Honderd en eerste jaargang.
1899.
ZONDAG
10 DECEMBER.
Lang verbeide ophelderingen
en beslissingen.
Buitenland.
De oorlog iti Zuid-Alrika.
]\fO. 147. Kerstc blad.
ALKMAARSCHE CO HUM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0.06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentien s
Per regel fO,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer t 3.
Het is ruim vier maanden geleden dat wij gewezen
hebben op de schromelijke overdrijving, waarmee in
openbare vergaderingen en in de pers werd gewag ge
maakt van de belemmeringen die Armeniërs en long-
Turken te 's-Gravenhage ondervonden zonden hebben in
hun pogingen om tijdens de Vredesconferentie aldaar de
strafrechterlijke vervolging aanleiding konden geven.
Daarop heeft dat bestuur het beter geoordeeld de lezing
niet te laten doorgaan en toen dit aan Minaz Tsjeraz
was medegedeeld, heeft deze, in plaats van naar een andere
zaal om te zien, onmiddelijk ian heel de wereld gaan
vertellen, dat de politie op last der Regeering verboden
had de lezing te houden. En de Minister-President, na
mens de Regeering het woord voerende de Minister
van Buitenlandsche Zaken stond bier geheel buiten
gruwelen van den Sultan en het geheele Turksche wan- verklaarde geen bezwaar te hebben, de vraag, oi deze
-I A?*»-. L L? J 1IJ J n n/-.n n U i> m O f 1 Q
bestuur in het licht te stellen. Er werd gewaagd van
het «weerzinwekkend optreden onzer autoriteiten in den
Haag'', die er zelfs een oogenblik in geslaagd waren
«de stem der martelaren te verstikken Toen de
Armeniër Minas Tsjeraz te Amsterdam het woord zou
sprak Dr. Knyper de vergadering aldus toe
Armeniër bij die gelegenheid dan «gelogen' had, met j a
te beantwoorden. Over beide handelingen van de politie
beeft de Minister van Justie zijn at keuring uitgespro
ken als overdreven dienstijver: de heer De Sa'ornin
Lohman meende zelfs, dat daarvoor geen reden bestond i
maar hoe dit zij, voor de Regeering was er geen aanlei-
«Waarljjk dames en heeren wij blozen van schaamte ding om een of ander te voorzien en dan te voorkomen,
dat een dergelijk gebrek aan eerbied voor zoo groote en zeer zeker is niet de vrijheid van spreken onderdrukt
smart te onzen laste komt, op het oogenblik dat de noch de gastvrijheid jegens politieke ballingen geschonden
oogen der gansche wereld op ons vaderland zijn gevestigd.
Als goede vaderlanders gevoelen wij ons beschaamd en
vernederd voor geheel Europaen toen wjj lazen dat
de buitenlandsche pers ons in dit opzicht verwijten
maakte, brandde ons het gloeiend yzer in het gelaat."
Een lid der Tweede Kamer, de heer Pyttersen, had toen
reeds verlof gevraagd en bekomen, om aan de Regeering
omtrent bet gebeurde inlichtingen te vragen. Wat er is
gebeurd, en wie de Haagscbe autoriteiten zijn, over wier
handelingen zich al deze verontwaardiging uitte, schre
ven wij destijds zal bij die interpellatie kunnen blijken.
Tot zoo langmeenden wij zou het goed wezen zijn
oordeel op te schorten.
Meer dan vier maanden zijn na dien tijd verloopen
en eindelijk is het licht gekomen. Intusschen was de
schuldige reeds bij herhaling aangewezen. Het was onze
Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer de Beaufort,
die het vrije woord had onderdrukt, die Nederland zij a
goeden naam als gastvrij en vrijheidlievend land in het
buitenland had doen verliezen wiens wanbeleid of
onverschilligheid daarenboven de eenige gelegenheid had
laten voorbijgaan om met nadruk op te komen voor de
toelating van de Zuid-Afrikaansche Republieken tot de
Vredesconferentie en werd er van Katholieke zijde
bijgevoegdtevens voor de toelating van den Paus
Hij had de politie in den Haag last gegeven zoo mo
gelijk aan de vreemdelingen het spreken te beletten hij
had een vervolging van een der sprekers willen uitlokken
wegens beleediging van den Sultan; hij had het muziek
corps van de grenadiers verboden een concert te geven
ten voordeele van het Roode Kruis. En of nu al be
scheiden word opgemerktdat deze dingen toch zeer
zeker niet behoorden tot. de bevoegdheden van den
Minister van Baitenlandsche Zaken maar ongetwijfeld
tot die van zijn ambtgenooten van Binnenlandsche Zaken
van Justitie of van Oorlog bet mocht niet baten hij
de heer de Beaufortwas de schuldige en mocht in
het ministerie niet langer worden geduld.
Eindelijk is het licht gekomen, in twee tempo's niet
Toen er een officieele klacht inkwam wegens beleedi
ging van den Sultan, sprak het van zelf, dat de Minis
ter van Justitie last gaf om te#onderzoeken wat daarvan
was, en de uitkomst van dat onderzoek heeft geen aan
leiding gegeven tot vervolging. Dat aan de koninklijke
kapel verboden zou zijn een muziekuitvoering te geven ten
bate van het Roode Kruis, is ee'j. puur verzinsel.
De «ergerlijke feiten", waarover geheele stroomen van
verontwaardiging zijn uitgestorthebben zich dus be
paald tot een paar handelingen van politie-ambtenaren
zonder eenige beteekenis, waartoe de Regeering geen last
had gegeven en die zij evenmin had kunnen voorzien.
Van meer beteekenis was hetgeen aan den Minister van
Buitenlundsche Zaken verweten werd ten aanzien van
zijn beleid met betrekking tot de hier te lande gehouden
Vredesconferentie. In de eerste plaats is door den
Minister-President verklaard, dat de houding, door onze
Regeering aan te nemen n iar aanleiding van het niet
nitnoodigen van den Paus en de Zuid-Afrikaansche Re
publieken in den Ministerraad na rijp beraad is vast
gesteld in overleg en met volkomen instemming van
alle Ministers. Het gold hier dus niet handelingen
van den Minister van Buiteulandsche Zrken alleen, maar
van de geheele Regeering die zich daarvoor ten volle
verantwoordelijk verklaarde. In ons artikel «De plichten
van den gastheer' van 2 Juli 1.1., hebben wij reeds ons
gevoelen uiteengezet, dat onze Regeering zich niet mocht
onttrekken aan een Conferentie tot een zoo grootsch
doel bijeengeroepenook al mochten hare verwachtingen
omtrent de uitkomsten niet hoog zijn gespannen, en dat
zij geen bedenkingen kon inbrengen tegen het verzoek
van den Russiscnen Keizer om de Conferentie te 's-Gra
venhage te houden. Het laatste te weigeren omdat de
Paus of de Zuid-Afrikaansche Republieken niet waren
uitgenoodigden dan toch aan de Conferentie deel te
nemen indien zij buiten ons land werd gehouden zon
naar onze meeniug niet anders dan kleingeestig genoemd
kunnen worden, en zeer zeher voor de Boeren van geen
nut hoegenaamd zijn geweest. Het stond met in de
door de interpellatie, die achterwege is gebleven, maar van onZÖ Regeenng nog te doen uitnoo ïgen
bij de behandeling der Staatsbegrooting. Van een poging °P w'Br tegenwoordigheid zij prijs stelde. e u' zy
om de vrijheid van spreken te belemmeren, is geen spake Z1C'1 8etieBl aan de Loiueientie kunnen outtrekkeu zij
geweest. Integendeel is door de Haagsche politie aan ZBQ da" de BBni8e «BWBB81 zl> vau alle EQroPBB8cllB
Rbiza-bey, den Jong-Turk uitdrukkelijk gezegd, dat mogendhedenmaar ongetwijfeld zou dat met geweest
daartoe hier te lande volledige vrijheid bestond, maar ZSQ 'n 8 lands belang en evenmin zon rausvaa o
dat op last van den Minister van Jnstitie, proces-ver
baal zou worden opgemaakt, indien een der sprekers door
beleediging van vreemde mogendheden of op andere wijz e
de strafwet mocht overtreden. Om dit te knnneu doen,
moest de politie onderzoeken, wie de vreemdelingen waren»
die in de vergadering als sprekers zonden optreden en toen
een inspectonr van politie zich daartoe bij Rhiza-bey ver
voegdeheeft hij tevensmet het oog op de voor
schriften der Vreemdelingenwet gevraagd naar zijn
middelen van bestaan en gevorderd dat hij hem
toonde van het noodige geld voorzien te zijn. Dat laatste
was nu ten aanzien van dezen vreemdeling gehee]
overbodig; het had achter vege kunnen blijven. Zoo heeft
ook een inspecteur van politie toen een Christelijke
jongelingsvereeniging in den Haag voornemens was in
hare zaal door den Armeniër Minas Tsjeraz een lezing te
doen honden met lichtbeelden, aan het bestnur dier ver
Vrijstaat er in eenig opzicht door gebaat zijn. Dat zulk
een üoading schier algemeene at keuring zou hebben ge
vonden is onze vaste overtnigmg. Men zal daarom
begrijpen, dat wij ons geheel kannen vereenigen met het
besluit der Tweede Kamer, die de motie van Dr. Knyper
om te verklaren dat ter gelegenheid van de Vredes
conferentie niet ten behoeve van de ons stamverwante
Republieken in Zuid-Ainka gedaan is wat had knnnen
geschieden, met 71 tegen 21 stemmen verwierp.
EMOKl»AiAiD. Het eerste schip met «gewonden
uit Zuid-Afrika is aangekomen. Eigenlijk is deze term
niet juisl, want onder de 150 terngkeeieuden, zijn slechts
een tweetal gewonden, de anderen zijn zmkeu, die lijdende
aan malaiia, dysenterie en rhumatiek nit Afrika naar
het vaderland teruggezonden zijn. liet klimaat ia Zuid-
Alrika mot zijn sterke afwisselt, gen van tropische warmte
eeniging gevraagd, of het wel op den weg dezer veree I overdag en scherpe koude 's nachts, gevolgd bij de ont-
niging lag die lezing toe te laten, daar toch de mogelijk- ueringen, die de oorlog medebrengt, blijken voor zeer
heid bestond dat woorden gesproken werden die tot **len dB' ëBBarde soldftteü te kra8 te Z«D' eD d°Bn
het zieken-contingent bedenkolijke verhoudingen aannemen,
Brieven van Engelsche dagblad-correspondenten van begin
November noemen den hygienischen toestand in Natal
verschrikkelijk. Men moest om door het kamp te komen
tot aan zijn kcieen door de modder waden. En daarin
hebben de Engelschen nu loopgraven en kolders gegraven
om zich tegen het Boereu-bombardement te beveiligen.
Het is niet te optimistisch aan te nemen dat de Engelsche
troepen te Ladysmith bykans geen offensieve gevechts-
waarde meer hebben. In de meeste oorlogen is het verlies
dat de troepen lijden door ziekten grooter dan hetveriies
aan dooden eu gewonden, en men kan gerust aannemen,
dat de oorlog in Zuid-Ai'rika in dezen geen uitzondering
zal vormen.
Zal de spoedige terugkeer dezer mannen reeds op zich-
zelve bjj het Engelsche publiek de overtuiging vestigen,
dat do zoo luchtig begonnen oorlog inspanning van alle
krachten en. groote offers eischt huune verhalen
znllen er ongetwijfeld toe bijdragen twijfel te doen ont
staan aan de officieele berichten der «glansrijke over
winningen."
Een Lloyd-dépéche nit Bembridge op het eiland
Wight meldt, dat het Engelsehe oorlogsschip »Tyne"
gestrand is op een rif bij Bembridge. Een reddings
boot is uitgegaan het weder is kalm. De «Tyne" is een
schip met levensmiddelen op weg naar Malta. Een latei
telegram meldt, dat het schip wederom vlot gekomen is.
FRAXIABIJH. Het gerucht, dat generaal Mercier
zich candidaat deeft gesteld voor een senaatszetel, wordt
bevestigd. De «Vader der leugens" is de candidaat der
cons-rvatieven in het departement der Loire-inférienre.
De bekende journalist Cornély zegt in de «Figaro": Da
generaal moge alle mogelijke vereischten hebben vo ir het
lidmaatschap van genoemd lichaam, maar het is duidelijk,
dat men hem alleen candidaat stelt om zijne houding in
de zaak van Dreyfas, welke houding hij voor den krijgs
raad te Rennes zelf gekenschetst heeft, door te verklaren
dat hij een geheim dossier had doen samenstellen, bestemd
om den beschuldigde te gronde te richten, en eene toe
lichting had doen vernietigen, welke tot diens verde
diging had kannen dienen. Naar allea schijn, besluit de
schrijver, zal deze candidatuur degenen, die zoo gaarne
vergetelheid en verzoening zouden bewerken, met mach
teloosheid slaan, en het veld vrij maken voor hen die
vervolging van de schuldigen willen. Zoodat generaal
Mercier wel eens zelf van die candidatuur het slachtoffer
zou kunnen worden.
ZUIU-AVRIKA. «Toestand onveranderd doch
bevredigend" zon het bulletin voor de Boeren kunnen
lniden. Ladyamith blijft omsingeld, wordt telkens weder
beschoten, en de positie van White's macht, wordt daar
door en door ziekte, (nog gezwegen van w larscbynlijke
schaarschte dor levensmiddelen), met den dag slechter
terwijl de macht van generaal Clery niet voldoende is
om de Boeren, met kans op suecesaan te grijpen. In
het Westen is Mafeking de overgave nabij en luiden de
tijdingen uit Kimberley wel is waar vrij hoopvol doch
doen zy tevens zien, dat er reikhalzend wordt uitgezien
naar Methuen's hulp.
En deze hulp kan nog wel wat op zich laten wachten.
Het schjjntdat Met.huen zoowel door ziekte zijner
troepen gedwongen, als om dezen, na al hunne «over
winningen", wat op hnn verhaal te doen komen terug
getrokken is naar de zuidzijde der Modderrivier terwijl
de Boeren ten noordeu daarvan, bij Spijtfontein, een zeer
sterke stelling ingenomen hebben en steeds van alle
kanten versterkingen ontvangen. Steijn. de president der
Vrijstaat, schijnt zich thans bij het leger te bevinden.
Generaal Gatacre wacht werkeloos in het zuiden de
groote versterkingen af, die hem in staat moeten stellen
de pas aangevangen marsch op Bloemfontein voort te
zetten, en heeft intusschen de gelegenheid, waar te nemen,
dat de Kaapkolonie hoe langer hoe meer in gisting
geraakt en groote benden rebellen de zijde hunner stam
verwanten kiezen en de vijandelijke legermacht aanzienlijk
versterken.
Laatste tt e richten.
PARIJS, 8 Dec. Uit Londen aan de «Temps''
Hot stoomscbip «Maltby" met steenkool naar Kaap
stad, is bij Snields gestrand de bemanning is gered.
Het vergaan vau de «Ismore" deed het expeditiekorps
281 paarden, al het ambulancemateriaal, de uitrusting
van het 9de regiment huzaren en van de 73e batterij
verliezenverder een aantal kanonnen en een aanzien
lijke hoeveelheid schietvoorraad.
Vele Hollanders in de Kaapkolonie en in Natal, die
gevangen genomen zijn met de wapens in de hand of
enkel nadat zy zich van hun hoeven hadden verwijderd,
zijn gefnsilleerd.
LONDEN, 8 Dec. Het departement van oorlog meldt,
dat, nedeu van lord Melhuen geen verder nieuws is ont
vangen. Een telegram van Oranje-rivier-station meldt
echter, dat een duiker in den spoorweg bjj Graspan
hedenmorgen vernield is en de telegraaflijnen zijn door
gesneden. De verspieders rapporteeron, dat in noordelijke
richting hevig geschutvuur wordt gehoerd.