De driemaster „Toetast No. 27. ^eede wad. Honderd en tweede jaargang. Zondag 4 Maart 1900. Voor ^.uid-Afrika. FEUILLETON. Uit het Noorseh. Nederland. bevonden 17oor werpen. Jonas Lie. ALKMAARSCHE («HIAAT. De volgende oproeping is gericht, tot het Neder- landsche Volk ten behoeve van de Bfederlandsch Zuid Afrlkaansche Vereeniging. De circulaire wordt mede-onderteekend door 177 mannen en vrouwen van verschillenden stand en elk» politieke richting uit alle deelen des lands en uit de voornaamste steden van Nederlandsch Belgie. Landgenooten De beweging van bewondering en sympathie voor onze stamverwanten in Zuid-Afrika moet langer duren dan een oogenblik. Het opgewekte leven van deze dagen moet rijke en blijvende vrucht dragen; de schade moet worden ingehaald het verzuim hersteld. Zuid-Afrika heeft recht op onze hartelijke belangstel ling. Het is te doen om de toekomst, om de krachtsont wikkelingom het leven van den Nederlandschen stam. Energiek en sterk moet ons gansche volk samenwerken, om tusschen hier en ginds hechte banden te knoopen die blijven, lang nadat de strijd van heden zal zijn beslist. Aaneensluitingeendrachtig samenwerken is daartoe onmisbaar. Dat eensgezindheid onder alle richtingen, alle partijen in den lande, hoezeer zij het in menig opzicht oneens mogen zijn in dit geval bostaat, de ervaring der laatste maanden heeft het gelukkig in ruime mate bewezen. Laten dan allen die het wel meenen met Zuid-Afrika zieh scharen onder de vanen van één machtige Vereeni- gingdie de afzonderlijke pogingen van zoovelen kan samenvatten en versterken en de sympathiedie aller- wege blaaktvermag om te zetten in daden. Zulk een Vereeniging kan de »Nederlandsch Zuid- AfrikaanscheVereeniging" worden, wanneer vele duizenden nieuwe leden tot haar toetreden. Reeds sinds 1881 is zij, met beperkte middelen, in den bovenbedoelden geest werkzaam. Thans kan en moet zij worden tot een wer kelijk nationale Vereeniging, met krachtige organisatie, met afdeelingen in het gansche land, in de koloniën, in België en overal elders, waar Nederlanders wonen en met een hoofdbestuur, waarin alle richtingen zijn vertegen woordigd. Zulk een Vereeniging zal invloed kunnen oefenen op de daden onzer wetgevers en regeerders. Zij zal zich voortdurend ten dienste stellen van de regeeringeu der Hollandsche republieken in Zuid-Afrika. Voor zulk een Vereeniging is thans, ter voorlichting der openbare mee ning, met name in Engeland en Amerika, een ruim arbeidsveld open. Zulk een Vereeniging zal het studeeren van Znid-Afrikaansche jongelieden hier te lande op groote schaal kunnen bevorderen. Dit is thans mogelijk want de geestdrift is algemeen; het oude nationaliteitsgevoel herleeft. Wij roepen onzen landgenooten van elke richting met aandrang toeSluit u in menigte aan bij de .Neder landsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging"! Wekt in uwe omgeving allen eveneens tot toetreding op! Sticht afdee lingen in de grootere plaatsen en vormt aldus, ter be zegeling onzer blijvende belangstelling in de worstelende stamverwanten daargindereen machtigen Nederland schen bond voor Zuid-Afrika. De jaarlijksche contributie bedraagt f 3.en voor het lidmaatschap kan men zich opgeven bij den secretaris, den heer Paul den Tex, Heerengracht 318, Amsterdam, alwaar tevens inteekenlijsten en exemplaren van het ma nifest kunnen worden aangevraagd. VAN 24) De tijding, dat Koning Oscar Noorwegen een eigen handelsvlag had gegeven, in plaats van de vorige gele, ging als een loopend vuurtje door het geheele land. Het stoomschip »Prins Gustaaf" bracht onder saluut schoten deze boodschap naar de noordlandsche en fin- marksche stopplaatsen en verwekte overal veel sensatie. De noordlandsche jachten zouden niet meer onder de gele vlag naar Bergen varen, doch met de eigen kleuren wapperende van den achtersteven en alle vlaggestokken ondergingen dezelfde verandering. Naar aanleiding daarvan zou er feestgevierd worden bij Heggelund en feestreden zouden er gehouden worden op bet grasveld onder den vlaggestok vergezeld van saluutschoten. Na een massa heen- en weer geschrijf met de autoriteiten in het district werd de volgorde der redevoeringen vastgesteld. Dit geschiedde onder den vorm van overdreven bescheidenheid en wederkeerige vleierijen, doch alle partijen voeldendat er genoeg stof voor beleediging in lag. Het feest werd bepaald op midden-zomer, wanneer de jachten terng waren van de reis naar Bergen en toen die dag al nader en nader kwam was Andreas Heg gelund de werkzaamheid in eigen persoon. Toen hij van zijne tante hoordedat de procuratie houder zijn medeminnaar bij Julie Schultzook een redevoering zou houden geraakte hij in een minder goed humeur en Morten begreep, dat er iets bijzonders met hem gaande was, want 's avonds liep hij ijverig heen en weer op zijn kamer. Toen liet hij zich ont vallen, dat ook hij eene redevoering van buiten wilde Een lastig Interview. In het laatst van het vorige jaar werd op den Rijswijkschen weg een man door de stoomtram aange reden. De armoedig gekleede persoon werd in het Zieken huis opgenomen, waaruit hij dezer dagen is ontslagen. Gedurende zijnen verpleegtijd kon niemand met den ver- woDde spreken, want niemand verstond hem. Alle mogelijke moeite werd ook na zijn herstel door de politie aange wend om met den vreemdeling een gesprek te voeren, maar niets baatte; op allerlei vragen antwoordde hij met een vreemdklinkend »yes". Een bezoek bij de Turksche ambassade leverde geen resultaat op, evenmin als de pogingen om den man in het Hebreeuwsch toe te spreken. Men bracht hem naar Leiden, waar verschillende professoren trachtten met den man te spreken. Een hunner probeerde 't achtereenvol gens in elf talen, maar niets hielp, steeds hei haalde de ondervraagde zijn eentonig »yes". Eindelijk slaagde een particulier te Leiden, dr. Herzsohn, er in zich eenigszins verstaanbaar te maken en eenige bijzonderheden als naam, gaboorteplaats, ouderdom, enz. enz., van den vreemdeling te weten te komen. Heel ge makkeljjk was dit interview niet. Na twee en een half uur en nadat er bjjna een ka3t vol boeken aan te pas was gekomen, was men zoover, dat men thans weet dat in den avond van 27 December 1899 op den Rijswijk schen weg te 's Gravenhage door de tram is overreden de 45-jarige Syriër Ohalil Atiijije, geboren op den weg naar Beiroet. De man sprak een Arabisch dialect, waar door 't vooral moeielijk was hem te verstaan, en zijn schrift bestond uit lastig te ontcijferen krabbeltjes en hanepooten. Nadat eerst vergeefs getracht is den man te Rotterdam op een naar zijn geboorteland varend schip te krijgen, is de vreemdeling over de Belgische grenzen gebracht. (Handelsblad.) Af eerbosch. De oud-suppoosten Lak en mej. Drektraan, die te Arnhem terechtstonden wegens mishandeling van den overleden verploegde Tiekenzijn door de rechtbank aldaar elk veroordeeld tot f 10 boete, subs. 10 dagen hechtenis. De rechtbank overwoog, dat slaan nimmer door de directie der weesinrichting was verboden en als gewoon tuchtmiddel werd beschouwd. Leger des Hells. Generaal Booth zal in den loop der maand April e.k. ons land weder bezoeken. BTederl. Zangersbond. Het een en twintigste Nationaal Zangersfeest van het Nederlandsch Zangersverbond zal dit jaar te Am sterdam worden gegeven. Naar gebruik zal het een drie- daagsch leest wezen en het is bepaald op 25, 26 en 27 Mei a.s. Het hoofdnummer van het feest is de gezamenlijke uitvoering van een nieuw werk van Richard Hol, een cantate voor sopraan-, tenor- en bariton-solo en mannen koor, met orkestbegeleiding, »Het Land der Vaderen" getiteld. Als tweede nummer is op het programma ge bracht de vKroningscantate" van Bern. Zweers, welke tot nog toe niet voor het groote publiek werd uitgevoerd. Dit laatste werk zal onder leiding van den heer Albert Roodhaan uit Nijmegen worden ten gehoore gebracht. Den 17 Maart hoopt de heer J. P. Grootte Paruerend zijn 50-jarig jubilé te vieren. Van 1876 af is de heer G. aldaar werkzaam als stadsmuziek-directeur en organist der ned. herv. gemeente. Zondag 18 Maart denkt de jubilaris een orgel-concert te geven met mede werking van zijn oud-leerlinge mej. A. Kappel. Bij die leeren, maar dat hij radeloos was, omdat hij niet wist waarover dat moest zijn. Dan dacht hij aan dit onderwerp, dan weer aan een anderals hij maar wist, waarover de procuratiehouder zou spreken En dan is er ook moed voor noodig, Morten De dag brak aanheele rijen booten vol gasten kwamen achter elkaar aangeroeid de jachten en de booten iu de bocht vlagden en in den tuin was Andreas met zjjne helpers bezig om de kanonnen warm te schieten. Den heelen dag was Andreas bleek en ernstig geweest. Morten ge voelde zich plechtig gestemd, nog nooit had hij zoo'n feest meegemaakt. De tuin was vol menschen en om het spreekgestoelte stonden de jonge dames met de kleuren der vlag op hare witte japonnen. Eenige hoornblazers bliezen den koningszang en de landrechter hield eene redevoering voor den koning. Toen kwamen »de zonen van Noorwegen" aan de beurt en de redevoeringen naar aanleiding van den das;, als mede voor de mannen, die gestreden hadden voor de rechten des vaderlands. Die schoone woorden maakten diepen indruk op Morten toen de kanonnen los donderden was het hem alsof hij geen grond meer onder zijne voeten voelde. Toen bracht Heggelund een dronk uit op »den voor uitgang van Nuordland onder de nieuwe vlag", en of schoon de toast slechts kort was, werden die laatste woorden toch met eindeloos hoera-geroep begroet, waarbij men de glazen hoog in de lucht wierp. Dat was de eerste maal, dat Morten een blik sloeg in het land der poëzie, geschilderd in woorden, die hij allemaal voor waarheid aannam. Op de eene of andere manier moest hij uiting geven aan zjjn enthousiasme en daarom verzocht hij Andreas of hij de kanonnen mocht bedienen. Van dat oogenblik werden zij bediend met eene juistheid en kalmte, dat men den chef voor een phlegmatieken Hollander had kunnen houden. De procuratiehouder trad op en sloeg een eenigszins lange toast op de vrouwen de vrouw als moeder gelegenheid zal het den heer G. zeker niet aan bewijzen van belangstelling ontbreken. (W. v. M.) Van de vtnvlsch, welke verleden zomer onder Loosduinen strandde, is thans het spek gekookt in de fabriek van de heeren Dobbe Co. Dit leverde ongeveer zestig groote okshoofden traan op. Te Rijsw(]k heeft een treurig ongeval plaats gehad. Een driejarig knaapje had in een onbewaakte oegenblik de woning, die door den hoogen waterstand bjjna geheel door het water omgeven was, verlatenhij geraakte te water en verdronk. tJrsem. Tot bode bij de Begrafenis-Vereeniging •Onderlinge Hulp" is benoemd de heer K. Mienis Pz. alhier. Bovencarspel. De heer J. Faber, te Sexbierum, is benoemd tot onderwijzer aan de openbare lagere school alhier. Hrootebroek. De heer ds. A. Stramrood, te Twisk, is beroepen tot predikant by de ned. hervormde gemeente alhier. Voordracht. Voor de benoeming van dijkgraaf van het hoog heemraadschap van Waterland bestaat het drietal uit de heeren: S. van den Berg, te Ransdorp, J. Pauw Swart, te Schellingwoude en L. de Oude, te Broek in Waterland. Te Hoogwoud werd de vorige week eene ver- kooping gehouden. Zekere J. B. kocht een klamp hooi naar gissing ongeveer vijf wagensvoor f 50. Hij dacht een »koopje" te hebben doch later bleek, dat deze hoop ternauwernood twee wagens hooi bevatte. Men had name lijk onder het hooi allerlei dingen geborgen, o. a. eene dorschmachine. De kooper wil nu gaarne zijn »koopje" zonder winst van de hand doen. Bij de lustrumfeesten der IJtrechtsche Hooge- school, in den zomer van 1901, zal de historische op tocht naar Het Centrum verneemt eene voor stelling geven van den intocht van Sultan Soliman II in Budapest, ten jare 1526. De costumes welke daarbij gedragen worden zullen uitmunten door bonte, weelderige kleurenpracht van Oos terlingen en Hongaren. Veexlekte. Het mond- en klauwzeer is uitgebroken bij vee van twee landbouwers, woonachtig te Barslngerhorn en te Egiuond aan Zee. - Een droevig voorval had den 27 onder Cllngen- daal plaats. Een vrouw trachtte zich in een vlaag van zwaarmoedigheid met twee harer kinderen door verdrin king van het leven te berooven. Zij had daartoe de kleinen ontkleed de kleertjes in den kinderwagen gelegd en was daarna met hen in het water gesprongen. Een bewoner van Wassenaar bemerkte tijdig de wanhopige daad, en wist met groote moeite vrouw en kinderen weder op het droge te brengen, waarna zij per rijtuig naar het gemeente-ziekenhuis te 's Gravenhage zijn vervoerd. 4j)ronliigeii. In den kelder van het gebouw der Universiteitsbibliotheek, waar zich de toestellen bevinden ter verwarming van dit gebouw, is de stoker Joh. de Vries dood gevonden. Het bleek, dat de man door ko lendamp was gestikt. Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen des morgens tusschen 9 en 12 uur Een rozenkrans een mesje, een bonte boezelaar, een zakmesje, een grijs pellerienjasje, een r. c. gebedenboekje, een gouden medaljon, een stukje van een gouden oorbel letje, een gouden oorbelletje, een overschoen, een porte- monnaie, inh. 1 cent. Alkmaar, De Commissaris van Politie, 3 Maart 1900. S. M. S. MODDERMAN Jr. (hierbij groette hij beleefd mevrouw Heggelund) als dochter, als bruid en verwierf daarmee veel bijval, vooral bij de jonge dames. Dat kon Andreas niet verdragen en voordat hij het zelf wist en tot niet minder verbazing van mevrouw Heggelund, stond hij plotseling op het spreekgestoelte. Zyn hart van angst vasthoudend, zag Morten dit aan. In zijn ijver was Andreas begonnen met eenigszins aanmerkingen te maken op den toast van den vorigen spreker. Hij had zich opgeschroefd in denzelfden gedach- tengang en moest dus nu met iets voor den dag komen, dat een vervolg was op den vorigen toast en het voor deel op zijne zijde bracht. Doch in zulk een positie was Andreas juist op zijn plaats. Hij kreeg het gelukkige idee om te spreken niet over de vrouw in het algemeen maar over de noord landsche vrouw in het bijzonder zoowel over de arme, die meewerkt en haar man thuis verwacht van de viachvangst, als over de rijkere, die haar echtgenoot terug verwacht van de reis naar Bergen. Hij beschreef een gastvrije, noordlandsche huismoeder en schilderde daarbij duidelijk genoeg zijne tante en daarna een blauwoogig meisje, blond en rein als sneeuw dit was Julie Schultz. Hij eindigde juist op het rechte oogenblik en deze toa«t op zijne omgeving oogstte eindeloozen bijval. Warm van aandoening kwam Andreas naar beneden. De dames verzamelden zich om hem heen. De procu ratiehouder was totaal verslagen en slechts met moeite kon Julie Scauitz verbergen, dat zij tranen in de oogon bad. De volgende die hem bij de hand greep, dat was Morten hij zeide alleen »Dank je I" en ging toen weer naar zijne kanonnen. Hij vond dat Andreas in zijn toast ook zijne eigen moeder, daar ginds op Skorpen, geschilderd had. Het feest werd onder veel vroolijkbeid en vreugde voortgezet en het deinde nog eenige dagen na in den vorm van veel visites binnen de muren. Heggelund en zijne vrouw waren er niet weinig tiotsch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5