De driemaster „Toekomst."
No. 10.
Honderd en tweede jaargang.
1900.
WOENSDAG
24 JANUARI.
Buitenland.
FEUILLETON.
Uit het Noorseh.
Jonas Lie.
ALKNAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor AlkmJaar f ©,80 5 franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel GrooteQjletters naar plaatsruimte.
Brieven f rja n c o^aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Onderstaande personen worden uitgenoodigd zich ter
secretariedezer gemeente te vervoegen
S. dn Das; B. H. J. Vroom.
De Burgemeester der gemeente Alkmaar,
G. RIPPING.
DlJITSCllJLAIVI». Den 19 had in den Rijksdag de
aangekondigde interpellatie plaats over de aanhouding
der Duitsche mailbooten door Engelsche kruisers. De
interpellant Möller stelde de vraag
«Welke stappen hebben de verbonden regeeringen ge
daan tegenover de beslaglegging op Duitsche schepen
door de organen der Engelsche regeering
Zoodra de oorlog was verklaard hadden alle agen
ten der Duitsche Oost-Afrikalijn bevel gekregen geen
contrabande aan boord der schepen toe te laten. Des
niettegenstaande werden drie mailbooten van deze ljjn
in beslag genomen door de Engelschen en de heer Möller
meende, dat deze inbeslagnemingen een aanleiding moesten
qjn om de rechten van mailbooten bij internationale
overeenkomst te regelen.
Interpellant wees er op, dat Spanje in den jongsten
oorlog een verklaring heeft uitgevaardigd, waaruit duide
lijk bleek wat als contrabande werd beschouwd en in
hoeverre Spanje het visitatlerecht zou toepassen.
Engeland liet iedereen volkomen in het duister. En
het handelde zelfs in strijd met de instructie door de
Engelsche regeering zelf in 1864 en 1866 uitgevaardigd,
betreffende het onderzoek van onzijdige schepen. Wat
daarom in Zuid-Afrika geschiedde is willekeur. En dat
kan de internationale scheepvaart zich niet laten wel
gevallen.
Met het betalen van schadeloosstellingzeide de heer
Möller is de zaak niet uit. Voor de beleediging van
de Duitsche vlag moeten wij volledige voldoening eischen.
En wij moeten weten waar wij in de toekomst aan toe zijn.
Op scherpen toon besprak de heer Möller de zonder
linge handelwijze der Engelsche regeering die denken
doet aan pogingen om de bloeiende Duitsche lijn te be-
nadeelen.
De minister van buitenlandsche zaken van Bülow (welbe
kend om zijne flinke ruiterlijke verklaringen omtrent de be
weerde verhouding van de Regeering tot Dreyfus), begon
met te zeggen dat hij gaarne bereid was op de inter
pellatie te antwoorden al was het alleen maar omdat
de openbare meening in Duitschland over het gebeurde
te recht opgewonden was geworden. Aan den anderen
kant zou hij zichwegens den politieken toestand in
het algemeen beperken tot hetgeen zakelijk en strikt
noodzakelijk was.
Het recht der oorlogvoerende partij om onzijdige schepen
te doorzoeken, werd door von Bulow erkend, echter onder
de noodzakelijke toevoeging, dat het slechts in de nabijheid
van het oorlogsterrein zou worden uitgeoefend en ook dan
nog slechts met inachtneming van de rechten van den
onzijdigen handel en wanneer de ernstige verdenking bestaat
dat er oorlogscontrabande aan boord is. Eigenlijk zou het
VAN
9)
De dochter had het zoo lang mogelijk uitgesteld om
daaraan te denken geheel volgens de natuur van haar
volk, dat zoo gaarne leeft bij het oogenblik.
De rendieren werden den dag tevoren verzameld en
den volgenden dag volgde men hen de zee-engte over in
de boot, waarachter het rendier met het belletje zwom,
door den ouden Fin aan een touw vastgehouden, terwijl
de koppen van de rest der kudde boven het water uit
staken als een lange reeks takken.
Nu was het oogenblik van afscheid nemen daar
Ieder werd afzonderlijk omhelsdwaarbij de tranen
rijkelijk vloeiden de oude ouders het laatst.
Zij legde haar oudste dochter en het kleintjedat zij
na een tusschenruimte van verscheiden jaren nog gekre
gen hadden aan hare borst en in de flnsche afscheids
groet«Vrede zij met U,'' trilde van de dochters kant
bijna wanhoop.
In de twee, drie dagon, die volgden, sprak ze dan ook
gewoonlijk maar weinig, totdat zij weer geheel op streek was.
De Lap had geduld met haar. Hij wist uit ondervin
ding, dat zij spoedig het grootste verdriet vergat, en
dan volgde haar vroolijk gesnap over alles wat gebeurd
was en wat het volgende jaar gebeuren zou.
In Januarieenige dagen voor hjj haar zou verlaten
en zij eenzaam in den donkeren winterzon achterblijven,
brak haar smart dikwjjls met vernieuwde hevigheid uit.
recht van doorzoeken geheel wegvallen, wanneer een der
oorlogvoerende partyen geen haven heeft. Zoover ging
graaf Von Blilow echter niet. Maar des te meer rust op
de inbeslagnemende partij de verplichting, te bewijzen,
dat de oorlogscontrabande werkelijk voor de strijdmacht
van de oorlogvoerende partij is bestemd en niet voor
vreedzame burgers.
Aan het slot zijner rede, sprak de minister de hoop
uit dat de Engelsche marine-autoriteiten zich niet meer
zonder voldoende reden, onvriendelijk zonden gedragen
jegens Duitsche schepen en sprak hij er zijn voldoening
over uit, dat de interpellatie van den heer Möller door
de zeer groote meerderheid van den Rijksdag was ge
steund, omdat dit bewees, dat er eenheid van gevoelen
bestond tusschen den Rijksdag en de verbonden Regee
ringen, wanneer er Bprake was van het handhaven van
het recht en het opkomen voor nationale rechtsaanspraken.
Deze eensgezindheid toch noemde de heer Von Btilow den
veiligsten steun van de Duitsche buitenlandsche staatkunde.
Zoowel de interpellant als de minister werden met
onverdeelde aandacht aangehoord en meermalen door uit
roepen van instemming in de rede gevallen. Dat ook de
tegenstanders der vloot-uitbreidingsplannen hunne goed
keuring aan het gesprokene hechtte, weerlegt op afdoende
wijs de bewering der Engelsche bladen, dat de geheele
interpellatie slechts een politieke manoeuvre zoude zijn,
om '8 Keizers plannen te bevorderen.
E3BïGE]IaA.SïIR. De pers houdt zich zeer bezig met
de interpellatie in den Duitschen Rijksdag en is over
von Bulow's beslist antwoord natuurlyk slecht te spreken.
Vindt een enkel blad de «strekking" zjjner rede te bil
lijken, dan wordt de «toon'' afgekeurd, als «dreigend en
onvriendschappelijk'' en de «Times" ontziet zich niet te
schrijven
«Wij zouden bijna gelooven dat Von Bülow het om
redenen van binnenlandsche staatkunde gewenscht achtte,
zijn antwoord in een scherperen toon te houden, dan
gewoonlijk door verantwoordelijke staatslieden bij de be
handeling van internationale quaesties wordt gebruikt.
Wij achten ons verplicht op te merken, dat het niet
verstandig is die praktijken al te ver voort te zetten,
en moeielijke internationale quaesties te gebruiken als
propagandamiddel voor de vlootplannen."
Terwijl Engeland ter wille van enkele mijn-koningen
onder de Uitlanders een onrechtvaardigen oorlog voert,
lijden zijn eigen onderdanen in Indië ellende en hongers
nood. Den 19 verklaarde de secretaris van het departe
ment van landbouw in den regeeringsraad, dat tot ultimo
Maart de hongersnood aan het gouvernement 30 a 40
millioen ropijen zou kosten.
Lord Curzon, de onderkoning, zeide, dat de door den
hongersnood geteisterde streek zich uitbreidde in een
matedie de ergste vrees overtrofhet land stond nu
tegenover eene scbaarschte aan vee, water en voedsel, die
verschrikkelijk was in alle opzichten.
In antwoord op sommige opmerkingen van de inland-
sche pers zeide lord Curzon, dat het de plicht der Re
geering was haar laatste ropij uit te geven om menschen-
levens te redden.
Op zekeren nacht vóór dat haar man ter vischvangst
zou nitzeilen, sliep zij erg onrustig.
Zij droomde, dat haar overleden grootvader voor haar
bed stond en haar vertelde, dat zij nu naar haar eigen
volk zou mogen terugkeeren. Vervolgens dat zij met hem
naar het boothuis ging en dat daar een lijkkist zonder
deksel en halfvol water langs het strand heen en weer
dreef. Hij zeide tot haar, dat dit de boot was, waarmee
zij over de zee-engte zonden varen. Toen zy zich, angstig,
naar haar man wilde spoeden, die zij, bedroefd, met haar
kleinste dochter aan de hand in de deur zag staan, werd
de oude plotseling donkerblauw in het gelaat en pakte
hij haai- zoo stjjf bij den arm, dat zij er wakker van
werd met een schreeuw.
De onverschrokken Lap is zelden bijgeloovig zooals de
Finnen en de bewoners van Noordland, en toen haar
man haar droom hoordezeide hij, dat het slechts de
nachtmerrie geweest was.
Zij, met haar bezwaard gemoed, dacht er echter anders
over, namelijk, dat- zij nu zeker eene waarschuwing ge
kregen had.
Het was op een winterdag in Maart, dat de vrouw
van oen Lap met haar veertienjarige dochter Lyma, naar
een der eilandjes in den fjord zich begaven om zeegras
te snijden. Thuis bleven slechts haar ander dochtertje,
thans vijf jaar oud en de hond.
Terwijl zij bezig waren zeegras te snijden, sloeg de
moeder haar oogen op en zag, dat de boot langzaam met
den stroom wegdreef. De vanglijn was zeker afgegleden
van den gladden steen, waarom zy hem vastgebonden had.
Een poos lang stond ze daar als een steenen zuil,
de eene hand vol zeegras en in de andere het mes,
starende naar de boot.
Toen werd het haar langzamerhand duidelyk, dat zij
sterven moest, vlak voor haar eigen deur en niet verder
weg, dan dat zij haar kind en den hond nog kon roepen.
Menschelijke hulp was hier niet.
Dit duurde tot den volgenden voormiddag. De
hall-volwassen dochter had juist hare kleederen uitge
spreid over haar moeder, die half ondergesneeuwd en
Of Rhodes BeitPhilips en consorten thans bereid
zullen zjjn ten bate van 's lands kas een deel op
te offeren van de schatten, die zij met behulp der Re
geering machtig werden en ten koste van den bloedigen
oorlog trachten te vermeerderen, mag op goede gronden
betwijfeld worden.
XlJin-AFRIHA. Met groote spanning richt de ge
heele wereld den blik op het Natalsche oorlogsterrein.
De strijd, de voor Engeland bijna beslissende strijd om
het bezit van Natal is aangevangen en de sobere, zeer
besnoeide telegrammen van Buller, doen den lezer twijfe
len, of hij als overwinnend veldheer de Boeren voor zich
uitdrijft, gebruik gemaakt hebbende van hun gebrek aan
doorzicht, of dat integendeel de Boeren hem naar een
voor hem hoogst ongunstig terrein gelokt hebben, om
hem tusschen hunne sterke posities en den Toegela te
vernietigen. Wèl meldt Buller, dat generaal Clery den
20, vele stellingen des vijands genomen heeft en snel voort-
rukt, maar als men dan uit een volgend telegram ziet,
dat elf officieren en bijna 300 man gewond werden
(gezwegen van de dooden, wier aantal niet opgegeven
wordt) en uit een derde telegram, dat generaal Lyttleton
zijn krijgsmakker te hulp moest komen, dan rjjst de
vraag of het terugtrekken der Boeren ook ditmaal niet
hun sterkste tactiek is en of zij niet bezig zijn Buller
een dergelijke verrassing te bereiden, als hun makkers
het lord Methuen deuun bij Belmont, Modderrivier en
Magersfontein
Engelsche oorlogen.
De Transvaalsche oorlog is de veertigste oorlog,
dien de Engelschen onder de regeering van hunne vre
delievende Koningin Victoria voeren. Die oorlogen waren
Een oorlog tegen Rusland 1854. Drie oorlogen tegen
Afghanistan 1838, 1849,1878. Vier oorlogeD tegen China:
1841, 1849, 1856, 1860. Twee oorlogen tegen de Sikhs
1845, 1848. Drie oorlogen tegen de Kaffers 1846,1851,
1877. Drie oorlogen tegen Birmah1850, 1852, 1885.
Negen oorlogen in Indië: 1857, 1860, 1863,1864,1868,
1879, 1890, 1895, 1896. Drie oorlogen tegen Ashanti
1864, 1873, 1899. Een oorlog tegen Abyssinië1867.
Een oorlog tegen Perzië1852. Een oorlog tegen de Zoe
loes 1878. Een oorlog tegen de Basutos 1879. Een oor
log in Egypte1862. Drie oorlogen in Soedan 1894
1896, 1899. Een oorlog in Zanzibar 1890. Een oorlog
tegen de Matabelen 1894. Twee oorlogen tegen de Trans
vaal 1881 en 1899.
Suikergoed wordt meer en meer soldatenkost,
sedert men in net Dnitsche leger de voedingswaarde van
suiker en chocolaad voor de manschappen is gaan waar-
deeren.
Een New-Yorksche firma heeft verleden jaar ruim 50
ton suikergoed verscheept voor de Amerikaansche solda
ten op de Philippijnen, Cuba en Portorico. Het lekkers
voor de ijzervreters bestaat uit citroen- en andere drups,
chocolaad met fondantsuikerkastanjes enz.
De Amerikaansche jam -fabrikanten trachten nu te
bewerken dat men ook jams zal opnemen in het rant
soen van den Amerikaanschen soldaat en zij wijzen op
bewusteloos op wat zeegras lag achter een steen. Gedurende
den nacht hadden zij getracht elkaar warm te houden.
Zij wilde nu tijdens de eb eene poging wagen om de
smale zee-engte over te komen om in het ergste geval
liever op die manier te sterven toen Marina in haar
kleine boot om de landpunt kwam roeien.
Evenals dnizende vrouwen in Noordland, zat ook Marina
gedurende den vischtjjd alleen thnis met de kinderen,
terwijl Jon en Groote-Lars naar de Lofoten waren en in
deze twee, drie maanden bracht zij menigen nacht slape
loos door.
Dien nacht had zij zich verbeeld het verwijderd ge
huil van een hond te hooren en de gedachte had haar
maar niet willen verlaten, dat er iets niet in den haak
moest zijn in Frinkrogen.
Zoodra het licht werd begaf zij zich naar een hoogte
aan de andere zijde van het eiland, vanwaar men de
huizen in Finkrogen kon zien.
Toen zy daar een zwarten hond onrustig op en neer
zag loopen over de witte sneeuw tusschen de aarden hut
en het strand, versterkte dit haar in haar vermoeden.
Oogen'olikkelijk begaf zij zich daarheen met de kleine boot
en zij kwam juist bijtijd».
De moeder kreeg echter hevige zenuwkoortsen, ge
durende welke Marina haar dageljjks kwam verplegen.
Zij stierf echter een paar dagen, nadat de Lap van de
vischvangst was thuis gekomen.
Toen Mathis Nutto's familie den daarop volgenden
zomer weer te Skorpen kwam, vonden zij daar treurig
heid in plaats van vreugde.
Er werd besloten, dat de oudste dochter, Lyma, met
de grootouders mee zou gaan en een paar jaar later
trouwde de Lap met een der andere dochters van Mathis
Nutto, om een vrouw in huis te hebben.
Die maand van den zomer, waarin Mathis Nutto's
tenten rondom de hut waren opgeslagen, werd nu met
niet minder brandend verlangen tegemoet gezien door
Jon Zachariasen's kinderen, dan door die van den Lap,
die er reeds eenige bij zijn tweede vrouw had.
Vooral de woensdag- en zaterdag-namiddagen waren