De driemaster „Toekomst:'
No. 5.
Honderd en tweede jaargang.
1900.
VRIJDAG
12 JANUARI.
FEUILLETON.
Plechtige opening der nieuwe Huishond
en Industrieschool.
Uit het Noorse h.
Jonas I .ie.
4)
HktlAAIISCm; COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80 franco door het
rgk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlen t
Per regel f O,ld. Groote jletters naargplaatsruimte.
Brieven franco[aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 3.
Voor bovengenoemde inrichting niet alleen maar
aeer zeker voor de geheele gemeente was het den 10
een gewichtige dageen dagdie getuigt van den zin
voor ontwikkeling die onze burgerij kenmerkteen dag,
die, opgeteekend in de annalen onzer goede veste daar
van tot het nageslacht zal spreken.
Het gebouw in vrij korten tijd verrezen aan het be
gin der Verlengde Emmastraat, in de nabijheid van onze
schoone Singelgrachtword feestelijk ingewijd.
Te ongeveer 11 */4 uur vereenigden zich plaatselijke
autoriteiten als het Dagelijksoa Bestuur vertegen
woordigd door de beide wethouders en den gemeente
secretaris eenige leden van den Raad de kolonel en
de adjudant der Cadettenschool de arrondissements-
sehoolopzienerhet Bestuur der Ambachtsschool en de
directeuren en hoofden van inrichtingen voor lager en
middelbaar onderwijs, eenige burgemeesters en raadsleden
van omliggende gemeenten, in de voor deze gelegenheid
eenvoudig met wat groen versierde receptiezaalwaar
een groot aantal leerlingen in hun eigenaardige lange
witte huishondschorten langs de wanden was geschaard.
Rnim half twaalf werden de deuren wederom geopend
en traden door de rij van onderwijzeressen die aan
den ingang hadden post gevatde presidente en de
overige bestuurderessen benevens vele autoriteiten,
als Z.Ex. de Min. van Binnenl. Zaken (Mr. H. Goeman
Borgesius), de Commissaris der Koningin (Mr. G. van
Tienhoven), de referendaris van de afd. onderwijs bij het
dep. van binnenl. zaken (de heer A. P. Huber), Mr. E.
Fokkerafgevaardigde ter Tweede Kamer voor dit dis
trict jhr. mr. H. Gevers en mr. G. A. v. Hamel leden
van de Prov. Staten dr. C. W. Janssen van Amsterdam,
de inspecteur van het middelbaar onderwijs (de heer
H. J. de Groot), prof. Völter, J. H. Blum, arrondisse-
ments-schoolopziener, benevens een paar burgemeesters
en raadsleden van omliggende gemeenten, de zaal binnen,
waarop een koor van een dertigtal meisjes, onder leiding
van den heer J. M. Otto, de plechtigbeid opende met de
niet onaardige voordracht van de volgende cantate op
mnziek van G. Mann
Wij roepen U het welkom tegen
Hier op dit feestwij toonen U
't Gebonw door eed'le hulp verkregen
Verdubbeld is onz' ijver na.
Op dezen dag den lang verwachten
Herkrijgen wij weer hoop en moed
Wij gaan aan 't werk met frissche krachten
Hier doet ons lacht en roimte goed.
B ij is de dag, blij was 't ontwaken
Wie is nu nog voor de uitkomst bang?
Wij gaan in stilt' ons werk volmaken
En zingen luid ons feestgezang
waarop de presidente, mevr. van ReenenVölter, het
podinm betrad en de volgende rede hield
VAN
Spoedig bleek het dat het vooruitzicht van eeu glas
brandewijn in staat was om hem steeds tot meer over
te halen en op Kerstmis liep hij rond met bloole borst,
een papieren hoed op en een houten si el op zij.
Voornamelijk verwekte hij gioote vroolijkhoid, wan
neer hij met zijn groot, bleek gelaat en d-ffm blik aan
het eind van de tafel stond er leelijke gezichten trok tegen
zijn glas, vóór hij er nit dronk of winueer oij hetzelfde
deed, zittende op een groote traanton, die meü hem, als
bewijs van zijn kracht, naar de tafel had laten draden.
Later nam hij de ton dan op zjjn schouders en bracht
ze terug naar het pak h nis.
Een heel jaar had men er een dulle pret over, toen
Groote-Lars en Per Plads zóóver gingen om op een dag,
dat het bladstil was, met hnn boot in zee om te slaan.
De langbeenige Anders Hind, die t-ij deuk antonrecb-
ter diende, en die, wegens zijne figunr, de giraf werd
genoemd, had op zekeren dag, toen die twee samen nit
visschen zonden gaan, den inval om ze te trakteereu in
et pakhuis aan zee.
Hij had ze zoover gekregen dat zij een weddenschap
aangingen, wie het meeste kon drinken.
Het eene glas na her andere werd door hen verzwol
gen, waarna zij naar hun boot strompelden. Het duurde
echter niet lang of het roeien begon hnn te vervelen.
Hoog aanzienlijk gezelsohap
Het is bereikt! De poorten zijn geopend en van het
oogenbiik af dat de school in het bezit is gekomen van
een eigen gebonwheeft zij ook het volle burgerrecht
in deze stad verkregen.
En welk een gebonw hoogluchtigruim 1 Niet
weelderig! maar doelmatig, licht en helder! een beeld
en een gunstig voorteeken van den geest die in deze
school '.al heerschen van den arbeid die in deze zalen
verricht zal worden
Harteiijn heet ik U namens het bestuur der Vereeniging
welkom binnen deze maren. Gaarne zonde ik dezen dag
in stilte doorbrengen en krachten verzamelen voor den
arbeid die mij wach*-, maar mijne taak en Uw vertrouwen
stellen mjj heden op deze plaats teneinde namens het
Bestuur tot U te spreken.
Eu nu het mijne plicht is te spreken zijn het in de
eerste plaats woorden van diepgevoelden oprechten dank
aan allen, die ons tot heden hebben geholpen met raad
en daad 1
Dank aan Hare Majesteiten, de Koningin en de Koningin
Moeder, die van hare hooge belangstelling Vuor de school
op de ons meest vereerende wijze hebben blijken gegeven 1
Dank aan Zijne Excellentie den Minister van Binnen-
landscbe Zaken den strpder voor onze volksbelangen,
die getoond heeft, de behoeften van onzen tijd zoo goed
te begrijpen en door wiens hulp en stenn eenen hechten
grondslag aan onze Vereemging werd verzekerd in den
vorm van de ons toegestane Rijkssubsidie.
Dank aan den afgevaardigde van onze stad en aan die
leden der Tweede Kamer, die voor onze zaak gestreden
hebben.
Dank aan Zjjne Excellentie den Commissaris der Ko
ningin in dit gewest en aan de leden van Gedeputeerde
Staten voor de belangstelling ook door hen in ons streven
en werken betoond waarvan wij het ons verblijdende
gevolg met dankbaarheid erkennen de ons toegekende
subsidie van de Staten dezer Provincie.
Dank aan die leden van Provinciale Staten, die meni-
gen keer de belangen der school op znlk eene schitterende
wijze verdedigd en bevorderd he\'t>en.
Dauk vooral aan den edelen menschenvriend, wiens
naam ik niet eens behoef te noemen, want hjj is op
aller lippen zonder wien de school niet had kunnen
bestaan en aan wiens niet genoeg te waurdeeren hnlp de
stichting van dit gebonw hoofdzakelijk en in de eerste
plaats te danken is. Zijn naam is niet slechts gegrift in
den gedenksteen van dit gebouw, neen, hij zal blijven
voortleven in de harten van allen, van het Bestuur, van
de onderwijzeressen en van de leerlingen.
Dank aan alle andere vrienden der school en aan de
verscbillei de commissie's, die zoo belangeloos hebben
medegewerkt tot het bereiken van ons doel.
Dank aan den burgemeester van deze stad, die tot ons
leedwezen bij deze plechtigheid met tegenwoordig kan
ziju maar die op zulke vriendelijke wyze blijk heeft
gegeven van zijne belangstelling in onze BChool.
Dank aan den Raad der stad Alkmaar, die een nienw
monument heeft zien verrijzengetuigende van haren
Voortbewogen door den stroom en een klein landbriesje
dreven ze beiden, terwijl ze in de branden dezon lagen te
slapen, al verdei zee in. Eindelijk, het was reeds
namiddag, werd Per Plads wakker en keek eens rond,
doch zag mets dan de blauwe zee, waar hij zijn blikken
ook het gaan.
Hjj wekte zijn kameraad, die niet minder verschrikt
dan hij, in zijn slaapdronkenheid het noodlottige besluit
nam om in de mast te klimmen teneinde land te ont
dekken.
De kleine visschersboot vermocht niet het zware
gewicbt van Groote-Lars in top te torschem Het
schuitje kantelde en beiden kregen ze het koude bad,
dat ze zoo hoog noodig hadden.
Daar dreven ze nu bij dat kalmestille weer ver
scheiden uren rond op bnn omgeslagen boot, totdat er
een andere boot voorbij kwam en hen hielp om de
hunne weer overeind ie krijgen en lens te scheppen.
Maar over deze omkantehugs-historie van Groote-
Lars werd later wjjd en zyd gesproken.
Nadat de dochter des huizes van Bergen thuis was
gekomen en alles eenigszins voornamer werd ingericht,
werd de rol van Groote-Lars meer beperkt. Zelfs op
Kerstmis mochl by niet meer in de kamer komen en
de grappen weidt u na meest verkocht in de vertrek
ken der dienstbonen.
Jou Zaotiariaseu kwam hier in dienst toen hij twintig
jaar was. In de zeven jarendie hij er nn geweest
was waren zyne omstandigneden noch beter noch
slechter geworden en dit kou hem ook weiDig schelen,
totdat de slanke Manna van Lóvó er in dienst trad.
Zy was toen byua acnttien jaar en Jon zeven en
twintig, maar h,.ar liet gelaat en goedhaitige glimlach
bekoornen wol audureu in huis dan hem.
Jon was een flinke mannelijke verschijning met
giijze, vaste oogen op wien men vertrouwen kon.
Zyu gelaat was schoou maar ernstig.
Hij was volkomen vertrouwd om met booten om te
gaan, zoowel bij het roeien als bij het zeilen en boven
dien bekend met iedere plek, waar hij maar éénmaal
vooruitstrevenden geest en van de offervaardigheid harer
burgers, de stad, die met recht den eerenaam mag dragen
van Victrix, want ook hier is zij overwinnaar gebleven,
alle hinderpalen en vooroordeelen ten trots
Dank ook aan de besturen der buitengemeenten, die
de school hebben willen steunen door eene jaarlij ksche
bijdrage.
Een hartelijk woord van dank aan den architect, die
het plan heeft ontworpen voor dit gebouw, dat zoo fier
en sterk daar staat, dat het den indruk maakt alsof het
geweld der stormen en de vernieling van den tyd daarop
geene uitwerking zullen hebben.
Hartelijk dank ook aan den aannemer, die de plannen
op znlk eene uitstekende en daarbij vlugge wijze ten
uitvoer heeft gebracht.
Deze eeuw mocht niet ten einde gaan, zonder dat ook
deze zijde der mensohelijke belangen, de ontwikkbling
en opvoeding der vrouwelijke jeugd, die tot nu toe zoo
ver ten achter moest staan bij die der mannelijke werd
bevorderd.
En het is van het grootste gewicht voor het welzijn
van de lamilie en daardoor ook voor dat van den staat,
dat ook de vrouwelijke jeugd zóó opgevoed en ontwik
keld worde, dat zij zoowel voor den strijd des levens als
voor de plichten in het huisgezin voldoende is toegerust.
En dit is dan ook het doel der schoolgoede huis
vrouwen en technisch gevormde, met vakkennis toeg ruste
werksters voor de verschillende vakken van vrouwen
arbeid te vormen, meisjes, die verantwoordelijkheidsgevoel
bezitten, en die geleerd hebben, snel, accuraat en intel
ligent den arbeid, te volvoeren, dien zij op zich genomen
hebben.
Arbeid dit is het groote woord van onzen tijd en
arbeid is hier voor ieder, die wil leeren arbeiden.
Vergun mij, ten einde u dit te toonen, n in het gebonw
rond te leiden 1
Naa-t den ingang vinden wij de bestuurskamer, waar
van wandversiering, gordijnen en tafelkleed het werk
zijn der leerlingen. Het ameublement is het geschenk van
eenen vriend der school.
Daarnaast is de kamer der onderwijzeressen, tevens
pas- en wachtkamers. De wanden daarvan zijn eveneens
versierd door de leerlingen.
Aan de linkerzijde van den ingang is de strijk- en
mangelkamer.
In de zaal waarin wij ons nn bevinden, worden die
lessen gegeven voor welke geen afzonderlijk lokaal
besclrikbaar is boekbondon, fröbelen, slöjd, opvoedkunde,
verbandleer, voedingsleer, kappen lessen in de beleefd
heid, in hollandsche taal en rekenen, en onderwijs in
vreemde talen voor haar, voor wiens vak diteeu vereischle is.
Verder zullen wij trachten door het honden van ten
toonstellingen in deze zaal, den smaak der leerlingen te
ontwikkelen en haar des avonds in mondelinge voor
drachten of gesprekken het een en ander mede te deelen,
wat in verband staat met het onderwijs.
Hier gebruiken de leerlingen die van buiten komen,
haar middagbrood.
Tegenover deze zaal bevinden zich de beide keukens.
met zijn boot geweest waszoodat men hem altijd
meenam als stnnrman.
Ofschoon van nature niet spraakzaam, werd hij toch
door zijne bescheiden manieren, spoedig bijzonder goede
maatjes met Marina.
Wegens haar goed gedrag en aarüig gezichtje en
misschien ook wel door den geheimen invloed van den
procuratiehouder Stuwitz had zij uitzicht gekregen
bevorderd te worden tot kamermeisje, wanneer zij het
tweede jaar in de keuken zou hebben uiigediend.
lederen morgen en avond vond zij de watervaten
gevnld in het voorhuis staan en al het biandbout in
de kenken gedragen en zij had Jon dan ook laten
merken, dat zjj hem dankbaar was.
Doch het werd niéts tnsscheu hen vóór Kerstmis
van het tweede jaar, dat zij daar rn hnis was.
Den avond vóór Kerstmis en op Kerstdag at, vol
gens een oud gebruik in die streken, de familie met
het dienstpersoneel in dezelfde kamer en op den avond
vóór Kerstmis had er gewoonlijk eeu wonderlijke op
tocht plaats. Zes k acht man in stormkleeren, alsof
ze zoo direct van zee kwamen, begaven zich naar de
keukeD, tnsschen hen in dragende eeu heilbot, die, hoe
groot ook, toeh nog zwaarder scheen te zijn dan men
zon denken, te oordeelen naar de buitengewone ïuspan-
ning, die men noodig scheen te hebben om haar te
dragen, want telkens legden ze de visch neer om een
oogenbiik te rusten.
Heilbot- en kalfs^leesch waren het vaste Kerst-gerecht
in alle eenigszins gegoede huizen van Noordland en
volgens ond gebruik waren de knechten verplicht de
eerste te leveren, terwijl de melkmeid voor het laatste
moest zorgen.
Tusschen de knechten en de meiden werd er dan
in den tijd vóór Kerstmis een stille maar buitenge
woon hartstochtelijke strijd gestreden om dit elkaar
onmogelijk te maken. Wanneer het gelukte om het
kalf van de melkmeid te stelen dan moest ze tot
schande en spot den Kerstavond op het dak van den
koestal doorbrengen en ontbrak de heilbot, dan moest de