t; Honderd en tweede jaargang. 1900. ZONDAG Overheidszorg voor de volkshuisvesting. 7 JANUARI. FEUILLETON. ii. Uit het Noorseh. Jonas Lie. 2) NO. 3. Tweede blad. A I, Si MA ARSCHE CO IJ R A AT. Deze Courant wordt Btnsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprgs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO 5 franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,««. Afzonderlijke nummers 3cts. Prijs der gewone advertentien s Per regel f 0,15. Grooto letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. Telefoonnummer t 3. Een woning kan zoo slecht gelegen zoo slecht ge bouwd en ingericht, ot zoo vervallen en verwaarloosd zijn dat zij geheel ongeschikt is ter bewoning en ook niet meer geschikt is te maken zoodat in het belang van veiligheid of gezondheid aan de bewoning een eind moet worden gemaakt. Zij kan groote gebreken hebben, die in het belang van veiligheid, gezondheid of zedelijk heid dringend verbetering eischen maar ook door die verbeteringen ter bewoning geschikt gemaakt worden. Ook kan zij op zich zelve niet ongeschikt wezen maar door een te groot aantal personen worden bewoond, zoo- dat de overbevolking in het belang van gezondheid of zedelijkheid niet zou mogen voortduren. Dit maakt verschillende maatregelen noodig. Straf bepalingen op de overtreding van de voorschriften en bevelen omtrent het bouwen het onderhouden het aan brengen van verbeteringen en het bewonen zijn hier niet voldoendede ongeschikte woningen dienen verbeterd te worden, of, is dit niet mogelijk of wordt het ondanks alle aanmaning nagelaten te worden opgeruimd en te geiijker tijd behooren andere, geschikte woningen te worden gebouwd om de verdwenen onbewoonbare wo ningen te vorvangen. Burgemeester en wethouders zullen daartoe maatregelen kunnen nemen en besluiten aan den gemeenteraad voorstellen hetzij op advies van de plaat selijke gezondheidscommissie hetzij uit eigen beweging na de gezondheidscommissie te hebben gehoord. Ook de buren en zelfs de huurder van een te ongeschikte woning zullen zich tot het gemeentebestuur kunnen wenden met bezTvaarsehrifton die in handen gesteld moeten worden van de gezondheidscommissie wier gevoelen dus altijd zal worden ingewonnen en die bij gevolg een zeer be - langrjjk werk zal hebben te verrichten. Behalve het geven van met redenen omkleede adviezen omtrent de maatregelen die Burgemeester en Wethouders noodig achten en omtrent de ingekomen bezwaarschriften is haar opgedragen de woningen aan te wijzen die óf on bewoonbaar verklaard of verbeterd moeten worden óf waarin meer personen gehuisvest zijn dan volgens plaat selijke verordening geoorloofd is. De besluiten, die Burgemeester en Wethouders hebben te nemen zijn drieörlei. Zjjn er meer personen in een woning gehuisvest dan de plaatselijke verordening toe laat dan wordt aan ben die er in strijd met de ver ordening hun intrek hebben genomen aangeschreven de woning te verlaten binnen een bepaalden tijd die op ten minste een maand en ten hoogste een jaar moet bepaald worden. Moet de woning worden verbeterd, dan schrijven Burgemeester en Wethouders don eigenaar vruchtgebruiker of beheerder der woning aan, welke verbeteringen hij moet aanbrengen ofzoo hij hieraan de voorkeur mocht, geven de bewoning te doen staken; en meenen zijdat een woning geheel ongeschikt is voor bewoning en ook niet geschikt is te maken of is de gezondheidscommissie van dat gevoelen zoodat de wo - ning onbewoonbaar zou moeten worden verklaard dan nemen zij zeiven geen besluitmaar zijn verplicht de zaak in den gemeenteraad te brengen ot. daar beslist te worden. Zijn de besluiten van Burgemeester en Wet houders of van den gemeenteraad in overeenstemming met de adviezen der gezondheidscommissiedan moet daarin worden berustmaar in geval van verschil zal er gelegenheid bestaan om in hooger beroep te komen bij Gedeputeerde Statenzoowel door de gezondheids commissie of de onderteekenaars der bezwaarschriften indien het advies der commissie niet door Burgemeester en Wethouders of den gemeenteraad is gevolgd, als door de eigenaars, vruchtgebruikers, beheerders of bewoners, indien zij een aanschrijving van Burgemeester en Wet houders hebben ontvangendie niet gegrond is op he t advies der gezondheidscommissieof indien de woning in strijd met dat advies door den gemeenteraad onbe woonbaar is verklaard. Indien een woning onbewoonbaar is verklaard wat ook moet geschieden indien de bevolen verbeteringen niet binnen den bepaalden tijd zjjn aangebracht en de woning dientengevolge ongeschikt ter bewoning is wordt tevens een termjjn bepaald in den regel van ten hoogste een jaar die echter door den raad met goed keuring van Gedeputeerde Staten telkens voor ten hoogste een jaar kan worden verlengd om de woning te ont ruimen. Intusschen wordt de woning voorzien van een kenteeken waarop met duidelijke letters te lezen s'aat: .onbewoonbaar verklaarde woningniemand mag nu daarin zijn intrek nemen behalve de bewoners die er op den dag der onbewoonbaarverklaring in waren gehuis vest en de leden van hun gezin; en zelfs deze bewoners mogen indien zij de woning na dien dag verlaten er niet meer in terugkeeren. Is de termijn die voor de ontruiming was bepaald, verstreken, of nemen in de woning personen hun intrek die er niet in mogen verblijven, dan wordt onmiddellijk op last van Burgemeester en Wethouders door een deurwaarder in tegenwoordigheid van den kantonrechter den burgemeester een lid van het gemeentebestuur of den commissaris van politie, tot de ontruiming overgegaan en kan de woning wor den gesloten. Levert zij daarna gevaar of belangrijken hinder op voor de buren, dan kunnen Burgemeester en Wethouders daartegen maatregelen nemen, of de afbraak bevelen van de woning of van het gebouw of een ge- deolte van het gebouw waarin zij zich bevindt. Daaren tegen kan ook van een onbewoonbaar verklaarde woning, nadat zij weer in bewoonbaren staat is gebracht, de onbe woonbaarverklaring worden opgeheven. Hoe wenschelijk de spoedige ontruiming van onbewoon baar-verklaarde woningen op zich zelve ook moge zijn, begrijpt de Regeering te recht, dat grondige verbetering van woningtoestanden niet op eens, maar slechts gelei delijk uitvoerbaar is, en dat geen gemeentebestuur de verantwoordelijkheid van onbewoonbaarverklaring op grocte schaal zou durven aanvaarden, ind ien daarop reeds na enkele weken of maanden ontruim ng moest volgen. Men zou met de uitvoering der wet de hand moeten lichten, uit vrees voor een zeer bedenkelijken woningnood. Er moeten voor de bewoners der ontruimde woningen andere en betere woningen beschikbaar zijn. Ofschoon dan ook zooals boven vermeld is, de termijn voor de ontruiming in den regel zal worden gesteld op ten hoog ste een jaar, hebben wij reeds gezien, dat die behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten telkens voor ten hoogste een jaar kan worden verlengd maar daarenboven bevat het ontwerp eenige uitzonderingen op den regel en het is niet onwaarschijnlijk, dat het aantal onbewoon baar verklaarde woningen waarvoor de uitzondering zal gelden en een langere termijn voor de ontruiming gesteld zal mogen worden, aanmerkelijk grooter zal zijn dan het aantal woningen waarvan de ontruiming binnen een jaar zal moeten worden bevolen. De eerste uitzondering zul vermoedelijk wel niet op een groot aantal woningen toepasselijk worden, al meent de Regeering dat zij zich »niet zelden" zal voordoen. Zij betreft het geval dat eene woning onbewoonbaar word t verklaard, ofschoon niet blijkt dat de in de plaatselijke verordening gestelde voorschriften waren veronachtzaamd. Dat zal kunnen gebeuren, waar in de verordening in 't geheel geen eischen voorbestaande woningen zijn gesteld, wegens verleende vrijstelling door Gedeputeerde Staten, of, zegt de Memorie van Toelichting, waar de voorschrif ten der verordening zich »tot de meest primitieve eischen moeten bepalen." Dit laatste is ons mindei duidelijk. Wii zouden zeggen stelt men eenmaal eischen, dan moe ten zij niet zoo .primitief zoo onbeduidend zijn, dat een woning onbewoonbaar verklaard kan worden, ofschoon JJ VAN De Korporaal keurde het blijkbaar niet goed dat het kind gered was en drnkte Izak goed op het hart, dat hij er voor zorgen moest het voor het oog der wereld verborgen te honden. En mochten er toch door zijn toe doen praatjes ontstaan over het schip dat hij naar ze hoopten goed en wel op den bodem der zee leeds lag, dan zoudeD bij en zijn zoon zich toch altijd kannen vrijpleitenwant niemand had hen in de boot gezien en evenmin hadden zij zooals hij voorwerpen van het wrak meegenomen, die als corpora delicti zonden knnnen dienen. Want die portefeuille waarin ze trou- wens niets gevonden hadden zooals hij beweerde had hij in zee geworpen »en in het ergste geval'ging hij dreigend voort, .waren ze dan alle drie schuldig aan het zinken van bet schip." In dien donkeren avond zat Izak daar, zeer op zijn hoede het was niet mogelijk, dat hij die beide anderen in de boot in staat rekeude om als het zijn moest, zich te ontdoen van alles wat tegen hen zou kunnen getnigen. In de Busesund aangekomen lieten zij zich roeien langszij van Wassiliefs schip dat daar lag en waar zij van elkaar afgingen. Het laatste wat de Korporaal be- teekenisvol, zeide was.Pas op Izak, voor de gevan genis te Vardó." Het was hem eene onbeschrijfelijke verlichting hen kwijt te zijn net alsof een zware last van kwaad uit de boot genomen was. Toen hij een oogenblik later van af de stunrbank voorzichtig in de duisternis met zijn hand over de zee laars heen streek en daarna angstig voelde of het kind nog ademdetoen had hij eene gewaarwording, eene goede daad te hebben verricht. Eenzaam, zooals hij daar zatdacht hij aan zijne vrouw, die nn op het kerk hof rnstte onder het houten krnis Kristine had steeds gewensoht kinderen te krijgen en nu kreeg hij er nog een op zijn onden dag. Toen hg thnis kwam ging het precies zooals Izak zich dat bad voorgesteld. Ofschoon zijne schoonzusier niet naliet het kind te verplegen was dit toch blijkbaar geen welkome gast en in bet begin sprak zij moer dan Izak lief was, erover om naar den burgemeester te gaan en dien alles te vertellen teneinde het kind door het armbestuur te laten verzorgen. In de shwalwaarin het kinddat ongeveer twee jaar oud kon zijn gewikkeld wasvonden zij een doek speld het hemdje was gemerkt met letters waaruit zij den naam .Marina'' Bpelden. Toen de weduwe boordedat de doekspeld van goud was en misschien wel eene waarde had van tien kronen, begon ze reeds minder te spreken van de reis naar den burgemeester. Dan moesten ze immers tevens inlichtin gen verstrekken omtrent dat stuk zeildoekwaarvan zij reeds een zeil geknipt hadden voor de boot en zou zij den koffieketel moeten afstaan, waarmee zij reeds zoo in haar nopjes was. Ongeveer zes weken later hoorden zij tot hun grooten schrik dat de burgemeester en de politie overal ernstig onderzoek deden naar bet wrak. ToveüS kwam het Izak tot zijn angst ter oore, dat Korporaal Stuwitz met den Kapitein en de bemanning van WassiliefEs schip een verhoor moesten ondergaan. Nu eerst vertelde hij alles aan zijne schoonzuster, hoe het toegegaan was, zoodat zij nn wel inzag, dat hun maar één ding te doen stond n.l. om het kind in alle stilte bij zich te houden. Izak maakte de gevolgtrekking dat het wrak niet tegenstaande het geboord was, toch niet gezonken maar oostwaarts in de Finmarkzee gedreven en daar voor de tweede keer bezocht was door Wassilieff en Stuwitz, die bij hem aan boord gegaan was. De driemaster .Toekomst", welke omstreeks dien tijd te Köllefjord verwacht werd met goederen van Kopen hagen was als wrak drijvende gevonden en men be weerde, dat het schip van Wassilieff langszij ervan gezien was op de hoogte van den Noordkiju. Toen de ambtenaren aan boord van het vaartuig kwa men vonden ze dat geheel en al uitgeplunderd en met een gat in den bodem geslagen zoodat zij niets te üoen hadden dan proces-verbaal van hunne bevinding op te maken en het lijk ter aarde te bestellen van eene dood gevroren jonge vrouw die volgens de berichten welke later daaromtrent van Denemarken kwamen de echt- genoote was van den kapitein. Volgens een der vele geruchten, die omtrent deze zaak liepen had de groote boot van Stuwitz met Wassilieff's manschappen een halve week te voren dag en nacht heen en weer gevaren tnsschon het wrak en de kust en had de berg-fin Jacob Nntto voor tachtig blanke zilve ren daalders op zich genomen om de goederen verder landwaarts in te bewaren, totdat een geschikter tijd voor de deeling zon zijn aangebroken. Tenei de zijn onschuld duidelijk aan deD dag te leggen, was de Rus direct daarna te Köllefjord binnengelopen met zijn schip, opdat iedereen de overheid incluis, kon zien dat het vaartuig beladen was met gedroogde visch en meel van Archangel. Bg het gerechtelijk onderzoek waren de weinige Noor- sche getnigen op een eigenaardige manier verdwenen. De bemanning van het rnssische schip, die bij de zaak be trokken was ontkende alles en de oude Jacob Nntto die een heiden was legde met zijn gansche familie zon der gemoedsbezwaar een valschen eed afdat hij zich op den tijd der behandeling met Stuwitz bevonden had te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5