yan let voitaiml Militair oaflerriclit. Donna Cristina. BEOELINa No. 65. Tweede biad. Honderd en tweede jaargang. Zondag 3 Juni 1900. Naar het Spaansch PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. A. PALAOCIO VALDËS. ALKIAARSCHE COURANT. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, eenige der voornaamste bepaliugen omtrent de regeling van het voorberei dend Militair Onderricht, welke regeling is vast gesteld bij beschikking van den Minister van Oorlog, d.d. 1 Jnni 1898, Vile afd., n°. 10. Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt deze regeling het elementair practisch en theoretisch onder wijs in den dienst der Infanterie en der Vesting-Artil lerie, dat door officieren en minder kador van het leger wordt gegeven aan jongelieden, buiten den troep, die zich tot het ontvangen van dat onderwijs vrijwillig aanmelden. Hot voorbereidend militair onderricht heeft in het algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel mo gelijk aansluiting zoekt bij het schoolonderwijs in de gymnastiek, de bekendheid te bevorderen met de eenvou digste militaire exercitiën, terwijl bet tevens leert kennen de algemeene plichten van den soldaat. Dat onderricht strekt bovendien om hen, die de ver bintenis wenscheu aan te gaan als vrijwilliger voor het reservekader in de gelegenheid te stellen zich de voor die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de behande ling van het geweer eigen te maken en voorts tot oplei ding van toekomstige militieplichtigendie aanspraak wenschen te verkrijgen op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, of die zich tijdens hun ver blijf onder de wapenen wenschen toe te leggen op het erlangen van eenen graad. Het voorbereidend militair onderricht vormt eenen cursus, die loopt over twee achtereenvolgende wintertijd- perken, telkens van ongeveer half October tot ultimo Februari en gedurende ten minste 3 uren per week. Het voorbereidend militair onderricht is kosteloos voor de deelnemers en kan worden gevolgd door jongelieden van 16 tot 24 jarigen leeftijd. Het wordt zoo de daarvoor banoodigde localiteit beschikbaar of tegen billijke voorwaarden te verkrijgen is gegeven a. in plaatsen, waar Infanterie of Vesting-Artillerie in garnizoen ligt en in die, waar ten behoeve van de oefe ningen van het reservekader instructeurs van het leger beschikbaar worden gesteldindien daar tenminste 5 adspiranten voor het reservekader of in het geheel ten minste 10 deelnemers de lessen volgen b. in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld, indien daar tenminste 5 adspiranten voor het reservekader of in het geheel tenminste 20 doelnemers de lessen volgen. De aanmelding tot deelneming aan het on derricht geschiedt vóór 1 Juli a.s. ter gemeente secretarie op alle werkdagen van 9 tot 3 ure. De ovengenoemde Hoofdofficier doet jaarlijks in de maand Februari een onderzoek instellen naar de vorde ringen der jongelieden, die aan het voorbereidend mili tair onderricht deelnemen. Aan hen die voor de militie hebben geloot en den hoogervermelden 2-jarigen cursus in zijn geheel en blij kens het onderzoek met vrticht hebben doorloopon, wordt uitgereikt een getuigschrift model W. Lotelingen, die op het tijdstip hunner inlijving by de Militie in het bezit zijn van het getuigschrift model W komen, behalve dat zij aanspraak kunnen maken op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, vóór andere lotelingen hunner lichting in aanmerking voor de opleiding tot eenen graad, indien het korps, waarbij zij zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wapen, YAN Vertaling van Dr. A. A. FOKKER. Stilkapiteinof ik zet u gewoon de deur uit en moet u 't met een half ontbijt doen." Ze verzocht mij haar eenige bizonderheden van mijn leven te vertellen. Ik voldeed aan haar nieuwsgierigheid, en vertelde haar mijn eenvoudige geschiedenis. Wij onder hielden ons over de genoegens van 't zeemansleven, die zij stelde boven die van anderen. »Ik ben dol op de zee maar vooral de zee van mijn land. Deze hier maakt me bang en droevig. Als u 's wisthoe vaak ik een heele poos aan 't venster sta in onze buitenplaats van »el Cabanal''om naar de zee te kijken 1" »Nu, ik hoü in Valencia meer van de vrouwen," gaf ik te kennen. Ik was al een beetje te vroolijk. »Dat geloof ik graag," antwoordde zij lachend. »0, er zijn er heele mooie onder. Ik heb een nichtje ze heet Isabel dat is een waar schatje. Wat 'n oogen heeft dat kindje .Zouden ze mooier zjjn dan de uwe?" vroeg ik stout moedig. .0 de mijne zjjn niets waard antwoordde zij met een blos. »Zijn ze niets waard?',' riep ik verrukt uit. »Nu, maar ik zeg u, dat er aan de heele oostkust niet zulko heerlijke oogen te vinden zijn, en daar zijn er toch die bekoorlijk zijn Ze lijken op twee morgensterren aan den hemel 1Ze zijn als oen geluksdroom, waar men nooit uit zou willen ontwaken voor welks dienst zij voorbereidend onderricht genoten en zij ook in andere opzichten voor die opleiding de noodige geschiktheid bezitten. Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar 30 Mei 1900. G. RIPPING. XIV. Parijs, 20 Mei 1900. De Tentoonstelling. IX. Gisteren was het de zevende Zondag sedert do tentoon stelling hare toegangen opende, on het was er vol, eivol, er waren meer dan 400 duizend bezoekers. Gaat dit zoo voort, dan zal men eindigen met eene regeling vast te stellen, hoeveel menschen er maximum op de Expositie toegelaten worden, waut gisteren kon men op enkele plaatsen bepaald niet voortkomen. Zoo men iets van al het fraais der Tentoonstelling zien wil, dan is Zondag daarvoor de dag niet, het is er te druk, maar houdt gij van vroolijkheid en drukte, gaat er dan gerust heen, want de menschen zjjn hier aardig en vrooljjk en in het grootste gedrang loopt gij nog niet eens veel gevaar van onder den voet te raken. En de trottoir mobile, die is grappig op Zondag, het op- en afspringen en do gilletjes van angstige dames, het is bepaald alleraardigst. Voor ouderen van dagen en ook voor gemakzuchtigen hebben wjj nog een zeer groot aantal .fauteuils roulants" of rol stoelen, welke U voor 2^ francs per uur tusschen de ge bouwen en paleizen voortrollen. Enfin, het is er prettig op zulk een mooien Zondag, doch voor deze kleine kro nieken gaan wjj er toch liever, volgens onze gewoonte, een paar malen in de week 's morgens in de vroegte, heen. De vorige maal bleven wjj met onze aanteekeniugen in het .Palais de Costume" ja dat is mooi, waarlijk een van de .Clous" der Expositie. Wat mooi en aantrekke- ljjk is, noemt men hier een .Clou", en daar clon ge woon weg een spijker is, kon men zelfs reeds snuisterjjen bekomen in den vorm van spjjkers, en welke den naam dragen van .Clous de l'Exposition". Wij gaan dan in on3 paleis den trap op en zien daar Catherine de Médicis met haren sterrewichelaar (1560). Hendrik IV en de schoone Gabrielle d' Estreé (1591) Maria de Médicis, tweede vrouw van Hendrik IV (1612) Marion de Lorme (op het eind der regeering van Lodewjjk XIII) zooals reeds gezegd, het gelijkt alles op tableaux-vivants, of tooneelen uit. een panopticum. Daar is eene aardige groep, de dochters van Lodewjjk XIV, bezig met het rooken uit pijpen, waarbij zjj verrast worden door den Grand-Dauphin (1695), vervolgens Marie Leszinska, koningin van Frank rijk, echtgenoote vanLodewjjkXV(1703-1768). Eene visite uit den tjjd van Lodewjjk XV, die dame zit op het bed en ontvangt zoo hare bezoekers vervolgens Trianon, het buitentje van Marie Antoinette eene kleine loge in de Opéra (1776). Thans komen wjj in het tijdperk der revolutie en het Directoire met de modes van die dagen, en dan een prachtig tableau »la Veillo dn Sacre", de avond vóór de kroning van Napoléon en Joséphïne, de keizerin beproeft haren mantel, een prachtstuk. Ah, het heeft wat een moeite, tjjd en geld gekost, dit alles bijeen te brengen, vjjf jaren lang hebben de heeren Felix, de groote .couturier" van den Faubourg St. Honoré, en zjjne medehelpers gezocht in museums, tjjdschriften, documenten enz. om in een enkel paleis eene geschiedenis to leveren van de costumes, van de mode van af het begin onzer jaartelling tot op heden. Gaat er gerust met Uwe echt genooten en dochters heen, de dames zullen het gebouw opgetogen verlaten. Misschien zult gjj er wat heel lang moeten bljjven, doch het is er ook zoo mooi, en voor dames zoo van belang. Bedenkt eens, wanneer gjj al die Ze werd op eens ernstig. Eenige oogenblikken bewaarde ze 't stilzwijgen on keek strak op 't tafellaken vóór zich. Eindelijk zeide ze met voorgewende onverschilligheid, die niet vrij was van zekere stroefheid heeft zeker maar zoo zoo gegeten, nietwaar? Aan boord eet men gewoonljjk beter." Ik zweeg ,op mjjn beurt, en zonder op haar vraag te antwoorden, zeide ik na een oogenblik »Ik vraag u verschooning. Wjj zeolui drukken ons wat vrij uit. Wij kennen de étiquette zoo niet, maar we meenen 't goed. Ik heb niet bedoeld iets oubehoor- Ijjks te zeggen Ze draaide dadelijk bij, en wjj zetten ons gesprek op denzelfden prettigen toon voort onder 't eindigen van onzen maaltjjd. III. Ik ging weer aan boord in een erger toestand dan den vorigen dag. De dame nam mjjn gedachten meer in beslag dan noodig was voor mjjn rust en goed humeur. Ik kwam 's avonds, en ik kwam den volgenden dag terug. Haar in nemend uiterlijk, haar g'tzwarte oogen, zoo onschuldig en toch zoo schalksch tegelijkertijd, drongen met den stormpas in mijn ziel. En zooals het in dergelijke gevallen gebeurt, bekoorden mjj eerst haar oogen, dan verrukte mij haar stem daarna haar fijne handen kort daarop do zjjden lokjes aan haar slapeu weldra ook de drie kleine moe dervlekjes, die ze op de linkerwang had. Zelfs kwam ik er allengs toe ten slotte genotvol te vinden, dat ze der op eenigszins gebrekkige manier uitsprak. Deze en andere ontdekkingen van gelijkebelangrjj'rheid konden natuurlijk niet volbracht worden zonder de ver- eischte waarneming, welke, in stee van haar aangenaam te wezen, haar blijkbaar hinderdo. Ze ontving mjj altjjd met vreugde, maar niet met dezelfde vrjjmoedigheid. Ik kon, niet zouder leed, opmerken, dat er, in weerwil van de vroolijkheid en opgewektheid van haar praten, toch in don grond een spoor van ongerustheid of ach terdocht waar te nemen viel, alsof zjj vreesde, dat ik vroegere modes goed aanschouwd hebt, ook 1830 met een doop, zooals die toen gehouden werd, komt gij tot de modes van al de Tentoonstellingen van Parjjs, 1855, 1867, 1878, 1889, en eindelijk op heden, »La Mode en 1900", .Chez Felix en 1900", het is eene pracht, een salon vol costumes en coiffures, zoools gjj alleen te Parjjs bjj do grootste couturiers kunt vinden. En dan de ge schiedenis der hoofddeksels .1' Histoire de la Coiffure", van af 1670 tot 1900, de Académie of Ecole framjaise de Coiffure, waartoe een groot aantal der eerste parjjsche modisten medewerkten, het is alles één succes, er is maar één roep, hot is prachtig en eenig. Verlaat gjj dit paleis, dan is de beste raad welken wjj u geven kunnen, een wandeling te maken over het Champs de Marshetwelk thans volstrekt niet geljjkt op het Champs de Mars van 1889. Het is niet mooier, want in 1889 had men op dit uitgestrekte terrein naar onze meening het toppunt van volmaaktheid bereikt. Maar het is anders. De Eiffeltoren staat er natuurlijk nog en komt gij thans van het Trocadero en over de brug of Pont de Jéna, dan hebt gjj vlak vóór u het Palais de la Femme, links een gebouw, »le Tour du Monde" of reis om de wereld dan het pas bezochte Palais du Cos tume en daartegenover het Palais Lumineux waar alles van glas is. Verder voortwandelend komen wij links en rechts van den Eiffeltoren langs eene reeks groote paleizen. Die aan onze linkerhand zjjn gewjjd aan het mijnwezen en metaalwerken, aan de nijverheid op het gebied der kleeding stoffen kanten borduursels, ge maakte kleereu enz. enz. en verder het paleis van de mechanische werktuigen. Aan onze rechterhand zjjn de paleizen gewijd aan da opvoeding en het onderwijs, let terkunde, kunsten en wetenschappen, fabriekwezen, mid delen van vervoer enz. Deze paleizen zjjn zóó groot, dat wij er stellig een verbazenden tijd zullen zoekbrengen, zjj zjjn 281 meter lang en 129 meter breed, en tusschen de verschillende uitstallingen doorloopend, zijn er zoovele lanen, dat men om alles af te zien, verplicht i3 twintig maal van boven naar onderen, of liever van Noord naar Zuid, en van Zuid naar Noord te wandelen. Nog hebben wij rechts van den Eiffeltoren het Panorama van de Compagnie Transatlantique, het Palais de 1' Optiquo, het Maréorama of nabootsing van eene zeereis, welk laatste nog niet geopend is. En kijken wij van af den Pont de Jéna onder den Eiffeltoren door, dan zien wjj op den achtergrond het Paleis der Electriciteit, en het Chateau d' Eau, benevens de vroegere Galerie des Machines, welke men totaal veranderd heeft mot in het midden de prachtige »Salle des Fêtes" of feestzaal, welke eene oppervlakte heeft van 6.300 vierkante meter en 25.000 personen Kan bevatten. Dan is hier nog eon Village Suisse" of zwit- sersch dorp en nog veel meer, tuinen, restaurants, kiosken, pavilions enz., enz. Bezoeken wjj dus eeu volgend maal het Palais de 1' Optiqne op het Champs de Mars, nemen wjj dan weder plaats op onzen »plateforme mobile" en rollen wjj terug naar de brug Alexandre III, bezoeken wjj vervolgens het groote en hot kleine paleis der Champs Ely.-ées, gewijd aan de schoone kunsten en da geschiedenis der oude kunst, om dan terug te keeren naar het Champs de Mars, en daar al die paleizen te doorloopen. Voor- loopig een mooi programma, en waarljjk, wie er maar even kan uitbreken, wjj raden het ieder aan, komt het zien. J. M. T. haar ieder oogenblik weer zoo 'n lierdicht als te voren zou toezingen. Hoezeer ik dit echter ook besefte, had ik geeu wilskracht genoeg, om haar niet meer dan noodig was aan te kijken. Eindeljjk kwam in alle geheimzinnigheid de pruik in 't hotel aan Donna Amparo probeerde haar in 't verborgene zjj bevond haar niet in orde zond haar terug naar den haarknnstenaar er werden eenige kleine veranderingen aangebracht zonder dat het publiek of de autoriteiten het bespeurden en, na verscheidene even geheimzinnige proef nemingen kwam de goede dame frisch en jeugdig te voorschjjn juist alsof mjjn zondige handen nooit een aanslag op haar bekoorljjkheden gewaagd hadden. Want in weerwil van alles, dat wjj zeggen in weerwil van haar pruik haar leeftjjd en haar dikte had Donna Amparo die nog niet geheel en al verloren. Zij noodigden mjj uit, om met haar een rjjtoertje in de omstreken van de stad te doen. Men kan licht begrijpen mot hoeveel vreugde ik dat voorstel aannam. Toen we al buiten waren, stapten wjj uit en genoten wjj eeu uurtje van do lachende prachtige natnur. Ik voelde me vroolijk, en deze vrooljjkbeid dreef mjj er toe, mjj jegens Donna Cristina buitengewoon hoffelijk te toonen. Ik had lust om haar al 't schoone en belangwekkende, dat ik in haar waarnam, te zeggen. Maar alsof zjj dien boosaardigon trek raadde hield ze hem met takt en standvastigheid tegen door iedoren keer, dat zo merkte, dat ik op 't punt was een ontboezeming te loozeu mij den pas af te snjjden met de een of andere onverschillige vraag, of door mij met haar moeder alleen te laten, om vooruitte loopen of door te trach ten deze aan 't praten te krjjgen. Ik liet mo daardoor niet ontmoedigen. Ik was zoo dom of, wil men, onbescheiden, dat ik ondanks deze duidelijke wenken nog volhield met handige omwegjes te zooken om haar toch eenige wierookwalmen toe te zenden. Ik verklaar niettemin hierbij, dat ik volstiekt niet dacht haar 't hof te maken. Ik meende te goeder trouwdat die hoffeljjkhoden en vleierijtjes geoorloofd waren; want wjj Spaojiardon hebben ons nu eenmaal sinds onheugoljjke tijden het recht aangematigd om aan al do mooio vrouwen te zeggen, dat ze 't zjjn, zouder verdere bedoolingen. Maar zjj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5