De MtoonstelliM. De driemaster „Toeter'. No. 49. Kcrstc blad. Honderd en tweede jaargang. 1900 WOENSDAG 25 APRIL. FEUILLETON. Buitenland. Uit. liet Noorse li. Jonas JL<ie. ALkllAAKSC Deze Courant wordt Blnsda g-, Honderd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het iele rijk f 1, 3 Nummers f ©,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone advertentien Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. OOSTER en ZOON. Telefoonnummer 3. Met merkwaardige kalmte heeft de wereld de opening der Parijsche tentoonstelling en de daarbij uitgesproken redevoeringen vernomen. Bljjkbaar had men niet het bewustzijn dat daar iets zeer belangrijks gebeurde in de geschiedenis der menschheid, iets dat in buitengewone mate de algemeene belangstelling verdiende als een schrede voorwaarts op den weg der beschaving, uitzicht gevende op een betere toekomst. Dat was vroeger anders; maar de wereldtentoonstellingen", ook de welgeslaagde, die dezen naam verdiendenzijn reeds een te gewoon verschijnsel geworden om er nog grootsche verwachtingen van te koesteren. Toch zal er te Parijswanneer de geopende tentoon stelling gereed zal zijn, ongetwijfeld veel belangrijks zijn te zien. Triomfen der industrienieuwe vindingen volmaking van het vroeger reeds tot stand gebrachte uitingen van kunst zallen er bewonderd kunnen worden, en men zal zich met rechtmatige vreugde kunnen ver heugen over den reusachtigen vooruitgang der beheer- sching van de stof in het belang van bet menschdom van het steeds zich vermenigvuldigende menschdom. Wie zou blind zijn voor deze heugelijke verschijnselen Maar er is een ander pnut, waaromtrent men allengs heeft geleerd minder van de tentoonstellingen te verwacüten dan in de jaren toen de natiën minder gewoon waren elkander op deze grooto vereenigingspnnten te ontmoeten. De Fransche minister, die de tentoonstelling opende, ver klaarde zich overtuigd dat de bezoeker er deze zedeles uit zou putten dat de zonen van verschillende rassen de burgers van verschilleude volken, hoever zij ook van elkander verwijderd schijnen door opvoeding, gewoonten en vooroordeelenniettemin behooren tot hetzelfde huis gezin, en dat het mitsdien hun plicht is zoowel als hun belangzich te beijveren om bet gemeenschappelijk ge bied van wetenschap en schoonheid te vergrooten. Er ligt een groote waarheid in deze woorden, die wij niet zullen betwisten. Elke uitvindingelke verbetering komt de geheele menschheid ten goede en de minister kon daarvan geen beter voorbeeld aanhalen dan de uit komsten van deu arbeid van Pasteur »dieu zuiveren weldoener der menschheid op wiens roem geen enkele BCüaduw valt.'' In dien zin bestaat inderdaad die .soli dariteit", waarvan zoowel de minister als de President; der Republiek, die na hem het woord voerde, met zooveel in genomenheid gewaagden, en de lofrede op den arbeid, den geheiligden bevrijdenden arbeid die adelt, en troost VAN 44) In zijn angst zag hij deze bankbiljetten reeds in de handen van Morten lonsen als wapen tegen zich en hij begreep, dat hij ze tot eiken prjjs moest koopen. Stnwitz bracht hem lang en tevergeefs in verzoeking door verschillende persoonlijke aanbiedingen, doch Mathis bleef op zijn stuk staan en Stnwitz zou dan wel de ver langde verklaring schrijven, in den vorm van een brief aan Morten Jonsen. De Fin was daarmee echter niet tevredenhij wilde, dat iemand bij Heggelund den brief eerst zou lezen, eerder kon hij niet heelemaal zeker zijn van den inhoud. Zeldzaam gedwee zette Stnwitz zich toen neer om een nieuwen brief te schrijven zijne handen beelden en onder het schrijven hield hij verscheidene malen op, alsof bij nog op eene mogelijkheid peinsde om er aan te ontkomen. Knipoogend stond de Fin er naar te kijkenbij genoot van zijn triomf Stnwitz gevangen te hebben. Na verloop van een uurtje kwam Mathis terug in deu winkel, waar Stnwitz hem vol ongeduld zat te wachten want hij was er bang voor, dat de Fin zijn woord niet zou bonden. Deze verscheen echter eerlijk met zijn bankbiljetten doch onder het wisselen beweerde hij, dat een oude daalder wel twee Dieuwe waard was en Stnwitz moest zich daarin wel schikken. die do onkunde doet vluchten en het kwaad verdrijft was in den mond van den minister niet misplaatst. Er is een algemeen gebied van de gedachte van de over winningen van den geestvan ontdekkingen uitvin - dingen en verbeteringen dat niet wordt beperkt of verdeeld door de grenzen der Staten, en met de vrnenten van dezen arbeid kan ieder volk zijn voordeel doen. In dien zin kan er gesproken worden van de solidariteit der natiën. Maar wat is er van de .verbroedering" der volken waarvan men bij vorige gelegenheden van dezen aard met zooveel overtuiging meende te kunnen spreken Zonden er velen zijn die met den President iets verwachten van »de vreedzame ontmoeting der regeeringen van de geheele wereld" op dit gebied iets verwachten van dit .kortstondig werk van harmonie vrede en vooruitgang" De minister meende reeds een nienw tijdperk te gemoet te mogen zien waarvan de eerste grondslagen zijn gelegd op de Vredesconterentie te 's-Gravenhage. Wij zijn bet niet eens met hen die aan deze Confe rentie alle beteekenis ontzeggen en haar voorstellen als een kennelijke mislukking als een ware bespotting van hetgeen met haar werd beoogd. Maar wel moet er de nadruk op gelegd worden dat wij niet verder zijn ge komen dan het leggen vau de .eerste grondslagen", en dat intu8schen de wereldgebeurtenissen haar gewonen loop vervolgen alsof er geen Vredesconferentie geweest wasen geen grondslagen gelegd waren. Dochwat daarvan zij het is zeker nog al moeilijk het werk der Vredesconferentie in verband te brengen met de tentoon stellingen en in dat werk eenige vrnebt te zien van deze internationale wedstrijdeu. Elk volk kan met de overwinningen van menschelijk vernuft, van nijverheid, goeden smaak en kunstzin zijn voordeel doenen doet dit ook werkelijk; maar in het bejagen van dat voordeel handelt elk volk voor zien, zoekt vreemde markten voor zijn waren neemt vreemde landstreken in bezitom ze ten eigen bate en zooveel mogelijk met uitsluiting van andere volken te exploiteuren trekt voor de toekomst eigen kringen van invloed en van belangen en zendt machtige vloten of bonwt er al vast de schepen voor om voor het rnstig bezit van die landstreken eu die kringen te waken en die belangen zoo noodig te be schermen. Hier is van samenwerking en van het begrip van ^solidariteit nog weinig te bespeuren, tenzij tijdelijk tot afwending van eenig min of meer gemeenschappelijk gevaar, of nit eerbied voor de macht der vreemde mede dingers. Van een wereldtentoonstelling mag in dit opzicht weinig verbetering worden verwacht. Andere krachten Dien dag zat Andreas bij zijn niehtje in de kamer te praten. Edel was toen erg opgeruimd en het blijkbaar volkomen met hem eens in de onde kwestie, die hij opnieuw aan roerde, namelijk dat eigenlijk alleen de studenten konden bogen op beschaving. Wel is waar had zij daarbij iets gezegd, dat hij niet recht wist of hy dat als een een .pique" moest beseboa wen of niet. Naar aanleiding daarvan trok hij een oogenblik aan zijn fraaie zwarte knevels doch haar onscnuldig gezicht stelde hem gernst. Ais bevestiging vau hetgeen hij gezegd had merkte zy op »Ja, ik herinner me n >g best, hoe bly we bier alle maal waren toen jij Gentleman Andreas word doch dit herstelde zij spoedig en liet er snel op volgen .toen je aan de academie kwam Op dat oogenblik kwam er een boodschap, dat er buiten een bergfin stond, die gaarne Andreas even wilde spreken. Het was de oude Mathis Nutto, die hij nog wel her kende van vroegere dagen. De Fin stond daar met een papier in zijn handen, dat bij hem verzocht te lezen hij wilde hooren of dat wel beantwoordde aan het doel. Nauwelyks had Andreas het gelezen of op zijn gewone haastige manier vloog hij de kamer binnen met het bericht, dat Morten Jonsen toch nog gered wa3, hier had hij bet, zwart op wit zeide hij en hij stond op hel punt om met dezelfde vaart naar zijn oom te ijlen. Hoe verwonderd was hij te zien, dat Edel plotseling geheel verbleekte en de taanden uitstrekte om het papier zeil te lezen. Nadat zij het gelezen en eenige malen herlezen had, zag zy hem stralend van geluk aan eu zeide daarop, als onder den drang van een plotseling gevoel van dank baarheid .Nu je mij deze tijding gebracht hebt, Andreas, nu zal jij ook de eerste zijn die verneemt, dat Morten Jousen eu ik verloofd zijn al is hjj dau ook geen gentleman, Andreas!" voegde zij er scbelmsch bij. zijn daartoe bij de volken werkzaam een veldwinnend verzet tegen de zegepraal van de overmacht.een leven diger besef van rechteen krachtiger erkenning van anderer vrijheid ook bij verschil van ontwikkeling en van richting en ja er kan gewezen worden op voor- teekenen van de aanbraak van een gelukkiger tijdperk op de morgenschemering van een naderenden dag, maar het moet erkend worden die morgenschemering is nog grauw en de wolkon zijn vele en zwaar die het licht verhinderen door te breken. Cok het ministerie ziet thans in, en erkent zelfs dat de militaire wandeling over Bloem fontein naar Pretoria een langer en moeielijker excursie zal zijn, dan de Regeerimz in den aanvang het Engelscbe volk voorspiegelde. De minister van finantiëo Hicks Beach hield verleden week een redevoering te Bristol waarin hij uitdrukkelijk waarschuwde tegen de hoopvolle voor stellingen als ware een spoedig einde van den krijg te verwachten. Hjj verklaarde verderdat. het Parlement niet ontbonden zou worden, vóór de Boeren geheel over wonnen zullen zijn. .Van ééu ding", zoo zeide hij, .ben ik zeker, en wel dat indien, zooals wij hopen, de oorlog niet langer dan een redelijken tijd zal duren en niet gerekt wordt tot voorbij den tijd dat het Parlement volgens den gewonen loop van zaken moet ontbonden worden (dat is tot iu 1901) het Parlement niet ontbonden zal worden en geen beroep op de kiezers gedaan zal worden, vóór zij in staat zijn te oordeelen over de politiek die wij aanbevelen." Een der Engelsche tijdschriften geeft de volgende becijfering Tot Maart 1901 verwacht Groot-Britannie voor den oorlog te zullen uitgeven een bedrag van ongeveer 114,000,000. Werd dit geld besteed voor weldadig, opvoedkundige en godsdienstige werken dan zondap daarvan alle behoeftige ouden van dagen in het Vei éBfjflPd Koninkrijk onderstennd alle kinderen opgevoed alle armen geholpen alle zendelingen betaald alle kerken met tienduizenden geestelijken onderhonden duizenden herstellingsoorden boekerijen eu musea ingerieüt dui- zeuden technische scbolen gestiehtaan millioenen brandstof, dekens en geneesknndige hulp verschaft kunnen worden en dan zouden er nog millioenen overblijven voor dergelijke nuttige werken. De heer Stead teekent daarbij nog aan, dat men voor het bedrag vier derde klasse kruisers vau zuiver goud zou kunneu bouwen. P©HTUtlAl.. Uit Madrid wordt gemeld, dat de Portugeesctte censuur alle telegrammen over de Beira- qaeestie weigert door te laten. Volgens brieven door de Spaansche bladen uit Lissabon ontvangen heeft een groote republikeinsche meeting te Oporto met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarin tegen de houding der regeenug wordt geprotesteerd. De republikeinsche Zij had echter de oogen vol tranen en ging zeil naar haar vader om hem het papier te laten zien. De Fin had geen tijd om zich te laten trakteeren hij moest dadelijk weer naar den winkel van Stnwitz hij wilde alleen dat papier maar even laten lezen. In eene aangename stemming zeilde Matbis naar huis. Hrj landde by de aanlegplaats van Jon Zachariaseu en gaf den brief aan Marinaam wie zij den inhoud mededeelde. .Dat was," zeide hij onder het weggaan, .de be looning er voor, dat zij eens zijn dooüter met baar kind van do scheren gered had maar", riep hij haar teu slotte nog toe, .als jij den briel verliest, dan verliest je zoon Finnses." Marina begaf zien onmiddellijk er mee op weg en kwam geheel buiten adem aan. HOOFDSTUK XVII. Oude geschiedenissen. Sedert zijn optreden tegen Heggelund, was Stnwitz een zeer weinig gezien man iu het distrikt. Ot bet was om een betere reputatie te krijgen, ot omdat hij wer kelijk meende zyu geweten tot rust te kunnen brengen door .goede daden" of misschien uit beide oorzaken iu alle geval was hij op zekeren herfst naar de recht bank gereisd om een testament te maken waarbij hij ook een legaat vermaakte aan zijn woonplaats om daarmee goed te doen. 's Avonds werd do belangstelling op de rechtbank ingenomen door een gebeurtenis die men verleide van den .ouden Raad" bij Heggelund. Bii de sebipbrouk van een vaartuig iu het Noorden van Firimaiken was zijn broer, die kapitein op dat schip was, verongelukt met vrouw eu kind. Destijds had de Raad meermalen een onderzoek inge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1