ALKMAARSCHE COURANT. Zitting van den Gemeenteraad Woensdag, 31 Jan. 1900, 's namiddags 1 uur. No. 14. Honderd en tweede Jaargang. 1900. Vrijdag 3 Fehr. 190O. Tweede blad. Onttrekken van grond aan den openbaren dienst. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis dat de Raad dier ge meente in zijne op heden gehouden vergadering besloten heelt aan den openbaren dienst te onttrekken 1°. een strook gemeentegrond ter grootte van ongeveer 150 M2, gelegen aan de oostzijde van de kadastrale per- ceelen gemeente Alkmaar, sectie B, Ns. 3380,797,798, 799, 800 en 801, het zoogenaamde »Koolholje"; 2". een stuk gemeentegrond ter grootte van ongeveer 144 M2, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente' Alkmaar, sectie B, No. 3260, genaamd «Klein Hargen", gelegen om en bij den ontsmettingsoven. Degenen die tegen het onttrekken van den grond aan den openbaren dienst bezwaren mochten hebben kunnen deze schriftelijk inleveren ter secretarie dezer gemeente vóór of op Zaterdag, 3 Februari a.s., 's middags 12 uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 31 Jan. 1900. 0. D. DONATH, Secretaris. V AN AliU.n 4AR. Voorzitterde heer G. Rippingburgemeester. Tegenwoordig 14 leden. Secretarisde heer C. D. Donath. De Voorzitter opent de vergadering. De heer Prefer feliciteert namens den Raad den Burgemeester met zijne tegenwoordigheid in deze ver gadering en wenscht hem geluk met zijn spoedig herstel, dat naar hij hoopt van dien aard zal zijn dat de Bur gemeester van nu af weder zijn werkkring ongestoord zal kunnen vervullen en deze vergadering leiden. De Voorzitter dankt den heer Preijer voor de welwillende woorden namens den Raad tot hem gespro ken. Die woorden geven hem een bewijs te meerdat hij in bet vervolg mag rekenen op den steun en de mede werking dezer vergadering. Hij vleit zich, dat de onder zijne leiding te nemen besluiten mogen strekken tot bevordering van den bloei en de welvaart der gemeente, welke ons allen zoo zeer ter harte gaat. (Beide sprekers ondervonden de algemeene instemming der aanwezige leden.) De notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Glinderman wegens een lichte ongesteldheid de heer de Lange we gens familie-omstandigheden en de heer Bosman wegens ziekte verhinderd zijn deze zitting bij te wonen. De heer Bosman, die heden juist zijn 70sten verjaardag viert, neemt echter in beterschap toe, wat den Raad zeker aangenaam zal zijn te mogen vernemen. De heer Kraakm an zou wenschen, dat Burg. en Weth. den heer Bosman met dezen dag namens den Raad gaan complimenteeren en hem een spoedig en algemeen herstel toewenschen. De Voorzitter antwoordt, dat burg. en weth. gaarne aan dien wensch voldoenwaarmede de gansche Raad instemt. 1. Aan de vergadering wordt medegedeeld a. dat op 2 Januari 1.1. een accept is afgegeven op de Ned. Bank groot f 30000ter vervanging van een accept dat verviel en op 13 Januari 1.1. een groot 10000, ter voorziening in de behoefte aan kasgeld. Aangenomen vQor kennisgeving. b. dat is ingekomen het proces-verbaal van verificatie der boeken en kas van den gemeente-ontvanger op 30 December 1.1. Aan kas was f 2049,86. Alsvoren. c. idem een schrijven van elk der heeren mr. A. v. d. Eist, mr. W. F. A. Verhoeff, P. de Lange P.Bz., C. Janssen Cz. en mr. N. H. de Lange waarbij zij aanne men de herbenoeming tot lid of regent van onderscheidene commission of instellingen. Alsvoren. d. idem een schrijven d.d. 21 Januari 1.1., van den heer J. de Lange C.Jz., houdonde berichtdat hij de herbenoeming tot lid der commissie van toezicht L. O niet wenscht te aanvaarden. Alsvoren. e. dat zijn ingekomenonderscheidene brieven van heeren Ged. Staten waarbij koninklijk goedgekeurd tot 1 Januari 1901 zijn terug ontvangen de door den Raad vastgestelde verordeningen tot heffing van 1°. een belasting op het gebruik van gemeentegrond voor het bezetten met kramen, stalletjes en uitstallingen; 2°. een recht onder den naam van marktgeld voor het vee 't welk op de markten wordt aangevoerd 3°. een recht onder den naam van marktgeld voor het gebruik van plaatsen op of aan verschillende markten 4°. begrafenisrechten 5°. rechten onder den naam van leges 6°. wik- en weegloonen. Alsvoren f. dat is ingekomen een schrijven d.d. 3 Januari 1.1. Nr. 41 van de Ged. Staten ten geleide van een extract kon. besluitd.d. 20 Dec. 1899 Nr. 12 tot goedkeuring voor onbepaalden tijd der verordening op het heffen van gelden voor het gebruik van de overdekte graan- en zaadmarkt. Alsvoren. g. idem een schrijven d.d. 13 December 1.1. Nr. 9 van de Ged. Statenten geleide van het raadsbesluit d.d. 15 Nov. 1.1. Nr. 9", voor zooveel noodig goedgekeurd tot vaststelling eener verordening ter uitvoering dor ver ordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in deze gemeente. Alsvoren. h. idem een adres d.d. 20 Januari 1.1. van den heer F. J. Bruggeman houdende het verzoek om de nieuwe verordening tot regeling der jaarwedden van de onder wijzers zoodanig aan te vullen dat de wiskunde gelijk wordt gesteld mot de drie moderne talen en de fraaie handwerken. Wordt gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. i. idem, een schrijven d.d. 8 Januari 1.1. van de firma D. Bosman en Zoonhoudende het verzoek om haar adres d.d. 25 Sept. 1899 tot het maken van wijzigingen aan de brug in de Voormeer over de Sandersbuurt, als ongeschreven te willen beschouwen. Aangenomen voor kennisgeving evenals het in dit schrij- bedoelde adres. j. een adres van mej. J. M. Telders, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de Meisjesschool. Het gevraagde ontslag wordt eervol verleend met ingang van 1 Februari a.s., daar de genoemde onderwijzeres reeds de gemeente heeft verlaten. Stoomtram Haarlem —Alkmaar. 2. De waarnemende directeur van de stoomtram HaarlemAlkmaar heeft verzocht om de concessie voor waarden met het oog op het daaraan verbonden gevaar, in dier voege te willen wijzigen dat de tram van de Emmastraat af niet meer zal behoeven te worden vooraf gegaan door een man die in versnelden pas gaat. Art. 14 der bedoelde voorwaarden luidt als volgt: »De stoomtram zal van af het eindpunt der onderne- »ming aan den Nieuwlandersingel tot 10 meter voorbij «de Emmastraat of zooveel verder als burgemeester en wethouders zullen bepalen, voorafgegaan moeten worden »door een man die in versnelden pas gaat en bij dag «voorzien is van eene roode vlag en luidklinkende beien »'s avonds van een helder brandende lantaarn en bel. Dezelfde bepaling geldt evenzeer in omgekeerde richting." Het komt B. en W. voor, dat er voldoende aanlpiding bestaat om gunstig op het bovenomschreven verzoek te beschikken weshalve zjj voorstellen te besluiten de be doelde concessie-voorwaarden te wijzigen als volgt In art. 14 worden tnsschen de woorden «bepalen" en «voorafgegaan" gevoegd de woorden op een afstand van omstreeks 10 passen vóór de tram aan de buitenzijde der rails.'1 De Voorzitter zegtdat het verzoek uitsluitend is gedaan om het gevaar te ontnemen aan den persoon die voor de tram moet loopen. De gestelde bepaling zal daaraan te gemoet komen. De heer Kraak man heeft tegen het voorstel geen bezwaar. Hij wenscht eene enkele inlichting te geven omtrent de strekking, 't Geldt hier geen overtreding van een strafbepaling. Tot nu toe hebben B. en W. steeds toegelaten dat de man niet vóór maar naast de tram liep. Dat was verstandig. In verband daarmede ware het nu juist niet zoo noodzakelijk om de voorgestelde ver andering te maken, omdat B. enW., als belast met de uit voering der concessie, iets door de vingers kunnen zien. Hij wil echter een algemeene opmerking maken. Over treding der concessievoorwaarden kan geschieden zonder straf. Daarin op de eene of andere wijze te voorzien komt hem gewenscht voor. Er bestaat een prov. reglement op de tramwegen, toepasselijk op de geheele provincie, met uitzondering van enkele gemeenten, waaronder Alkmaar, t Gevolg daarvan is, dat deze gemeente zelf eene straf verordening op de tramwegen kan maken. Dit schijnt hem wenschelijk toe. Hij geeft B. en W. in ernstige over weging deze materie na te gaan en een ontwerp-veror dening voor te dragen. De Voorzitter zegt, dat dit reeds in de bedoeling van B. en W. lag. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Het plaatsen van een „abri" op den Nieuwlandersingel. 3. De directeur van de tram HaarlemAlkmaar heeft verzocht hem toestemming te verleenen om op den Nieuwlandersingel een «abri" te mogen plaatsen ten einde daarin gedurende den nacht een locomotief en twee wagens te bergen. De bedoeling is oen geregelden loop der trammen te verkrijgen en te voorkomen dat iederen dag tevergeefsche ritten van Alkmaar naar Velsen en omgekeerd moeten worden gemaakt. In art. 2 der concessie-voorwaarden wordt bepaald «De concessionaris is verplicht in de nabijheid van het eindpunt der baan doch niet op gemeentegrondeen wachtlokaal voor de reizigers in te richten en in gebruik te stellen." Achtte men het hebben van een wachtlokaal voor de reizigers al niet gewenscht op gemeentegronddes te meer zal men er, naar de meening van B. en W. terecht op tegen hebben te bedoelder plaatse een bergplaats van trammaterieel te doen stichten. Het komt hen voor dat eene dergelijke bergplaats al is de daarvan ingezonden teekening niet leelijkniet zal kunnen strekken tot be vordering van den welstand der omgeving. B. en W. stellen voor te besluiten aan den directeur der stoomtram Haarlem Alkmaar te berichten dat de Raad geen vrijheid heeft kunnen vinden om in do nabijheid van het eindpunt der baan gemeentegrond in gebruik af te staan tot het plaatsen van een inrichting tot het bergen van een locomotief en twee wagens weshalve hem wordt in overweging geven daarvoor eene gelegenheid te zoeken op particu lieren grond. De Voorzitter zegt datgelijk bekend zal zijn na de indiening van het adres aanstonds een verzoek ingekomen van een 14tal bewoners van den Singel en het Kennemerpark om de gevraagde vergunning niet te verleenen. De heer de Groot heeft vernomen dat er van de directie der tram een nader adres is ontvangen, waarbij het eerst gedane verzoek wordt ingetrokken. Is dat zoo, dan zal dit voorstel gerust kunnen worden aangenomen. Is het zoo nietdan zou spreker niet zoo licht willen overgaan het verzoek van de hand te wijzen. De gemeente heeft tot heden steeds hare volle medewerking verleend, waar het betrof een tram, getuige de stoomtram Alkmaar- Amsterdam waar aan die onderneming gemeentegrond is aangeboden. Het is thans voor de Maatschappij een groot bezwaar om de eerste en laatste tram van en naar Velsen te laten loopen. Het te sticateu gebouwtje zal niet leelijk zijn. Wordt het sierlijk opgetrokken zooals de teekening aangeeft, dan zal de toestand ter plaatse beter worden dan nu met de locomotieven op den openbaren weg. De Voorzitter zegtdat het verzoek door de directie nimmer is ingetrokken, al schijnt er sprake van geweest te zijn. Hem dunkt, dat het voor de hand ligt, dat de maatschappij een particulier terrein zoekt. De gemeente moet maar niet steeds van haar grond geven, terwijl de maatschappij er de voordeelen van plukt. Een abri zal den toestand ontsieren, die door de schoeiing al veel verslecht is. Voor de bewoners aan het Kennemer park zal zij bovendien het uitzicht belemmeren. De heer de Groot gelooft toch, dat de toestand niet zal ontsieren. Hij wil do maatschappij zooveel mogelijk helpendat heeft de gemeente steeds gedaan. De zaak is voorts zoo rentegevend niet, zooals onlangs is gebleken. Als er een mooi gebouwtje komt, zou een gedeelte schoeiing kunnen worden weggenomen. De heer Stoel vestigt er de aandacht op, dat toen de aanvrage voor den aanleg dezer tram kwam betoogd dat men er niet buiten kon hier eene remise te stich ten. Er werd echter beweerd, dat Velsen het uitgangs punt zou zijn, zoodat een remise niet noodig zou zijn. De commissie van bijstand heeft toen de schouders opgehaald en gezegd ga je gang. Men was toen wel genegen om vóór in den Hout een gebouw te stichten voor een locomotief en wagens. Spr. meent den Raad ernstig te moeten waarschuwen niet den voet te zetten in eene verkeerde richting. Staat men dit verzoek toe dan zal er weldra blijken meer noodig te zijn. Op den Singel behoort in geen geval een remise te bomen. Hij zou de maatschappij nog wel willen helpen maar dan aan een ander terrein, b.v. aan de Vier Staten. De tuinen van Smorenberg zullen zeker eens tot bouwter- worden bestemd en de bewoners van de aldaar te stichten huizen zouden dan steeds'tegen de kast moeten opzien. De Voorzitter deelt mede dat voorzoover hem bekend door de Maatschappij nog geen enkele poging is gedaan om particulier terrein te krijgen. Het is zeker de gemakkelijkste en goedkoopste weg eerst aan de ge meente te vragen. De heer Kraakman wijst er op, dat de heer de Groot in het door hem gesprokene niet waar is geweest. Door hem toch is gezegd, dat de gemeente aan de tram op den Tienenwal grond heeft «aangeboden." Niets minder dan dat is waar. Hij verzoekt B. en W. deze zaak te willen onderzoeken. Overigens'stemt hij in met den heer StoeJ om den Singel niet te ontsieren door eene overdekte gelegenheid voor rookuitblazende locomo tieven, die de schoone gelegenheid tot aanbouw aldaar zullen verminderen. Hij wil evenwel nog verder gaan. De bewoners van het Kennemerpark hebben nu reeds dikwijls last van den rook der locomotieven. Nu de heer Stoel te kennen heeft gegeven wel mede te willen werken voor een ander terrein, stelt' bij'voorjÊde laatste regels van het voorstel te laten vervallen. De heer de Groot zegt dat hij zich heeft vergist. De gemeente heeft aan de tram op Amsterdam den ge meentegrond niet aangeboden maar deze is aangevraagd. De heer Kraakman meent, dat^ookfdit'niet juist is. Hij hoopt, dat B. en W. een onderzoek zullen instellen. Nadat de heer do Wild nog verklaart, dat eene vergelijking van den Tienenwal met den Singel niet op gaat, nemen B. en W. het voorstel-Kraakman over. Het voorstel, met weglating der drie laatste^regols, wordt daarna zonder stemming aangenomen. Verpachting van terrein tijdens de kermis. 4. Alvorens over te gaan tot de verpachting van terrein voor standplaatsen van tenten op de kermis van 1900 achten B. en W. het wenscheljjk, dat eenige wijzigingen worden gebracht in de voorwaarden dier verpachting. Sinds korten tijd heeft zich eene vereeniging "van per sonen gevormd die hun bedrijf maken van het bezoeken van kermissen of jaarmarkten. Het doel dezer vereeni ging is o. a. naar het schijnt om de concurrentie, welke tot nu toe tusschen de bedoelde personen bestond in dier voege te beperken dat de gemeenten daarvan niet meer de vruchten zullen plukken. Met het oog op de resultaten van de in de laatste drie jaren gehouden verpachtingen van kermisterrein komt het B. en W. noodig voor eene bepaling te maken waar mede met vrucht eene coalitie als bovenbedoeld kan worden bestreden. Voorts zouden zij nog gaarne eene plaats ter verpach ting zien aangewezen voor oen kinematograaf. Zij stellen daarom voor te besluiten de bedoelde voorwaarden te wijzigen als volgt Aan art. 1 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd als volgt »l. voor een kinematograaf op de Paardenmarkt tot een oppervlak van pl. m. 200 M2". Aan art. 4 eene nieuwe alinea toe te voegen van don volgenden inhoud Indien de aanbiedingen een zeker door burgemeester en wethouders te bepalen minimum niet bereiken worden ze niet aangenomen De heer Kraak man stemt met B. en W. in. Maar zooals zij het voorschrijvenzullen zij een minimum moeten bepalen waarin zij volkomen vrij zijn. Hij durft niet te zeggen of het, in betrekking tot eene belasting verordening, volkomen correct is op deze wijze een besluit te nemen. Mag de Raad toestaandat B. en W. op eigen gezag een minimum bepalen Boter zon hij het vinden om in anderen vorm, doch met dezeltde bedoeling, de bepaling aldus te doen luiden «Burg. en Weth. zijn bevoegd om iedere aanbieding «die hun onvoldoende voorkomt, niet aan te nemen." De Voorzitter heeft er geen bezwaar tegen, deze redactie over te nemen die toch kennelijk tot hetzelfde doel leidt. Aldus gewijzigd wordt het voorstel zonder stemming aangenomen. Hemplng Kooltuin. 5. Een 27tal ingezetenen bewoners van den Kool tuin de Heerenstraat en den Achterdam hebben verzocht om op de door hen ontwikkelde gronden te willen be sluiten tot demping en rioleering van de voor en achter hunne woningen aanwezige grachtden zoogenaamden Kooltuin. Daarentegen hebben 27 andere ingezetenen bewoners van perceelen aan Achterdam en Heerenstraatverzocht om op de gronden door hen ontwikkeld niet tot die demping te willen besluiten. Indien het nog noodig ware zeggen B. en W. te bewijzen hoezeer ééD en dezelfde zaak van verschillend standpunt kan worden bekeken dan zou men de boven bedoelde adressen als een paar schitterende overtuigings stukken kunnen overleggen, 't Is eenigszins kluchtig op te merken hoe aan de eene zijde, door 27 omwonenden, om demping van den Kooltuin wordt gevraagd omdat die gracht is een «bron van alle mogelijke onreinheid en stankverwekkende uitwasemingen'', terwijl aan de andere zijdeook door 27 omwonenden, op het behoud van het water wordt aangedrongen^ wijl bjj eene geregelde uit-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5