Tan laeripB mi Tier GsnmlssMsii, De driemaster „Toekomst No. 44. Honderd en tweede jaargang. 1900. Y R IJ D A G 18 APRIL. TOELATING Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. Uit het Noorseh. Jonas Li©. UAMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dlasda g-, Honderd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer: 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel fO,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. OOSTER en ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar noodigen belanghebbenden, die met 1 Hel a. s. kinde ren op eene der vier gemeentescholen toegelaten wen- schen te zien uit, daarvan vóór 15 April 1900 aangifte te doen bij de hoofden dier scholen, onder over legging van het geboortebrleffe en het lnëntlngs- brlelje der kinderen, waarvan toelating gevraagd wordt. Voor de aangifte aan de derde gemeenteschool, (hoofd,: de heer A. P. Zeilmaker) bestaat gelegenheid aan het schoolgebouw aan den Koningsweg, des morgens van 8'/j tot 9 uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 10 April 1900. O. D. DONATH, Secretaris. IX. 8 April. De werkstakingen zijn nog steeds aan de orde van den dag. In de afgeloopen week hadden de bladen een heel corps verslaggevers noodig voor het bezoeken van de vergaderingen der bootwerkers dok- en veemarbeiders bakkersgezellen schildersgezellen en nog enkele andere minder belangrijke werkliedengroepen. Gelukkig is 't op het oogenblik wat kalmer, want aan den Buitenkant is zoowat de vrede hersteld ten gevolge van het toegeven der patroons en 't schijnt wel, dat ook de andere loons- bewegingen naar het einde loopen. 't Is onder die omstandigheden voor ons geen zeer dankbaar werk daarover veel te schrijven, want als deze brief verschijnt is er groote kansdat er alweer zooveel is veranderd dat onze beschouwingen hare actualiteit hebben verloren. Wat bij dezen strijd overtuigend is gebleken isdat de Kamers van Arbeid nog lang niet zijn wat zij vol gens de bedoelingen der oprichters wezen konden. De werklieden hebben blijkbaar veel meer vertrouwen in het Nat. Arbeiders-Secretariaat, waarvan het bestuur in handen is van mannen die niets willen weten van schipperen en de conflicten liefst zien uitvechten to the bitter end. Zij hebben zoo langzamerhand over een ruime ervaring te beschikken gekregen en op goede gronden kunnen zij telkens weer aandringen op vol houden omdat daardoor meestal in den boezem der verbonden patroons oneenigheid ontstaat. Aan de algemeene welvaart doen al deze strikes ontegenzeglijk groote afbreuk. De winkeliers hebben eerst al groote credieten moeten toestaan aan de gezinnen der tot werkeloosheid gedoemde diamantbewerkers en nu komen daarbij nog telkens weer andere arbeiders. Met tertijd zal dat nu wel weer terecht komen maar voor het oogenblik zijn de contanten schaarseh en zoo worden allerlei uitgaven zoo lang mogelijk uitgesteld, 't Is na tuurlijk niet. onder cijfers te brengen maar ook zonder VAN 39) Morton Jouspn had reeds op Finnms een grooten winkel gebouwd met de noodige pakhuizen voor zijn steeds grooter wordende zaken. Ook liet hij er een klein woonhuis oprichten in modernen stjjl en met groote ruiten, doch daarin was nog maar een kamer half klaar, waarin bij kon vertoeven. Vroeg en laat was hij bij zijn zaken en had slechts zeer weinig tijd om zich lang achtereen met zijn vriend te kunnen bemoeien. Het was Andreas opgevallen, dat Morten hem telkens kwasi toevallig, uitvoerig over Edel sprak en spoedig kwam hij tot de ontdekking, dat hij hem, zoolang hij wilde, in de kamer kon houden, wanneer hij maar over dat thema begon. Andreas had eene eenigszins onaangename gewaar wording bij die belangstelling van zijn vriend en ofschoon het hem zelf met recht duidelijk wassprak hij toch maar liever niet over dat onderwerp en bracht hij het gesprek telkens op wat anders. Niettegenstaande al zijne amourettes sedert den tijd toen Juiie Schultz zijne uitverkorene was, had Andreas, met de bescheidenheid neven eigen, toeh altijd gemeend, dat hij prioriteits rechten had bij zijn nichtje. En nu hij haar terugzag als een volwassen en waar hij ook niet blind voor was alB eene in haar genre buitengewoon schooue vrouw nu was zij voor de aller-, allerlaatste maal ten minste dat meende hij zelf het voorwerp zijner genegenheid geworden. statistische wijsheid springt 't in het oog dat het rou- leerende geld heelwat minder is dan andere jaren. Dubbel gelukkig zijdie vaste tractementen hebben welke geregeld worden uitbetaald onafhankelijk van de tijdsomstandigheden. Onder degenen die zich in dit gunstige geval bevinden zijn er echter honderdeu die het voorrecht daarvan niet beseffen, wijl zij altijd in de weer zijn om hun salaris verhoogd te krijgen. Denk maar eens aan de Amsterdamsche onderwijzers die zoo gewoon zijn aan het streven naar lotsverbetering, dat zij niet denken aan hetgeen reeds verkregen is maar het hoofd altijd vol hebben van plannen om nog meer te bemachtigen. Zoo is thans weer het Bestuur van de afdeeling Amsterdam van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers .op het idee gekomenof 't niet mogelijk is van den Raad een vergoeding voor woninghuur te verkrijgen. Voor de gehnwde meerderjarige onderwijzers en onderwijzeressen wordt een bedrag voorgesteld van f 250 en voor de ongehuwde een van f 150. In de eerstvolgende afdeelingsvergadering zal gedebatteerd wor den over de wenscheljjkheid om een adres in dien geest te verzenden 't is wel jammer, dat die vergaderingen huishoudelijk zijn want 't zon iets waard zijn om de argumenten voor deze verkapte loonsverhooging aan te hooren. Wellicht zal de meerderheid oordeelen dat 't licht te probeeren is B. en W. noch de Raad zullen daarvan iets willen wetenmaar de afwijzing van het verzoek is een nieuw motief om te klagen over de onvol doende behartiging der belangen van de openbare onder wijzers en er zijn wel Raadsleden, die, als er over een paar maanden eens een nieuw verzoek van den Bond komt, daaraan een gewilliger oor zullen leenen uit over- WBging. dat men menschen, die men nog kort te voren teleurstelde, nu niet weer nul op het rekest moet geven. Met-dat-al bezorgen de onderwijzers het Dagelijksch Be stuur heelwat lastwant telkens is er prseadvies uit te brengen zonder dat 't tot iets leidt en bij de enorme hoeveelheid werk, die reeds op de schouders van B. en W. druktis dat een heel vervelende bezigheid. De Burgemeester was Zaterdag in den Haag tot het bespreken der plannen voor de Lomst van de Koning, innen. Op het oogenblik is nog geen keuze gtd tan uit de inrichtingen en instellingen, die gaarne voor een bezoek in aanmerking zouden komen, maar spoedig zal daaromtrent wel een en ander ruchtbaar worden. De Koningin is gewoon bij het kiezen zeer zelfstandig te werk te gaan, wat het bezoek tot een nog des te grooter onderscheiding maakt. Maar juist daarom is omtrent de plannen geen woord te krijgen noch uit den Burgemeester, nóch uit den hoofdcommissaris van politie, voordat alles definitief is geregeld, want anders zouden zij gevaar loopen maar noodeloos teleurgestelden te maken. De politie hoopt hartelijk, dat tegen de komst der Vorstinnen 't met de werkstakingen gedaan zal zijn, want zij heeft haar man netjes dan hoog noodig en nu worden er zeer velen aan den gewonen dienst onttrokken ter bescherming van de zoogenaamde vrijheid van arbeid. 't Is voor de politie en tevens voor de justitie wel een hard geval, dat zij heeft moeten erkennen, dat de arres- Hij kon niet anders dan jaloersch en gekrenkt zijn door de ontdekkingdie hij meende gedaan te hebben ten Nopzichte van de gevoelens van zijn vriend en de wijze, waarop hij sprak over het nut eener academische opvoeding alsmede de ergernis die hij naar aanleiding daarvan ondervond, stonden daarmee in verband. Bij de verschillende gelegenheden, dat Morten Jonsen en Edel elkaar bij vreemden troffen scheen het echter weldat er niet de minste verstandhouding tusschen hen bestond. In het begin had Andreas er thuis erg over nitgewijd, welk een groot man Morten Jonsen beloofde te worden, een en ander met zijne gewone geestdrift; doch later zweeg hij daarover op eene in het oog vallende wijze. Op Edel hadden die verhalen eene eigenaardige uit werking en wanneer zij Morten Jonsen trof, was er eene koele vriendelijkheid in haar gedrag jegens hem. Met stijgende bitterheid voelde Mortendat haar gedrag jegens hem veranderd was. Eenstoen Andreas en Edel op visite waren bij dominee Mtiller, kwam Morten daar ook met een boodschap. Hjj had juist een goeden slag geslageu die nog al opzien gebaard had en terwijl hij erbij waswerd die zaak vol hartelijke deelneming door de familie van den dominee ter sprake gebracht. Het gelaatwaarop Morten daarbij onwillekeurig zijn oog liet vallen zag er echter onverschillig uit en hij meende zelfs een zeker honend of minachtend trekken met de lippen te bemerken. Hij weid bleekdoch deed alsof hij niets zag en vertrok spoedig daarna. Zijn afscheidsgroet was echter erg koel. Hij had het beslnit genomen om alles wat hij wist omtrent de geboorte zijner moeder en wat hij nu onlangs weer van Zilver-Sara vernomen had omtrent die bank biljetten, te vertellen aan zijn ouden vaderlijken vriend, den dominee die steeds zooveel belang in hem gesteld en hem zooveel deelneming betoond had. Hij wilde hem om raad vragen, hoe hij zich egenover Stuwitz zou gedragen want diens gedrag jegens hem talies en masse in het beruchte café van Lam metje Zondag in de St.-Nicolaasstraat geen houvast voor een vervolging hebben kunnen opleveren. Na de verdachten maanden en weken in voorarrest te hebben gehouden is men geëindigd met ze in vrijheid te stellen, niet omdat men hen voor onschuldig houdt, maar omdat men geen voldoende bewijzen heeft kunnen vinden. Het café wordt nu door de recherche zorgvuldig bewaakt, maar men weet hoe 't daarmee gaatna eenige weken kan men de rechercheurs niet langer missen en verslapt het toezicht. Bovendien zullen de losgelatenen wel winste doen met de opgedane ervaringen beter nog dan vroeger weten zij, waaraan de politie 't meest hecht en wat der halve in het vervolg nog zorgvuldiger moet worden ver borgen. 't Is wel eigenaardig, dat zulk een café in het hartje van de stad en betrekkelijk dicht bij het politie-bureau in de Molsteeg maar blijft bestaan, ja, een zekere wel vaart geniet. Het ziet er volstrekt niet vervallen uit en wanneer men er 's morgens langs gaat kan men uit de emmers water, die in het riool worden geleegd, opmaken, dat de zindelijkheid er terdege wordt betracht. De logé's zijn van verschillend gehalte. Men ziet daar zoowel de rondreizende kooplieden een nachtverblijf zoeken als de mannen, die alleen in de groote steden te vinden zijn op hun manier deftig gekleed meestal met een zware horlogeketting en groote gouden ringen en met gezichten, waaruit de sluwheid tegenstraalt. Tegenover het café be vinden zich een paar bovenwoningen, die bij de justitie zeer in trek zijn voor huiszoekingen, maar aangezien dat bekend is, heeft men daarop alles ingericht, zoodat nooit wat gevonden wordt. Hoe die menschen aan de kost komen is alleen verklaarbaar, wanneer men aanneemt, dat zij op roof uittrekken, maar dan blijft nog altijd het raadsel, hoe zij het gestolene weten te verzilveren zonder dat ooit de opkooper wordt gesnapt. Op journalistiek gebied is 't in den laatsten tijd le dernier crl om zich te ver mommen en aldus toestanden te leeren kennen, waar men anders niet achter komt, maar in De Vriendenkring" heeft zich nog niemand gewaagd dat zou trouwens een levensgevaarlijk werk knnnen worden, want o Wee, als het bedrog eens uitkwam. Bovendien worden derge lijke avonturen hoe langer hoe minder gemakkelijk uit te voeren, want zoo lang die vermommingen nog een nieuwtje waren, had niemand suspicie, terwijl nu kleinig heden, die de mystificatie zouden kunnen uitbrengen, zeker niet zoo argeloos zouden voorbijgegaan worden. De lauweren, die de heeren Brusse en Canter op dit gebied hebben behaald, zullen voor hunne navolgers alweer zoo veel moeielijker zijn te verkrijgen. Zoo gaat 't ook met de uitvinders der journalis tieke April-grappen, die dit jaar, indien zij al pogingen in het werk hebben gesteld geen succes hebben gohad. Een vorig jaar slikte bijna de geheele pers een bericht dat eerlang een wetsontwerp zou worden ingediend om de pensioneering van de officieren der rustende schutterij in overeenstemming te brengen met hun activiteits- tractement en gewoonlijk krijgen de Amsterdamsche bladen anders op dien dag een uitnoodiging tot bijwoning den opkomenden concurrent in het districthad hem in den laatsten tijd op allerlei manieren geërgerd en de gedachte bij hem doen opkomen om dien man op de eene of andere manier nog eens in aanraking met het gerecht te brengen. Op zijn studeerkamer luisterde de dominee aandachtig naar alles wat Morten hem te vertellen had. Door den biecht van Isak Lövö en van Zilver-Sara wist hij zelf nog veel meer, doch zijn tong was gebonden door den plicht der geheimhouding. Desniettegenstaande kon hij hier toch met volkomen gerust geweten den raad gevendie hem het meest geschikt toeleek. Daar er ieder bewijs ontbrak voor de waarheid van deze verhalen, zouden deze, zeide bij, door de menschen slechts worden beschouwd als de vrucht van den broodnjjd eens concurrenten. En indien het alleen was om zich te wrekendan moest hy hem herinneren dat er een ander wasdie gezegd had »Mij is de wrake 1" »En dit weet ik door jarenlange ervaring", aldus besloot hij, »dat er niemand zoo hard kan loopen of onze Lieve Heer haalt hem toch eenmaal in. En geloof mij, jongeling, zoo zal Hij ook Stuwitz wel eenmaal inhalen zelfs al zonden onze oogen zulks niet zien Het resultaat wasdat Morten Jonsen zijne wraak plannen opgat, niettegenstaande hij wegens zjju verbitterd gemoed nu niet weinig strijdlustig was. Thuis liep hij rond en trachtte tevergeefs eene ver klaring te vindon voor het veranderde gedrag van Edel. De ware oorzaak daarvoor vond hij echter niet. Lag die misschien daarindat Andreas thuisgekomen was Niet zonder jaloezie had hij opgemerkt, dat zij steeds zoo vertrouwelijk met hem omging. Of beschouwde zij hetgeen hij gewrocht had voor zooveel minderdan zij verwachtte De menschen waren toch van oordeeldat zyne zaken verbazend vooruit gegaan waren. In alle geval wilde hij haar nu bewijzendat hij nog tot iets grooters in staat was. En van nu af ontweek hij And.eas. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1