Tabak- d Sigarenmagazijn iplsteei, ALKMAAR. LEESGEZELSCHAP Kaasfabriek, in vier talen. „Lloyd". &evonden Voorwerpen. Advertentièn. Huishoudster Openbare Verkooping ]\TIEU HERMs. COSTER ZOON. „De Ooievaar". Vraagt de overheerlijke 3 cents sigaar. M. M A H T E L Boekhandel, Yoordam C 9. GIDS. ELSEVIER'S MAANDSCHRIFT. EIGEN HAARD. REVUE DES DEUX M0NDES. ILLUSTRATION. TOUR DU MONDE. MAGASIN D EDUCATION. N0RD UND SUD. ILLUSTRIRTE ZEITUNG. GARTENLAUBE. FLIEGENDE BLATTER. C0RNHILL MAGAZINE. GRAPHIC. PUNCH. koning, op een troon gezeten. Op den troonhemel staat Darius Rex", op de treden van den troon »Vim vici- veritas''. Links van den troon staan twee mannen in he* rood, met tulbanden op, rechts twee dergelijke personen en een derde zonder tulband. Uit een deur links komt een man in Oostersch gewaad. Vóór den troon staan drie jongelieden in zwarte wambuizen en roode nauwe broeken gekleed, met degens op zijde. Ieder van hen houdt een opschriftbord. Op het eerste, van de linkerzijde, staat: »Forte est vinum", op het tweede »Fortior esten op het derde»Fortisstas". De gapingen in de op schriften zijn afgebladderd. Oorspronkelijk luidde 't op schrift ongetwijfeld: >Forte est vinum, fortior est vir, fortissima est Veritas". Naast den rechtschen jongeling staan twee jeugdige vrouwen, waarvan een met een huifje, de andere met een roode muts op. Zij dragen zwarte tabbaarden met roode voering en eeu rood ouderkleed met nauwe mouwen, alles in den smaak van plm. 1550. Op den achtergrond ziet men antieke ruïnen en koepelge bouwen en een blauwen, lichtbewolkten hemel. Het tafe reel verbeeldt wellicht Zerubbabel, die, met de afgezanten Joden Darius komt vragen wat noodig is, voor den opbouw van den tempel te Jeruzalem (Ezra V, van 617 en VI, vs. 1—12) Het zou de moeite waard zijn te weten of deze schil derij nog in de kerk aanwezig is, en of iets gedaan werd, om haar voor verder verval te behoeden. De tegenwoordige kerk is wellicht een overblijfsel van die, welke reeds in de middeleeuwen bestond. De benoe ming van den pastoor geschiedde om beurten door den paus en den abt van Egmond. Toen in 1480 heer Jan pastoor was, stelde Nicolaas van Andrichem, abt van Egmond, hem teven als koster aan. Doch kort voor zijn dood, die in het volgend jaar te Veere, waar de abt ter bruiloft genood, al te goede sier gemaakt had, plaats vond, gaf hij het pastoorschap zoowel als het kosterschap aan Adriaan van Foreest. Of deze Adriaan van Foreest daar werkelijk als ziel verzorger werkzaam geweest is, blijkt niet. In de 15e eeuw kon een pastoor zijn kerk door een ander geestelijke laten bedienen, ofschoon hij de inkomsten grootendeels bleef genieten. Zoo vinden wij, dat Allert Dirksz., wiens ambt was in 's-Gravenhage, in de Hof-kapelle, den bas te zingen" en die dus niet in Westfriesland aanwezig kon zijn, »by zyn afwezendheid vyf ponden 'sjaars van zijne pastory genoot". (»Opm".) Accountants. Eenige tijd geleden werd te Amsterdam in een druk bezochte vergadering van accountants besloten tot oprichting van een Nederl. Bond van Accountants. Deze Vereeniging stelde als grondbeginselle. dat een Raad van toezicht zou worden benoemd uitsluitend bestaande kooplieden en rechtsgeleerden op handelsgebied werkzaam, niet-leden der Vereeniging 2e. dat van alle leden dus ook van de oprichters dezelfde bewjjzon van bekwaam heid zullen gevorderd worden als van de later toe te treden leden. In de jongste algemeene vergadering wer den als leden voor den Raad van toezicht verkozen de heerenT. P. Clausdirecteur der Twentsche Bont weverij te Hengelo (O.); J. Alex. Hioolen fabrikant, te Rotterdam O. Kamerlingh Onnes te Amsterdam P. Leeuwenbergdirecteur der Rijwielfabriek »Simplex te Amsterdam mr. M. Telsadvocaat en procureur te Rotterdam M. C. Tevos te Haarlem lid der firma Zeilmaker Co., Amsterdam en mr. L. Zeeger Veeckens notaris te Amsterdam. Tevens werd vastgesteld dat de bewijzen van bekwaamheid gevorderd voor benoem baarheid tot accountants le klasse zullen voor de drie catogoriën genoemd in art. 7 der statuten bestaan in a. bewijzen van theoretische kennisb. bewijzen van practische kennis van de weekzaamheden, genoemd in art. 8 der statuten. Als bewijs van theoretische kennis zal worden aangenomen het bezit eener acte M. O. boek houden of eene daarmede gelijk te stellen acte naar het oordeel van de Commis van toezicht. Als practische be wijzen van bekwaamheid zullen gelden de schriftelijke ver klaringen van personen of corporatiën bij of voor wie de de candidaat practise h is werkzaam geweestwaarbij echter gevorderd zal worden, dat hij in of voor minstens 3 verschillende branches heeft gewerkt. Zjjdie niet zijn in het bezit der acte M. O. boekhouden of daar- een uitweg moest vinden, maakte den achterkant van den rotsmuur zwart. Aan het strand had hij uit een paar planken een boothuis getimmerd. Zijne vrouw was eene finsche Lap en wanneer hare familie bij de jaarlijksche verhuizing van en naar Zweden de rendieren des zomers over de zeeëogte liet zwemmen om op het eiland te komen grazen dan liep de ren- dierweg vlak op het strand aan, voorbij de hut van den Lap en bij de steile paden omboog die naar de hoog vlakten van Skorp-eiland voerden en naar de meer bin nenin gelegen streken. Daar hier de natnurljjke overvaart was had zich bij de hut van den Lap een geliefkoosde halte-plaats gevormd, waar de Finnen gedurende de weinige weken die zij op Skorp-eiland doorbrachten hunne zes a acht reis- tenten opsloegen. Deze plaats draagt daarom van oudsher den naam >Finkrogen", vermoedelijk naar aanleiding van het kron kelende water in de nabijheid. De gewoonte om bij Finnsea de tenten op te slaan is bewaard gebleven nadat, de aarden hut reeds lang verlaten was en het plekje bebouwd werd. De Lap een zwaargebouwde vlugge vent met licht haar en blauwe oogen kon het op den duur toch niet uithouden bij de Finnenbij wie hij eene vrouw ge vonden had. Op een der tochten die hij met hen ondernomen had, had bij hier een geschikt plaatsje gevonden om zich voor vast te vestigen. Des zomers kon hg dicht bij huis de vischvnngst uitoefenenterwijl hij 's winters met zijn boot naar buiten ging om daar te visschen. Pe grond in den omtrek gaf een beetje aardappelen en wat voeder voor een paar schapen en een koe. Om den voorraad voedsel voor de dieren aan te vullen plukte men de bladeren van het kreupelhout op den rotswand en voor de koe sneed de vrouw 's winters zee gras op de kleine eilandjes. Zoo dikwjjls de schoonouders kwamen lieten zij als dank voor het verblijf ook meestal een rendier om te mede gelijk te stellen acte zullen echter toch benoembaar zijn tot lid le klasse wanneer zij naar het oordeel van den Raad van toezicht de bewijzen kunnen overleggen dat zij in verschillende zaken bewezen hebben bizonder uit te munten in de practische toepassing hunner ad ministratieve kennis en daardoor het bewijs geleverd hebben theoretische voldoende ontwikkeld te zijn. Burgemeesters en Secretarissen. Blijkens de lijst der leden van de „Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in de Provincie Noordholland, is eere-voorzitter de heer mr. S. A. Vening Meinesz, burgemeester van Amsterdam, en zijn eere-leden de heeren P. B. J. Ferf, lid van Gedop. Staten van Noordholland en van de Tweede Kamer der Staten- Generaalmr. G. van Tienhoven, Commissaris der Koningin in Noordhollandmr. A. A. Land griffier der Staten van Noordholland; H. J. Versteeg, bur gemeester van Schiedammr. O. M. Rasch, oud-se cretaris van Haarlem. Het bestuur bestaat uit de volgende heerenJhr. mr, J. W. G. Boreel van Hoogelanden, voorzitterH. J. Calkoen, 2e voorzittermr. D. E. van Lennep, secre taris mr. H. J. C. van Tienen, 2e secretaris F. Groot Jbz., penningmeester. De vereeniging telt 100 leden en mag zich dus in grooten bloei verheugen. Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen des morgens tusschen 9 en 12 uur Een zilveren vingerringeen knipmes een haarspeld; 10 vel geliniëerd papier een dames-horlogekettingeen bonten boezelaar; een parlemoeren manchetknoop; een rozenkrans in étuieen stalen rozenkranseen porte- monnaie inh. f 4,365 een tuinmansschaar; een pelerine; een builtje met f 12 een gouden oorbelletje met rooden steentje. Alkmaar, De Commissaris van Politie, 19 Jan. 1900. S. M. S. MODDERMA Jr. wordt, gevraagd, Prot. Godsdienst liefst boven de 30 jaar. Zich te vervoegen bij D. ADMIRAAL, a. d. Noor dervaart, gem. Oudorp. te KOEDIJK, op Woensdag ff Februari 1900s morgens elf uur, in de herberg van den heer H. A. Schdijt, aldaar, ten overstaan van den te Alkmaar gevestigden Notaris Mr. ADRIANUS PETRUS HENDRIK DE LANGE, van Een voor weinig jaren naar de eischen des tijds inge richte en door stoom gedreven met FRFte Koedijkkad. sectie A, No. 777, groot 3 aren 35 centiaren. Ook uitnemend geschikt voor alle andere doeleinden. De inventaris der Kaasfabriek kan tegen nader te be palen prijs worden overgenomen. Te aanvaarden den 1 April 1900. Inlichtingen worden gegeven door den heer L. AN DER OORD, te Koedijk, en door voornoemden Notaris, aan de Breedstraat te Alkmaar. Herstelplaats van Stoom- en andere Werktuigen. W. F. STOEL ZOON, Alkmaar. Runt uit door brand en geur Aanbevelend, Uw dw. dn. De ondergeteekenden hebben een aanvang ge maakt met een DERDE 1F10St«KFI- SCHAPen wel een waarin de vier moderne talen gelijkelijk vertegenwoordigd zijn. Hier naast vindt men eene lijst van de lectuur, die wekelijks wordt bezorgd. Verder wordt om de IA dagen een roman, eveneens in oen der 4 talen verstrekt. De verwisseling geschiedt des Woensdagsvan hunnentwege. Naar buiten de stad is de vracht heen en terug voor rekening van den geabonneerde. De prijs per kwartaal bedraagt f 3,?&. Eventueel begeerde wijziging in de lectuur zal steeds in ernstige overweging genomen worden. Op de keuze der romans zullen zij den geabonneerde gaarne invloed toekennen. slachten achtereenige huiden om winterkleeren en schoenen van te makeneen paar gedroogde rendier hammen en voorts nog eenige kleinigheden, die zij dach ten, dat te pas konden komen. Die zomerdagwanneer »Musti", hun finsche hond met spitse oorenplotseling als bezeten naar den top van de rots holde en onophoudelijk blaffend heen en weer rende tnsschen de hut en den rotstop waai hij dan een oogen blik luid blaffend stil bleef staan, die dag was dan ook een feestdag voor het huisgezin maar een dubbele feestdag voor de dochter van den Findaar zij in stilte nog erg het heimwee had naar haar eigen volk. Men zag ze dan de MorkD®s-kloof afdalen aan den anderen kant der zeeëngte. De Lap ging dan direct met zijn boot naar den overkant en Mnstidia vast gehouden moest wordenopdat hij niet vooruit zou zwemmen en de rendieren-kudde te vroeg verschrikken, j hielp, dol van plezier, zijne kameradon »Sjorris" en de andere finsche honden om de rendieren over het strand te leiden. En in den beantwoordingsgroet »God geve", dien de vrouw van den Lap, volgens finsch gebruik, haren ouders gaf op hnn »goeöen dag", en in de omhelzing lag het heimwee van een geheel jaar. Eerst werden de groote mannelijke rendieren ontladen, die geleid door den ouden Fm zelf, zijne vrouw en zijne oudste dochter de tenten droegen, het huisraad en de manden, waarin eenige kleinkinderen lagen, gehuld in huiden, slapende of etende, zoo kalm en zoo lustig, als een grootelui's kind in zijn wieg. De kromgebogen, kleine, meer dan honderd jaar onde grootvader, wiens loopende oogen blind waren en die geleefd had onder de regeering van zeven koningen, werd in de hut van den Lap gebracht waar hij de eere plaats kreeg. Deze verliet hij dan ook zelden tjjdens zijn verblijf, anders dan om zich op een mooien dag wat in de zon te koesteren. Hij streek met zijn banden over het gelaat van zijn klein-dochter en wilde altijd direct de nieuwtjes weten. Hij was, evenals nog eeu paar oude Finnen destijds, niet tot het Christendom overgegaan, doch wilde sterven in het geloof zijner vaderen. Toen zij op zeker jaar zonder hem kwamen, vertelde men, dat hij gestorven was en volgens zijn wil begraven, gewikkeld in berkenschors, liggende onder zijne omge keerde slede tusschen een hoop steeuen ergens op eene afgelegen plaats in de bergen. Zoo ongeveer een uur na aankomst van de eerste afdee- ling der rendieren-kudde kwam de re3t in drie afdeelingen, vergezeld door de andere dochters en schoonzoons en door de knechten en omringd door een troep honden. Deze renden naar het water en sprongen erin, nu eens een rendier nazwemmend, dan weer het water vaD zich af schuddend, ijverig in hun taak om de dieren bij elkaar te houden. In die zomermaand was de vrouw van den Lap weer als een finsch meisje onder de tent harer ouders en Mnsti ais een finsche hond. Het was haar een vreugde haar dochter te onderwijzen in de werkzaamheden eener fin sche vrouw. De Lap zag dit kalm aan. Hij hield van zijne vrouw, wier zacht gemoed juist het tegenovergestelde was van het zijne. Hij wist dat haar natuur zoo was en dat die zich soms eens lucht moest geven. De mannelijke rendieren doolden nu zonder bewaker in het wild rond hoog op de rotsen, terwijl de overige dieren meer kalm bijeen bleven op de grasvlakten meer beneden aan de hellingen der rotsen en volgens hnn instinct steeds zoekende tegen den wind op. Aan den voet der bergen waar het malsche varen kruid hun tot aan den buik reikte zag men hen toch alleen die weinige dagen wanneer de zee-mist de hoogvlakten der bergen in een granw ondoordringbaar wolkenkleed balde. Dan had er eene ontmoeting plaats tnsschen de ren dieren en de krioelende schaar meeuwen, die vluchtten voor de zee-mist en den storm, en onder duizeude kreten naar land vlogen. Dan kwam ten laatste altijd nog vroeger dan men verwacht had de dag van afscheid nemen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 6