Handelsbelangen eo zeemacht. De driemaster „Toekomst". Honderd en tweede jaargang. Zondag 29 April 1900. FEUILLETON. Nederland. Uit het Noorseh. Jonas Lie. NO. 51. Tweede blad. ALklIAARSCHE COURANT. Het Britsche rijk beheerscht de zeeën. Zonder groot spraak kan bet door de Engelschen gezegd worden. Het beheerscht de zeeën door zijn handelsvloot, zijn oorlogs vloot, de veilige stations en voorraadschuren voor zijn schepen in alle deelen der wereld en zijn onderzeesche telegraafkabels. Engelsche koopvaardjjschepen ontmoet men overal, en zoowel in aantal als in tonnenmaat overtreden zij die van elke andere natie. De bekende Parijsche Almanack Hachette gaf in 1898 een aanschouwelijke voorstelling van den omvang der handelsvloten van verschillende volken en daarbij een opgaaf van het aantal schepen en van hun tonneninhoud. Naast het ontzaglijk groote stoomschip, dat een denk beeld moest geven van den omvang der Engelsche han delsvloot, voorzoover zij uit stoom vaartuigen bestaat, maakten de stoomscheepjes, die de handelsvloten van andere volken moesten voorstellen, een pover figuur. De cijfers waren daarmee in evenredigheid. Daar die van de tonnenmaat de meest vertrouwbare schijnen, zullen wij ons daarbij bepalenen dan is het merkwaardig hoe het cijfer voor Engeland (6.117.000, en met zijn koloniën 6.544.000 ton) aanstonds daalt tot 2.213.000 ton voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, en daarna voor de derde in rang der zeevarende natiën, Duitsch- land, reeds niet meer aanwijst dan 879.939 ton. Op de vierde plaats volgt Frankryk met 500.568, en op de vijfde het doet ons goed het te kunnen vermelden Neder land met 336.600 ton. Met steeds dalende cijfers volgen dan in rang Spanje, Noorwegen, Japan, Italië, Zweden Rusland, Oostenrijk enz. Voor de zeilschepen is de rangorde eenigszins anders. Engeland, met 2.843.000 ton (met de koloniën 3.960.000) staat weer boven aan, maar met de Vereenigde Staten, die weer op de tweede plaats kömen met 2.423.000 ton, is het verschil niet meer zoo groot. Daarop volgt thans Noorwegen met 1.335.000 ton, Duitschland met 622.000, Italië met 571.000, Frankrijk met 386,000 ton, vervol gens Zweden, Rusland, Denemarken, Spanje, Griekenland, op de twaalfde plaats Nederland (met 158.000 ton)| Turkjje, Oostenrijk, enz. Neemt men de gezamenlijke tonnenmaat van stoom- en zeilschepen, dan staat Enge land aan de spits met 8.960.000 (met inbegrip van de koloniën 10.504.000 ton), daarop volgen de Vereenigde Staten met 4.635.000, Noorwegen met 1.599.000, Duitsch land met 1.502.000, Frankryk met 887.000 ton, Italië, Zweden, Rusland, Nederland (op de negende plaats met 495.000 ton), enz. Ten aanzien van de oorlogsvloten is het verschil, zoowel wegens het zeer uiteenloopende getal en de verschillende soort der schepen, als om hunne moeielijk te vergelijken waarde in aanvallende kracht en weerstandsvermogen zelfs voor deskundigen niet gemakkelijk te bepalen. Het verschillend oordeel der Engelschen zeiven omtrent de waarde hunner vloot is om een voorbeeld te noemen genoeg bekenden hoever loopen de meeningen uiteen omtrent de meer of mindere waarde van groote slag schepen in vergelijking met kruisers enz. Engeland kom t in de eerste plaats met 470 oorlogsschepen van ver schillende soort en een gezamenlijken inhoud van 1.179.600 ton. De volgende staat is Frankrijk met 357 schepen waaronder echter een bijzonder groot aantal torpedo-booten en heel wat minder pantserschepen en kruiserste zamen 540.733 ton. In rangorde volgen daarop Italië, Rnsland de Vereenigde Staten, Japan Duitschland Spanje OostenrijkTurkijemaar de drie laatste staten tellen volgens de aanteekening bij deze cijfers reeds niet meer meeen andere staten b. v. Nederland worden zelfs niet genoemd. Zoo men op deze opgaven kon vertrouwenzou Engeland nog tegen de vereenigde drie volgende staten zijn opgewassen; maar of zijn zeemacht hierbij te hoog of te laag geschat zou wezen zal wel niemand kunnen uitmaken. Het is op merkelijk dat de Fransche verzamelaar van deze cijfers het vermogen der Engelsche vloot bijzonder hoog stelt en als bij laat uitkomen dat Frankrijk in de tweede ats komtvoegt hij er bijdat deze tweede p r ij s eigenlijk niet meer is dan een a c c e s s i t. Het is echter zeker dat deze verhoudingen binnen eenige jaren zullen zijn veranderd. Frankrijk is er op uit zijn vloot te versterken de Vereenigde Staten van Noord-Amerikaeensklaps in het bezit gekomen van zeer belangrijke Oost- en West-Indische koloniën en de oude Monroe-leer verloochenendezullen een zeemacht willen hebben, die met hun rang van koloniale mogend heid ook in de Oude Wereld overeenkomt; maar Duitsch - land vooral theeft groote plannen. De oorlog in Zuid- Afrika heeft heel Europa den schrik op het lijf gejaagd, toen het aanschouwde, hoe Engeland de zeeën beheerscht, en als andere mogendheden misschien een woordje zonden willen meesprekenbij machte zou zijn om ze binnen hare havens op te sluiten of haar vloten te ver nielen. Geen land heeft dit dieper gevoeld dan Duitsch land toen het de Engelschen zijn mailbooten zonder aarzeling zag aanhouden en onderzoeken. Tot nog toe ondervonden de vlootplannen der Duitsche regeering bij de meerderheid der bevolking niet geringe tegenkanting; in den laatsten tijd wordt de volks stemming inTlit opzicht steeds gunstiger. Niet om oor log is het te doen Duitschland kan niet blind zjjn voor de ontzettende gevolgen van een oorlog met Engeland zelfs al ware zijn vloot eenigermate tegen de Engelsche bestand. Het zal den vrede trachten te bewaren maar het zal geëerbiedigd willen worden het zal niet willen berusten in de onbetwistbare oppermacht ter zee van een enke.e mogendheid dieals haar belang het mee brengt zich niet afvraagthoe zelfs bevriende staten haar maatregelen zullen opnemen, maar eenvoudig han delt naar eigen goedvinden. Men berekentdat Duitsch land over een twintigtal jaren 70 of 75 millioen inwo ners zal hebben en voegt men er bij die bevolking moet gevoed worden en daarom zal gezorgd dienen te worden dat geen vijandelijke macht den uitvoer harer producten of den toevoer harer levensbehoeften kan ver hinderen. In de laatste tien jaren heeft de Duitsche koopvaardijvloot zich uitgebreid tot het vijftienvoud van VAN 46) Maar vreugde had er geheerscht, in den ruimsten zin des woords. Ook de oude plank aan den muur was niet vergeten. Dominee Muller had ter eere daarvan zijn glas opgeheven en gezegd Op een gespleten, half doorgebroken plank, af komstig van een wrak, bedekt met groen slijmerig zeeslib had God een belofte voor de toekomst geschreven aan den muur van een kleine hut en die belofte was vervuld ge worden. Na een harden levensstrijd zat zij die eens als hulpeloos wicht daarmee gestrand was, daar nu als eene bejaarde, gelukkige moeder en las diezelfde let ters nu op den spiegel van het nienwe jacht haars zoons en" eindigde hij, zich tcjt oom Tobias wendende »deze oude man, die zooveel zorg heeft uitgestaan over zijne verloron familie en steeds zoo naar hen verlangd heeft, behoort zeker niet tot diegenen, die vandaag het minst genieten want het is de grootste aardsche zegen voor den ouderdom, dat zij nog een toekomst na zich zien in hun eigen geslacht. Maar de oorzaak, dat deze plank aangegroeid is tot een nieuw schip, ligt daarin dat de Heer haar bestuurd heeft.'' Op deze redevoering sprak Jon Zachariasen op zjjn eenvoudige boerenmanier het »Amen'' uit. In de zeeëugto bij Skorpen zeilden op dien fraaien dag een paar versierde vijfbanksbooten, dia van ver schillende plaatsen aan het strand begroet werden met saluutschoten. In de eerste boot zaten bruid en bruidegom met de ouders van den bruidegom, alsmede oom Tobias en op de bank naast hen zat Elias Rö.t, die had willen roeien ter eere van het paar. Ook Andreas Heggelund was er bij. In de tweede boot bemerkte men tusschen verschei den anderen Mortens broeder Eilert en zijne mooie zuster Christine. Op Finnses stond nu, behalve de gebouwen, die noodig waren voor de zaak, een huis van één verdieping, met groote heldere ruiten alleen de eene kant ervan was nog maar gemeubileerd en tot woning ingericht doch wat niet was, kon komen. Aan den achterkant vau het huis stond de berg met zijne overhangende loofboomen. Evenals andere jaren hadden de Finnen ook nu reeds hunne rendieren de rots kloven ingejaagd. Het groote, nieuw geverfde pakhuis kregen zij in het gezicht bij het omzeilen van de landpunt en vlak daarbij lag het nieuwe jacht van Morten »de Toekomst", met vlaggen getooid. Toen liet Elias Röst het zeil vallen de andere boot deed hetzelfde eu kwam naar hen toe. Elias Röst haalde een lang stak papier uit zijn jas te voorschijn. Met de eene voet de maat stampende, las hij een gedicht voor gewijd aan de jonggehuwden. Het was met groote letters geschreven en ieder vers begon plechtig met een krulletter en het luidde als volgt Een boot onder zeil is een vroolijk gezicht, wanneer ze voor gereefde zeilen de zee doorploegt en een flinke stuurman aan het roer heeft. Ja, wanneer ze dan zoo landtongen en kapen pijlsnel voorbij vliegt, hoe moet de schipper, die erin zit, zich dan niet verheugen, zelfs al worden zijne kleeren doornat. haar vroegere sterkte. Die vloot moet veilig wezen en in tijden van gemar niet overgeleverd aan de genade van een oppermachtige zeemogendheid. Zoo denkt de Duitsche regeering er over, en op dat standpunt schijnt zich de meerderheid van het Duitsche volk te plaatsen. Engeland zelf heeft Europa doen ontwaken doen op schrikken door den onzinnigen niets ontzienden over moed dien het door den oorlog in Zuid-Afrika aan heel de wereld heeft getoond en Noord-Amerika zal niet achterblijven. De gevolgen van dat ontwaken zal Enge land over eenige jaren ondervinden. Parijsche tentoonstelling. Ten aanschouwen eener groote menigte is dezer dagen in den tuin der Tuilerieën te Parijs een ballon opgestegen van ruim 31)00 meter inhoudmet twaalf opzettelijk daartoe uitgedachte toestellen en de noodige personen om deze te bedienen ten einde het panorama der stad en der tentoonstelling oinematographisch op te nemen. Dit moet uitstekend gelukt zijn en eerstdaags zal men op 't Champ de Mars de afbeelding van eene luchtreis te zien krijgen. den kostbare landkaart. De Russische keizer heeft aan de stad Parijs een zeer kostbare kaart ten geschenke aangeboden in relief uitgevoerd van steensoorten en kostbare ertsen, uitsluitend uit Russische mijnen en voorstellende Frankrijk. Generaal Basile de Mostaveuko heeft het keizerlijk geschenk naar Parijs gebrachthet zal op de tentoonstelling te zien zijn. De groote steden zjjn door edelgesteenten aangegeven, de rivieren van platina de namen der steden in goud de oceaan in lapis lazuli en de lijst I meter 60 in lapis Nicolaas II. dmigratle Zuld-Afrlka. Door den penningmeester van het comité van advies omtrent emigratie naar de Zuid-Afrikaansche republieken jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland (62 Koninginnegrachtden Haag) werden sedert de vorige opgave de volgende bydragen ontvangen f25 van H. v. O., f 200 van mr. V. N. v. E., f 135 van den correspondent te Schiedam, f 5 van jhr. F. A. G. B. v. B., f 200 van mr. W. d. R., f 60 van A. B., f 50 uit Amsterdam door tnsschenkomst van dr. d. D. d. C., f 5 van M. R. te Z., f 40 van jhr. mr. N. C. d. G. en f 325 van den correspondent te Enschedé. Oostgraftdijk. Den 25 's avonds 8 nor ont stond brand in de bakkerij van E. v. A., alhier. Weldra stors* alles in lichte laaie. Niettegenstaande de spuiten van Óóst- en Westgraftdijk spoedig aanwezig waren brandde het gebouw tot deu grond af. Alles was tegen brandschade verzekerd. Westgraftdijk. "Vertelt Hildebrand ons in zijne »Oamera obscura'' dat de zeug van een boer het levens licht schonk aan wel veertien biggetjes een varken van den heer A. Dik, alhier, bracht dezer dagen twee en twintig krulstaarten ter wereld. Zeker een bijzonder feit in de geschiedenis der borsteldragers. Ken vreemde vrouw. Den 28 Maart jl. is aan het stationsperron te Haarlem aangetroffen een vrouwspersoon van vreemde nationaliteit, althans blijkbaar geen Nederlandsche vrouw, die spreekt in een onverstaanbaar dialect, vermoedeljjk dat van een der Slavische volkstammen voor zoover dit verneembaar iszich noemende Antholina Lupje64 jaren, (doch schijnt jonger), geb. te Warschau in Polen, Een boot is op zee slechts een notendopje, wanneer de golven, als bergen en dalen, er om heen rollen en zij zich door den storm heen moet klaren. Er wordt op zee zoo dikwijls met vermoeidheid geroeid en zoo vaak ge zeild, dat het water aan den rand van de boot komt, waarbij men aan vele gevaren is blootgesteld. Maar een jacht onder zeil is een heerlijk gezicht, wan neer het naar de stad stevent, tot halfweg de mast be laden met de vruchten van de winterdagen en als het voor huis het anker uitwerpt en vlagt omdat alles zoo goed overgekomen is en welvaart mee terug neemt. In elk hutje, waar de schoorsteen gerookt heeft, daar wordt ook het vuur in de borst ontstoken, dat het volk zich verheugt in den strijd en de visscher, die werkt en zijne vrouw, die gelooft en zijn dorp en zijn land de toekomst tegemoet roeit, terwijl de slagzeeën over de boot heen breken. Daar komt een boot aangezeild, rank en fijn; ze brongt een jong paartje naar huis en weerkaatst zich zoo mooi in het water. Zijn boot werd echter reeds op zee be proefd en op de bank zit een geoefend stuurman, die vol ernst en voorzichtig zeilt. Geluk dan op Finnees bruidegom en bruid Indien ge er voor zorgt, steeds den wind van God te krijgen, dan kunt ge de toekomst gerust tegemoet gaan. Moge het jacht steeds gelukkig zeilen, zooals alles, wat nu nog in zijn opkomst is, met eere voltooid moge worden. De bewuste plank bevindt zich nog steeds in het hutje, waarin de oudjes wonen en waaruit zij maar niet wil len verhuizen. Jon en Marina hebben daar een rustigen ouden dag. Morten Jonsen op Finnses wordt thaus beschouwd als een van de grootste en soliedste kooplui in die noorde lijke streken en zijn handelsplaats, die zeer uitgebreid is, wordt thans ook door stoombooten aangedaan. Hij leeft daar gelukkig met vrouw en verscheiden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5