V oorj aars veemarkt. ter „M No. 41. Honderd en tweede jaargang. 1900. YEUDAG 6 APRIL. FEUILLETON. Buitenland. Inrichtingen, die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Uit het Noorseh. *J onus Lie. ALklIAARSCHE COUR 1ST. Deze Courant wordt Dlnsdag-, Itonderd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f ©,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer r 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel ff ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. O tl A ar K W E T. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat aan hen vergunning is gevraagd door C. GOES, wonende te Alkmaar, tot het voortzetten van den verkoop van sterken drank in het klein in het perceel aan den Koningsweg, in wijk B, no. 73, welke vergunning thans ten name staat van JACOB KOEMAN. Burgemeester en Wethouders voorn., Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 5 Apr. 1900. C. D. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDEKS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis dat door hun college bij besluit van den 31 Maart j.l. No. 12, vergunning ls verleend aan A. HEITHXillAl wonende te Edam tot bet oprichten van eene koffiebranderij in het perceel Achterdam Wijk C No. 26. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 4 Apr. 1900. C. D. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis dat ter gelegenheid van de Groote Voorjaarsveemarkt op Mlnsdag 17 April a.s., het vee, dat niet per vaartuig naar de markt wordt gebracht, alléén aangevoerd mag worden langs den Helderschen Weg, over de Helloërbrug en over de draaibrug over het Groot Aoordhol- landsch Kanaalbij welke plaatsen het vee door een deskundige moet worden onderzocht. Aanvoer van vee langs het Zeglts, over de Geester- brng de Vlotbrug, de Xltuwlauderbrug en de rustieke Voetbrug is verboden. Het vee, hetwelk per vaartuig aangevoerd wordt, mag niet gelost worden dan onder toezicht van den daarmede belasten veearts; DIE LOSSING MAG ALLEEN GESCHIEDEN AAN DE KANAALKADE op de door den havenmeester aan te wijzen plaats. Die plaats is voor de marktschuiten en vletten aan de lage steigers aldaar. Geen vee mag ter markt geplaatst worden als het niet vooraf is gekeurd en gestempeld. Het is voorts aan stalhouders uitdrukkelijk verboden, meat of stroo op de marktplaatsen neer te leggen off te strooien. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 4 April 1900. C. D. DONATH, Secretaris. VAN 36) Hij weet, dat het Noorderlicht zich laat neertrekken tot op de besneeuwde bergen, wanneer hij met een wit laken op en neer golft en dat het door zekere geluiden kan worden opgehitst en in zulke wonderljjke nachten ziet hij de onderaardsche bewoners met hun rendierkud- den, die lichtende horens hebben, op den vlneht gaan voor het Noorderlicht, dat hen vervolgt met zijne vuur tongen. De tocht ging in onafgebroken vaart over de bergen, met den onvermoeid biaffenden hond van Zilver-Sara vooraan den weg wijzende en zoo den geheelen nacht door tot den middag van den volgenden dag toen zij korten tijd halt hielden bij een verlaten hnt om wat rendiervleesch te ontdooien. Uit haar gelaat en de weinige woorden, die zij sprak, kon Morton opmaken dat zij de vrees koesterde dat Josias Umek en zijne vrienden hen des morgens zon den achtervolgen. De rendieren werden verwisseld en toen spoedden zij zich weer voortdien namiddag en avond tot zij eindelijk laat aankwamen bij een andere verlaten hnt en daar halt hielden. Hier gunden zij zichzelf en den dieren eenige nren rusttot aan den morgen en toen ging het weer verder. En niet eerderdan na een reis van twee en een half etmaal, toen zij aan de berg woestijn gekomen waren, wilde Zilver-Sara iets langer rust nemen en eerst toen Bcheen zij zich veilig te voelen. Zij zeidedat het nu nog zes etmalen reizen was XMVGKGAA». Groot is de verslagenheid der En- gelschen over het verlies door kolonel Broad wood geleden, niet slechts om het verlies zelf (ofschoon niet gering en een duchtige versterking der Boeren-artillerie)doch meer nog wijl nit deze overrompeling blijktdat de macht der Boeren in de Vrijstaat geenszins gebroken is en zij tot onder de rook van Bloemfontein met een groote macht kunnen naderen zonder dat de Britsche troepen daarvan iets gewaar worden vóór het te laat is. Alle bladen zijn 't er dan ook over eens, dat opnieuw dui delijk is geworden, dat de Engelsehe officier, hoe dapper en gehard ook ai die militaire kundigheden mistdie op het vasteland vau Europa voor een behoorlijke officiers-opleiding onmisbaar worden geacht. De militaire medewerker voorziet in dit kranige stukje der Boeren den voorlooper van den aangekondigden guerilla-oorlog. De Boeren zegt hijzullen zich thans hoogst zelden laten verleiden tot een beslissend gevecht, maar zij zullen voortdurend op de flanken en in den rug der Engelsehe kolonne zitten en den opmarseh bemoei lijken. En bij die vechtwijze zullen zy steeds grooter kans van slagen hebben, hoe verder de Engelsehe troepen zich zullen moeten verwijderen van hnn basis. Bovendien zal de opmarseh moeten geschieden met zooveel omzichtigheiddat van een snelle beëindiging van den oorlog thans minder sprake zijn kan dan ooit. En hoe langer de strijd duurthoe moeilijker het worden zal voor Engeland om de noodige paarden en ezels te vindendie onophoudelijk noodig zullen zijn voor de remonte. Uit Lissabon komt de bevestiging van het reeds gemelde bericht, dat Eogelsche soldaten over den Portu- geeschen haven Beira naar Rhodesia getransporteerd worden. Do Portngeesche minister van bnitenlandsche zaken deelde in de Kamer mede dat Portugal dit ver zoek had toegestaan, omdat Engeland daarmede gebruik maakte vaD een recht dat erkend is bij de verdragen. De tegenwoordige oorlogstoestand heft deze verdragen dij vóór den oorlog zijn gesloten, met op. Uit een gevoel van loyauteit heeft de Portngeesche regeering haar besluit aan de Transvaalsehe regeering bekend gemaakt. De gemeenteraad van Dublin heeft een motie aan genomen waarin uitgesproken wordtdat het Iersche volk aan de Engelsehe regeering geen enkel bewijs van loyanteit zal geven zoolang Engeland de home rule niet zal hebben erkend. Het raadsbesluit om der Koningin, die, zooals men weet, op reis naar Ierland is, een adres van welkom aan te bieden, heeft hierdoor alle waarde verloren. De stad is vol soldaten wier tegenwoordigheid zeker niet ongewenscht is om botsingen te voorkomen tnsschen de ontevreden Ieren en de duizenden jingo-schreeuwersdie van elders aangevoerd zijn om de Vorstin toe te juichen en ovaties te brengen. ZUID-ACRIJAA. Omtrent het gevecht benoorden Bloemfontein meldt een telegram van Boerenzyde naar de plaats in de noorsche dalenwaar hij zelf den weg kon vinden en waar zij hem verlaten zou. Op zekeren avond werden zij door een vreeselijken storm overvallen. Een tijd lang zocht Zilver-Sara met moeite naar den stand van het mos op de steenen en naar andere kenteekenen om den weg te vinden doch ten slotte moest zij het opgeven en stilhouden. Haar gedrag hield intnssohen zijn moed levendig. Kalm plaatste zij de sleden en de rendieren bij elkaar en maakte alles in gereedheid om zich met hem te kunnen laten insneeuwen. Om beurten moesten zij met den ski-stok draaien om het gat open te honden in de sneenwwaardoor zij lacht moeten ontvangen in hun warm kamertje. Ook het volgende etmaal hield de storm nog aan. Morten bemerkte dat Zilver-Sara dikwijls in gepeins verzonk en het scheen hem toealsof de onde vronw iets op het hart had. Het was een gelaatdat niettegenstaande de rimpels en de bittere uitdrukking, die er meestal over verspreid lagtoch wel vroeger in haar jeugd schoon geweest kon zijn ten minste hy kreeg dezen invaltoen hij haar eens zagterwijl hij er in stilte over zat te peinzen, wat die vronw toch wel mocht bewogen hebben om zich zulke opofferingen voor hem te getroosten terwijl zij anders volstrekt zoo gedienstig niet was. Zij moest ongetwijfeld iets van die verbazing op zijn gelaat gelezen hebben want toeo het Ben oogenblik later begon te schemeren begon zij op gedempten toon tot hem te spreken. Zij zat met haar gelaat in hare handen en Morten begreep spoedigdat zij sprak over Groote-Lars en den last van haar gemoed voor hem trachtte nit te storten. Het was een dikke vele jaren oude korstdie nu losbarstte van om dat vertwijfelde hart, bedolven onder ongeluk en bitterheid. Daarbij werd zij steeds meer en meer aangedaan tengevolge waarvan haar stem byna onverstaanbaar werd. Zij was het Lappen-meisje dat Groote-Lars had lief gehad en die gelokt was aan boord van Wassilieffs De commando's van Wakkerstroom en Ermeloo vielen 7000 Engelschen aan en dreven hen met zware verliezen terug. Volgens de mededeelingen van gewonden, die hier aankwamen, was het gevecht algemeen over de geheele linie. De Engelschen chargeerden herhaaldelijk, doch werden teruggeslagen. De Boeren behielden niet alleen hunne stellingen, doch waren aan de winnende hand. Het resultaat van het gevecht was nog niet bekend. De Boeren verloren negen dooden en gewonden. Een later bericht uit Brandfort meldt, dat 2000 man der verbon denen met succes 3000 Engelschen aanvielen doch toen 13,000 man Engelsehe versterkingen aankwamen, moesten de Boeren met geringe verliezen erngtrekken. De divisie Colville en de cavalerie onder French, die ijlings uit Bloemfontein kolonel Broadwood ter hulp waren gesneld, zijn naar het hoofdlaager teruggekeerd. Zij kwamen jnist bijtijds op het terrein van den hinder laag om de Boeren met de veroverde kanonnen en de 200 wagens vaa den legertros in de verte te zien ver dwijnen. De Boeren hebben de waterwerken vernield, die Bloemfontein van water moeten voorzien, en ofschoon er in en bij die stad bronnen zijn, zal deze verwoesting toch groote last veroorzaken. Ernstig gewond werd op het oorlogsterrein door de Engelschen gevonden de Hollandsche militaire attaché luitenant Nix van het O.-I. leger, terwijl de andere Hol landsche attaché, die zijn verwonden makker niet had willen verlaten, met de Britsche troepen naar Bloemfon tein trok. Beide officieren volgden, gelijk men weet, den oorlog aan de zijde der Boeren. Lord Roberts zond aan Kruger het volgende tele gram van deelneming «Ik heb zooeven het bericht ontvangen van generaal Jonbert's dood en betuig UHEd. en den burgers vau de Zuidafrikaansche Republiek mijn oprechte deelneming in de droevige gebeurtenis. »Ik verzoek n bij de familie van generaal Jonbert de tolk te willen zijn van mijn zeer eerbiedige sympathie in haar droevig verlies en haar de verzekering te geven van mijnentwege dat alle rangen in Harer Majesteits leger in Zuid-Atrika in mijn diepe droefenis deelen bij het^ plotseling en ontijdig einde van zulk een bekwaam generaal, die zijn leven heeft gewijd aan den dienst van zijn land en wiens persoonlijke dapperheid slechts werd over troffen door zijn mensehlievend en ridderlijK gedrag ouder alle omstandigheden." JDe Engelsclie soldaten. Dat de Engelsehe soldaten aan boord der trans portschepen, volgens de verklaringen der commandanten, zeer veel dobbelen, zal door ieder volwassene beschouwd worden als een passende voorbereiding hunnerzijds tot dezen oorlog, die door beursspeculanten en gondmijn- zwendelaars is aangestookt; doch dat zij daartoe o.a. ook ons eerzame kinderspel »kieuen" bezigen, gelijk de »Strand Magazine" mededeelt, is ongetwijfeld voor menigen kleu ter in de kinderkamer een verrassing. Het schijnt dat de Engelsehe leger-autoritoiten voor dit spel hun manschap pen de noodige kaarten en dopjes verschaffen wij geven hun bescheidenlijk het niet minder bekende spel koeren- schroom" in bedenking. schip »dat is nu meer dan veertig jaar geleden", zeide zij «en God heeft mij langer laten leven dan ik wilde. «Wassilieff had beloofd om mij te zullen trouwen doch die belofte heeft hij niet gehouden. Toen ik later met mjjn kind op den rng te voet over de bergen van Rusland naar hnis trokhadden de wolven en beren me gaarne mogen verslinden, zóó weinig gaf ik toen nog om mijn leven, want ik meende, dat ik' nooit tot Lars zou kunnen terug keeren en toch trok mijn hart mij daarheen. «Willoos trok ik verder, als in een droom en van den geheelen tocht herinner ik me alleen nog maar, dat ik me voedde met bessen en in de hutten melk kreeg voor het kind, toen ik zelf niets meer had. Bij Olsvaag, dat toen in eigendom behoorde aan den ouden korporaal Stuwitz, trof diens zoon mij. Ik werd daar dienstmeid en was hem gehoorzaam als een hond. «Hij zeide tot mij, toen mijn kind slierf, dat ik daar blij om moest zijn. Ik begroef het in de rotsen. Later heb ik het nog dikwijls op de hoogvlake hooren roepen. «Toen Stuwitz bij BrÖgelmann kwam in Köllefjord, bezorgde hij mij een dienst bij den bergfin Jacob Nutto. Men hem had hij een massa zaakjes, die niet allen even zuiver warenwant Jacob had hem geholpen om de goederen te verbergen van een vaartuig, dat zij op zee geplunderd hadden. «Over die zaak moesten zij ook een verhoor ondergaan en daar zoo ik iets hebben kunnen vertellen, wat zij geen van beide aangenaam gevonden zonden hebben, nl. waar de goederen verborgen waren. «Stnwitz vertrouwde op mij, want hij wist, dat ik hem in alles gehoorzaam was en ik was hem behulpzaam om in Noord en Zmd de bankbiljetten, die hij in Olsvaag onder den vloer verborgen had, om te ruilen tegen zilver. Op zekeren zomer bracht ik een bezoek aan mijn moeder en werd daar ziek. Zij vertelde mij, dat Stuwitz W'assilieff behulpzaam geweest was, dien keer toen zij mij aan boord van het schip kregen. Toen kwam Lars mij op zekeren dag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1