Hollandsche belangen in JBuid-Afrika.
Aan een brief ran een der meest geziene burgers
van den Oranje-Vrijstaat aan dr. EL P. N. Muller, ont
leent de »N. R. Ct." het volgende
Bloemfontein13 November 1899.
»In de heele wereldgeschiedenis is mij niets mooiers
bekend dan de mannelijke oorlogsverklaring aan het
machtige Engeland (na het laffe gedreig en de lange
ontzenuwende onderhandelingen) en hot stroomen van
het gebeele volk naar over de grenzen en ik wil mijn
geloof uitspreken, dat, zelfs al mochten de Boeren thans
de nederlaag lijdentoch voor de toekomst de vaBte
grondslag is gelegd voor een vrije AtrikaaDSche nationa
liteit, gegrond op de offervaardigheid en den heldenmoed
der Afrikaners.
»Welk een toekomst opent zich voor Portugal niet
alleen maar voor alle handeldrijvende natiën behalve
Engeland en zijne koloniën. De geheele handel om Kaap
stad Port Elizabeth East-London Durban moet zich
naar' Lourengo Marques verplaatsen en moet in plaats
van door Engelschedoor Duitsche Fransche en ik
hoop ook Hollandsche stoomschepen gaan. Als er ooit
kans is geweest voor een Hollandsche lijn van stoomschepen
naar Zuid-Afrika dan is het nu. En ik zon zeggen ook
voor Indië om Java-koffie Deli-tabakGhineesche en
Japansche thee en andere waren aan te voeren.
>De continentale handel moet een krachtige poging
doon om de Engelsche huizen daar te verdringen en zelf
handelshuizen te stichten en op den duur een geregelde
stoomvaartverbinding krijgen als tot nog toe tnsschen
Londen en Kaapstad bestond.
»Ik houd mij overtuigddat de oorlog van langen
duur zal zijn. De republieken te onderwerpen zal een
zoo niet onmogelijke dan toeh zeer zware taak blijken.
„Maar het is niet voor den oorlogstijd dat de handel
dien weg moet kiezenmaar voor het daarop volgend
tijdperk, en, naar wij hopen, voor altoos, moet de handel
met Engeland geboycot en de handel met Nederland en
Duitschland enz. daarvoor in de plaats gesteld worden.
Ik sluit mijn oog geenszins voor de bezwaren er zullen
groote opofferingen noodig zijn in het begin, en de koop
kracht onzer bevolking is op het oogenblik niet groot
maar de zaak is het waard en de toekomst is veelbelovend.
Is er kans in Nederland op den handel in dezen geest
te werken
Wij zijn allen wel en van goed vertrouwen.
ZUIU-AF klkA.
Schoort .Eene alhier gehouden collecte, ten voor-
deele der Zuid-Atrikaansche Republiekenheeft opge
bracht f 147,55.
De collecte, door het Transvaal-comité te Span
broek en Opmeer gehouden, heeft netto opgebracht
f 256.50, waarvan aan de Zuid-Afrikaansche Vereeniging
en het Roode Kruis, ieder de helft zal worden afgedragen.
Een onbekende heeft aan den heer P. R. Mees te
Rotterdam f 10,000 ter hand gesteld om ze ten bate
van de Boeren te besteden. Na raadpleging van dr.
Leyds zal de heer Mees f 4000 aan het Algemeen Ne-
derlandsch Verbond geven, dat ook in het belang der
Boeren werkzaam is. De overblijvende f 6000 moeten
hun bestemming nog krijgen.
Nederland en <le Zuid-Afrikaansche
Republieken.
De heer Charles Boissevain, hoofdredacteur van het
Alg. Handelsblad heeft een open briel geschreven aan
den Hertog van Devonshire (vroeger Markies Harting-
ton), naar aanleiding van diens bewering, dat de niet-
Engelsche pers, die Engeland in het ongelijk stelt, hare
kennis opdoet uit de door Dr. Leyds betaalde bladen.
De b'ief, welke in het »A. Hbld." van Zondagmorgen
een veertien kolommen inneemt, wordt in eenige duizenden
exemplaren aan staatslieden enz. toegezonden en zal
daarna in brochure-vorm in Engeland en Amerika uit
gegeven worden.
Haringcarspel. De vorige week werden de
vereischte opmetingen gedaan in verband met den aanleg
van een telephoonlijn van Dirkshorn naar Sint Maarten.
Aan de leerlingen der Zondagschool werd Zondag, den
Op zekeren dag, in hetzelfde jaar dat hij geko
men waB, had hij daar een man aangetroffen, die
nog zwaarmoediger was dan bij zelf.
Het was een groote, breedgeschouderde jonge viscb-
boer, genaamd Lars of groote Larszooals men hem
noemdedie blijkbaar op het pnnt stond een einde
aan zijn leven te maken. Hij bepraatte hem echter
om van zijn voornemen af te zien en met hem mee
naar huis te gaan.
Het spreken en het optreden van den man waren
wel eenigszins verward, doch daar hij, sommige korte
periodes uitgezonderd, zeer bruikbaar voor zijn werk
was, wist Storm Brögelmann over te halen hem in
zijn dienst te nemen.
HOOFDSTUK II.
De vlucht.
Brögelmann woonde klein en bekrompen. Hij had
altijd te veel aan zijn hoofd gehad om te kunnen
denken aan het bouwen van nieuwe huizen. Daaren
boven gevoelde hij zich het meest op zijn gemak in zijn
oude huis, waar het geluk steeds mèt hem geweest
was. Toch was hij gastvrij en wegens zijne uitgebreide
handelsrelaties kwam er allerlei slag van menschen.
Brögelmann zelf was voornamelijk op zijn ouden
dagtoen hij zich niet meer zooveel met de zaken
bemoeide, een goedig, gezellig man.
Zijne eenige dochter Regine had verscheiden jaren
in Bergen doorgebracht.
Bij haar terugkomst nam zij het bevel over alles
wat de buishouding betrof, als iets, dat van zelf sprak,
doch tevens werd de vorm bewaardzoodat alle be
velen uitgedeeld werden door tussehenkomst der oude,
zwakke moeder.
Regine zag er nog al vrij goed uit, ofschoon er een
gebiedende en scherpe trek op haar gelaat lag
onder hare zwarte krullen deed dit eenigszins denken
aan een portret van een der voorouders.
7. in de hervormde kerk te Dirkshorn het gewone
jaarlijksche feest bereid. Ter opluistering van dit feest
werden door den heer Kooiman, van Barsingerhorn, met
zijn tooverlantaarn lichtbeelden vertoond, voorstellende
verschillende tafereelen uit de bybelsche geschiedenis. De
daarbij gegeven verklaring werd door oud en jong met
belangstelling aangehoord en de vertooning met aandacht
gevolgd. Tot slot werd op het doek gebracht de beeltenis
onzer Koningin, waarbjj de kinderen met begeleiding van
het orgel, uit volle borst hot oude Wilhelmus zongen.
Eene groote menigte belangstellenden woonde dit feest bij.
Heerhugowaard. Op zondag, den 7, gal de
rederijketskamer »Harmonie' voor een talrjjk publiek
eene zeer goed geslaagde openbare voorstelling met de
opvoering van drie blijspelen.
Van den Uangcdijk schrijft men aan het »N. v.
d. D.":
Is er in gewone tijden reeds dikwijls gebrek aan wag
gons voor de verzending van groenten van den Langedijk
naar het buitenland, in de laatste dagen was deze wag-
gonnood al bijzonder hoog gestegen. Verscheidene wag-
gonvrachten groenten, welke volgens bestelling al lang
in het buitenland hadden moeten zijn, wactiten nog op
verzending.
Groot is de schade, welke de handelaren daardoor
lijden. Voor de laat ontvangen groenten wordt namelijk
schadevergoeding van hen geëischt.
Ook gebeurt het niet zelden, dat de groente, welke
met zeer veel moeite door de ijsschotsen heen naar het
station wordt vervoerd, door gebrek aan waggons niet
kan worden overgeladen en dan in de schuiten bevriest.
Wel is het te begrijpen, dat de Directie der Holland
sche Spoorweg-maatschappij in een tijd, waarin de scheep
vaart gestremd is, niet onmiddellijk aan elk verzoek om
waggons kan voldoen, doch het zou toch wel te wenscheu
zijn, dat de Directie in zulke gevallen in aanmerking
neemt voor welke artikelen de waggons gevraagd worden.
In Mei a.s. zal de stad Amsterdam 600 jaar bestaan.
Er is reeds een adres aan den Raad der stad ingediend,
om dat feit feestelijk te herdenken.
Posterijen en Telegraphic.
De verzending van brieven en andere stukken voor
I de Transvaal en den Oranje-Vrijstaat zaltot nadere
I opgave, plaats vinden als volgt: a. den löden Januari
e.k. en voorts des Maandags om de 15 dagen, langs den
I weg van Napels, met den trein van 12.40 a. van Am
sterdam naar Antwerpen b. den 23en van elke maand
langs den weg van Marseille, met den trein van 6.7 a.
I van Amsterdam naar Antwerpen. (»St.-Ct.
Verkiezing Provinciale Staten.
Voor de verkiezing van een lid der Provinciale
Staten van Noordholland In het kiesdistrict Weesp, moet
herstemd worden tusschen de heeren G. Mesdag, lib.
(1182 st.) en J. Peet, kath. met (1120 st.)
Uitgebracht werden van de 6787 kiezers, 3526 geldige
stemmen. De heer Oosterbaan (anti rev.) verkreeg 383
en de heer Wustenhoff (chr.-hist.) 854 stemmen.
De heer Maas, die zijn candidatuur had ingetrokken,
I kreeg nog 15 stemmen.
Kraud.
In den nacht van den 7 brak te Naaldwijk door
I onbekende oorzaak een felle brand uit bij den manden
maker Behagen. Twee schuren, gevuld met pl.m. 6000
kinnetjes manden, zijn uitgebrand. Naar men verneemt,
wordt de schade door verzekering gedekt.
Oud-strijders.
In Friesland waren den ln Januari j.l. nog 33
oud-strijders van 183032, allen van 86 tot 96 jaren
oud, die in behoeftige omstandigheden verkeeren en on
derstand genieten.
Op 1 Januari waren b(j de Ned. Herv. Kerk 258
predikantsplaatsen vacant, of 16 minder dan op 1 Juli
1899, alsin Gelderland 20 plaatsen, Zuidholland 42,
Noordholland 32, Zeeland 23, Utrecht 6, Friesland
49, Overijsel 10, Groningen 39, Noordbrabant 23, Limburg
3 en Drente 11.
Re tweede Nederlandsche ambulance.
De voorzitter van het hooidcomité van het Nederl.
Roode Kruis heeft de ofiicieele mededeeling ontvangen,
dat de »Herzog" is aangehouden en naar Durban op
gebracht. Aan boord bevindt zich de tweede Nederl. am-
Steeds kwam ze netjes voor den dagzelfs in de
week, midden in het werk. Onmiskenbaar had zij eene
krachtige natuurdaarom bogen allen zich ook voor
haardoch die kracht was minder aangenaam en dat
was wel een der redenen, dat zij, ofschoon reeds over
de dertig, nog ongetrouwd was.
Zij, die in haar oog voor echtgenoot in de termen
vielen, voelden, dat hymen's ketenen, hier wel is
waar verguld, geen beeldspraak waren, maar dat men
werkelijk onder het juk zou komen en wel van haar wil.
Anderen begrepen, dat zij noch rijk, noch voornaam
genoeg waren. Toen zij nog in Bergen was, waar zij
in zekere mate opzien verwekt had en dat niet alleen
als de dochter van den rijken Brögelmannhad zij
verteld, dat haar grootvader Van Brögelmann gehee-
ten had, zoodat zij eigenlijk nog van adel was. Hoe
die grootvader echter zoo naar het Noorden verzeild
geraakt was, dat vertelde zij niet.
Overigens waren allen het er over eens, dat zij met
al haar ijdelhoid, toch een buitengewoon ffink meisje
was alleen was zij in te sterke mate ingenomen
met hare vrienden en te vijandig jegens hare vijanden.
Haar eigenlijke liefdescrisis had Regina reeds uitge
streden, toen zij. nog jong was. Zij was toen nog maar
zeventien jaar en nog niet tot vollen wasdom gekomen
en met haar magere vormen, haar scherp geteekend
gelaat en scherpe bruine oogen zag zij er alles behalve
mooi uit.
Een mooie, zwartharige Deenscke stuurman, die ieder
jaar eenige weken met zijn schip te Köllefjord lag, had
haar hart veroverd en ook wel een beetje het hof ge
maakt. Doch toen het er op aankwam, had hij toch niet
als »tweede stuurman'' willen varen.
Toen Regine er achter kwam, dat hij, met deze woor
den, zich vroolijk over haar gemaakt had, werd zij ern
stig ziek en was sedert dien tijd verscheiden jaren zeer
in zich zelf gekeerd, totdat zij naar Bergen ging.
Zooais vermeld, begon ze hier eergierig te worden, doch
meegesleept door haar natuur, hierin, zooals in al het
andere, met een te sterk gespannen boog.
bulance, leider dr. Koster. De leider beschikt over vol
doende financieele hulpmiddelen om in alle eventualiteiten
te kunnen voorzien. Door de Nederlandsche Regeering
zjjn bereids te Londen de noodige stappen gedaan om
vrijen doortocht voor de Nederlandsche ambulance naar
hare beslemming te verzekeren.
Uit Napels ontving het hoofdcomité van het Nederl.
Roode Kruis van dr. Van Rijckevorsel, die met het stoom
schip »Kanzler" naar Zuid-Afrika onderweg is als leider
van het aanvullingsmaterieel, bericht dat alles in orde
is en zij goedsmoeds vertrokken.
Halt!
Den 4bij het uitrukken van eene batterij veld
artillerie te Utrecht, werd het paard van een korpo
raal door het geraas van een naderenden trein schichtig
en sloeg op hol na te voren den korporaal zandruiter
te hebben gemaakt.
Gelukkig kwam de commandant der batterij op het
denkbeeld om op het instinct van het paard te werken
hij liet »halt'' blazen. En werkelijk, het paard, dat reeds
tot aan de Stationsstraat gegaloppeerd wasspitste op
dit geluid de ooren en bleef staan. Hierop werd het
dier gegrepen.
De korporaal had zich blijkbaar ernstig bezeerd en
werd terstond naar het hospitaal vervoerd.
Bevolking.
Op 31 Dec. 1898 bedroeg de bevolking der ge
meente Oudorp 418 m. en 441 vr., totaal 859 personen.
Zij vermeerderde door geboorte en vestiging met 123 en
verminderde door overlijden en vertrek met 144 ver
schil in minder 21 zoodat de bevolking op 31 Dec.
1899 bedroeg 412 m., 426 vr., totaal 838 personen.
Op 31 Dec. 1898 bedroeg de bevolking der ge
meente Oterleek 335 m. en 365 vr„ totaal 700 personen.
Zij vermeerderde door geboorte en vestiging met 124 en
verminderde door overlijden en vertrek met 115 ver
schil in meer 9, zoodat de bevolking op 31 Dec. 1899
bedroeg 331 vr., 378 m., totaal 709 personen.
De onlangs nabij Uoosduinen gevangen vinvisch
is thans door de schelpvisschers opgeruimd. Zij hebben
het dier voor f 325 verkocht en menig dubbeltje van
kijkers ontvangen.
De bekende stier van den heer Claij, te Haring-
huizen dezer dagen op do markt te l'urmerend ver
kocht had het kolossale gewicht van ruim 2500 pond.
Op tentoonstellingen en met aanhoudings-premiën bracht
de stier f 525 aan prijzen op.
Schagen. Bij genoegzame deelname zal door den
heer G. Muijs, leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool,
alhier een '68tal lessen gegeven worden in de zooge
naamde »exterieur" (beoordeelingsleer) der paarden. De
lessen zullen bevatten eischen gesteld aan rijtuig- en
werkpaarden, standen, gebreken en ouderdomskenmerken.
De lessen zullen eerst theoretisch gegeven worden om
daarna toegepast te worden op levende dieren. Een 8tal
leerlingen heeft zich reeds aangemeld.
JExanicn hulpaktc.
Het plan bestaat om dit voorjaar in de provinciën
Noord- en Zuidholland twee examen-commissiën te be
noemen voor de hulpakte met het oog op het te ver
wachten groot aantal candidaten.
Ren Haag. Voor de rechtbank alhier stond dezer
dagen terecht de gewezen zilverbewaarder in het Koninklijk
paleis, Leblanc, ter zake van diefstal van gouden en zil
veren voorwerpen uit de zilverkamer der Koningin, geschat
op een waarde van eenige duizenden guldens.
Het openbaar ministerie behield zich voor den opkooper
te vervolgen die beweerde steeds tegen de volle waarde
te hebben gekocht.
Bekl. noemde als aanleiding tot zijn daad te hoog op
gevoerd huishonden en ongeoorloofde betrekkingen.
Het Openbaar Ministerie vorderde bekl.'s schuldigver
klaring aan diefstal en zijn veroordeeling tot 21/» jaar
gevangenisstraf.
De verdedigermr. Slingenbergvroeg een zachtere
straf wegens de verleiding waaraan zijn cliënt door het
gemis aan contróle was blootgesteld.
Texel. Uit den Eierlandschen polder vertrokken
sinds een paar maanden eenige arbeiders naar Duitsch
land om daar werk te vinden. Dit schijnt zoo goed
Te dien tijde vertoefde er bij haar thuis een zoon van
den landrechter Heggelund.
Hij was student en had zijn tweede examen gedaan,
doch eenige jaren achtereen scheen hij den weg der studie
niet verder te willen betreden en daarom had zijn vader
hem naar zijn vriend Brögelmann gestuurd om in den
handel te worden opgeleid.
Hiermee ging het niet beter, daar het den student
ook hier aan de noodige volharding en lust ontbrak en
hij zich meer interesseerde voor jagen op zeevogels en
voor zeilen. Hij was een groot, slank, blond jongmensch
met een grooten krommen neus, die aan zijn gelaat een
voornaam air gaf. Hij werd daar in huis met een bij
zondere onderscheiding behandeld, bijna alsof hij een gast
was. Menigeen voorspelde, dat het er op zou uitloopen
dat hij en Brögelmann's dochter een paar werden. Men
meende te hebben opgemerkt, dat Regine wilde, dat het
dien weg zou opgaan en dan zou dat natuurlijk ook zoo
worden.
Op zulke handelsplaatsen was er in die tijden dikwijls
de een of andere arme drommel, dio als eene soort hofnar
het publiek binnen- en buitenshuis moest vermaken die
men overhaalde tot het doen van gekke dingen, tot het
geven van dwaze antwoorden of die allerlei ruwe grap
pen uithaalde.
Voornamelijk de kerstdagen met de daaraan verbon
den drinkgelagen waren rechte dagen van beproeving
voor zoo iemand. Nadat men zich den geheelen avond
over hem had vroolijk gemaakt voerde men hem ten
slotte dronken en menigmaal ontwaakte hij, getooid in de
potsierlijkste kleeding.
Die stakker van een Groote-Lars, dio, zooals verteid is,
in Brögelmann's dienst was gekomen, begon langzamer
hand die treurige rol te vervullen.
Zijn wonderlijk optreden en toenemende onverschillig
heid voor de buitenwereld, bracht de snuggere koppen
op het idee om 't eens met hem te beproeven.
Die proefnemingen waren in het begin des te interes
santer, omdat men nog niet recht wist, hoe ver men met
den sterken man kon gaan. Wordt vervolgd.