No. 45. Merste blad. Honderd en tweede jaargang. 1900.
15 APRIL.
ZONDAG
G-een tusschenkomst.
Buitenland.
De oorlog in Zuid-Afrika.
ALKMARSGHE CO ERA AT.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
Deze Courant wordt Blnsdag-, Honderd ag-
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaak 1 O,SO franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Aria v
Telefoonnummer: 3.
In het Fransche tijdschrift do Revue de Paris heeft
een artikel gestaan, dat in buitengewone mate de aan
dacht moest trekken van allen die met belangstelling
den oorlog in Zuid-Afrika volgen, dat is van nagenoeg
iederen Nederlander, man of vrouw, oud of jong, onver
schillig van welke godsdienstige gezindheid of van welke
politieke richting. Ook in de Tweede Kamer kwam het
ter sprake, bij gelegenheid, dat daar de wet in behande
ling was tot goedkeuring van het eerste tractaat-, dat een
gevolg is van de Vredesconferentie, en dat strekt om de
gelegenheid open te stellen om geschillen tusscben de
verschillende staten te doen uitmaken door scheidsrech
ters, met instelling van een Hof van Arbitrage, waar
van het bureau gevestigd zal zijn te 's-Gravenhage.
Niet alleen het onderwerp moest de belangstelling
wekken maar ook de naam van den schrijver die een
bekend Fransch diplomaat is en tot de vertegenwoor
digers van Frankrijk op de conferentie heeft behoord.
Zijn opstel had ten doel inzonderheid de Franschen te
overtuigen, dat tusschenkomst van vreemde mogendheden,
hetzij op vriendschappelijke wijze, door aan de oorlog
voerende partijen haar bemiddeling aan te bieden, hetzij
door haar te dwingen aan het bloedvergieten een eind
te maken, vooreerst althans zoo goed als ondenkbaar is.
Hoe gaarne men iets anders zou wenscheu, zal men,
helaas, moeten erkennen, dat daar werkelijk nog geen
vooruitzicht op bestaat. De eerste reden die de schrjjver,
de heer d'Estournelles de Constant, daarvoor aanvoert,
moest echter wel algemeene verbazing wekken. Men had
er tot nog toe nooit van gehoord, en het schijnt dat er
tot dusver nog niemand aan gedacht had. Zy zou hierin
bestaan, dat de mogendheden die aan de conferentie
deelnamen, en dat waren er 26, waaronder alle groote
mogendheden in de Oude en de Nieuwe Wereld, door
bijeen te komen en te vergaderen zonder de Zuid-Afri-
kaansche Republiek en zouder dat deze een uitnoodiging
had ontvangen tot bijwoning der conferentie, stilzwijgend
de zoogenaamde suzereiniteit van Engeland over deze
republiek hadden erkend, en het daardoor voor zich
zeiven onmogelijk hadden gemaakt bij Engeland eenige
poging te doen tot bemiddeling.
Dit was een nieuw gezichtspunt. Toen daarop in de
Tweede Kamer werd gewezen kon echter onze minister
van Buitenlandsche Zaken ten stelligste verklaren dat
hij van een dergelijke opvatting geen spoor had kunnen
ontdekken en dat de Fransche diplomaat niet in de
gelegenheid waB geweest omtrent hetgeen aan de confe
rentie was vooraf gegaan iets bijzonders te weten daar
hij niet was betrokken in de besprekingen die destijds
met sommige mogendheden gehouden waren. De heer
van Karnebeek lid van de Kamer en vice-president van
de vredesconferentie, die bij gevolg tot in bijzonderheden
bekend was met alles wat daar was voorgevallen, schroomde
niet te verklarendat geen enkele mogendheid deze
opvatting kon dealen, en dat zelfs Engeland er niet mee
voor den dag zou komen. De kwestie tusschen Engeland
en Transvaal was bekend maar er was geen gedachte
aan geweestdat men Engelands beweerde rechten zon
erkennen. Transvaal was niet uitgenoodigd, omdat Engeland
anders geweigerd zou hebben aan de conferentie deel te
nemen en andere groote mogendheden een conferentie
zonder Engelands toetreding waardeloos achtende zich
evenzeer zouden hebben teruggetrokken maar het geschil
zelf stond daarbuitenen daaromtrent was niets beslist.
De bewering van den Franschen diplomaat kan dns
veilig beschouwd worden als een ondoordachte verklaring,
een persoonlijk gevoelen zonder ernstige overweging uit
gesproken en zonder grond. Wat evenwel verder door
hem in zijn artikel is opgemerktis helaas, maar al te
waar. De Europeesche Staten zjjn over en weer te wan
trouwend en hebben te uiteenljopende belangendan
dat men een gemeenschappelijk optreden tegen Engeland
zou kunnen verwachten nn dit rijk had verklaard geen
aanbod van bemiddeling te znllen aannemen. Duitschland,
zegt de heer d'Estournelleszou vreezenindien het
met Engeland in botsing kwam dat Frankrijk van de
gelegenheid gebrnik zon maken om eindelijk tot de zoolang
begeerde revanche te komen en Frankrijk zou vreezen
indien het in moeilijkheden met Engeland geraakte,
dat Duitschland er op uit zou zijn den nog onverzoenden
vijand van 1870 zoo klein te makendat deze alle
gedachte aan revanche voor altijd zou moeten opgeven.
Dit schijnt ons wel bijzonder kras en zoo sterk hadden
wij ons het wantrouwen tusschen beide natiën niet voor
gesteld maar als een bekeud Fransch diplomaat eu lid
van de Fransche Kamer daarover openlijk zoo spreekt
dan moet hjj wel overtuigd zijn, dat de oude veete nog
lang niet is geheelden dat kan hij beter weten dan
hetgeen aan de Vredesconferentie voorafging.
Maar ook zonder dit groote wantrouwen iu rekening
te brengen, bestaat er voor de verwachting van een ern
stig optreden tegen Engeland geenerlei grond. Wij weten
nn eenmaal, dat de mogendheden zich aan een zoo ge
weldig middel als een oorlog niet wagen, zonder dat haar
oigen belangen er ernstig bij betrokken zijn. De vraag,
wat Duitschland zon doen, indien het nu reeds de vloot
had, die het over eenige jaren hoopt te hebben, kannen
wij laten rasten want die vloot heeft Duitschlaad na
eenmaal nog niet. Frankrijk zal zich wel wachten zich
aan het gevaar van een oorlog met Engeland bloot te
stellen en zijn vloot te verliezen zonder nog te denken
aan al de ellende die van zuik een oorlog het gevolg
zon zijn en aan de wereldtentoonstelling, die geopend
wordt. En Rusland Maar heeft Rusland, juist nu Enge
land zijn geheele macht in Zaid-Afrika noodig heeft>
geen prachtige gelegenheid om in Midden-Azië en Perzië
zijn invloed en macht uit te breiden en zich allerlei
voordeelen te verwerven zonder een oorlog, waartoe het
overigens nog niet ten volle gereed zon zijn Hoe langer
Engeland in Znid-Afrika bezig wordt gehouden, hoe meer
kans Rusland heeft om in Azië zooveel mogelijk alles
naar zijn hand te zetten.
Het is niet anders, elke mogendheid denkt eerst aan
haar eigen belangen, en er zon nog beel wat moeten ver
anderen, eer zij het als haar gemeenschappelijk belang
zonden beschouwen, Engeland klein te maken en daartoe
de handen ineen te slaan. In Noord Amerika blijkt de
volksgeest zich meer en meer ten gunste der Boeren te
keeren maar de afstand tnsschen dit op zich zelf ge
lukkig verschijnsel en een ernstig optreden tegen Enge
land is nog zeer groot. Er kunnen dingen gebeuren, die
niet zijn te voorzien maar zoolang er nog niets valt op
te merken, dat op eenige belangrijke gebeurtenis op het
wereldtooneel heenwijstzijn alle bespiegelingen daar
over en over de mogelijke gevolgen voor de Z.-A. repu
blieken nutteloos. Hoe het verder verloop van den oorlog
zal zijn, hoe lang hjj zal duren, en hoe het einde zal
wezen, de ondervinding van een half jaar heeft reeds
geleerd, hoe onmogelijk het is daaromtrent berekeningen
te maken of voorspellingen te doen. Onverwachte teleur
stelling is even mogelijk als onverwachte blijde verras
sing. Wie weet, hoe vele er ons nog te wachten staan.
En wat zou kunnen gebeuren onder omstandig
heden, die misschien geheel anuers znllen zijn, dan deze
of gene hoopt of vreestwelk nut kan het hebben zich
daarover in allerlei onderstellingen te verdiepen? Laat ons
althans liever afwachten, ook al verwachten wij er niet
veel van, wat de drie Boerenafgezanten iu Europa zullen
doen, die onlangs te Napels aan wal zjjn gestapt, en wat
de vrucht zal zijn van hun komst.
ENGBLANO. Het departement van oorlog heeft
wederom een staat van verliezen bekend gemaakt, die de
totale verliezen opvoert tot. 17,702 man aldus verdeeld
officieren gesneuveld 241, gewond 675, vermist 175, ge
storven aan ziekte 47, door ongelukken 3 manschappen
gesneuveld 1960, gewond 9348, vermist 3764, gestorven
aan ziekte 1485 en door ongelukken 34.
Het ontslag van generaal Gatacre heeft in Enge
land veel indrnk gemaakt. Gatacre werd als een der kun
digste generaals beschouwd, hij was leeraar aaneen krijgs
school en van zijne bekwaamheidals theoreticus en
als man der practijk, had men een zeer hoogen dunk. Van
den aanvang is bij in dezen oorlog ongelukkig geweest
fmon denke aan den slecht voorbereiden nachtelijken aanval
bij Stormberg, waar bij 700 man en een pa^r kanonnen
verloor) en thans met de bewaking der spoorlijn van
Springfontein naar Bloemfontein belast, heeft hij de neder
laag bij Reddersburg voor zijne rekening. Dat Roberts
hem zoo plotseling ontslaat, bewijst wei hoe onvergeeflijk
deze laatste misslag is in het oog van den opperbevel
hebber, die lord Methnen, over wiens beleid bij Magers
fontein hij een streng vonnis velde, niettemin handhaafde.
ZIIID-AFBIKA. Het bericht omtrent de belangrijke
overwiuningdie de Boeren bij Meerkatfontein behaald
zouden hebben, is niet bevestigd, en meer en meer wint
de overtuiging veld dat men hier te denken beeit aan
een vertraagd telegram over het gebeurde te Reddersburg
of aan een dier »Kafferberichten", die steeds onjuist
bleken te zijn. Roberts toch heeft van af zijn eerste
optreden in dezen oorlog getoond, dat hij het verzwijgen
van ongunstige berichten een afkeurenswaardige struis
vogelpolitiek aebt en zou een dergelijke ernstige neder
laag zeker naar Londen geseind hebben. Eu hoewel de
Engelsche Regeering niet immer zeer vlug is in der
gel ke gevallen met haar »officiëele" bevestiging is 't
toeh nauwelijks aan te nemen dat zij ditmaal tijdingen
zou achterhouden die vau vier verschillende zijden ge
publiceerd werden.
De berichten omtrent Wepener zijn verwardhet is
niet duidelijk of de Engelschen de plaats zelve nog bezet
houden of in de nabijheid stelling gekozen hebben en
de plaats thans in handen der Boeren is. De eerste be
langrijke berichten zijn ongetwijfeld uit dien hoek te
wachten. Roberts zit nog steeds stil, zijn verbindingslijn
met de Kaapkoloniebewaakt door 15000 man onder
Kitchener is nog ongestoord maar nit het feitdat
hij alle beschikbare troepen via de Kaapkolonie uit Natal
ontbiedt, bewijst dat hij zich niet op zijn gemak gevoelt.
De stelling der Boeren ten noorden van Bloemfontein
wordt bijna onneembaar genoemd zij zon zich over een
breedte van 100 K. M. uitstrekken en door 35000 man
en 90 kanonnen bezet zijn. Van Methnen, die in noord
oostelijke richting opruktis sedert eeni 'e dagen niets
vernomenis het zijn plan een omtrekkende beweging
te maken om de hoofdstelling der Boeren dan is een
spoedig treffen te wachten.
Bij Elandslaagte wordt nog steeds gevochten, de Boeren
treden zeer actief op en schijnen onder zeer goede leiding
te staan tot nog toe heeft een strijd zich bepaald tot
oen artillerieduel dat beiderzijds niet veel schade deed.
De macht van Plumerdie tot ontzet van Mafeking
oprukte, en die, gelijk wij meldden, teruggeslagen werd,
schijnt zulk een gevoelig verlies geleden te hebben dat
aan een tweede poging voorshands niet te denken valt.
Volgens telegrammen uit Londen hebben de Boe-
renregeeringen officieel aan de Portugeesche Regeering
kenuis gegeven, dat zij de toestemming verleend aan
troepen om over Beira te gaan, beschouwden als gelijk
staande met een vijandelijke uaad Men acht niet waar
schijnlijk, dat de Boeren hun ultimatum kracht zullen
bijzetteD met represaille-maatregelen, doch men verwacht,
dat Engeland Portugal krachtdadig zal bijstaan, indien
het wordt aangevallen. Men verwacht, dat Portugal ant
woorden zal, dat het slechts handelde in overeenstemming
met de verdragen.
Nederland en de Kuld-Afrikaansche
Republieken.
Luitenant Nix.
Een Renter-telegram bericht, dat luitenant Nix te
Bloemfontein onder de operatie is bezweken.
Bij de verrassing van Koornspruit (Mieliessprnit) op
31 Maart, hadden de Boeren door het voorafgaande korte
gevecht bij Samma's post, niet meer dan drie dooden en
tien gewonden, onder de laatsten behoorden ook de Neder-
landsche attaché luitenant Nix, die door een bomscherf
in de borst werd gewond. Zijn collega, de le luit. C.
J. A8selbergs, mede van het Indische leger, wilde zijn
gewonden kameraad niet in den steek laten on zoo werden
beiden door de Engelschen gevonden en meegenomen.
Lord Roberts heeft een officieel telegram gezonden
aan den minister van Koloniën, inhoudende, dat luitenant
Nix, de Nederlandsche militaire attaché, aan de gevolgen
eener operatie is overleden en met militaire eer begraven.
De minister van Koloniën heeft onmiddellijk een tele
gram teruggezonden om den maarschalk te bedanken
voor de vriendelijke behandeling en spoedig bericht en
voor de laatste eer aan den overledene bewezen.
De le lnit. M. J. Nix van het Indische leger werd
slechts 26 jaar. Hij was aangesteld tot 2en luit. op 24 Juli
1893 als de eerste van zijn promotie, hij werd bevorderd
tot len luit. 23 April 1896 en werd gedetacheerd bij de
hoogere krijgsschool in Nederland.
Laatste Berichten.
9n den Vrijstaat.
PARIJS, 13 April. Uit Londen wordt aan de »Matin"
geseind, dat bet departement van oorlog het bericht van
een Britsche nederlaag bij Meerkatfontein voor .geheel
verzonnen" verklaart.
ALIWAL NOORD, 12 April. Uit Boerenbron zijn be
richten van Wepener ontvangen, waarmt blijkt, dat offi
cieel is medegedeeld, dat vier Boerenkanonnen onklaar
zijn geschoten en vier commandanten zijn gesneuveld of
gewond bij een uitval van de Engelschen in den nacht
van Dinsdag, waarbij één Boerenkanon buitgemaakt en een
aantal Boereu krijgsgevangen genomen werd.
LONDEN, 13 April. De .Times" verneemt nit Bloem
fontein van' 12 April, dat kolonel Dalgety's strijdmacht
een stelling bezet houdt buiten Wepener en dat de stad
door het Rouxrille-commando is bezet.
REDDERSBURG, 13 April. Do derde Britsche divisie
is zonder ongevallen uit Bethanië hier aangekomen. De
vijand is waargenomen ten Zuiden van Wepener en Smith-
field. Het garnizoen van Wepener houdt flink stand. Men
verwacht binnenkort een opzienbarende gebeurtenis.