SCHULDIG?
VRIJDAG
18 MEI.
Straatbelasting.
PAltlJSCHE BRIEVEN.
Buitenland.
Feuilleton.
J. Faber.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Douderd a g-
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor AlkmaaeI 0,80 j franco door het
rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlgke nummers 3 ets.
Telefoonnummer t 3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algmeene kennis, dat het suppletoire kohier
der straatbelasting, dienst 1899, den 2 Mei 11. door den
Gemeenteraad vastgesteld en den 9 Mei d. a. v. door de
Ged. Staten goedgekeurdop heden aan den Gemeente
ontvanger ter invordering is uitgereikt.
Gedurende vijf maanden ligt een afschrift van dit
kohier ter secretarie voor een ieder ter inzage.
Bezwaren tegen den aanslag knnnen op ongezegeld
papier bij den Gemeenteraad worden ingediend binnen
drie maanden na den dag der uitreiking van de aanslag
biljetten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
12 Mei 1900. C. D. DONATH, Secretaris.
Plaatselijke directe belasting.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeeoe kennis, dat het kohier dei plaat
selijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1900,
door den Gemeenteraad vastgesteld den 2 Mei 1.1. en
door de Ged. Staten goedgekeurd den 9 Mei d.a.v., op
heden aan den Gemeente-ontvanger ter invordering is
uitgereikt.
Een afschrift van dit kohier ligt gedurende vijf maanden
op de secretarie voor ieder ter lezing.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen op ongezegeld
papier bij den Gemeenteraad ingediend worden binnen 3
maanden na den dag der uitreiking van de aanslagbil
jetten.
Burgemeester en Wethonders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
12 Mei 1900. C. D. DONATH, Secretaris.
XI.
Parijs 14 Mei 1900.
De Tentoonstelling. VI.
Heden bezochten wij in de rne des Nations de Pavilions
van België, Zweden, Hongarije, en maakten een toohtje
op de Plateforme ronlante, of trottoir welke vanzelf
voortrolt, en waarop wij straks terngkomen.
België hier is het alsof wij de kerk binnengaan,
tenminste wij vinden dat dit gebouw op eene kerk gelijkt,
maar het is inderdaad de getrouwe nabootsing van een
meesterwerk, een vleugel van het Stadhuis van Aude-
naarden, hetwelk behoort tot den fraaien gothischen stijl.
Een belgisch beeldhouwer, de heer Gorzen, heefteen
jaar lang stuk voor stuk dit stadhuis gemodeleerd, en
daarna heeft men dus met bistorische juistheid dit pa
vilion gebouwd. Beneden, gelijkvloers, vinden wij drie
zalen met schilderijen der vlaamsche school, albnms met
reprodnetiën der bezienswaardigheden van de voornaamste
belgisehe steden en museums. Boven zijn twee zalen, de
Salie des Echevins of schepenen, met een schoorsteen
mantel van het jaar 1529, een fraai portret van koning
Leopold II en buitengewoon schoone tapisseriën. In de
andere zaal wijzen wij op de port.etten van prins Albert
en bosten van den Koning en de koningin. Onder het
pavilion vinden wij een vlaamsche herberg der 16e eeuw.
Wij verlaten België en verplaatsen ons, dat is toch heel
vlug, opeens in Zweden, een alleraardigst huisje, gebouwd
volgens teekeningen van Ferdinand Boberg door de Me
chanische schrijnwerkers-maatschappjj van Eckman te
Stockholm. In 'eene fraaie vitrine zien wij hier de ge
schenken aangeboden aan Koning Oscar II en koningin
Sophia van Zweden bij gelegenheid van het Zilveren feest
der troonsbestijging en het Gondeu feest zijner intrede
in het leger van dezen vorst. Groote op dubbele zilveren
bladen geschreven adressen wisselen af met het fraaie
zilveren kistje, do gouden en zilveren coupe Nautulus
en den atlas die de wereldbol torst. Hier zijn zeer mooi
de winternacht in Lapland en de zomernacht te Stock
holm de receptie-salon met massieve mahoniehouten
tafel, en een geheel meubilair van stoeleD en fauteuils
met vergulde pooten en oranje-zijden zittingen. Verder
wijzen wij op echte laplanders en op voorwerpen der
zweedsche nijverheid, en op de expositiëu der departe
menten van Malmohns, Ostergotland, Kopparberg enz.
Boven is nog eene verande, vanwaar men een frisch en
fraai uitzicht heeft op de Seine-rivier.
Maar het meest merkwaardige van al die pavilions is
naar onze meening dat van Hongarije. Dit is niet een
eenvoudig salon, maar eene bepaalde tentoonstelling, een
echt historisch museum. Voor heden is het alleen maar
te bezichtigen voor honderB van kaarten, pers en dergelijke.
In afwachting dat de catalogus van dit mnseum gereed
is, biedt men ons alvast een klein schetsboekje aan van
34 bladzijden, hetwelk zeer interessant is, maar natuurlijk
te uitvoerig om hier in zijn geheel op te nemen. Toch
helpt het ons bijzonder op onze wandeling door de zalen
van di£ pavillou en geeft ons, behalve de beschrijving
van het in- en uitwendige daarvan, ook nog aanteeke-
nicgen over de geschiedenis van al die voorwerpen welke
in dit gebouw tentoongesteld worden. En dat dit niet
maar een eenvoudig schetsboekje is, bewijst de lijst der
namen van de heoren, die dit gezamenlijk schreven, na
melijk de directeur van het hongaarsehe museum der
decoratieve kunst, professoren aan de hoogescholen van
Budapest en Kolozsvar, de secretaris aan het ministerie
van oorlog, en verscheidene doktoren en geleerden ver
bonden aan de nationale museums van Hongarije. Dit
geheele pavilion is een waar historisch overzicht, van
verre kan men het reeds zien door een 40 meter hooge
toren, dit is de toren van de kerk van Körmibz b&nga.
De facade" is in romaansche stijl met motieven van de kerk
der abdij van Jaak met prachtigen vóórgevelde lin
kervleugel is in gotischen stijl en eene reproductie der
»facade" van het kasteel Vajda-Hnngad. De rechtervleu
gel wordt gevormd door de architectaar van de kapel van
Szepes-Csütörtökhelz, en de andere »fa9ade" is de voor
gevel van Saint Michel de Kassa. In fardés en zij
vleugels zijn de motieven aangebracht der verschillende
stijlen en architecturen in dit land zichtbaar, zoodat uit
wendig dit pavilion voor alle kenners op dit gebied van
het hoogste belang is. En inwendig doet dit museum niet
onder voor het uitwendige, de decoratiën der verschillende
zalen zijn ontleend aan het artistieke verleden van Hon
garije en bevat eene kunstverzameling van geschrevene
en gedrukte documenten wapenen en wapenrustingen
beeldhouwwerk heilige vazen en priesterkleederen der
verschillende godsdiensten, voorwerpen uit het dagelijksch
leven werktuigen en voorwerpen der herders en vis-
schers enz. enz.
Voor liefhebbers van oude en vreemde knnst is hier
veel te zien de ingang of vestibule met decoratiën en
»fresques" der monumenten uit de 14e eeuw is gewijd
aan de hongaarsehe beeldhouwkunst, de eerste zaal bevat
het graf van een hongaarsch ridder uit de 9e eeuw, be
nevens de wapenen en wapenrustingen uit den tijd der
Hunnen tot aan de 15e eeuw. Verder eene verzameling
manten van af Saint-EtieDne, den eersten Christen-Koning
der dynastie van Arpad (jaar 1000) tot op heden.
Een volgende zaal bevat godsdienst-documenten en
andere. Wijzen wij op het praalgraf van Saint-Siméon, de
reliqnikast van den dom van Esztergon de oude brieven
van adeldomde gouden zegels de prachtige geschil
derde wapenschilden der adelijke familiën enz. enz.
Onze wandeling voortzettende komen wij in de Wapen
zaal, welke eene reproductie is van de zaal der ridders
van het kasteel Onjda Hnnyad nit de tweede helft der
15e eeuw en waarin wij kennis maken met al de wa
penen door de Hongaren gebruikt, van af de middel
eeuwen gedurende do oorlogen tegen de Tnrken in de
16e en 17e eeuw, de tournooiwapenenen die uit de
oorlogen van Maria-Theresia tegen Pruisen. Maar wij be
merken dat het uurwerk op ver over 12 staat, dus is
het meer dan déjeunor-tijd.
Alzoo tot een volgend maal. Voegen wij er alleen
nog bij dat de Tentoonstelling eergisteren, Zondag, meer
dan 300 duizend bezoekers ontving. J. M. T.
FRANKRIJK. De herstemming voor den Parijschen
gemeenteraad heeft de overwinning der nationalisten (de
anti-Dreyfns partij) nog grooter gemaakt, dan zij reeds
was. Bg de eerste stemming waren 23 openlyke en 8
republikeinsche nationalisten gekozen, tegenover 19 ver
trouwbare Republikeinen by de herstemmingen werden
19 nationalisten en 11 republikeinen gekozen. De presi
dent van den gemeenteraad, Lucipia, werd niet herkozen;
hp werd verslagen door den secretaris der »Ligne des
patriotes" Dansset. De nationalisten hebben dus een 50-tal
stemmen in het Parysche stadsbestuur tegenover 30 repu
blikeinen tot nog toe waren de republikeinen ongeveer
66 stemmeu sterk geweest.
Hoezeer de republikeinen in de meeste gemeenten de
zege hebben weggedragen, is deze nederlaag in de hoofd
stad een ernstige slag voor hun party. Hoe weinig door
zicht en gezond verstand do nationalisten tot dusverre
toonden, mag men toch aannemen, dat zy zoo wys zullen
zyn tydens don duur der tentoonstellingtot welker wel
slagen men zóóveel gedaan en geduld heeft, geen moeilyk
8)
DOOR
O
IV.
»Woonden wij maar niet in de stad", zoo kwam Albert
op zekeren middag in huis dan zouden we stellig veel
meer knnnen verdienen I Op de markt heb ik een boe
renjongen gesproken nog niet onder dan ik die als
koeherder dertig gulden in het jaar verdient en nog den
kost bij den boer toe: driemaal daags zooveel als hij last,
zeide hij. Voor a en voor Anna zal daar ook werk ge
noeg zijn. Met een paar jaren zou ik alleen voor ons
allen genoeg kuDnen verdienen. Toe moeder laat ons
gaan verhuizen naar een dorp
Verhuizen 1 Reeds dikwijls had Grietje hieraan ge
dacht. Wanneer zij eens elders gingen wonen dan zon
zij wellicht niet zoo dikwijls herinnerd worden aan de
voor haar zoo vernederende verdenking. Misschien zon
ze nooit aanstoot behoeven te nemen aan de woorden
van hen met wie ze in aanraking kwam. Haar wam
trouwen zag thans in onschuldig bedoelde gezegden dik'
wijls een toespeling op haar geschiedenis. Langzamerhund
was zij geheel ten onrechte, maar door het voortdurend
peinzen over hetzelfde onderwerptot de overtoiling
gekomen dat iedereen in haar een schuldige moest zien.
En een geestelijkedie haar eens bezochtverklaarde
na een gesprekdat de vrouw naar zijn overtuiging
inderdaad schuldig was aan diefstal en zich slechts dood
onschuldig hieldóf en dit kwam hem het meest
waarschijnlijk voor dat z(j op weg was om krank
zinnig te worden 1
Zoo vaak het denkbeeld aan verhuizen bij haar was
opgekomenzoo vaak had zij dat ook bijna onmiddellijk
weer verworpen. Want die zich verwijdert, beschuldigt
zich had vroeger haar vader altoos gezegd en zij
vreesde derhalve dat een vertrek van haar uit do stad
verkeerd zon worden uitgelegd. Bovendien was het haar
steeds voorgekomen dat zij bij verandering van woon
plaats voor goed afstand moest, doen van de verwachting,
die zij nog immer koesterde. En het scheen haar altijd
dat men dan terstond zon nalaten wat de commissaris
van politie haar meermalen had verzekerd dat men
namelijk nog voortdurend naar den dief zocht 1
Toen nu echter ook haar jongen sprak van bniten te
gaan wonen begon ze het vóór en tegen opnieuw te
overwegen. Zij dacht aau haar jeugd aan den tijd vóór
haar huwelijk. Voor haar geest zweefden de beelden en
tafereelen nit het verleden. Ze zag weer de golvende
graanakkers het dartelende vee. Plotseling kwam het
over haar dat onuitsprekelijk groot verlangen om buiten
te zijn in die heerlijke, frissche lncht! Weg nit deze
omgeving waar alles somber was en haar neerdrukte 1
Tot groote voldoening van Albert en Anna werden
plannen gemaakt en voorbereidende maatregelen genomen,
Toen maar eens het besluit vast stond was spoedig in
een naburig dorp een woning gehuurd niet groot, doch
voldoende voor het gezin. Van het kleine tuintje vooral
stelden ze zich alle drie heel wat voor. Het weinige
huisraad was op een wagen geladen en de weduwe met
haar beide kinderen haddeu do stad verlaten.
Op het dorp keuden zij weldra ieder bij name, cn allen
kenden hen. De nieuwe omgeving deed de moeder goed;
Albert en Anna waren er al gauw geheel thuis en betere
dagen schenen voor het drietal aan te breken. Wel was
het loon niet zoo hoog als Grietje het vroeger in de stad
gewoon wasdoch de hnnr was hier ook lager de
levensbehoeften waren geringer en voortdurend bad
zij werk.
Anna ging dienen voor kindermeisje en toen Albert
eenigen tijd later de zesde klasse der schooj had door-
loopen kwam hij als jongste knechtje bij een landbouwer
in dienst.
Het ging de moeder aan 't hart dat hare kinderon
zoo jong nog, reeds de deur nit moesten, doch dezen
toonden zicb gelukkigreeds iets te kannen verdienen.
De Zondag wanneer zij beiden weer bij moeder waren,
was steeds voor alle drie een dubbele feestdag. Anna
vertelde dan van haar juffrouw en van de lieve kleinen,
die zij moest oppassen en ook Albert deelde over zijn
werk wel het een en ander mee. De geheele week, zoo
vertelde hij op zekeren keer, was hij bezig geweest met
het bemesten van het aardappelland. Elk jaar ontving
de boer een scheepslading straatvnildat door de werk
lieden der reiniging in de stad waar zij vroeger woon
den was verzameld. Morgen zon hij ploegen leeren.
Yoor 't eerst zon hij dat werk mogen verrichten. Als
hij dan do voor maar recht kon houden »Dan moest
hij maar goed naar de paarden kijken", meende Anna.
Doch Albert vond dat zij door dit gezegde juist toonde
van de zaak niet het minste verstand te hebben in de
eerste plaats toch diende men te letten op de ploeg.
Moeder gaf den eenvondigen raad en zeker tevens den
verstandigsten Albert moest maar goed zijn best, doen!
Nn dat zou hij zeker.
En dit deed hij ook. Gijs, de groote zoon van den
boer, die naast hem werkte, stond er versteld van, zoo
goed als het hem afging.
Albert keek steeds naar de paarden en meteen naar
de ploeg. Het viel werkelpk mee. Wat volde de aarde
uit de voor, die het werktuig achterliet, juist de pas ge
maakte greppel. Een bewijs, dat hij de voren even breed
had genomen. Sterk, dat die paarden toch waren
En wat was het blanke ploegijzer scherp Kjjk een
stok middendoor, een scherf in fijne stukjes. Ja, dat
was lastig", had de boer gezegd, »dat er altijd zooveel
rommel in dat straatvnil zat." Wat was dat voor een
klomp, de ploeg schuurde er aaD langs. IJzer
Ho, paardjesEven moest hij het bekijken. Lood, of
zilver leek het wel. Gijs kwam ook toeloopen en die vond