ALKJIAARSCHE COURANT. Verslag der Handelingen v, d. Gemeenteraad. FEUILLETON. Ingezetenendie prijs mochten stellen op de geregelde toezending van alle voor stellen van den Raaddie in de bijlagen tot het Raadsverslag worden opgenomen alsmede van het officiëele Verslag der Han delingen van den Gemeenteraad, tegen den prijs van f 2,50 's jaars, gelieven daarvan te doen blijken aan den gemeente-secretaris. Uit het Noorsch. J oiuiH l^ie. No. 16. Honderd en tweede Jaargang. 1900. Woensdag 6 Febr. 1900. Tweede blad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis dat in de ge meentebladen van Alkmaar, Nos. 106, 107, 108 en 110 zijn opgenomen de besluiten van den Raad dezer gemeente van 15 November 1899, waarbij zijn vastgesteld lo. Eene verordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente Alkmaar. 2o. Eene verordening, ter uitvoering der verordening tot re geling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente Alkmaar. Bo. Eene verordening tot regeling der jaarwedden van de onderwijzers aan de openbare lagere scholen in de ge meente Alkmaar. 4o. Eene verordening, houdende bepalingen omtrent de orde en tucht op de openbare lagere scholen te Alkmaar. Welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling respec tievelijk van 10, l2l/„ 10 en 22'/2 cent in afdrnk zijn verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 5 Februari 1900. O. D. DONATH, Secretaris. Aan de MEISJESSCHOOL te Alkmaar (hoofd Mej. J. H. PRUIM) wordt gevraagd eene Onderwijzeres met akte Fransch en bevoegd tot hot geven van onder wijs in de vrije- en orde-oefeningen. Aanvangsjaarwedde 650 die na 2 4 en 9 dienst jaren telkens met J 50 kan worden verhoogd tot een maximum van f 800. Voor het bezit der hoofdakte wordt bovendien f 100 toegekend. Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge meentebeatuur, vóór 15 Februari a.s. Nederland en de Zuid-Afrikaansche Republieken. Telegrafie. De Engelsche Telegraafadministratio bevestigt de mededeeling opgenomen in de Staats-Courant van 19 en 20 November j.L, No. 273, »dat de overbrenging van alle telegrammen in overeengekomen taal of in cijfers voor Zuid-Afrika is verboden, terwijl de telegrammen in gewone taal aan de militaire censuur zijn onderworpen en slechts op risico van de af zenders kunnen worden aangenomen. Het telegraafbestuur van de Zuid-Afrikaansche Repu bliek deelt thans mede, dat het geen bijzondere tele grammen meer toelaat, omdat gebleken is dat de EDgelsche administratie van tijd tot tijd slechts enkele van de voor die Republiek bestemde telegrammen doorlaatwaaruit eene partijdige bevoorrechting ontstaat. Mitsdien kunnen tot later bericht geen bijzon dere telegrammen voor de Zuid-Afrikaan sche Republiek worden aangenomen. (St.-Ct.) Ned. Emigratie naar Zuld-Airlka. In het jongste nummer van het Tijdschrift »V r a g e n van den Dag" behandelt dr. H. Blink in een zeer belangwekkend artikel de Nederl. Emigratie naar Zuid- Afrika zich zettende tot het oplossen der vraag»Zal »Z.-Afr., en meer in 't bijzonder het land der Republieken »voor Nederl. emigranten een toekomst aanbieden; zullen de emigratie-plannen kunnen slagen?" Na eene bespreking van de natuurlijke gesteldheid des lands komt de schrijver tot de conclusie dat het klimaat er zeer gezond is en geen bezwaren aan een emigratie van Nederlanders in den weg legt, en dat hot Germaansche ras in deze gewesten goed kan aarden. Verder dat de ontwikkeling van den landbouw en veeteelt tot voor weinige jaren deze nagenoeg met het herdersleven deden gelijk staan. De koeien werden weinig gemolken, men liet de kalveren rondloopen om de moeders en alleen de melk voor de huishouding benoodigd, werd van enkele koeien genomen. Ook van boterbereiding was weinig of geen sprakeen de uitvoering daarvan was slecht, hoewel hierin de laatste jaren in den omtrok der steden ver betering kwam, maar toch ligt het grootste gedeelte des lands nog schier braak. En wat betreft de vraag of de emigranten kunnen slagen komt dr. B. na belangwekkende opgaven van invoeren van producten uit andere landen tot de conclusie dat »het uitgestrekte land dat zou kunnen produceeren voor het buitenland thans op verre na niet voldoende voortbrengselen voor eigen behoefte opleverten staaft dit met bewijzen door opgave der cijfers van den invoer der meest dagelijksche behoefte in 1897 als boter voor f 300.000. eieren f 560.000. groenten f 650.000. meel f 1.500.000. - vee f 8.500.000. Na een overzicht van de bevolking in verhouding tot de oppervlakte waaruit bljjkt dat de Transvaal 9 maal grooter is dan Nederland en slechts '/s van het aantal inwoners telt van ons land, en Oranje Vrijstaat 4 maal zoo groot en slechts van het aantal inwoners telt zegt schrijver De natuur is hier rijk maar de werk krachten ontbreken om de natuur voldoende voor land bouw en veeteelt te exploiteeren. Alsdan volgt een opsom ming der natuurlijke rijkdommen des lands uit offic eele gegevens geputhiermede het bewijs leverende da' de Z. A. Rep. een land is, waar schatten vallen te exploi t.eeren voor de toekomst. Als na den oorlog de bedrijven weder aan den gang zijn, moet er oen emigratie uit verschillende landen naar Transvaal volgen, dat is zonder twijfel. Voor de burgers der Republieken zal het uit den aard der zaak het we' sche- lijkst zijn dat die versterking van de blanke bevolking geschiedt door mannen en vrouwendie geestverwant aan hen zijn die dezelfde taal spreken die door soort gelijke gevoelens bezield zijnen op wien zij kunnen vertrouwen ook in uren van gevaar. Voor de Zuid- Afrikaansche Republieken zal de emigratie van mannen en vrouwen die aan het nieuwe vaderland verbonden blijven door banden van wederzijdsch belang en nationa liteitop den duur van de grootste beteekenis worden omdat dezen ongemerkt samensmelten met de oude bnrgers tot één geheelomdat zij een vasten grondslag voor het staatsorganisme zullen leveren. Om die reden is de vestiging van boeren-emigranten uit Nederland ook voor de Republieken van groote betee kenls, terwijl tevens voor de boeren-emigranten in Zuid- Afrika met de ontwikkelingdie landbouw, veeteelt en tuinbouw er zullen verkrijgen ongetwjjfeld een schoone toekomst is weggelegd. Aan de bloeiende toekomst der Republieken op econo misch gebied valt naar alle berekening niet te twijfelen Doch men zij voorzichtig in de keuze van personen Wie zich daar als boer wil vestigen moet niet licht bedrogen niet moedeloos worden als de regen te lang weg blijftals sprinkhanen soms zijn oogst bedreigen of andere ellende hem het leven soms lastig maken. Hjj moet er geen bezwaar in zien zich te vestigen op eenzaam gelegen hoeven waar hij weken aaneen schier niemand ziet dan zijn huisgenooten of kafferbedienden. Verder worden behandeld de vragen waar men de vestiging der emigratie zal aanvangen en hoe het land bezit geregeld is. Uit de prijzen voor land besteed en varieerende van f 24. tot f 1.20 de morgen (8564 MJ 55 TAN r waarbij evenwel wordt opgemerkt, dat deze prijzen gemid deld zijn en voor goed gelegen en goed land uit den aard der zaak veel hoogere prijzen worden betaald, eindigt schrijver met te zeggen Daardoor ook kan een Nederlandsche Emigratie-maat schappij welke niet direct naar booge dividenten ziet in de toekomst zeker op goede opbrengsten rekenen als zij den praktischen blik heeft om de juiste gronden te kiezen. Bovenal zal een dergelijke maatschappij met vrucht kunnen werkzaam zijnals zij de veehouderij, landbouw en tuinbouw tot ontwikkeling weet te brengen, technisch en economisch weet te verbeteren. Dit kan er geschieden op velerlei gebied. Ook zal er plaats zijn voor gewone arbeiders, boeren arbeiders fabriekarbeiders onderwijzers lieden die op kantoren werkzaam zjjn enz. Voorzeker, er zal ook aan dezen weldra groote behoefte komen. Doch men vergete niet, dat in een jeugdig en zich ontwikkelend natuurland niet de voornaamste toe komst ligt voor den gewonen loonarbeider. De vraag naar dezen zal bij tijden groot zijn om weder afgewis seld te worden door tijden van weinig behoefte. Bovenal evenwel is er een toekomst in Zuid-Afrika voor ondernemingen die met praktisch inzicht de delf stoffen des lands weten te exploiteeren. De emigratie zal in de toekomst ook in andere op zichten voor Nederland van belangrijke gevolgen kunnen zijn. Wij hebben het oog op Nederlandsche handel en nijverheid. Natunrprodnkten levert het land en zal het land in do eerste tijden van zjjn ontwikkeling blijven leveren produkten der nijverheid zullen er nog langen tijd gevraagd worden. John Bulls Afoschled von Afrika. Aan de »Neue Linzer Fliegende Blatter" ontleent de »N. R. C." het volgende gedicht Das ist in Transvaal hüsslich eingerichtet Daas bei den Grenzen gleich die Buren steh u lm Handumdroh'n ist zwar ein Sieg erdichtet Jedoch st-att vorwarts muss man rückwarts geh n Schon oft hat man in Zeitungen gelesen »Wir rüeken nachstens in Pretoria ein." Bebiit' dich Gottes wür' zu schön gewesen Behttt' dich Gottes hat nicht sollen sein. Leid Neid uud Hass auch ich hub' sie empfunden. Vom Modderfluss bis zum Basutoland Drei Heere sind zerstossen und zerschunden Vier Schiffe liefen tückisch auf den Strand. Der schönste Panzerzug lohnt nicht die Spesen Das Maultier selbst scheint gegen uus zu sein. Behüt' dich Gott es war zu schön gewesen Behüt' dich Gottes hat nicht sollen sein. Die Kunde eilt durch alle Tagesblütter Von unserm Unglück auf dom Kampfesfeld. »Zum Abs.'hieduehmen just das rechte Wetter", Meint schadenfroh und höhniscb alle Welt. 's 1st eine derbe Lektion gewesen Zur Uuterscheidung zwischen Mein und Dein. Behüt' dich Gottes war zu schön gewesen God save the Queen 1 Es bat nicht sollen sein. 15) Toen wierp Jon het roer om en commandeerde Wenden 1" tot groote ontzetting van hen, die met hem in de boot zaten, doch die verplicht waren met het zeil hetzelfde te doen, wat hij met het roer gedaan had. Zij dachten dat het niet geraden was om met den steven naar zee te liggen. De boot draaide en de zee spoelde over haar heen. Toen ze hoog genoeg gekomen was, liet hij haar weer afvallen. Zijn plan was om het erop te wagen met zijn zware, beijzelde boot dwars over de omgeslagen boot heen te zeilen en te zien of ze dien schok zou kunnen doorstaan. Hij speelde hoog spel en liep veel gevaar, ook om zijn roer te verliezen en van onderen een lek te krijgen Meesterlijk wist Jon het juiste oogenblik te kiezen. Juist toen zijn eigen boot rees en de andere met de deining omlaag ging, schoot Jon's boot over de kiel heen, van waar ze nu de beide mannen binnen boord namen aan eiken kant eon. Daarna zetten zij koers naar Tenholm, waar zij ergens aan den oever den nacht hoopten te kunnen doorbrengen. Een der geredden gaf bijna geen teekenen van leven meer terwijl de beide anderen geheel uitgeput op den bodem van de boot lagen. Het was nacht toen zij eindelijk in de nabijheid van Tenholm kwamen. Aan den buitenkant van de Sond waren, zooals ge woonlijk op zulke plaatseneen massa kleine scheren waarop vogels hunne nesten hadden gebouwd en zich in groote menigte ophouden tijdens den storm waren de vogels aan den binnenkant der klippen gaan zitten en bedekten daar alle rotsen als met een leven tapijt Tevergeefs zocht Jon in de duisternis naar den ingang overal ontmoette hij de witte brandiug en moest bij afhouden en de storm, die meer oostelijk werd met koude groeide opnieuw in hevigheid aan. Zoo had hij het reeds een paar uur lang volgehouden met steeds op leven en dood te kruisen buiten de scheren Toen was hij van meening, dat er geen keus meer over bleef zwaar van ijs en op bet punt van zinken als de boot was. In God's naam moesten ze er nu maar recht op aan sturen, het mocht gaan zooals het wilde. De boot viel af, moer zeil werd bijgezet en daar ging het in vliegende vaart door de branding, die zij spoedig om zich heen hoorden bruisen en donderen ais een water val. Een oogenbik later liep de boot op den rug van een hooge golf het strand op, waar ze zoo plotseling bleef vastzitten, dat de mast afknapte. Jon wierp gelukkig het anker zoodanig uit, dat het vast bleef zitten; hij sjorde de vanglijn stevig vist om den steven en sprong dadelijk daarop aan land, toen de golf terugliep. Met de eene hand hield hij het touw vast en met de andere hand had hij Morton om zijn middel. Toen die geweldige golf doorstaan was, stonden allen buiten de boot op het strand en trokken haar zoover op land, dat er geen gevaar meer voor bestond, dat ze door de golven bereikt kon worden. Spoedig kwamen ze tot de ontdekking, dat het niet Ten holm waswaarop ze geland waren, maar slechts een van de kleinere scheren die zich daarvoor bevinden. Zij meenden af en toe een licht te zien schemeren in het handelsplaatsje. De storm waaide met zoo'n kracht op de rots, dat men niet rechtop kon blijven stuan en onophoudelijk vlogen vlokken zeeschuim erover heen. Na veel inspanning gelukte het hun de boot onderst- De Vrijstaters. Een bericht uit Kaapstad meldt»De Hollandsche vrouwen staan op wacht in het leger, als de mannen afwezig zijn. In geheel Transvaal zijn haast geen mannen meer. Te Pretoria zjjn er ternauwernood genoeg om de Britsche krijgsgevangenen te bewaken." In den Vrijstaat schijnt dit anders te zijn. Daar zijn zooveel mannen onder verschillende voorwendsels (meest door het weten te verkrijgen van geneeskundige attesten) thuisgebloven, dat vele vrouwen er zich over verergeren. De Bloemfonteinsche »Express" bevat van »eene ware Vrijstaatsche vrouw" een ingezonden stuk, waarin daar over een zeer hartig woordje wordt gezegd. »Schande voor onze Vrijstaters", schrijft ze. »De een lijdt aan een droge lever, de ander aan een glazen been of arm, een derde aan hartkwaal zij loopen allen met certificaten in hunne zakken, als dekmantels voor hunne lafhartigheid. Anderen hebben zulke knappe boven te krijgen. Ze diende hun nu tot huis, terwjjl ze voor de opening een zeil spanden, zooals bij een tent. Zjj warmden elkaar, door dicht bij elkaar te kruipen, terwijl een der drie schipbreukelingen, in wiens verstijfd lichaam geen spoor van leven meer te ontdekken viel, buiten werd neergelegd. Morten lag eenigszins te ijlen en teneinde hem beter te verwarmen ging Jon vlak bij het zeil liggen. In het begin van den nacht had Jon, niettegenstaande zijne vermoeidheid, verontrustende gedachten en lag hij er naar te luisteren hoe de storm steeds in hevigheid toenam. Indien zij niet aan land gekomen waren, zoudon ze op zee verongelukt zijn maar hier op zoo'n buiteneiland waren zij eraan blootgesteld om dood te vriezen. Met bitterheid lag hij eraan te denken, hoe zwaar de hand des Heeron op een arm man kon rusten en welk een treurig Kerstfeest het voor Marina zou wordenzelfs al kwam hij thuis want het zou met het voedsel treurig gesteld zijn thuis en misschien werd de jongen ook wel ziek. Terwijl hij daar zoo lag, ten prooi aan onrustige ge dachten, lichtte hij het zeil even op om eens naar buiten, in den nacht te zien. Bij den kouden storm uit het oos ten was de hemel bedekt met fonkelende flikkerende sterren, hetgeen een vast verschijnsel is in deze noorde- Ijjke streken. Zijn oog vestigde zich op een alleenstaande gele ster, die de anderen in glans en grootte overtrof. Morten lag oenigo woorden te mompelen van een psalm, dien Marina eens op een Kerstfeest den kinderen geleerd had en Jon zeide dien nu in stilte bij zich zelf op. Het troostte hem om zoo naar dat heldere licht te liggen kijken. Een oogenblik later ontviel het zeil aan zijn slappe hand en Jon sliep. Op het kleine handelsplaatsje zat op dien bewusten nacht »de oude Stuwitz" zooals men hem nu alge meen noemde, in den winkel achter de gesloten luiken bjj een vetkaars op een kandelaber gestoken en maakte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5