SCHULDIG? No. 53. Honderd en tweede jaargang. 1900, VRIJDAG Zitting van den Gemeenteraad 4 M E I. Feuilleton. Woensdag 2 Mei 1900 J. Faber. 2) o— ALKMAARSCIIE COURANT. Deze Courant wordt Dlnsdag-, Doaderd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar* O,«O j franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,0«. Afzonderlgke nummers 3 ets. Prijs der gewone advertentie» Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. VAN ALKMAAR. 's namiddags 1 uur. Voorzitterde heer G. Rippingburgemeester. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heeren J. de Wit Dz. en C. Bosman. Secretarisde hoer C. D. Donath. De Voorzitter opent de vergaderingwaarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Do Voorzitter zegt, dat Burg. en Weth., do oude traditie getronw, gebruik hebben gemaakt van de gele genheid, om aan H. M. de Koningin, bij Haar bezoek aan de hoofdstad, hunne opwaohting te maken. Aangonomen voor kennisgeving. 1. Aan de vergadering wordt medegedeeld a. dat is ingekomen een adres dd. 3 April 11. van den heer F. J. Bruggeman, houdende het verzoek, om ontslag als onderwijzer 1ste klasse aan de Burgerschool met ingang van 1 Juni e.k. Het gevraagde ontslag wordt eervol verleend met in gang van den genoemden datum. b. idem, een circulaire van een comité uit den Bond van vrouwelijke verlosknndigen in Nederland, houdende het verzoek om toezegging eener jjaarlijksche bijdrage aan een te stichten pensioenfonds voor vroedvrouwen. Wordt besloten: dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. c. idem, het Provinciaal blad no. 21 van 1900, hou dende vaststelling van den termijn binnen welken de gemeenterekening over 1899 moet worden ingezonden, zijnde uiterlijk op 31 Augustus a.s. Aangenomen voor kennisgeving d. idem, een schrijven, dd. 20 April 11. van den heer C. van Bujjsen, houdende bericht der aanneming van zijne benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs. Alsvoren. e. idem een schrijven van Regenten van het Mannen- en Vrouwengasthnisten geleide van een ontwerp-ver ordening op het gebruik en beheer dier instelling. Gesteld in handen van bnrg. en weth. om bericht en raad. j. idem een schrjjven d.d. 18 April 1.1. no. 15 van de Gedepnteerde Staten ten gele'de van het goedgekeurde raadsbeslnit d.d. 28 Maart 1.1. no. 5, betreffende koop en verkoop van grond van en aan het Rijk. Aangenomen voor kennisgeving. Herziening van belastingverordeningen 2. Geljjk bekend zijn in den laatsten tijd bij ver schillende Koninklijke besluiten onderscheidene plaatselijke belastingverordeningen goedgekeurd tot 1 Januari 1901, tengevolge waarvan nieuwe verordeningen moeten worden vastgesteldindien men de heffingen na dien datum wenscht voort te zetten. In velband hiermede zijn de gemeentebesturen namens den Minister van Binnenlandsche Zaken door de Gedepu- Telefoonnunmcr i 3. teerde Staten der provincie uitgenoodigd de bedoelde nieuwe verordeningen uiterlijk vóór 1 Mei a.s. in te zenden, opdat deze met het verslag hunnerzijds vóór l Juli e.k. aan de beoordeeling van Hare Majesteit de Koningin kunnen onderworpen worden. B. en W. zijn van meening, dat het haast niet te ver gen is de vele verordeningen, die thans opnieuw vast gesteld moeten worden, wederom aan eene herziening te onderwerpen. Voor zoover daarin bjj de laatste vastelling veranderingen zijn gekomen, kan men over de werking nog absoluut geen oordeel vellen. Van daar dat zij voorstellen te besluiten opnieuw eu onveranderd vast te stellen 1°. de Verordeningen op het heffen en invorderen van schoolgelden voor het onderwijs op de openbare lagere scholen 2°. de Verordeningen op het heffen en invorderen van een recht onder den naam van marktgeld, voor het vee 't welk op de markten wordt aangevoerd 3°. de Verordeningen op het heffen en invorderen eener belasting op het gebruik van gemeentegrond, voor het be zetten met kramen, stalletjes of uitstallingen 4°. de Verordeningen op het heffen en invorderen van begrafenisrechten 5°. de Verordeningen op het heffen en invorderen van rechten onder den naam van leges 6°. de Verordeningen op het heffen en invorderen van een recht onder den naam van marktgeld, voor het ge brnik van plaatsen op- of aan verschillende markten 7°. de Verordeningen op het heffen en invorderen eener belasting voor het gebruik van plaatsen op de kleine kaas- en de botermarkt 8°. de Verordeningen op het heffen en invorderen van haven- en kaaigelden. Al de verordeningen worden onveranderd zonder hoof delijke stemming opnieuw vastgesteld. Verzoek om kwijtschelding van boete. 3. De heer P. Berkhout, aannemer te Medemblik, die wegens te late oplevering van de door hem voor deze gemeente aangenomen bagger-, dempings- en rioleerings. werken een boete heeft beloopen ten bedrage van f 375. heeft verzocht hem kwijtschelding van doze boete te willen verleenen. B. en W. berichten op dat verzoek o. a. het volgende De aannemer moest het geheele werk gereed opleveren vóór of op 1 October 1899 Op 17 October werden de riolen van Laat en Schou tenstraat aangesloten. o. Op 19 October werd aangevangen met het rioleeren van den Koningsweg. Op 26 October kwam het riool in de Breestraat gereed. Op 20 November werden de laatste ijzeren kolken aan gevoerd. Op 22 November kwam de schoeiing aan de Kanaalkade tot stand. Op 25 November was het riool in de Breestraat voltooid. Was do aannemer alleen te laat gekomen door het leveren en stellen van de ijzeren kolken, dan zou uit een billijkheidsoogpunt geen boete toegepast behooren te worden, want er werd, ondanks allen aandrang, door de fabriek niet op tijd afgezonden. Maar met don werkelijken rioolaanleg en wat daarbij behoort was de aannemer te laat. Bijna alles is den aannemer medegeloopen, maar er is onoordeelkundig ge werkt en er werd veelal te zwak aangevat. Naar raad werd niet geluisterd. Er is wel geregeld, doch niet met voldoenden ijver gewerkt. Op 25 Nov. was alles gereed. Tot half September waren de weersomstandigheden bij uitstek gunstig, doch daarvan -is niet voldoende partii getrokken. De aannemer was 49 werkdagen te laat met de op levering en wanneer nu slechts over 15 dagen boete be rekend wordt, dan zijn onverhoopte omstandigheden in den vorm van 34 werkdagen tjjdsverlenging terdege in rekening gebracht. Met billjjkheidsgronden is dus rekening gehouden bij het vaststellen van de boete. Deze thans opnieuw te laten gelden, zon B. en W. willen voorkomen te strijden met een voorzichtig beleid en zij zouden zich niet verantwoord achten, indien zjj een andere dan een geheel afwijzende beschikking op het verzoek in overweging gaven. Aan hunne conclusie laten zij echter de opmerking vooraf gaan, dat zij het inwinnen van een advies van de commissie van bjjstand ten eenenmale onnoodig hebben geacht. Het geldt hier geen techniek, doch slechts de vraag of aan de met Berkhout gesloten overeenkomst, ten aanzien van den termijn van oplevering van het door hem aangenomen werk al of niet behoorlijk is voldaan, een vraag waarover door de genoemde commissie moeilijk kan geoordeeld worden. B. en W. stellen voor te besluiten aan den heer F. Berkhout te berichten, dat de Raad geen termen heeft kunnen vinden hem kwijtschelding te verleenen van beloopen boete, wegens te late oplevering van'door hem aangenomen publieke werken. De heer Kraakman wenscht, naar aanleiding van een in een vorige vergadering gemaakte opmerking, te vragen of niet indordaad door den aannemer veel meer blauw zand moest verwerkt worden, dan in het bestek was opgegeven. Is dat zoo, dan zou daarin wellicht een reden gelegen kannen zijn, om ten opzichte van den adres sant wat meer consideratie te gebruiken. In het voorstel meent hij ten deze niets te hebben gelezen. De heer Goede deelt daarop mede, dat er werkelijk sprake van geweest is, dat de aannemer meer zand zou moe ten baggeren. De aannemer is toen verschenen ter verga dering van burg. en weth. bij welke gelegenheid bleek, dat de aannemer te veel zand had, waarvoor hij geen bergplaats kon vinden. Bnrg. en weths. hebben hem toen eene plaats aangewezen, waarvan hij gebruik heeft ge maakt en na dien tijd is er van het baggeren van te veel zand nimmer meer sprake geweest. De profielen zijn ter tafel geweest en deze waren juist. Toen de aannemer het zand dan ook kou plaatsen, wae zijn bezwaar opgeheven. DOOR 't Spreekt van zelf, dat Grietje dit goed vond, en zij liep vlug nog even naar de kamer om het raam te sluiten en de gordijnen te laten zakken. Had ze dit zoo pas maar gedaan 1 Maar hoe kon ze ook weten, dat in haar afwezigheid een ander zon komen en iets wegnemen, waarvan men haar zou beschuldigen Nadat Ka haar had geroepen, was ze nog geen vijf minuten nit de kamer geweest, toen een schadaw voorbij de ramen gleed. Dicht aan de huizon sloop een man langs de straat: schuw blikte hij vóór en achter zich, als vreesde hij gezien te worden. Gluiperig gloorden zjjn oogen rechts en links van onder den breedeu neergetrokken rand van zijn onden hoed. Een eerlijk man kijkt vrij de wereld in, en loopt met opgeheven hoofde langs'sHeeren wegen. Dat deed hij niet. En daarvoor bestonden redenen. Reeds meermalen was hij met de politie in aanraking geweest; al twee keer was hij tot gevangenisstraf veroordeeld ge worden. En ook thans hadden de deuren van den kerker zich pas voor hem ontsloten. Zijn slecht geweten zeide hem telkené: »Ieder ziet in jon een dief," en ziet daar, waarom hij liefst door niemand werd opgemerkt. De straf had hem echter niet verbeterd want hij peinsde reeds weer over nieuwe diefstallen; zonder werken aan den kost te komen, vond hjj zoo gemakkelijk Daarom keek bij rechts en links met begoorige blikken; alsof bij zocht, waar 't meest te halen viel, of waar hij 't best zijn slag zon slaan. Geen wonder, dat hij door 't open raam keek geen wonder ook, dat de blinkende bel vlak er vóór hem in de oogen fonkelden. Zilver!" prevelden zjjn lippen. Nog even gekeken voor en achtertoen een greep een beweging onder zjjn jas en de dief had weer gestolen! Niemand had het gezien. Nog haastiger dan te voren vorvolgde de man zijn weg. Hij voelde het koude metaal door zijn kleeren heen. Kon hjj er maar guldens van makenl Dat zou echter niet gaan. Hij moest het verkoopen. Aan wien Bij een opkooper zou de politie het weten te vinden, daar van den diefstal stellig aangifte gedaan zou worden. Dit ging dns ook niet. Als men hem maar niet terstond oppakte, alleen op vermoeden, dat hij wel de dief zon kunnen zjjn. Zijn jas was van voren zoo verraderljjk bolKon hij het ding maar in een zijner zakken bergen Doch dan liep hij veel kans, het door de gaten weer te zallen verliezen. Hjj moest het eenigszins plat zien te krijgen hoe eer hoe beter.«Wachtdaar om den hoek bjj de kerk daar is het eenzaam." Hjj legde het neer en stampte er op met zjjn lompe schoenen. Zooveel weerstand bad hjj niet verwacht. Nog eens en nog eens. Hjj vorderde Na nog een fermen trap mot den hieldac zon 't voldoende zijn. Doch hoort hjj daar niet iets? Ja er komt iemand 1 Gauw de bel met den voet in de goot geschoven van avond kau hij haar wel weer uit de modder te voorschijn halen de plaats zal hij precies onthouden Gelukkig dat hij zich niet gebukt heeftde naderende is een poli' tie-agentDie zou ongetwijfeld terstond iets vermoed hebben. Nu heeft hjj blijkbaar geen argwaan en pas- seort. De dief, de kerk thans al een eindje voorbjj glimlachtebijna had men hem reeds na kunnen pakken, 't Gevaar is geweken en als het donker is zal hij het zilver terug krijgen Dit hoopte hjj doch hij wist nietdat een werkman van de stads-reiniging eon poosje na hom den hook bjj de kerk omkwam zjjn paard deed stilstaan eu met zjjn sehop het vnil uit de goot schepte in den grooton wagen, het vuil èn de groote zilveren schel 1 Toen de dief eenige oren later terugkwam behoed zaam zich bukkende soms zich even terugtrekkende voor een laten wandelaar, vond hjj tot zijn groote verbazing nietwat hjj zocht. Tastende in het duister, omklemden zjjn gekromde vingers niets dan een paar onnoozele steen tjes. Hjj bromde en vloekte over zijn teleurstelling. Stamp voetende van spjjtverdween hjj eindelijk langzaam in den donkeren nacht. Was hij zich bewast geweest, door zjjn daad het geluk van drie menschon te zullen verwoesten, wellicht had die wetenschap hem althans even iets doen gevoelen, dat hem nu vreemd wasberouw II. Als altijd opgeruimd, was Grietje tegen den avond met haastigen tred den weg opgegaan naar haar huisje, aan een der ruime straten in het nieuwe gedeelte der stad gelegen. Heden was zij zelfs bjjzotidor vrooljjk, daar mevrouw haar als extra-gitt na de schoonmaak een nieuw jasje beloofd had voor haar jongen. Zjj gevoelde zich ge lukkig. Gelukkig door het bezit harer beide kinderen, de elfjarige Anna en Albert, die een jaar jonger was gelukkig ook in het besef, voor zich en die beiden het noodige te kunnen verdienen. Schulden, bedeeling, het waren spoken, die haar thans niet meer konden beang stigen. Na den dood van haren flinken man had zij in 't eerst de toekomst donker ingezien. Doch zjj had zich altijd gered on was nooit iemand om een aalmoes lastig gevallen. En nu de kinderen al zoo groot werden, was het ergste geleden, 't Is te begrijpen, dat het er evenwel altijd zuinig omkwam want al waren ook de verdiensten eens wat ruimer, dan moest er iets worden overgelegd voor den winter, wanneer de uitgaven grooter werden, terwijl het loon goringer was. Het was wel eens voorge komen, dat er iets noodig bleek, dat zij door geldgebrek toch niet koopen kon. Toch was dat er dan na eenigen tijd sparens bjj na altijd nog gekomen, en hoe langer het gemis gevoeld was, hos grooter het gelnk vau het bezit. Een enkele maal gebeurde het ook, zooals thans, dat een mevrouw als bewjjs harer groote tevredenheid haar verraste met iets, dat ze zoo goed gebruiken kon. Moeder Grietje twjjfelde er geen oogenblik aanwanneer ze maar gezond mochten blijven, dan zonden ze er ook verder wel komen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1