, Sir Evelyn Wood, neem aan, om de Boeren-lei ers,
de heeren Kruger, Pretorius, Joubert en anderen, die
tegenwoordig zyn bij deze bijeenkomsten, te erkennen
als wettig vertegenwoordigende het Volk van den Trans
vaal, nu onder de wapenen.
H.
Wij, Kruger, Pretorius eu Joubert verklaren ons gereed
om aan te nemen de Suzereiniteit van de regeerende
Souverein van Groot-Brittannië en Ierland, volgens den
uitleg gegeven door Sir Evelijn Wood, zooals die opge-
teekend is in de notulen van de bijeenkomst van den
16 Maart. Wij nemen ook aan, een Britschen President
<e erkennen in de toekomstige hoofdstad van het Gouver
nement, met zulke functies als bet Britsche Gouverne
ment moge beslissen, cp aanbeveling van de Koninklijke
Commissie. Wij nemen ook aan, aan de commissie over
te laten de overweging om voorzorgen te maken vuor
bescherming der belanghebbende inboorlingen eu wat
aangaat grenszake» dat toezicht op betrekkingen met
buitenlandsche mogendheden mocht voorbehouden worden
voor de Suzerein.
Ik, Sir Eveljjn Wood, erken het recht van het Trans-
vaalsche volk op volkomen eigen gouvernement, onder
hevig aan Suzereine rechten.
Wordt vervolgd.
T3
0
lijk
I
0
doo
ce
een
0
te
b
0
nek
OO
1
E
cö
0
S3
-*j>
ves'
-0
het
0
lanc
bert
D
T5
V
00
JïP 9
c3 0
in
6D
doo
baa
b
0 S
hars
Dni
O
ro
bint
P rtd
E
"3
sede
fers
de
han
;P3
men
naa
Q s?
over