De tegenstanders. Honderd en tweede jaargang. 1900. WOENSDAG 11 APRIL. Buitenland. De oorlog in Zuid-Afrika. Nederland. NO. 43. Merste blad. UkNAAKSCHG 10 If AM. Deze Courant wordt O 1 n s d a g-, Donderd ag on Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer: 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. OOSTER en ZOON. Van de 100 leden der Tweede Kamer waren 99 bij de eindstemming over de Leerplichtwet tegenwoordig en met 50 tegen 49 stemmen werd het ontworp aange nomen. De meerderheid had niet kleiner kunnen zjjn. Van schier alle leden kon de door hen uit te brengen stem met tamelijk groote zekerheid worden voorzien. Dat de heer Kolkman zich bij den heer Schaepman zou voegen onder de voorstemmerswas een verrassing en omtrent de stemmen der sociaal-democraten verkeerde men tot het laats'e oogenblik in onzekerheid. Met uitzondering van de heeren Schaepman en Kolkman waren de katholieken en anti-revolutionairen eenstemmig. Het ouderlijk gezag behoorde naar hunne meening op het gebied van het onderwijs door den Staat geëerbiedigd te worden; voor de bevoegdheid van den Staat om zich in deze dingen te mengen, waren naar hun oordeel geen overtuigende redenen aan te voeren, en daarenboven was de toestand hier te lande niet van dien aard dat er noodzakelijkheid bestond voor dwang. Toch werd in het algemeen niet beweerd, dat de Staat onder alle omstan digheden volstrekt onbevoegd zou wezen om de verwaar- loozing van alle onderwijs tegen te gaanmaar de maatregelen om op andere wijzehetzij door belooning of huisbezoek en persoonlijke overreding de ouders tot plichtsbetrachting te brengen waren huns inziens niet uitgeput. Daarenboven stond niet voor iedereen een school open die in alle opzichten met zijn wenschen overeen kwam, en zag het bijzonder onderwijs nog altijd te vergeefs uit naar volkomen gelijkheid met het openbare, wat de bestrijding der kosten nit de rijks- of gemeentekas betreft. Er is over deze grieven in den laatsten tijd zooveel gezegd dat het overbodig geacht mag worden er nog eens opzettelijk bij stil te staan. Eén grond van bestrijding, een hoofdgrood, vooral van antirevolutionaire zijde van den aanvang at met bijzonderen nadruk voor opgesteld schijnt ons echter te merkwaardig om er nog niet eens de aandacht op te vestigen. Oudersdie het deel der opvoedingdat in het onderwijzen of doen onderwijzen van hun kinderen be staat, werkeljjk verwaarloozen, zouden door straf bedreiging zoo mogelijk tot hun plicht gebracht en zelfs met gevangenisstraf gestraft mogen worden maar in geen geval zou de staat het onderwijs der kinderen zelf mogen regelen, zooals in deze wet geschiedt door te bepalen, wat de kinderen moeten leeren, hoelang zij dat onderwijs zouden moeten genieten, en op welken leeftijd. Daarin behoorden de ouders vrij te blijven. Wij eerbiedigen gaarne ieders overtuigingmaar hoe zulk een stelsel kan worden verdedigd en volgehouden, is ons werkelijk onverklaarbaar. De ouders zouden voor het onderwijs hunner kinderen moeten zorgen, op gevaar van met de gevangenis kennis te makenmaar wat hun kinderen zouden leeren, wanneer en hoelang, daaromtrent zou niets bepaald mogen worden. Men zou moeten wachten tot het 9de, 10de of 12de jaar misschien, en indien dan van algeheele verwaarloozing op het punt van onderwijs bleek, ja dan zouden de ouders kunnen worden ge straft, van de ouderlijke macht ontzet en de zorg voor de op voeding hunner kinderen aan anderen mogen worden toever trouwd De een zou lezeD, schrijven en rekenen voldoende kunnen achten een ander zou van gevoelen kunnen zijn, dat zijn kinderen met lezen alleen kunnen volstaan, een derde zou ook dit overbodig kunnen achten, en oordeelen dat het leeren van een handwerk genoeg is. Een paar jaren, een enkel jaar, een half jaar misschien zou naar het oordeel der ouders voldoende kunnen wezen, en desver- kiezende zou met het onderwijs gewacht kunnen worden totdat de geschikte leerjaren voorbij waren en het hoog tijd werd om met een of ander ambachts- of vakonderwijs te beginnen. Wanneer men nu bedenkt, dat het hier de belangen der kinderen geldt, dat de ge heele zaak in hun belang wordt ondernomen, dan zon men toch mogen vragen, of nu bij zulk een stelsel wer kelijk ook maar eenigzins voor hun belang zou worden gezorgd, en wat het hun zou baten, indien, nadat hun onderwijs totaal verwaarloosd was, hun ouders in de ge vangenis werden gezet. Wij kunnen een standpunt begrijpen, dat aan den staat alle bemoeiing op dit gebied ontzegtmaar hoe iemand in ernst kan beweren t eeD, de staat heeft tegen het verwaarloozen van het onderwijs der kinderen te waken maar wat en hoeveel ze moeten leeren, hoe lang of hoe kort het onderwijs moet duren, en op welken leeftijd het gegeven moet worden, dat alles moet geheel aan de ouders worden overgelateninderdaad zulk een standpunt is ons onverklaarbaar. Wij zouden zeggen dat kan geen ernst wezen. Was het bezwaar der antirevolutionairen dat de wet te veel regeltde reden waarom de sociaal-democraten tegen stemden bestond volgens de door hen afgelegde gemeenschappelijke verklaring vóór de eindstemming hierin, dat de wet de mingegoeden tot economische ofirrs zou dwingen zonder hen daarin te gemoet te komen dat zij door den onvoldoenden leertijd en de talrijke vrijstellingen een vschijn wetje" is geworden en dat het verplichte .volksonderwijs door de verwerping daarvan op den duur meer gebaat dan gescaaad zou worden omdat daardoor meer uitzicht overblijft op invoering van werkelijken leerplicht overeenkomstig hun standpunt. De aan de gemeentebesturen uitdrukkelijk toegekende bevoegdheid om zoo noodig voor kleeding eo voedin g der schoolkinderen te zorgen, had dus voor hen geenerlei waardeals het geen verplichting wasen een verplichte zesjarige leertijd met vrijheid om al of niet gebruik te maken van het herhalingsonderwijs, waarvoo r de gemeenten verplicht zullen zijn te zorgen is voor hen zoo onbeduidend, dat zij het beter achten voorloopig alles te laten zooals het is, in de verwachting dat vroeger of later mogelijk toch eerst na vele jaren een leerplicht zal worden ingevoerd, die hun geheel voldoet. Dit standpunt begrijpen wij evenminomdat wij niet begrijpen hoe beweerd zou kunnen worden dat de wet geen verbetering hoegenaamd zal aanbrengen omdat vooreerst dan toch de kinderen verstoken zouden blijven van de verbeteringen die de wet zal brengen, en omdat, indien de door de sociaal-democraten verwachte tijd eenmaal mocht aanbreken deze onvolledige" wet naar hunne inzichten aangevuld en verbeterd zou kunnen worden. DMTSCHLAWD. De Duitsche pers heeft slechts één oordeel over de toestemming door Portugal verleend om Engelsche troepen te vervoeren over de spoorlijn Beira—Umtali. »In Lissabon, zoo zegt het »Berl. Tageblatt", heeft men zich gedwongen gezien, toe te geven aan den drang van Engelsche zijde en daardoor een openlijke schending der nentraliteit tegenover de Z.-A. Republiek te begaan. De lichtvaardigheid waarmede het kabinet van St. James de bestaande verplichtingen van neutrale staten weet op zijde te schuiven, is een zeer bedenkelijk teeken, dat vooral voor de kleine, koloniale staten van Europa veel bete kenis heett." Niet ten onrechte stelt de »Frankf. Ztg." de vraag wat Engeland wel gezegd zoude hebben, indien Portugal op grond van eon vroeger gesloten overeenkomst het vervoer van oorlogsmateriaal over Delagoabaai aan de Republieken had toegestaan Zou Portugal, in dat geval, zelfs gewaagd hebben het tractaat te handhaven FRAWKRIJU. De afgevaardigde Berry heeft den minister van buitenlandsche zaken kennis gegeven dat hij hem in de Kamerzitting van Maandag een vraag zal stellen over de bevoegdheid, door Portugal aan Engeland verleend om troepen te vervoeren over Beira en Umtali. Dr. Leyds is een bezoek van rouwbeklag gaan afleggen bij de familie De Villebois Mareuil. ZU1I>-AFRIKA. De telegrammen, door de Engel sche bladen nit Bloemfontein ontvangen, doen zien, dat Robert's verbindingslijn met het Zuiden nog wel niet afgesneden is, doch dit toch ieder oogenblik te wachten is. Dit wil natuurlijk niet zeggendat er sprake zou zijn van een insluiting van Bloemfontein met zijn 40.000 man geregelde troepen gelijk Kimberley of Mafeking ingesloten werden doch alleen dat de toevoer van levensmiddelen en paarden ieder oogenblik voor koiter of langer tijd zal worden verstoord, wat op zichzelf reeds ernstig genoeg zoude zijn en den Engelschen zoude kunnen dwingen tot voorwaarts rukken zonder voldoende cavalerie en op een tijdstip dat hun hadden zij de vrije keus niet gewenscht voor zou komen. De »Times" ontvangt uit Bloemfontein van 6 dezer het bericht, dat het verlies der vijf compagnieën bij Reddersburg vooral noodlottig is, omdat het de Boeren in staat stelde hun flankbeweging in het Oosten te vol tooien hunne posten strekken zich nu uit in een dunne lijn van Sannaspost zuidwaarts tot een punt oostelijk van Jagersfontein. De weg, de spoorweg en de stations zijn voldoende beschermd, doch de verdediging er van maakt voortdurend een zwaren patrouilledienst noodzakelijk. Hetzelfde blad ontving nog een telegram uit Kaapstad van 5 dezer meldende: Alle bijzonderheden, die hier ont vangen worden betreffende de nederlaag bij Koornspruit, strekken slechts om te doen uitkomen hoe verbazend handig de Boeren waren, en hoe ontzettend zorgeloos en onvoorzichtig de Engelsche officieren zijn, die, naar het schijnt, zelfs door geen reeks van rampen ooit zullen leeren voortdurend op hun hoede te zijn. De dood van kolonel graaf de Villebois Mareuil is voor de Boeren een ernstig verlies. Hij stond bekend als een zeer kundig officier en genoot hel vertrouwen der Boeren in zóó hooge mate, dat hij tot opperbevelhebber der vreemdelingen-korpsen benoemd was. De verrassing had plaats bij een paar kopjes negen mijlen ten oosten van Boshof. Lord Methuen zond 500 man af met een batterij artillerie, waarvan een deel de stelling der Boeren omtrok en deze dus dwong zich terug te trekken op een der kopjes, waar zij al spoedig omsin geld werden. Onder hevig vuur van hun artillerie be proefden de Engelschen voorwaarts te rukken, maar het vuur der Boeren was hun te heet, zoodat zij uiterst lang zaam vorderden. Na drie en een half uur strijdens staken de Boeren de witte vlag op, onder de krijgsgevangenen waren vele Franschen. Uit Simonstad wordt geseind, dat een dertigtal krijgsgevangen Boeren er in geslaagd zijn te ontsnappen, van welke later vijftien door de Engelschen ontdekt en aangehouden werden. Boerenscherpschutters. In den oorlog van 1881 toen de Engelschen voor de eerste maal ondervonden welke vreeselijke scherp schutters de Boeren waren tengevolge van hun talrijke gevechten met leeuwen olifantengiraffen en ander groot wild waaraan Transvaal vroeger zoo rijk was had er een eigenaardig tweegevecht plaats tusechen een Boer en een Johannesburger scherpschutter Sampson genaamd. De heer Sampson bad post gevat achter een groot steenblok en maakte zich gereed om den vijand op een afstand van 600 yards te beschieten, toen een kogel hem don hoed van het hoofd nam. Een klein rookwolkje wees hem de plek aan waar een van de vijanden op een afstand van iets minder dan 300 yards verborgen lag. Voorzichtig wachtte Sampson totdat hij iets van den Boer kon bespeuren en toen vuurde hijmaar in zijn voldoening over het feit, dat hij zijn doel getroffen had, lichtte hij onnadenkend het hoofd op en ontving hij een kogel in den nek. De Boermeenende dat zijn tegenstander dood was richtte zich nu op de knieën op, en werd door een anderen kogel van Sampson in den schouder getroffenmaar voordat hij viel, vuurde hij nog eens en schoot een kogel in Sampson's dij. Zoo ging het tweegevecht voort, totdat zij beiden het bewustzijn verloren en later bijna stervend gevonden werden. De beide strijders herstelden evenwel, en werden later, toen de vrede gesloten was, de beste vrienden. De Boerenscherpschutter heeft aan den huidigen oorlog een werkzaam aandeel genomen, en zal het waarschijnlijk nog wel doen in toenemende mate. Het is namelijk niemand minder dan de nieuwe oppercommandant Generaal Louis Botha. Laatste Berichten. Aan de Westgrens. PARIJS, 9 April. Uit Londen wordt aan de »Temps'' geseind, dat volgens bericht van 6 April van Oranje rivierstation de oproerige Afrikaanders van Carnarvon en Kenhardt de troepen van Lord Methuen in den rug aanvallen. Pest in Australië. SYDNEY, 9 April. Drie en negentig nieuwe gevallen van pest zijn geconstateerd, waarvan negen en twintig met doodelijken afloop. Ken ongelukje met het rijtuig van ItH. HU. Den 8 stortten op het asphalt in de Veenestraat, waardoor het Koninklijk rijtuig zelden rijdt, de paarden voor het rijtuig, waarin de Koningin en de Koningin- Moeder waren gezeten. De Vorstinnen stapten uit eu vertoefden tien minuten in het magazijn der firma Van Leeuwen, terwijl de paarden op de been geholpen werden. Daarop reden zij in hetzelfde rijtuig terug naar het paleis onde: het gejuich van het publiek. De wachtmeester van het 2e reg. veldartillerie B. Vet, die bijstond om de paarden op te helpen, kreeg een slag tegen de knieschijf en is naar het militair hospitaal vervoerd. Oudorp. De gemeenteraad benoemde tot onder wijzer aan ue openbare school aldaar, den heer H. G. Verhaar, Amersfoort. Schagcn. De Harmoniekapel gaf den 8 voor een weinig talrijk pub'iek een concert. Het meest trok de aandacht de uitvoering van »Fantaisie sur l'operette La Marjolaine" van Ch. Lecocq, terwijl mede »Marche Triumphale" van T. Humblet, »Chor a. d. Opera Oberon" van C. M. v. Weber en »Ueber den Wellen", Walzer van Jad. Rossas een welverdiend applaus mochten verwerven. Al- altijd sloot een bal den avond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1