Gy<nnasium
ALKMAARSCHË COURANT.
Wij meenen onzen lezers geen ondienst te doen
met den hieronder volgenden afdruk van het ver
zoekschrift aan den Gemeenteraad alhier inge
diend waar bij eenige ingezetenen verzoeken, dat
door den Raad moge worden overgegaan tot de
oprichting van een gymnasium
Aan den Raad der Gemeente Alkmaar.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen
de ondergeteekendenallen ingezetenen der
gemeente Alkmaar
dat de gemeente Alkmaar met voldoening mag
neerzien op al hetgeen zij in de laatste jaren
gedaan heeft ten bate van het onderwijs en tal
van goede scholen, geheel voldoende aan de eischen
des tijds hetzij door haar zelve bekostigd, het
zij, tengevolge van het beleidvol optreden van
de vertegenwoordigers der gemeente, van rijks
wege te dezer stede gesticht en onderhouden of
gesubsidieerd, een krachtige getuigenis afleg
gen van de voortdurende zorg van haren Raad
voor het ^onderwijs en van diens streven om aan
de ingezetenen der gemeente gelegenheid te ver
schaffen tot het doen geven aan hunne kinderen
in de stad hunner inwoning zelve van al het
onderwijs dat zij ter verkrijging van meerdere
of mindere algemeene ontwikkeling of van eene
maatschappelijke positie behoeven
dat adressanten door die overweging geleid en
overtuigd, dat zij handelen in het belang der
gemeente en van hare ingezetenen, zich veroor
loven uwen Raad er op te wijzen, dat er ééne
afdeeling van onderwijs in deze gemeente be
staat, die stiefmoederlijk door haar wordt be
handeld en ondanks de kunde, ijver en toe
wijding van den aan die afdeeling van onderwijs
verbonden docent haar weinig luister bijzet
en niet strekt tot verhooging van het aanzien
der gemeente
dat adressanten hier doelen op het Hooger
Onderwijs, dat slechts gegeven wordt in de klasse
voor oude talen, onder leiding van den Heer Dr.
M. N. J Moltzer, alhier;
dat de Gemeenteraad indertijd is overgegaan
tot het aanstellen en bezoldigen van den aan
die klasse verbonden leeraar, den Heer Dr.
M. N. J. M o 11 z e r omdat men destijds wer
kelijk overtuigd was, dat in een gemeente als
Alkmaar de gelegenheid niet mocht ontbreken
tot het aanleeren der oude talen, vooral als voor
bereiding voor het universitair onderwijs
dat sedert het bestaan dier klasse al meer en
meer is geblekendat er bezwaren verbonden
zijn aan den destijds genomen hal ven maatregel
om in de bestaande behoefte te voorzien, te weten
1°. het bezwaar, door alle deskundigen op het
gebied van het Hooger Onderwijs erkend, dat et-
in gelegen is om de leerlingen die den cursus
aan een inrichting voor Middelbaar Onderwijs
volgen, tevens .onderwijs te doen geven aan een
inrichting tot het aanleeren van oude talen en
aanverwante vakken;
het onderwijs wordt op zoodanige wijze te uit
gebreid en voor den leerling te veeleischend, geeft
aanleiding tot overlading, vooral in verband met
het sub 2 aan te voeren bezwaar en heeft stellig
dit gevolg bij verreweg het grootste getal der
leerlingen, dat de leerstof niet behoorlijk wordt
verwerkt, terwijl oppervlakkigheid in de plaats
treedt van degelijke kennis en van het doordron
gen zijn in de wetenschappelijke vakken, waar
door toch alleen het aan de universiteiten gege
ven onderwijs aan hare leerlingen in al zijn om
vang kan ten goede komen
2°. het bezwaar dat, wanneer een leerling eind
examen heelt afgelegd na afloop van den vijfja
rigen cursus der Hoogere Burgerschool en ge
durende dien cursus geen onderwijs in de oude
talen heeft genoten, gesteld dat hij alle jaren
van de eene klasse in de andere is overgedaan
deze minstens een jaar later toegang tot de uni
versiteit zal verkrijgendan wanneer hij zijn
opleiding aan een gymnasium had ontvangen
terwijl het dan nog slechts aan bijzonder begaafde
jongelieden zal gelukken om in dit voor de studie
van de oude talenzoo korte tijdsbestek van twee
jaren, zich voor het Staatsexamen te bekwamen;
3°. het bezwaar, dat de leerling dikwijls genood
zaakt zal zijn de door hem verkregen elementaire
kennis aan te vullen buiten deze gemeente aan
het een of andere gymnasium, onder de leiding
van andere onderwijzers, die wat wel meesta
het geval zal zijn een methode van onderwijs
volgen, die in meerdere of mindere mate afwijkt
van die, welke gevolgd werd door hunnen onder
wijzer aan de inrichting te dezer stedewelk
bezwaar inderdaad niet gering is te achten. We
is waar zal een leerling met hoogen aanleg spoe
dig aan dat verschil van methode in het onder
wijs gewend zijn en geen noemenswaardige na-
deelige gevolgen daarvan in zijn studie ondervin
den doch voor velen zal die verandering in de
wijze waarop het onderwijs gegeven wordt van
nadeeligen of althans storenden invloed zijn
terwijl op een gymnasium met zesjarigen cursus,
al het daar gegeven wordende onderwijs éérr
aaneengesloten en paedagogisch geheel vormt
dat gegeven wordt op dezelfde wijze en in alle
klassen volgens dezelfde methode, onder de lei
ding en het toezicht van den voor het onderwijs
verantwoordelijken rector;
dat die gebrekkige inrichting ernstige rradeelen
oplevert voor de ingezetenen der gemeente en
voor de gemeente zelve
dat adressanten daaronder ten opzichte van de
ingezetenen hoofdzakelijk brengen
1°. het feit dat vele ingezetenen er wel toe
moeten besluiten om hunne woonplaats elders
te vestigen wanneer zij de gelegenheid missen
om hunne kinderen op een gymnasium te doen
voorbereiden voer hunne academische studiën,
wat toch in de bestaande klasse voor oude talen
slechts gedeeltelijk en onvolkomen kan geschie
den, zulks niettegenstaande de gemeente Alk
maar, wat betreft zoowel hare ligging te midden
van een fraaie en terecht geroemde omgeving
als de zorg die daar besteed wordt aan het on
derwijs, de volksgezondheid, de billijke verdee-
ing van de lasten der gemeentfhuishouding. de
reinheid en het uiterlijk aanzien der stad, onbe
twistbare voordeelen boven een groot aantal an
dere gemeenten aanbiedt, die velen anders zonden
uinnen aansporen tot eene duurzame vestiging
2°. het feit, dat jongelieden, die zich voorbe
reiden voor het universitair onderwijs en die
daartoe aan de bestaande inrichting alhieronder-
rieht in oude talen ontvangen, tevens het on
derwijs in de wiskundige en andere vakken, die
aan die inrichting niet worden onderwezen, aan
de Rijks Hoogere Rurgerschool zullen moeten
volgen, waaraan het groote en door alle des
kundigen erkende bezwaar van overlading is ver
bonden, waarop hierboven reeds is gewezen
3°. de omstandigheid dat zulke ingezetenen,
wier wensch het zou zijn om aan hunne kinde
ren eene academische opleiding te doen geven,
wanneer de voorbereiding daartoe niet met te
groote kosten zou gepaard gaan, thans daartoe
hier ter stede geen geschikte gelegenheid
vinden, waardoor juist die ingezetenen door de
nadeelen, aan de bestaande inrichting verbonden,
het meest getroffen worden
dat onder de nadeelen van die gebrekkige in
richting ten opzichte van de gemeente zelve
mogen gebracht, worden
1°. dat vele ingezetenen, die wanneer hunne
kinderen te Alkmaar het onderwijs aan een gym
nasium konden volgen ongetwijfeld daar gaarne
hunne woonplaats zouden gevestigd houden, nu,
na langer of korter tijd vertrekken, om weder
plaats te maken voor anderen, die, wanneer ook
hunne zonen den leeftijd hebben bereikt, waarop
zij onderwijs aan een gymnasium behooren te
ontvangen, den weg van hunne voorgangers vol
gen waardoor de gemeente Alkmaar zeer te
haren nadeele door de gezinnen, die daar niet
vinden wat zij billijker wijze mochten verlangen,
voor niet veel anders wordt aangemerkt dan als
een doortrek plaats, er steeds op bedacht zijnde,
om die zoo spoedig als zich de gelegenheid daar
toe voordoet, weder metterwoon te verlaten
2°. dat het gemis van een gymnasium aan
gezinnen, die anders zich in de gemeente Alk
maar zouden ves'igen, veelal de gelegenheid zal
ontnemen, om aan dit hun voornemen gevolg
te geven
3°. dat die nadeelen te bezwarender zijn, nu
als onwederlegbaar mag worden aangenomen,
dat die ingezetenen de klasse in de maatschappij
vertegenwoordigen, waarvan zij, die daartoe be
hoorenin eene gemeente als Alkmaar, een
niet geringe mate van welvaart verspreiden en
wier blijvende vestiging in deze gemeente, ter
wille deels van hun fortuin, deels van hunne
maatschappelijke positie, deels van hunne be
kwaamheden, door ieder, die een onbevangen
blik op hare belangen en hare ontwikkeling heeft,
nietandersdan met blijdschap mag worden begroet
dat nu de gemeente Alkmaar in hetjaart877
hare Ri-ehtbank met al de voordeelen die deze
voor haar afwerpt, heeft mogen behouden nu
zij de hoofdplaats is van een belangrijk arron
dissement en dientengevolge vele personen, die
het gymnasiaal onderwijs voor hunne zonen ver
langen, met hunne gezinnen in deze gemeente
wonen nu onder zoovele geconcurreerd hebbende
gemeenten, aan Alkmaar de oprichting van de
Cadettenschool is ten deel gevallen en dienten
gevolge vele militaire en civiele ambtenaren hunne
woonplaats te Alkmaar hebben gevestigdnu
zij in het bezit is van eene Rijks Hoogere Bur
gerschool met vijfjarigen cursus nu zij naar alle
zijden met spoor- en tramwegen is verbonden
nu is daartegen ook voor de gemeente Alk maai',
staande voor al die bronnen van voorspoed en
welvaart, naar adressanten overtuiging, de ver
plichting ontstaan, om, mede in haar welbegre
pen belang, te voldoen aan het door vele inge
zetenen gedaan verzoek, om over te gaan tot het
oprichten van een gymnasium volgens de tegen
woordige wet op het Hooger Onderwijs en ter
voldoening aan de daaraan bestaande behoefte,
als eene naar de gewijzigde tijdsomstandigheden
aan te merken bestendiging van de inrichtingen
van onderwijs tot het aanleeren van oude talen
en aanverwante wetenschappen, waarop in den
loop der eeuwen Alkmaar terecht met rechtma-
tigen trots kon bogen
dat voorts bezwaarlijk zal kunnen worden
wederlegd, dat de gemeente Alkmaar boven vele
andere gemeenten is begunstigd met alle deze
haar tevens tot luister en tot sieraad strekkende
voordeelen, waardoor direct en indirect de wel
vaart harer ingezetenen in niet geringe mate
bevorderd wordt voordeelen die hare bestuur
ders voor haai' hebben weten te veroveren met
beleidvol overleg en gedreven door hunne zucht
om de aan hunne zorgen toevertrouwde gemeente
tot den grootst mogelijken bloei te brengen, doch
waarvan de verkrijging tevens de zedelijke ver
plichting aan de gemeente oplegt, om hare inge
zetenen al die gemakken en geriefelijkheden te
verschaffenwaarop zij thans redelijkerwijze
icunnen beweren aanspraak te mogen maken
dat bovendien adressanten zich de vrijheid ver
oorloven zoo noodig, in herinnering te brengen,
dat reeds op 24 September 1878 door het college
van Burgemeester en Wethouders een gemotiveerd
en uitgewerkt voorstel aan den Raad is gedaan,
in overeenstemming met het schriftelijk advies van
iet college van Curatoren der toenmalige Latijn-
sche school alhier, om over te gaan tot de oprichting
van een gymnasium, te verbinden aan de bestaande
Latijnsche school, op de wijze als door Cu fatoren
bij hun rapport was uiteengezet:
dat adressanten zich ook thans nog refereeren
aan de gronden en motieven waarop het toen
malig voorstel van Burgemeester en Wethouders
steunde en thans, nu de gemeente Alkmaar in
veel voordeeliger omstandigheden verkeert en
18156 inwoners telt inplaats van 12613 in 1878,
met meer recht dan toen, deze grond, door Bur
gemeester en Wethouders, bii het doen van hun
voorstel, aangevoerd, ook als grond voor het door
adressanten gedaan verzoek mag gelden
„Te Alkmaar, de zetel eener Rechtbank in het
bezit eener Rijks Hoogere Burgerschool, gelegen
aan den spoorweg, eene gemeente van 12613 zielen,
kan door die verschillende omstandigheden en met
het oog op het steeds aangroeiend getal jongelieden
van het platte land, die eene wetenschappelijke
opleiding ontvangen, een gymnasium eene zeer
druk bezochte en bloeiende inrichting worden"
dat het in 1878 door Burgemeester en Wethou
ders gedane voorstel alleen is afgestuit op den
onwil der toenmalige regeering, om het Bestuur
der gemeente andere hulp te verschaffen dan die,
welke noodig zou zijn tot het oprichten van een
progymnasiumwaarvan de Raad naar adres
santen bescheiden meening, terecht niet ge
diend was, terwijl thans nu het is gebleken,
dat de progymnasia niet voldaan hebben aan
hetgeen men daarvan verwachtte de inwilliging
van een tot de Regeering te richten verzoek tot
het verkrijgen van de gewone jaarlijksche Rijks
subsidie ten behoeve van een opterichten gymna
sium met gerustheid kan worden tegemoet gezien;
dat adressanten hun verzoek om te dezer stede
een gymnasium op te richten niet onvoorbereid
hebben willen doen en te dien einde aan bestu
ren van verschillende gemeenten, die onverplicht
gymnasia hebben opgericht, alle mogelijke in
lichtingen hebben verzocht en van hen verkre
gen, zoowel wat betreft de inrichting daarvan
als de kosten daaraan verbonden
dat zij ten blijke daarvan en om uwen Raad
in de geiegenheid te stellen, door vergelijking
met de bestaande gymnasia in andere gemeenten,
een zelfstandig oordeel te vellen over de inzichten
en de berekeningen van adressanten, ten deze
overleggen
1°. een brief van den heer G. Blokhuis,
gericht aan den heer Mr. M. E. J. J. v a n L i d t h
de J e u d e alhier, waarbij behooren
a. een exemplaar van het programma van het
onderwijs aan het Gymnasium te Goririchem,
cursus 18981899. b. een exemplaar van den
rooster van de lessen aan dit gemelde gymna
sium c. een exemplaar van het verslag van den
toestand der gemeente Goririchem over het jaar
1897 d. een exemplaar van de memorie van
toelichting, behoorende bij de begrootmg van de
gemeente Gorinchern over 1899;
2°. een brief van den secretaris der gemeente
Assen, dd. 25 October 1898. gericht aan den heer
Mr. F. H. G. van der Hóeven alhier, hou
dende een verslag van de inrichting van het
gymnasium aldaar en mede leeling van de daar
voor jaarlijks betaald wordende kosten
3°. een brief van den secretaris der gemeente
Zutphen dd. 22 October 1808, gericht aan den
heer Mr. B. van der Feen de L i 11 e alhier-,
met twee bijlagen, houdende hetzelfde verslag en
dezelfde mededeeling ten aanzien van de ge
meente Zutphen
4°. twee en twintig officieele staten over den
toestand van even zoovele gymnasia hier te lande
over het jaar 1897/98, waaruit de inrichting dier
scholen de aard en de omvang van het daar
gegeven onderwijs, zoomede het bedrag der jaar
wedden van de aan die inrichtingen verbonden
leeraren, blijken
5°. een verzamelstaat van de sub no. 4 om
schreven vier en twintig officieele staten
dat adressanten die bescheiden aanvoerende tot
adstructie van hun verzoek, zich de vrijheid ver
oorloven de aandacht van uwen Raad te vestigen
op artikel 6 al. 1 en 2 van de wet op het Hooger
onderwijs van 28 April 1876 (Stbl. No. 102]
luidende
„In elke gemeente, waar de bevolking de twin-
„tig duizend zielen te boven gaat, wordt door hel
„gemeentebestuur een gymnasium opgelicht ol
No. 158. Honderd en eerste Jaargaug. 1899.
Zondag 24 Ure. 1899. I»erde blad.