§ür Volkstelling:. ieisler „Toet Onderwijzer No. 1. Honderd en tweede jaargang. 1900. WOENSDAG 3 JANUARI. Kaasmarkt Graan- en Zaadmarkt te Alkmaar Buitenland. FEUILLETON. Burgemeester en Wethouders noodigen de ingezetenen dezer ge meente dringend uit, om, indien zij voor de volkstelling geen kaarten mochten hebben ontvangen, zich zoo spoedig mogelijk ter gemeente secretarie aan te melden. Uit het Noorseh. Jonas Lie. l) HOOFDSTUK I. ALKMAARSCIIE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Bonderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het geheele rjjk f 1,—. 3 Nummers f O,O0. Afzonderlijke nummers 3 cta. Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco^ aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Telefoonnummer t 3. Aan de TIERDE GEMEENTESCHOOL te ALKMAAR (hoofd de heer W. S. P. HOFF) wordt gevraagd een op eene jaarwedde va n C600, welke jaarwedde na 2, 4 en 9 dienstjaren telkens met 50,kan worden ver hoogd tot f 750,Het bezit of het verkrijgen der hoofdakte geeft bovondien eene verhooging van f 100,— btukken (adres op zegel) in te zenden vóór of op 13 Januari a.s. aan Burgemeester on Wethouders. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar herinneren belanghebbenden, dat krachtens raadsbesluit van 1 Februari 1888 de en de gedurende de maanden Januari, Februari en Haart geregeld wekelijks doorgaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmf»«- O. RIPPING, Voorr;.,ter. 22 Dec. 1899. C. D. DONATH, Secretaris. BAtiEIiAAO. Gelijk wij eenige dagen geleden meldden, is de Eugelsche oorlogscorrespondent Churchill (zoon van den bekenden staatsman Randolph Churchill) nit de krijgsgevangenschap te Preto ria ontsnapt en na een gevaarvolleen uitpatcende tocht van 6 dagen te Lorenzo Marquez aangekomen. Met belangstelling werd in Enge land naar zijn telegrammen uitgezien, en het is voorze ker voor de Regeering minder aangenaam na in de eerste dier telegrammen de maatregel om generaal Bul- ler het opperbevel te ontnemen, ten zeerste wordt ge laakt. »Met kracht," zoo seint Churchill aan de Morning l ost," »moet de oorlog worden voortgezet. Doch in de generials moet vertrouwen worden gesteld TAN Het wrak. Het was na een der verschrikkelijkste November stormen in 1807die bij menig zeeman in levendige herinnering is gebleven, dat de driemaster »Toeksiust'' als een masteloos wrak ronddreef' aan de knst van Finmarken. De verschansing was ingedrukt en het schip lag au half vol water, naar ééne zijde overgeheld. Het schip behoorde aan een der Kopenhagenscbe maat schappijen, die nog factorijen aan de Varangerfjord in bezit had, en was bestemd naar Köllefjord. Op de hoogte van Throndjem was het overvallen door een storm, die het landwaarts dreef, zoodat men genoodzaakt was volle zee te kiezen en verscheiden etmalen achtereen was de driemaster omringd geweest door bergen schuim en golven die tot aan de ïaling reikten. Soms bevond het schip zich tnsschen vier muren, ge vormd door de groene golven en een stnkje van den granwen hemel boven zien als dak, totdat de golfrng het zoo hoog deed rijzen, dut men een blik kon slaan op den tiooste- loozen toestand, waarin men zich bevond. Hen te vervangen bij de eerste ne lerlaag is onmannolij k en onwaardig voor een geduldig en verstandig volk. »De verwachtingen voor de toekomst zjjn twijfelachtig, doch zeker zal het zeer stormachtig toegaan. >De Boeren behandelen de officieren en manschappen, die te Pretoria krijgsgevangen zijn goed Slechts de Iersche overloopers gedragen zich laf en brutaal. Het eten is eenvoudig, doch overvloedig. Vele officieren zijn te arm om beter voedsel te koopen, daar de Engelsche regeeriug de betaling der soldij van Engelsche krijgsgevan genen schorst". Het bereids in Hamburg ontvangen bericht, dat het Dnitscbe schip »Bundesrath" bij Delagoabaai door een Engelsch oorlogschip in beslag zon zijn genomen en naar Durban gebracht, wordt door een officieel telegram uit Londen bevestigd. Men verzekert, dat de >Bnndesrath" geen contrabande aan boord heeft, doch Reater's agent schap deelt mede, dat er zich onder do passagiers drie Duitsche officieren en twintig minderen bevonden, voor nemens in het Boerenleger dienst te nemen. Er wordt rerder op gewezen dat er een ernstige reden moet zjn voor de handelwijze der Britsche auto riteiten, daar dezen de inbeslagneming volkomen moeten rechtvaardigen voor het prjjsgerecht. Bovendien wordt verklaard, dit het de wensch der Britsche regeering is, dat het gevone wettelijke handelsverkeer van vreemde schepen aan de oostkust van Afrika zoo weinig mogelijk beperkt worde. FR A W JA RIJK. Den 30 werd te Parijs uitspraak gedaan in de zaak van de plundering der St. Jozefskerk (op 20 Acgnstus). Delhaim word veroordeeld tot 5 jaar tuchthuisstraf, Louis Martin tot 2 jaar, Joubert eu I1 outaua 'odsr tot 1 jaar, Moioe Mordo en Wortheimer ieder tot 15 maanden de anderen zijn vrijgesproken. Alle beklaagden betuigden hun onschuld. Fontana trachtte zelfmoord te plegen met de sabel van een sol daat. Eer lid der jury zal, naar men zegt een verzoek om grate teekenen. KIJFF-AFRIKA. Do sLiverpool Posf'meldt, dat door em hooggeplaatst persoon een cijfertelegram uit Ladysnith zou zijn ontvangen, waarin stond Er s iets dat verkeerd loopt in dezen veldtocht. De toestaid hier is zeer ernstig, ofschoon nog niet kritiek. Ha blad leidt hieruit af, dat White's overgave spoe dig (e wachten is: Dirgelijke berichten uit geheimzinnige bron hebben tot nog toe met veel vertrouwen verdiend, maar ook zonder dit lijtertelegram is het duidelijk, dat de toestand ben ard mod; zijn. De Boeren hebben steeds meer kanonnen aan geveerd, zij hebben, dank zij Bailer's terugtocht, de han- der vrij en kunnen het Britsche garnizoen door voort- daiend bombirdeerea het leven ondrageljjk maken. Reeds meermalen is geseind, dat de Boereu ^onaangenaam joist" sclieten (een granaat barstte in een kamer, grenzende aae die waarin White met koorts te bed lag, een tweede stnot doodde een officier en verwondde 8 anderen, terwijl zj aan tafel zaten), en nu mogen de onaeraardsche schuil De kapitein was 's nachts getroffen door den gaffel; hij ag bewusteloos en worstelde met den dood en het vaartuig weerloos en zonder stuur, zooals het daar ronddreef op de baren, krakende in alle spanten, was op ver scheiden plaatsen lek gesprongen. Den vierden dag was het weer een beetje bedaard en meende men land in zicht te hebben. De bemanning, die begreep, dat zjj het schip toch niet langer met pompen boven water konden houden, besloot het leven te bergen in de groote boot en te trachten, ergens de kust te bereiken. Den zieken schipper had men reeds in de boot gebracht en aan boord waren nu nog slechts zijne vrouw met het kleine kind. Zij had haar angst nog niet kunnen over winnen voor die gevaarlijke afzakking, toen een drei gende slagzee de menschen in de boot dwong om af te siooten. Een oogenblik later zag zij de boot voor hare oogen in de diepte verdwijnen. Het was den dag nadat de groote boot verongelukt was xiat het wrak, zooals steeds werd verteld in een dikken sneeuwjachtronddreef aan die woeste noordelijke kast. Na den storm was de deining ook minder gewarden. Op de kajuitstrap onder de roef zat een doodsbleeke, lichtblonde vrouw met een kind op haar schootdat zij in eene half bewnstelooze verdooving instinctmatig heen en weer bewoog en af en toe met een zenuwachtigen rnk krampachtig tegen haar borst drukte. Zij was blond en moest mooi geweest zijn, vóór dat de dood zijn stempel op haar gedrukt had ten minste bewezen dit de groote, diepliggende oogen die zij met. een overblijfsel van levenskracht, mat vragende opsloeg naar een jong menschdat haar juist op de trap voor- bijdrong, met een bruin-roode portefeuille in de handen. Daarin was geld het eigendom van haar man en van de reederij waarmee hij handel zon drijven in Köllefjord Een oogenblik te voren had zij gedroomddat een leelijkeondacütige man in dikke kleeren boven aan de dikgesneenwde roet stond en soms een blik op haar plaatsen voor man en paard nog' zoo doelmatig zijn inge richt, het verblijf daarin is zóó weinig aangenaam, dat een correspondent van de Daily News" schrijft, dat menigeen liever het gevaar trotseert gewond te worden, dan den ganschen dag in een donker hol opgesloten te zijn. Den 1 werd te Londen officieel bekend gemaakt Lord Methnen's positie is onveranderd. Generaal French rapporteert, dat de Boeren hunne verschanste stelling to Rensburg verlieten en naar Colesberg zijn teruggetrokken, daar de cavalerie hun communicatielijn bedreigde. Kapitein Montmorency van het 21e lanciers, kwam in botsing met een overmachtigen troep van den vijand, die hem met kanonvuur bestookte. In den loop van den dag werd kapitein Montmorency gedwongen, terng te trekken naar Dordrecht, hetgeen in goede orde geschiedde. Wij zjjn te Dordrecht in een defensieve stelling. Een telegram nit Pretoria van 27 December meldt uit Mafeking dat, bij den uitval van het garnizoen op 24 December, de Engelschen 100 man verloren aan dooden en gewonden. De verliezen der Boeren waren twee doo den en zeven gewonden. 11e bewapening der Boeren. De Boeren bebben in de jaren na den inval van Jameson zich flink bewapend. Maar thans worden meer bijzonderheden bekend hoe zij zich van goede ka onnen enz. wisten te voorzien, zonder dat de vele Engelsche oogen, die hnn op de handen keken, daar erg iD kregen. In het geheim werden betrekkingen aangeknoopt met de huizen Schneider, Canet en Krnpp, die al het noodige leverden voor veld- en vesting-batterijen. Da agenten der Republiek kochten groote en snelvarende kanonnen ter bewapening van de steden en lichte, verdragende stukken voor de troepen, die de grenzen moesten verde digen. Er werden ond-artilleristen nit Duitschland of Frank rijk en elders in dienst genomen, om de Boeren te leeren die kanonnen te behandelen, en zij zorgden dat ieder man, die tot de landsverdediging gwoupUu kon v.onaen, ten minste eenig begiip had van het schieten met die stnkken. Om nu de offioieele en geheime agenten van Engeland niets van dat alles te laten bemerken, kwamen die ka nonnen zorgvuldig ingepakt, mat het opschrift»!and- bouwwerktnigen", in het land. Zij werden met Dnitscbe, Fransche, ook Engelsche schppen naar Lorenzo Maiquez, Durban of Kaapstad gebracht en verder per spoor naar de Zuid-Afrikaanscbe Republiek vervoerd. Na aaukomst werden die ^landbouwwerktuigen" naar het Noorden des lands, naar Zontpansbirg, gezonden en eerst daar, op een veilige plaats, uitgepakt. Eu in stilte werden dan de burgers opgeroepen voor de oefeningen daarmede, in de eenzame vlukten, ver van alle bewoonde plaatsen, waar de Britsche verspieders hen niet konden zien of hooren. En terwijl zij zich zoo in stilte van een geduchte ar tillerie voorzagen, maakten de Boeren te Pretoria bij ieder bezoek van Engelsche diplomaten of officieren groot wierp alsof hij iets stond te overwegen terwijl hij af en toe een bjjl die naast hem lag, opnam en dan weer neerlegde. Hjj zag, dat zij stervende was. Ondertusschen was op het voorschip nog een derde persoon bezig, geheel in beslag genomen door zijn werk. Dat was eeu man, die den middelbaren leeftijd reeds ge passeerd was; een zee-fin, afkomstig van bet afgelegen 'iggeude kleine Lóvó wiens eenige bewoner bij was. Hij had een zeileen bootshaak en koperen ketel en Dog een massa andere dingen die hij op dek gevonden hadopgestapeld tegen het laatste overblijfsel van de reeling en juist verscheen hij op het achterdek van de kajuit, toen de jonge man de portefeuille aan den ander overreikte. Een trek van hebzucht vloog over het gelaat van den Fm doch direct daarop vertrok zich zijn gelaat en een uitdrukking van ontzetting was er op te lezen, zijn blik was gevallen op de jonge vrouw, die daar met haar kind op de kajnitstrap zat. ierwijl de twee andeien zich in hot ruim begaven en aanstalten maakten om een gat in den bodem van het schip te slaan stelde de zee-fin op het dek zich won derlijk aan. Telkens keerde hij terugwanneer hij zich naar de roef op het achterschip wilde begeven, doch steeds vaker en vaker liep hij er heen. Hij was een poosje bezig om zijn opgestapelde voor werpen in de boot te ladenmaar dat was spoedig gedaan. Al naardat hij kon nagaan, dat het gat meer vorderde, werd zjjn gang meer onzeker en zijne werdingen al kor- ter, bijna trippelend. Dat bleef zoo één nur, misschien anderhalf nur aanhouden met korte panzen doch toen de bijlslagen ten laatste minder werden, was heteenigs- zins oudachtig gelaat van den Fin geelbleek eu parelend van het zweet. In dien tijd had hij misschien harder ge werkt dan die twee in het ruim. Nu begaf hij zich na een ras besluitnaar de roef op het achterdek. Daar zat de jonge vrouw, half ingesneeuwd, met go-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1