No. 155.
Honderd en eerste jaargang.
Zondag 31 December 1839.
Overheidszorg
voor de volkshuisvesting.
Amsterdamsche Drieven.
i.
liii.
Derde blad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Een uiterst moeilijke vraag is en blijft het, hoe voor
een gezin dat moeite heeft om met schrale inkomsten
rond te komen, een eenigszins voldoende woning is te
vinden. Vooral in de groote steden, waar het van veel
belang is, in welke bnnrt men woont, en waar de huur
prijs op gezochte standen hoog is, levert de woningvraag
groote bezwaren op. In bet hart der steden, in de meest
bevolkte buurten worden vooral de krotten en kelder
woningen gevonden, die reeds lang in het belang der
gezondheid zjjn veroordeeld, maar ondanks dat veroor-
deelend voonis nog altijd niet alleen bewoond, maar zelfs
gezocht blijven. En daarover behoeft men zich niet
te verwonderen. Niet alleen zijn de bewoners niet zelden
aan hun baart gehecht en volstrekt niet altijd overtuig d
van het nadeel, dat hun woning aan hun gezondheid toe
brengt, voordat zij zeiven de treurige gevolgen ondervinde nl
en zelfs dan bij ven zij op dat pant dikwijls ongeloovig, maar
er zijn daarenboven redenen van anderen aard, die hen aan
hun woning binden en het nadeelige voor de gezondheid
weinig doen tellen. Het is al dadelijk te begrijpen, dat
de werkman gaarne niet te ver van zijn fabriek of de
werkplaats woont, maar men heeft hier niet alleen met
werklieden te doen, die voor hun werk van hnis moeten
gaan. »Hoe menig bewoner is er niet," schrijft Dr.
Ringeling in het Weekblad van het Ned. Tijdschrift voor
Geneeskunde»die zich den slechten toestand zijner
woning getroost, omdat hij er zijn bestaan in vindt.
Men denke bierbij slechts aan mangelaffaires, water- en
vuur- en groentenneringen, aan schoenlappers- en kleine
menbelmakerswerkplaatsen in kelderwoningen, die met
gedwongen verplaatsing geheel zonden verloopen, terwijl
aan het krijgen van nieuwe klanten in een andere baart
een lange tijd van ellende vooraf gaat." Hier is blijk
baar vooral aan Amsterdamsche en Rotterdamsche toe
standen gedacht, maar dezelfde bezwaren zollen zich min
of meer, zij het in eenigszins anderen vorm, ook in
andere en kleinere steden voordoen.
Onze gemeenteraden, bevoegd tot het maken van .ver
ordeningen, die in het belang der openbare orde, zede
lijkheid en gezondheid worden vereischt, en van andere,
betreffende de huishouding der gemeente," zijn in vele
gemeenten niet in gebreke gebleven bouwverordeningen
vast te stellen en voorschriften te geven tegen het vooit-
dnrend gebraik van onbewoonbare woningen. Tweeërlei
bezwaren hebben zij daarbij op hun weg gevonden. In
de eerste plaats bestaat er verschil over de vraag, hoever
zich het gebied der openbare gezondheid en de h n i s-
h onding der gemeente uitstrekt, en hoever das de
bevoegdheid der gemeenteraden reikten in de tweede
plaats werden de gemeenteraden genoopt van hun be
voegdheid, ook waar die niet betwijfeld kon worden, een
zeer matig gebruik te maken, met het oog niet alleen
op de belangen van de eigenaars der onvoldoende wonin
gen, maar ook op die van de huurders, die er hun mid
del van bestaan in vinden. Het eerste bezwaar, de on
zekerheid van de bevoegdheid der gemeenteraden, kan
door een nienwe wettel jke regeling worden uit den weg
geruimd, en daartoe dient daa ook inzonderheid het door
de Regeering ingediende wetsontwerp .houdende wette
lijke bepalingen betreffende de volkshuisvesting" of, korter
gezegd, de .Woningwet". Het tweede bezwaar zal blijven
bestaan, ondanks de maatregelen die in dat ontwerp
worden voorgesteld om er zooveel mogelijk aan te ge-
moet te komen; daarom zal het wenscbelijk blijven en
mag verwacht worden, dat de gemeenteraden en Gede
puteerde Staten van de han te verleenen bevoegdheden
met de noodige omzichtigheid znlleu gebraik maken.
De gemeenteraden worden inhet genoemde Wetsontwerp
alleen niet bevoegd verklaard om in het belang van
gezondheid en veiligheid voorschriften vast te stollen,
die bij het bonwen of geheel of gedeeltelijk vernieuwen
van woningen opgevolgd moeten worden, en eischeu te stel
len waaraan ook bestaande woningen moeten voldoen, zelfs
om voor een behoorlijke bewoning voorscuriften te geven
in het belang van gezondheid en zedelijkheid, maar zjj
zhllen ook verplicht zijn van die bevoegdheid gebraik
te maken, zoo zij daarvan althans niet door Gedeputeerde
Staten geheel of gedeeltelijk zijn vrijgesteld. Doen zjj dl
niet, of erlangen hun verorden.ngen niet de vereischte
goedkeuring van Gedeputeerde Staten, dan. worden de
voorschriften vastgesteld door Gedeputeerde Staten zelven,
die ze evenzeer eigenmachtig zullen kunnen wijzigen of
intrekken, indien de gemeenteraden in gebreke zjju ge
bleven dit te doen binuen een jaar nadat zij daartoe
door hen zijn nitgenoodigd. De besla.ten van Gedeputeerde
Staten znllen weer bij Koninklijk besluit vernietigd kan
nen worden. De plaatselijke gezondheidscommissiëu znllen
altijd over het vaststellen, wijzigen of intrekken van
voorschriften in het belang der volkshuisvesting door de
gemeenteraden moeten worden gehoordde inspecteur,
krachtens de Gezondheidswet met het toezicht op de hand
having dezer voorschriften belast, zal steeds de adviseur
zijn van Gedeputeerde Staten, en de Minister zal worden
voorgelicht door den centralen gezondheidsraad. Op deze
wijze hoopt men aan den eenen kant te voorkomen, dat
de gemeenteraden zonder nitdrukkeljke vrijstelling nala
tig zallen blijven in het vaststellen van voldoende be
palingen, en aan den anderen kant, dat zjj onnoodig
strenge of ondoelmatige voorschriften zullen geven.
Nog behoort vermeld te worden, dat in de gemeente
verordeningen, door den raad vast te stellen, in uitdruk
kelijk aan te duiden gevallen aan Burgemeester en Wet
houders de bevoegdheid zal kannen worden verleend,
zoowel om nadere eischen vast te stellen ten aanzien van
het door den raad voorgeschrevene, evenwel behoudens
beroep van belanghebbenden op den raad, als om vrij
stelling te verleenen van door den raad gemaakte be
palingen.
Behalve hetgeen de gemeenteraden, behoudens vrijstel
ling, verplicht zallen zijn vast te stellen, zallen zij,
dit noodig achtende, ook voorschriften kannen geven
omtrent de afscheiding van slaapplaatson en omtrent de
ruimte der vertrekken in verband roet het getal bewoners.
Het zou echter kunnen gebeuren, dat volgens die voor
schriften een bestaande woning in 't vervolg niet zooveel
personen zon mogen herborgen als er reeds in zijn ge
huisvest, of dat de bewoner in ongelegenheid kwam door
de geboorte van een kind of door de opneming van een
nabestaand familielid in zijn huis. Om dit te voorkomen
bepaalt het ontwerp, dat de voorschriften omtrent het
aantal bewoners bniten toepassing zullen blijven, wanneer
in de woning geen andere personen worden gehuisvest
dan er in woonden op 1 Januari 1900 (een datum die
zeker wel ten minste op een jaar later zal moeten wor
den gesteld), of wanneer de toeneming van het getal
bewoners het gevolg is van de geboorte van kinderen
of de samenwoning van leden van hetzelfde gezin, name
lijk van ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen,
kleinkinderen en achterkleinkinderen schoonouders
schoonzoons en schoondochters, dezelfde bloed- en aan
verwanten die volgens de wet verplicht zijn elkander te
onderhonden.
Zoo teleurstellend als de Kerstdagen waren voor het
schaatsenrijdend mensebdom, zoo aangenaam waren zij
uit een journalistiek oogpunt. De verslaggevers zijn er
langzamerhand aan gewend geraakt, dat de Christelijke
feestdagen hunne tegenwoordigheid eischen voor con
gressen en het Kerstfeest werd gewoonlijk door de socia
listen bestemd voor huaue jaarljksche bijeenkomst. Ook
dit jaar moet de Socialistenbond wel hebben ver
gaderd, maar dit geschiedde huishoudelijk, vermoedelijk
omdat er weinig zon zijn m6a te deelen, waarvoor men
het licht der publiciteit wenschte. Het opbloeien der So
ciaal-Democratische Arbeiderspartij heeft tot noodzakelijk
gevolg gehad den achternitgang van de onde, revolnti-
ounaire partj en wanneer eenmaal Domela Nieuwenhuis
den tol aan de natuur beeft te betalen, is 't waarschijnlijk,
dat ook de hem trouw gebleven volgelingen zich znllen
verstrooien en de Bond nog slechts zal worden genoemd
door den histoiicus. Een schrale troost voor dezen leider
is 't, dat hem dan vermoedelijk eerst het recht zal we
dervaren, waaraan men nu, afgeschrikt door zjn gren-
zelooze verbittering, niet kan toekomen.
Met het overschot van den Bond is 't al zoo ver ge
komen, dat de groote bladen van zijne bijeenkomsten
nauwelijks meer notitie nemen. Zoo moet er op den
Eersten Kerstdag een meeting zijn gehouden, waarin Do
mela Nieuwenhuis en zekere Van den Berg als sprekers
optraden, maar een verslag daarvan hebben wij tevergeefs
in de hoofdorganen g-zocht. Des te meer wordt de aan
dacht geschonken aan de Sociaal Democratische Ar
beiderspartij en bj haar vergadering op den Tweeden
Kerstdag in den schouw burg Van Lier was de pers dan
ook zoowat voltallig. Het loont tronwens voor een ver
slaggever bijna altijd de moeite om daarheen te gaan.
Verre van zich mokkend af te zonderen werpen de par
lementairen zich in het openbare leven en spreken daar
een ernstig woord mede, waaraan frischheid meestal niet
te ontzeggen valt. Bovendien hebben zj daaidoor in
hunne propaginda-bjeenkomsten een groote verscheiden
heid van onderwerpen, zoodat zj niet altjd op hetzelfde
aambeeld hebben te hameren. Eiudeljk komt daarbj nog
een groot gevoel van innerljke kracht, die maakt dat
niet angstvallig allerlei qoaesties, uit vrees voor schade
aan de partj, worden weggemoffeld; integendeel, deze
worden eer opgezocht en wanneer door ernstige peisonen
het een ot ander aan de S. D. A. P. ten laste wordt
gelegd, komt 't herhaaldelijk voor, dat zoo iets op qen
vergadering op den voorgrond wordt gebracht en aan
kritiek onderworpen.
Met deze vrjinoedigheid was 't ook, dat mr. P. J.
Troelstra op den tweeden Kerstdag den toestand van
de partj besprak, na deze welhaast vjf jaar zal hebben
bestaan. Een triomfantelijke toon klonk uit zjn toespraak
en daarvoor was alle a nleidtng. Het doodzwjgen van
voorheen hadden de vjanden niet kannen volhouden, ja,
met de reactie was gekomen de bemoeiing van alle par-
tjen. Het handjevol parlementairen op het Haagsche
Binnenhof wordt in al zjn doen en laten nagegaan, wat
wel net beste bewjs is van zjn invloed. Om daaraan
afbreuk te doen waren sommigen begonnen met smalend
op te merken, dat het eigenlijke karakter van een arbei
derspart j verloren was geraakt door de aansluiting van
zooveel .heeren". Een feit is 't, dat er onder het opko
mende geslacht velen zijn van goeden huize en weten
schappelijke opleiding die in de S. D. A. P. hunne
ietwat onstnimige politieke wenschen zien bevredigd.
Vooral onder de schrjvers der nieuwere richting, getrof
fen door de maatsctaappel jke o tgeljkbeid, treft men er
aan die openljk zjn toegetreden men denke slechts
aan mannen als P. L. Tak, Dr. Gorter, Herman Heijer-
mans, J. F. Ankersmit, de Roode enz. Ook de heeren
Troelstra en Van Kol zelve zjn niet voortgesproten nit
de klasse, die de partj geroepen is te organiseeren. Daar
tegenover werd dan gewezen op het Algemeen Neder-
landsch Werkliedenbond dat geheel door arbeiders of
althans gewezen arbeiders wordt bestuurd en als zoodanig
meer recht van spreken had.
Het onjuiste van dat alles werd door den heer Troel
stra in een helder daglicht gesteld. Van de '2500 leden
der S. D. A. P. zonden er misschien 100 heeren" zjn
en men zou toch wel willen aannamen, dat deze niet in
staat waren om de arbeiders op het sleeptouw te nemen.
Ten overvloede begeerde dat geen banner: zj hebben
gebroken met de klasse, waaruit zj zjn voortgekomen
en dat zj zich in de gelederen hadden laten inljven
sproot voort nit het ernstige verlangen om metal honne
overtuiging zich te maken tot een spreektrompet van wat
daar gistte en kookte in den boezem der arbeiders van
alle landen. Was het Alg. Ned. Werkliedenverbond levens
krachtiger Spreker had daarvan niets gezien wel wist
bj dat 't nog niet eens was uitgemaakt of het liberaal
dan wel radicaal was en dat 't meer leek op een bj-
wagen der Liberale Unie dan op een zelfstandigen, zich
zelf bewasten arbeidersgroep. In ieder geval was 't voor
een arbeidersbeweging beter, dat er tien heeren waren
dan een want de ondervinding had geleerd daarbj
doelende op Domela Nieuwenhuis welk een draconi-
schen invloed zulk een eenling zich kan verwerven. De
talrijke aanwezigen waren 't daarmee geheel eens en toen
Troelstra in de zaal terugkeerde mocht h j de voldoening
hebben te weten dat deze Kerstmiiidag voor de propa
ganda niet nutteloos was voorbjgegaan. En gaf de terug
blik reden tot tevredenheid ook van de toekomst wordt
veel goeds verwacht.
Wat de S. D. A. P. heeft gedaan doen velen in deze
aan den Ondejaarsavond voora'gaaude dagen de rekening
wordt opgemaakt van bdtgeen voorbj is en de kansen
worden nagegaan van hetgeen het nieuwe jaar zal brengen.
Dat 1899 voor de hoofdstad een voordeelig jaar is geweest
wordt vrj algemeen in twjfel getrokken door hen die
't kannen weten. De geld- en goederenhandel moet niel
zooveel beneden de verwachting zjn gebbven maar de
breede rij van den middenstand is voor het meerendeel
niet gekomen aan het bedrag der ontvangsten dat op
de begrooting stond uitgetrokken. De welvaart neemt
niet toe en nog altjd gaan hoewel de forensen belasting
wel eenige verbetering heeft gebracht groote kapitalen
voor den Amsterdamschen fiscus verloren. Daardoor is
een tegenslagzooals na de groote werkeloosheid der
diamantbewerkers ten gevolge van den oorlog dadel jk
zoo noodlottig in zjn gevolgen. Tegenover enkele win
keliers, die hunne zaken maar voortdurend uitbreiden
en door toenemenden omzet zich m«t kleinere winsten
kunnen vergenoegen, staau er tientallen, die zich rntar
juist te midden van de felle concurrentie kunnen staande
honden en niet het minste stoo je kunijen hebben of z j
verliezen hun evenwicht.
Voor de met de handen arbeidende klasse zjn er, do
diamantbewerkers dan uitgezonderd, ontegenzeggel jk veel
slechtere jaren geweest dan het na afgeloopone, wint er zijn
groote stadswerken onder hauden en ook particulieren heb
ben veel laten bonwen en verbouwen. Ook het nu komende
jaar laat zich niet slecht aanzien en opeut het uitzicht, dat
zj, die op het oogenblik werkeloos zjn, wel weer arbeid
znlleD krjgen. Ondanks de strenge koude heeft dan ook
de liefdadigheid nog niet znlke luide noodkreten doen
hooren als vroeger wel eens het geval was en dat is
van te meer gewicht omdat na at het inzamelen van
gitten voor onze Transvaalsche stamverwanten, een groot
deel der burgerj haar budget voor collecten enz. reeds
heeft overschreden.
Voor de bewoners van bovenhuizen heeft het oudejaar
de aangename tijding gebracht, dat 't nu toch erust is
om eenmaal te voorzien in het gebrek aan water dat.
nu al zooveel zomers is teruggekeerd. Iu 1897 v«i leende
de gemeenteraad een crediet van f '25.00 j voor het onder
zoek naar een nienwe prise d'eau ten behoeve van de
gemeenteljke waterleidingen het resultaat daarvan is
thans bekend geworden. De mogeljkheid is overwogen
om het water te winnenlo. door patten in de oevers
langs de Lek (in het verslag nog grootscheeps rivier"
genoemd)2o. door filtratie van water nit de Lek en
3o. door patten in de diluviale gronden in het Gooi. De
conclusie is, dat het laatste systeem, zoowel om hygië
nische redenen als met het oog op de kosteu, het meest
aanbevelenswaardig is, Een nader onderzoes is daarvoor
evenwel noodig: opnemingen moeten worden gedaan, de
kosten borekend en plannen gemaakt, waarvoor B. en W.
nu andermaal een crediet van t 25.000 hebben aange
vraagd. Als het water mettertjd even lekker is als de
voorbereiding langdurig zullen er misschien nog wel
enkelen te vinden zjn, die er zich over verheugen, dat
de gemeente eenmaal de zaken van de Dninwa'er-maat-
scbappj heeft overgenomen.
Poster ij en.
De Directeur van het POSTKANTOOR verzoekt
beleefd aan hen die Nieuwjaarskaarten verzenden deze
niet in de verschillende bassen te werpen doch af te
geven ten Postkantore.
De waarn. Directeur,
COOPMANS.