1."
No. 13.
Honderd en tweede jaargang.
1900.
WOENSDAG
31 JANUARI.
Verwarring door bijzaken.
FEUILLETON.
Uit het Noorseh.
Jonas Lie.
ALkMAARSCiË COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alk m|a a r ^0,80franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer i 3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven fr|anco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Bij de beoordeeling van de gronden waarop het aan
den Gemeenteraad ingediende verzoekschrift tot oprichting
van een gymnasium te dezer stede steunt, kan het van
belang zijn er op te wijzen dat de juistheid dier gronden
nauwelijks of in het geheel niet is weersproken, maar
slechts hier en daar een enkele poging aangewend werd
om het gedaan verzoek te omwikkelen met bijzaken
waardoor de aandacht der hoofdzaak het directe en
indirecte belang dat de gemeente heeft bij de oprichting
van zuik een instelling van onderwijs wordt afgeleid.
Stellen wij voor een oogenblik dat de hooge
Regeering besloot geheel op 's Rijks kosten zonder dat
de gemeente iets bad bij te dragen te Alkmaar een
GymDasinm te vestigen zou dan niet iedereen met dit
besluit ingenomen zijn
OngetwijfeldDen minister of dengene die tot deze
nieuwe instelling van onderwijs het initiatief nam zou
men zonder voorbehoud prjjzen als een vooruitstrevend
man met ruimen blik met open oog voor de intellec-
tneele belangen des volks enz.
Te verwonderen is het niet dat nu volgens de plan
nen aan den Raad overgelegd de Staat slechts de helft
der kosten draagt en de gemeentekas de wederhelft moet
lijden die plannen hier en daar aan ernstige besprekin
gen worden onderworpen. Het ligt voor de hand dat
elke vermeerdering van belasting, hoe gering ook, tegen -
stand ondervindt. Maar wel is 't verwonderlijk dat de
dubbeltjesquaestie omwonden wordt, de lezer vergeve
de beeldspraak met zooveel windselsdat zij onher
kenbaar wordt.
Op die wijze wordt een eenvoudige zaak ingewikkeld
gemaakt. Men zou een boekdeel moeten schrijven om
allo argumenten en gezegden te weerleggen waarmede
men o. a. op de openbare meeting te voorschijn kwam.
De oppositie die alleen financieele bezwaren heeft en
niet met allerlei dus genaamde beginselen aankomt, staat
echter het tot stand komen van 't Gymnasium geenszins
het meest in den weg.
Immers de uitgaven door de gemeente te doen, komen
niet slechts aan de ingezetenen wederom ten bate doch
de Staat voegt er een gelijke som bij. De draagkracht
der belastingschuldigen wordt naar alle waarschijnlijk
heid grooterhetzij door grootere verdienstenhetzjj
door vermeerdering van het aantal belastingschuldigen.
Door goede instellingen van onderwijs wordt het aan
zien der stad ongetwijfeld vergroot, dat wil zeggen, dat
er een aanleiding te meer bestaat, om zich te Alkmaar
te vestigen ol er te blijven wonen.
TAN
12)
Toen de ambtman bij deze gelegenheid ouder salut-
schoten en gevlag werd vergezeld door Heggelund
viel de zware Wassilieff met het witte haar, dat hem
zoodanig om het hoofd hing, dat men slechts weinig
van zijn gelaat oogen en krommen haviksneus kon zien,
als een omgewaaide boom vlak voor hem neer.
De oude Starower zoo werden de rechtgeloovige
Russen van de oude kerk genoemd kuste, volgens
russisch gebruik de voeten der hooge overheid een eer-
bewijzing waaraan de ambtsinan zich zooveel mogelijk
onttrok. 8 J
Heggelund was er in deze dagen als 't ware een
etmaal achtereen visite.
Aan den feestdisch zaten de overheid met hare amb
tenaren, de geestelijkheid en de overige gasten van het huis,
die groot in aantal waren en overal van daan kwamen.
Na de kolfie ging de magistraat nog gaarne een kijkje
nemen in de rechtszaal, waar de getnigen zaten te wach
ten en de klerk van den ontvanger belastingen zat te
innen.
Er werden nog eenige zaakjes afgedaan en de zitting
voor dien dag geslotenwant men had een langen en
drukken voormiddag gehad.
Dan volgde het souper en daarna de speeltafeltjes met
den toddy de van te voren gestopte pjjpen en de klaar
gemaakte fidibussen totdat de hoogere ambtenaren zich
Ook zullen er ingezetenen zjjn, die zich belastingver-
hooging gaarne willen getroosten, indien hun kinderen
te Alkmaar een goede opleiding kunnen ontvangen voor
de Hoogeschool.
Dit laatste is thans niet het geval. De gemeente geeft
thans f 2500 uit voor het onderwijs in oude talen,
zonder dat de bestaande inrichting voldoet.
>Men verteert zijn geld" gelijk men 't in 't dagelijksch
leven noemt, »in armoede.
Een instelling van onderwijs moet zoo goed mogelijk
zijn, wil zij aan haar doel beantwoorden. En nu is 't
beter, meer uit te geven, zoodat men iets goeds heeft,
dan, gelijk thansonderwijs te doen verstrekken dat
zoowel voor de leerlingen als voor de leeraren minder
goede vruohten oplevert, omdat de organisatie gebrekkig is.
Thans toch wordt aan de bestaande klasse voor oude
talen uitsluitend onderwijs gegeven in hetgeen op die
talen betrekking heeft en moeten de overige vakken als
moderne talen, wiskunde, natuurkunde enz., elders, dat
is, aan de H. B. School worden aangeleerd.
Het onderwijs aan de H. B. Schooi is niet ingericht
voor het eindexamen der gymnasia. Derhalve wordt het
voor den leerling vrjjwel ondoenlijk om al deze lessen
te volgen. Aan sommige vakken besteedt hij te veel, aan
anderen te weinig tijd. Hij leert te veel en te weinig
tegelijkertijd en niet wat hij behoeft.
Die verkeerde toestand geeft aanleiding tot hersen-
overlading. De leerstof wordt niet goed verwerkt. Geen
studielust kweekt men op die wijze.
Want men moet wel in 't oog houden, dat de beoefe
ning der oude talen verre van gemakkelijk is en alle
aandacht vereischt.
Nu is volkomen waar, dat de wetgever aan deze be
zwaren eenigszins is tegemoet gekomen, door aan hen,
die eindexamen H. B. School deden, vrijstelling te geven
van die vakken, waarin zij reeds geëxamineerd zijn, indien
zij staatsexamen wenschen af te leggen.
Niet slechts duurt langs dezen weg de stndie een jaar
langer, 7 in plaats van 6 jaren, doch zij heeft bovendien
het nadeel, dat, in twee jaren trjds, 't zeer moeielijk is, om
zich voldoend voor het staatsexamen te bekwamen in
Latijn en Grieksch.
De zaak is evenmin te verhelpen, door b.v. gedurende
vier jaren de H. B. School te volgen en dan met de oude
talen te beginnen. Immers dan moet de leerling in alle
vakken staatsexamen doen en hij moet, terwijl Latijn en
Grieksch zeer veel inspanning eischen, zich in alle andere
vakken van het staatexamen, dat tot de academie toe
gang geelt, bekwamen.
op een passenden tijd terugtrokken in hunne respectieve
slaapkamers, het aan de rest van het gezelschap over
latende om nog wat te blijven.
Af en toe moest het hooid der politie eens naar buiten
om deze en gene van het volk te arresteeren wanneer
er een vechtpartij of wanorde ontstond en 'zette den
rustverstoorder in de geïmproviseei do gevangenis.
Op zekeren avond werd er, naar aanleiding van zoo
iets, binnen vertelddat het Groote-Lars geweest was
die weer gek geworden was en den Rus Wassileff had
willen aanvallen.
De aanval van razernij was nu voorbijmaar voor
alle zekerheid had de commissaris er toch voor gezorgd,
dat hij van de plaats verwijderd werd.
's Morgens wanneer de drukke zitdag weer zou be
ginnen zaten er steeds nog een paar lui onafgebroken
door te spelen. Dn schrijver een eigenaardig zeldzaam
begaafd menschenras met veel weerstandsvermogen dat
meer en meer schjjnt uit te sterven begaf zich, zonder
eenige moeite, van de speeltafel boven, naar de'rechts
zaal beneden.
Hij had den geheelen nacht geen oog toegedaan, doch
voerde desalniettemin met groote oplettendheid de pen
terwijl de eene zaak de andere afloste en dat zoo zonder
rnst in één stnk door tot laat in den middag.
Het gehoor van Jon Zachariasen en den Lap was vast
gesteld op den laatsten zitdag.
In de beide voorafgaande dagen had Morton, die met
zijne onders n eegegaan was, veel gezien. Ook was hij veel
samen geweest met Lyma en de hem bekende finnen-
familie van Mathis Nnnno.
Hij was nog zoo onervaren en kinderlijk dat de heer
lijkheden in den winkel zijn oog verblindden. Hij durfde
ei niet binnengaan, want de eenoogige Stuwitz en een
paar bedienden liepen er steeds heen en weer.
Doch een grooter gelnk kon hij zich niet denkendan
om zoo'n winkelbediende te worden wanneer er n.l.
geen Stuwitz bjj was.
Hij was er niet bijtoen Groote-Lars gearresteerd
werd doch hij zag, dat hij in de boot gezet werd om
Van werklieden evenals van leerlingen, kan men, zonder
schade, geen bovenmatigen arbeid eischen.
Bovendien de ondervinding leert het, dat de opleiding,
gelijk die bestaat, niettegenstaande de moeite, door de
onderwijzers gegeven, geen gnnstige resultaten afwerpt.
Doch zijn hiermede, zoo beknopt mogelijk, weergegeven
de argumenten, die voor een gymnasium pleiten, zij zullen
alieen kunnen overtuigen dengene, die niet in beginsel
tegen de zaak zelve gekant is.
"Want stelt men zich op het standpunt dat Hooger
onderwijs weinig maatschappelijk nnt afwerpt, dat Latijn
en Grieksch thans in onzen tijd geestelijke ballast zijn,
dat een gymnasium een aristocratische inrichting is
welke in onzen democratischen tijd niet thuis hoort, dat
het dusgenaamd wetenschappelijk proletariaat niet mag
bevorderd worden, en dat een zwemschool of een schiet
baan veel wenschelijker instellingen zijn voor een
stad als Alkmaardat valt het inderdaad zeer moei
lijk om deze argumentenallen van een verschillende
zienswijze uitgaande, te weerleggen.
Ten aanzien van het nut van Hooger onderwijs, zou
men kunnen antwoorden, dat de Leidenaren na het beleg
er anders over dachten. Ook ten aanzien van het Grieksch
en Latijn bestaan hier te lande, zoowel als in Dnitschland,
twee richtingen scherp tegenover elkaar.
Zelfs een bekende geleerde als professor van 't Hoff
beroemt zich erop geen Grieksch of Latijn te verstaan.
Daarentegen zijn anderen van oordeel dat de Europeesche
beschaving zich steeds heeft verjongd door de studie der
oudheid, en dus bij uitstek in dezen tijd, waarin mate-
rieelo belangen op den voorgrond worden gesteld, noodig is.
De een noemt het gymnasium »aristocratisch".
Het is voorzeker mo.ielijk in onzen tijd een definitie
van aristocratie te geven Veel oude of aristocratische na
men of familiën zijn er te Alkmaar niet.
Het kroost der gezeten burgerij en de vlugste jonge
lieden van den omtrek, uit den boerenstand, zullen waar
schijnlijk het meest van 't gymnasium profiteeren.
Wat het geleerde proletariaat betreft, dit is een zeer
ingewikkelde zaakimmers, dat werkelijk knappe jonge
lieden zonder middelen in onze maatschappij geen brood
zonden kunnen verdienen valt te betwijfelen. De regel
is dat hij die eenig vak goed verstaat wel vooruit komt.
Maar bovendien het Hooger onderwijs dient niet in
de eerste plaats om geld bijeen te garen. Het strekt tot
verhooging van het intellectueel peil van 'tvolk. Voor
dit intellectueel peil zullen velen niets gevoelen. Een
zwemschool vinden sommigen veel beter. Een schietbaan
ook. Doch er is een latijnsch spreekwoord: «degnstibns
naar huis gebracht te wórden en hij kreeg permissie van
zijn vader om diens tabaksdoos in de boot te werpen,
bij wijze van afscheidsgroet.
Den derden zitdag zou het verhoor plaats vinden van
Jon Zachariaasen, en den Lap.
Jon werd eerst voorgeroepen en toen den Lap; beide
werden zij aangemaand om hun schuld te bekennen, in
welk geval hun straf verzacht zou worden.
Tusechen het volk, niet ver achter zijn vader zag men
het open, doch thans verschrikte gelaat van Morten en
vlak tegenover Jon, op de bank der getnigen, zat Stuwitz,
voorovergebogen, de handen om de eene knie gevouwen,
oplettend luisterende.
Op de vermaning om te bekennen antwoordde Jon,
dat hij een eerlijk man was, waarna hij het waagde een'
blik te werpen op Stnwitz en er bij voegde, dat het te
wenschen ware, dat een ieder, die hier zat, met waarheid
hetzelfde dnrfde zeggen.
Stnwitz ving den blik op, dien hij een oogenblik ont
week en hij las daarin, dat hij voor dien man op zijn
hoede moest zijn.
Nu kwamen achtereenvolgend de getnigen. Terwijl deze
aan 't woord waren, parelde hot zweet op Jon's brnin
gelaat. Af en toe wierp hij een schninschen blik op
Stnwitz, doch hoe 't kwam, t zij toevallig of met opzet,
deze zag nooit den kant nit, waar Jon zat.
Naast Lem stond de Lapzwijgend en zelfbewust.
Geen der getnigen had zelf iets gezien, doch alle hadden
zij t van anderen gehoord, waarvan zij een paar op
noemden.
De laatste getuige was een bleeke man, op wien Stuwitz
den geheelen tijd stijf, bijna dreigend zijne oogen geves
tigd had.
Stotterend en ten deele onduideljjk verklaarde hij, dat
hij een stnk vanglijn in Jon's boot had gezien, met' een
merk op een der dobbers. Men stond reeds op bot punt
om deze gewichtige verklaring op te schrijven, toen Mor-
toeD, die dun geheelen tijd ademloos had zitten luisteren,
plotseling bniten zicb zelveu uitriep
«VaderDe vanglijn zit aan het bootsanker, dat kun-