I I Honderd en tweede jaargang. Zondag 25 Maart 1900. Herhalingsonderwijs maar niet verplicht. PAJÜJSCHE mtlËVEN NO. 36. Tweede Mad. ALKIAARSCHË COURANT. Omtrent het herhalingsonderwijs zijn door de Tweede Kamer twee belangrijke beslissingen genomen, beide met een meerderheid van slechts ééne stem. Met 49 tegen 48 stemmen is aangenomen, dat de gemeente voor openbaar herhalingsonderwijs moet zorgenen evenzoo met 49 tegen 48 stemmen is de bepaling verworpen, dat ondersvoogden en verzorgers verplicht zullen zijn de kinderen wier opvoeding ban is toevertrouwd, herha lingsonderwijs te doen genieten hetzij op een openbare of op een bijzondere schooihetzij aan huis. Reeds thans bepaalt onze Schoolwet in art. 17 dat van gemeentewege zooveel doenlijk aan hen die het gewone schoolonderwijs genoten hebben gelegenheid ge geven wordt tot het genieten van herhalingsonderwijs. Sommige gemeenten hebben daarvoor gezorgd, de meeste gemeenten hebben het, nu' zij er niet toe verplicht waren, nagelaten. In het wetsontwerp tot invoering van leer plicht dat aanvankelijk den duur van den leerplicht bepaalde op zeven jaren doch toen die tijd tot zes jaren werd verkortdaarnevens verplicht herhalings onderwijs voorstelde, kon een bepaling tot wijziging van dit artikel der Sehoolwet niet ontbreken. Niet meer .zooveel doenlijk'', maar eenvoudig .gelegenheid tot het genot van herhalingsonderwijs wordt gegeven", zou voortaan de bepaling luiden. Waarin dat openbaar herhalingsonderwijs zou bestaan werd bijna geheel aan het inzicht der gemeentebesturen overgelaten. De ge meenteraden zouden zijn omvang regelen de vakken bepalen waarin, en de w\jze waarop onderwijs zou wor den gegeven naar plaatselijke behoefte. Ook andere vakken dan die van het reeds genoten schoolonderwijs zouden er in opgenomen kunnen worden. Slechts enkele punten worden in het ontwerp zelt voorgeschreven waaraan de gemeenteraden zich zonden hebben te houden. Het zou ten minste vier vakken moeten bevatten en daarvan zouden ten minste twee vakken van het gewone schoolonderwijs moeten zijn. Aanvankelijk werd bepaald, dat het herhalingsonderwijs gegeven zou moeten worden ten minste vier maanden in het jaar, en wel gedurende ten minste acht avonduren per week. Later werd voor deze bepaling in de plaats gestelddat het zon moeten gegeven worden ten minste gedurende zes en negentig uren in het jaarzoodat de gemeenteraden geheel vrij zouden zijn die uren over het geheele jaar te verdoelen overeenkomstig plaatselijke omstandigheden terwijl er nog aan werd toegevoegd dat lesuren die 's namiddags te vier uur of later aanvingen, zouden gerekend worden tot de avonduren. In den loop der beraadslaging heeft dit artikel nog heel wat verandering ondergaan. Zoo is nu bepaald dat de gemeenteraden omtrent de regeling van het her halingsonderwijs in overleg moeten treden met den districtsschoolopzieneren het advies van de hoofden der lagere scholen moeten inwinnen. Vervallen is de bepaling omtrent de avonduren zoodat het onderwijs ook gedurende den dag gegeven kan worden. Voor de meisjes moet geen gelegenheid bestaan om buiten de avonduren het herhalingsonderwijs te ontvangon. Dit artikel bevat echter alleen bepalingen omtrent het herhalingsonderwijs dat op de openbare school gegeven moet worden. De ouders, voogden enz. die volgens het ontwerp verplicht zouden zijn de aan hunne zorg toevertrouwde kinderen herhalingsonderwijs te doen ge nieten, zouden ze echter natuurlijk niet naar de openbare school behoeven te zenden. Zij zouden ze daartoe ook een bijzondere school kunnen laten bezoeken, ot hun huis onderwijs kunnen geven of laten geven. Waarin dat her halingsonderwijs moest bestaan, werd echter niet bepaald. Men zou zich kunnen bepalen tot. vakken van het ge wone lager onderwijs of tot andere vakken, zelfs tot één vak. Hoeveel vakken, werd niet voorgeschreven. Men zou zijn kinderen ook een geheel andere school, een industrieschool, een teekenschool, een kookschool, een naai- en breischool kunnen laten bezoekenmen zou hun thuis zelf Latijn of Grieksch, wiskunde, zingen, land bouwkunde, handwerken of iets anders, kunnen laten leerendat alles zou gelden voor herhalingsonderwijs. Het bezoek van elke andere school dan een herhalings school en elk huisonderwijs zou voldoende zijn, mits bet kind maar jaarlijks ten minste zes en negentig aren onderwijs ontvangt, en dat zoodra het niet meer viel onder den leerplicht voor het gewone lager onderwijs, totdat het de klassen zou hebben doorloopen, waarin het bij het bereiken van den vijftienjarigen leeftijd was ge plaatst, of, zoo het huisonderwijs ontving, totdat het dien leeftijd had bereikt. Het viel niet te ontkennen, dat volgens deze bepalingen de vraag onbeantwoord bleef, welke school dan eigenlijk een bijzondere herhalingsschool zou kunnen heeten en wat onder herhalingsonderwijs in het algemeen moest worden verstaan. Men zou kunnen zeggen alle onder wijs, onverschillig waarin, dat een kind na den gewonen schooltijd tot zijn vijftiende jaar ontvangt. Zooals wij reeds opmerkten, is het artikel ten slotte verworpen. De gemeenten zullen dus voor herhalings onderwijs moeten zorgen, met de meest mogelijke vrijheid om daarbij naar plaatselijke behoefte en plaatselijke omstandigheden te handelen. Maar de verplichting om van dit openbaar herhalingsonderwijs gebruik te maken of zijn kinderen gedurende zekeren tijd op een andere school of te huis eenig onderwijs te doen genieten, is vervallen. Moeilijk kan ontkend worden dat er van die verplichting voor zoover de kinderen niet de openbare school zouden bezoeken, niet veel overbleef. De gemeentebesturen zullen zich nu moeten beijveren, onder goede voorlichting, met het oog op de behoeften der inwoners en de verschillende bedrjjven waartoe het meerendeel der kinderen wordt opgeleid, acht gevende op allerlei plaatselijke omstandigheden, het herhalings onderwijs, dat zij, komt de wet tot stand, verplicht zullen zijn te doen geven aanlokkelijk te maken, het zoo te regelen, dat men zoo algemeen mogelijk inziet, dat het in het belang der kinderen is er gebruik van temaken, ook al bestaat daartoe geen verplichting. En de besturen der bijzondere scholen, voor dit belang niet blind, zullen niet nalaten alle krachten in te spannen om ook in dit opzicht met de openbare scholen te wedijveren. IV. Parijs21 Mrt. 1900. Zooals te verwachten wisheeft de Tweede Kamer met ongeveer algemeene stemmen aan den minister van scboone kunsten het gevraagd crediet verleend van 2 millioen 200 duizend franken ,noodig voor den herbouw van het Thé&tre Francais, en bovendien nog 200 duizend franken voor de voorloopige inrichtingen en veranderingen door de verhuizing van dit tooneel veroorzaakt. En intusscben werd een der meest verdienstelijke acteurs van Frankrijk's eersten schouwburg veroordeeld, omdat hij in verboden jachttijd een konijn geschoten had. Wij zouden anders niet bij zulk een luttel feit stilstaan, doch willen even doen zien hoe men ook hier accuraat kan zijn in kleinigheden. Vóór een jaar geleden dan maakte deze acteur de heer Sylvain per jacht een rivierreisje van Asnières naar Havre. Onderweg meende hij op een der oevers een dier te zien dacht dat het een rat was en schoot er op doch kon vervolgens het beestje niet vinden. Maar een jachtopzichter vond op die plaats een wild konijn het dier had 21 hagelkorrels ontvangen en dus maakte deze ambtenaar een proces-verbaal op. Na eenig zoeken kwam hij te weten dat de eigenaar van het jacht was de heer Sylvain, sociétaire van de Comédie Pran9aise en wonende te Asnières. Doch er is meer dan één stadje in Frankrijk hetwelk den naam van Asnières draagtmen zocht dus den heer Sylvain eerst in het departement van Seine-et Oise waar h(j natuurlijk niet bekend was, en vond hem eindelijk te Asnières in het Seine-departement. En dat alles voor één konijn enfin het gevolg was dat de heer Sylvain eerst door de cor rectioneels rechtbank van Louviers veroordeeld werd tot 50 franken boete wegens jacht in verboden tijd en op eens anders eigendom en vervolgens werd dit vonnis in appèl bevestigd door de vierde Kamer van het Hof te Rouen doch met toepassing van de wet Bérenger. Natuurlijk begint men thans toch ook onder het groote publiek wat meer te praten over de weldra te openen groote tentoonstelling. Wat de entrée-gelden betreft valt het niet te ontkennen, dat wij hierbij dezelfde fout zien begaan als in 1889. En dat dit nieuwe reglement voor deze tentoonstelling dagteekent van het jaar 1894 en men zich daarbjj gehouden heeft aan het vroegere van 1889 bewijst nog volstrekt nietdat dit een goed reglement is. Aan elke »Bon" der Expositie zijn de bekende 20 tickets bevestigddus twintig bewijzen van toegangnu zal men weder vóór 10 ure 's morgens en na 6 ure 's avonds 2 tickets verlangen, en men had toch kunnen bedenken dat het eigenlijke volkdat allen die hun kost moeten verdienen over dag, eerst 's avonds vrij zijn. Dat die menschen dan juist dubbel moeten betalen, vin den wij niet zeer billijk. En wat zegt gij wel van zulk een diefstal 400 duizend franken het is geene kleinigheid en zoo iets is alleen in eene groote stad en op een zeer druk punt mogelijk. Het slachtoffer is ditmaal de Spoorwegmaatschappij La Compagnie du Nord" en de dieven waren zoo behendig, dat men er bijna respect voor zou krijgen. Deze Com pagnie heeft de gewoonte haar geld te storten bij de Fransche Banken altijd kwam dan een vrachtwagen der maatschappij zich stellen onder de vensters der hoofdkas, la Caisse Centralo. Een soort van houten brug werd verbonden aan wagen en venster en zoo liet men de zakken vol geld van uit de kas in dat rijtuig gljjden. Zoodoende kon men ongeveer zeker zijn dat niemand iets kon wegnemen. Maar sedert het begin der maand had men op het binnenplein vóór die vensters verschil lende werkzaamheden begonnen, hier en daar moest een en ander hersteld wordendus bleef genoemde wagen in de rue de Dunkerqne wachten en werden de zakken met geld per kruiwagens vervoerd van het kantoor naar het rijtuig. Man vermoedt nu, dat dieven van beroep dit bemerkt hadden en daarin eene kans zagen een mooien slag te slaan. Dinsdagochtend tegen 10 ure was men bezig eene som van 680 duizend franken te brengen voor de Banque de France. 180 duizend franken in stukken van cent sous (5 fres.) werden in dertig linnen zakken behouden per kruiwagen naar het rijtuig gebracht, de nam 50 duizend franken in in ontvangst, en een ander be- kantoorlooper Chapantot bankbilletten van 500 diende zag zich belast met een tasch, bevattende 400 duizend franken in billetten van duizend, honderd, en vijftic. Deze nu, Christophe geheeten, had medegeholpen aan het transport per kruiwagen der linnen zakken, hij moest dus even van jas verwisselen, dus gat hij dien kostbaren tasch aan Chapantot af, en deze zette die »Sacoche" naast den koetsier. Maar nauwlijks had Chris tophe zich omgekeerd, of een zeer fatsoenlijk gekleed heer klopte Chapantot op den schouder en vroeg hem naar Boulevard Magenta. Chapantot gaf de gevraagde in lichting, en tegelijkertijd kwam een ander heer ook iets vragen aan den koetsier van hot rijtuig. Kantoorlooper en koetsier hadden dus slechts één oogenblik misschien een paar seconden het gelaat afgewend van den zak, en dit was helaas voldoende, want eene halve minuut later kwam Christophe terug, wilde de tasch met de 400 duizend franken weder in ontvangst nemen, doch heeren, geld en sacoche, alles was spoorloos verdwenen. Men vermoedt, dat de daders van dezen brutalen diefstal En- gelschen zijn, want het is geheel en al de engelsche wijze van stelen. In dat geval loopt de Compagnie gevaar het geld nooit terug te zien, want zijn engelsche dieven eenmaal weder behouden in hun land terug, dan zijn zy daar volkomen veilig. Misschien herinneren de lezers zich nog wel, hoe hier de bekende anti-semiet Jules Guérin, en zijne vrienden ons voor eenige maanden geleden een echt beleg boden in de rue de Chabrol. Jules Guérin, die zich niet ge vangen wilde geven, sloot zich op in hetgeen men zeer juist het »Fort Chabrol" genoemd beeft. Thans werden alle wapenen en andere voorwerpen welke politie en rechters in dit huis vonden, openbaar verkocht. Vele vrienden van Guérin kochten de meeste op, zoodat voorwerpen van geringe waarde hooge prijzen haalden. Het touw hetwelk dienst deed om levensmiddelen van buiten naar binnen te halen, bracht 70 francs op, een touwladder 63 francs, een half kilo koffie 5 francs, een metalen horloge 20 francs, eene rotting 135eene andere 75 en een derde evenzoo 75 francs. Enfin, alles te zamen bracht 3 914 50 francs op, dus bijna 4000, misschien tienmaal de werkelijke waarde, doch wat doet men al niet om een souvenir machtig te worden. J. M. T. Zuiil-Afrika. Hoezeer het gruwelyke onrecht, dat Engeland jegens de Zuid-Afrikaansche Republieken begaat, de veront waardiging wekt, bewijst weder de inhoud eener circu laire, die ook aan een gemeentebestuur is toegezonden. Zij draagt het hoofd »Macht gaat boven recht" en is onderteekend door Heinrich Dietz, particulier te Leipzig- Neudwitz, Tiefe Strasze 4. Deze heer wil niets meer of minder dan Engeland bestoken, in eigen land met zeer revolutionaire middelen. Hg wil de Theems-dijken laten in de lucht vliegen of doorsteken, bij hoog water, en zoo het omringende land onder water laten loopen in de haven van Londen en andere belangrijke havens van Engeland schepen in brand steken de hoofdbuizen der Londensche gas- en waterleiding laten springen en het ontsnappende gas doen ontbranden; aanvallen doen op alle engelsche oorlogs en transportschepen, ten einde ze in brand te steken of door middel van dynamiet te vernielen. Geen halve maatregelen Brieven voer Oranje-Vrijstaat. - Tot nadere aankondiging worden de brieven en overige poststukken, bestemd voor den Oranje-Vrijstaat, verzonden via Pretoria. Afzenders, die verzending honner stukken over Kaapstad wenschen, zullen dit met duidelijk schrift op de adreszijde moeten aangeven, in welk geval daaraan gevolg zal worden gegeven. Vederlandsclie Vlsscherij-Vereeniglng. Te Armemuiden (Walcheren) is op aansporing van den heer J. Zwier Visser uit Alkmaar eene af- deeling gevormd van de »Nederlandsche Visscherijver- eeniging", waartoe reeds dadelijk ruim honderd personen als lid zijn toegetreden. Het doel dezer vereeniging is het oprichten van een pensioen-weduwon- en weezenfonds voor visschersen voorts al datgeen, wat kan geacht worden in het belang te zy u van de visscherij. Ook te Veere is eene afdeeliug opgericht. De heer Zwier Visser zal nog verscheidene lezingen houden, ten einde ook in andere plaatsen tot aansluiting op te wekken. Centrale Liberale Kiesvereeniging. Door de besturen der afdeelingeu van de Centrale Liberale Kiesvereeniging in het district Helder zal eerlang eene bijeenkomst worden gehouden om te be raadslagen over de middelen om eenheid to verkrijgen in de liberale partij bij de eerstvolgende verkiezing voor een lid van de Tweede Kamer. In verschillende afdeelingeu van de Centrale Libe rale Kiesvereeniging in het kiesdistrict Hnkhuizen wordt de oppositie tegen het door de Liberale Unie op den voorgrond plaatsen van algemeen kiesrecht algemeener. Mochteu op de algemeene ünie vergadering in den zin van de circulaire van het bestuur der Unie besluiten wor den genomen dan laat het zich aanzien dat op de eerstvolgende a'gemeene vergadering der Centrale een voorstel zal worden gedaan den band met de Liberale Unie te verbreken. (Hoornsche Courant.) Te Utrecht is een 17 jarige jongen bij het neerlaten van eene u.aud met waschgoed uit het dakraam eener derde verdieping gevallen. De ongelukkige, die op een steenen binnenplaats terecht kwam, was terstond dood. Dit jaar viert Ben Haag het leest van haar 650- jarig bestaan. Van zelf roept die viering de herinnering op aan den stichter der stad. Weldra nu zal verschijnen een geschiedenis van Graaf Willem II van Holland, onder den titel »Om de Keizerskroon. Leven en daden van Graaf Willem II van Holland, Roomsch-Koning, stichter van 's-Gravenhage", door J. R. Van der Lans. (»Vad.")

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5