No. 76. Eerste bi«d. Honderd en tweede jaargang. VRIJDAG 29 JUNI. Orde op de Kaasmarkt. Gemeenteraad van Alkmaar. Vervolg van liet Tweede Blad. 2°. ALkMAARSCHE <01 RAM. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdng- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar t 0,8©franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f Afzonderlgke nummers 3 ets. Telefoonnummer t Pr()s der gewone advertentlen Per regel f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter openbare kennis, dat de Raad dezer gemeente in zijne op 27 Juni 11. gehouden vergadering de Ver ordening, houdende bepalingen omtrent de orde op de Kaasmarkt, (Gemeenteblad 1398, no. 80) heeft gewijzigd, waardoor art. 3 thans als volgt Inidt Aanvoerders van kaas kunnen reeds des Donderdagsvan des voormiddags ÏO uur af, op aanwijzing van den marktin ;est« r de door ben benoodlgde ruimte ter marktplaats Innemen, evenwel niet dan onder voorwaa rde, dat voor de stapels beneden de 300 stuks de helit moet worden aangevoerd, en dat voor de g roo- tere stapels zooveel kazen worden aan gevoerd en ter marktplaats nedergelegd als noodlg zijn om één regel in de lengte, van de ruimte welke men wenscht in te nemen, te bezetten. Met bespreken van plaatsruimte door mid del van waardelooze of andere niet ten ver koop bestemde kazen, van stokken, haken, zeilen of andere voorwerpen, ls verboden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 28 Juni 1900. C. D. DONATH, Secretaris. Verzoek bestrating van den Geestersingel. 5. De heer Jan Muijs en 15 andere ingezetenen, allen eigenaren van perceelen aan den Gee9tersiugel, hebben zich bg adres d.d. 22 Mei 1.1. tot den Raad gewend, met het verzoek om don bedoelden singel, zich uitstrek kende van den Bergerweg tot de Kanaalkade te doen bestraten. Bedoeld adres weid in de vergadering van 30 Mei 1.1. om bericht en raad in handen gesteld van B, en W. Daaraan voldoende berichten zij, dat volgens opgaaf van den gemeente-architect, de bestrating van dezen weg zou kosten f 5265, of indien de weg 3,5 M. breed werd f 3250. Vooral met het oog op de gelden welke op den dienst van 1900 niet beschikbaar zijn, komt het B. en W. voor dat bet verzoek behoort te worden afgowezen. Doch al konden de daarvoor noodige gelden gevonden worden, dan zonden zij het bestraten van den Geestersingel, die geen tusschen belendingen ingesloten weg vormt en als openbaren weg aan redelijke eischen beantwoordt, toch moeten afraden. De singel kan soms stoffig zijn. Doch sedert de gemeente in het bezit is van een sproeiwagen kan dit bezwaar voor een goed worden opgeheven. Zij stellen daarom voor aan de adressanten te berichten dat de Raad vooralsnog geen termen heeft kunnen vinden om tot bestrating van den Geestersingel over te gaan De heer Boelmans ter Spill kan zich met het voorstel zeer goed vereenigen, het woord vooralsnog" acht hij hier zeer goed op zijn plaats. Niet zeker wetende welken weg de tram naar Egmond en Bergen zal nemen er is immers ook sprake van geweest, dat zij langs den Singel zon rijden acht bij het niet gewenscht thans tot bestrating over te gaan, zonder dat hij daarbij te kennen wil gevendat bij op hot verzoek afwijzend zou willen beschikken. De heer Van den Bosch, al behoort bij tot de belanghebbenden hoopt nietdat men hetgeen hij zal zeggen als e n oratio pro domo zal beschonwen. Hij zeker een der minstbelanghebbenden, en verkeert in het gunstige geval, dat hem destijds vergunning is verleend om voor zijn perceel een kleine straat aan te leggen. Spr. had niet verwacht, dat B. en W. zonden besluiten dadelijk tot bestrating over te gaan, maar bij huopt niet, dat men met dit woord «vooralsnog" wil zeggen, dat men in de eerste tijden daaraan niet zal denken. Waar de gemeenteraad de burgers gaat verplichten tot bestra ting, dient men toch wel het voorbeeld te geven. De Singel is in de laatste jaren zeer bebouwd geworden en vormt den toegangsweg naar verschillende zijstraten. Den eigenaar van de Stnartstraat is gelast voor klinker bestra ting te zorgen, de bewoners van de Tninstraat hebben er om verzocht, 't Heeft er dus wel iets van alsof men de kamer netjes in orde wil hebben, doch de vloermat vergeet, want werkeljjk de toestand van den Singel laat veel te wenschen over. Wat de stoffigheid betreft, zeggen B. en W., dat de sproeiwagen daarin voorziet, maar spr vindt het wel eigenaardig, dat hij den sproeiwagen slechts enkele dagen nadat het adres werd ingediend ter plaatse zag rijden. Maar men vergete niet, dat ook bij vuil weer de Singel, die door een groot aantal rijtuigen wordt be reden bijna onbegaanbaar is, menschen kunnen er dan alleen in de ganzen marscb passeeren. Hij geeft daarom B, en W. in overweging, by de eerstvolgende begrooting den Singel voor bestrating in aanmerking te doen komen. De Voorzitter komt er tegen op, dat het rijden met den sproeiwagen langs den Singel in verband wordt gebracht met het indienen van het adres, en zogt, Jat gewoonlijk al vroeg in den morgen de sproeiwagen daar langs rijdt. De heer Glinder man ondersteunt hetgeen ue neer v. d. Bosch heeft gezegd en wijst er vooral op, dat de toestand in den winter onhoudbaar is, waarop de V o o r- zitter verklaart, dat B. en W. met de uitgedrukte wenschen zooveel mogelijk rekening zullen houden. Naar aanleiding van hetgeen de heer Ter Spill heeft opgemerkt vraagt de heer Kraakman of B. en Vv ook nadere inlichtingen kunnen verschaffen omtrent den door de tram te volgen weg. De Voorzitter antwoordt, dat hem dienaangaande niets naders bekend is. De Vergadering vereenigt zich daarna met de conclusie van B. en W. Hoofdelijke omslag en straatbelasling over vorige diensten. 6. a. Hoofdelijke omslag. Op den dienst van 1896 is verhaalbaar gesteld een bedrag van f 118,85s en ingevorderd f 51,90, zoodat een bedrag van f 66,985 niet meer voor invordering in aan merking komt. Op den dienst vau 1897 valt nog te verhalen een be drag van f 69,75, op dien van 1898 een som van f 85,19. Op den dienst van 1899 wordt voorgesteld oninbaar te verklaren een bedrag van f 188,11 en nog verhaal baar te stellen een bedrag van f 145,735. b. Straatbelasting. Op den dienst 1898 valt nog te verhalen f 16,325. Op dien van 1899 een bedrag van f 76,395, terwijl on inbaar wordt verklaard een bedrag van f 7,40. Zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Benoeming van een tweeden leeraar In de oude talen aan de Inrichting voor hooger onderwijs. 7. De commissie, bestaande uit de heeren J. P. Kraak man, H. Boelmans ter Spill en J. H. Blum, benoemd iu de vergadering van den 30 Mei j.l. beschouwde de haar opgedragen taak als van spoedeischenden aard en biedt den Raad geheel eenstemmig en in volkomen overleg met den heer Dr. M. N. J. Moltzer het navolgende voor stel ter overweging aan. Vooraf brengt zij het volgende in herinnering. Den 25 Maart 1891 werd eene later op f 2500'sjaai's bepaalde subsidie toegekend aan een nader te benoemen doctor in de letteren ter fine van vestiging binnen deze gemeente van eene bizondera inrichting van gymnasiaal onderwijs. Die subsidie werd verleend voor zes jaren en onder de bepalingen in dat besluit vervat. Den 29 Juni d.a.v. werd die subsidie toegekend aan voornoemden Dr. Moltzer, en den 23 Juni 1897 werd die subsidie opnieuw voor den tijd van zes jaren verleend. Loopende dat tijdperk en zonder de gemeente voor verdere toekomst te binden, acht de commissie het hoogst gewenscht en zelfs dringend noodzakelijk, dat ten spoedigste een tijdelijke voorziening worde genomen. De inrichting toch had ten doel om de jongelieden in staat te stellen het Staats-examen te kunnen afleggen om tot de hoogeschool te worden toegelaten, en wel in verband met de lessen aan de Hoogere Burgerschool. Dat doel werd ook herhaaldelijk nagestreefd en bereikt door jongelieden die bereids het eindexamen aan de H. B. S met welslagen hadden afgelegd. Ook nu nog zijn er, en steeds zullen er zijn, vooral aanstaande stndenten in' de medicijnon, die er prijs op stellen dat eindexamen H. B. S. af te leggen om daarna de akademie te be reiken. Het geven van het noodige onderwijs aan dezen en bovendien aan zeB geleidelijk opklimmende klassen, al is dat alleen in het Latiju en Grieksch, is echter een te veel omvattend werk voor één leeraar, zooals vooral de tegenwoordige verscheidenheid van leerlingen, wat de aard van het voor hen noodige onderwijs betreft, dui delijk aantoont. Hieruit volgt, dat het noodzakelijk is ter goede in- standhouding der inrichting, om een tweeden leeraar in de oude talen daaraan te verbinden, en zelfs zal de toe komst een derden leeraar kannen vergen. In die toekomst zal dan evenwel voorbereid zijn do oprichting van een gymnasium, volgens de dan bestaande, nu nog in te wachten wettelijke voorschriften. De voortdurende uitbreiding van de gemeente Alkmaar, die binnen beperkte jaren bet getal harer inwoners met 50 pet. zag vermeerderen en die eene Rijksinrichting zooals de Cadettenschool met hare hoofd- en andere offi cieren en talrijke leeraren in haar midden ziet bloeien maakt voor baar en ter wille harer omgeving de oprich ting van zoodanig gymnasium na verloop van tijd zelfs volgens de bestaande wet, verplichtend. De voorbereiding daartoe zou voorzichtig finautiëel beleid kunnen genoemd worden. Daarom stelt de commissie voor het navolgende besluit te nemen De Gemeenteraad van Alkmaar Gezien zijn voormelde besluiten van 25 Maart en 29 Juni 1891 en vaD 23 Juni 1887 Overwegende dat bet wenschelijk is den bloei der bij die besluiten bedoelde inrichting te verhoogen en de eventneele oprichting van e9n gymnasium te bevorderen door do benoeming van een tweeden leeraar in de oude talen Besluit A. om over het loopende tijdvak, in laatstgemeld besluit aangewezen, aan den voornoemden heer Dr. Moltzer met het doel als bij die besluiten gemeld, eene hoo gere subsidie te geven van f 1200, als tractement voor een tweeden leeraar in de oude talen en ingaande den eersten September 1900 en in drie gelijke ter mijnen te betalen. Onder bepaling 1°. dat de benoeming van dien leeraar zal geschieden door den gemeenteraad na voordracht van een drietal doctoren of doctorandi in de letteren, ge rangschikt naar orde van aanbeveling. 2°. dat die benoeming zal geschieden voor voormeld loopend tijdvak, om binnen acht dagen na daaivan door burgemeester en wethouders gedane kennis geving schriftelijk te worden aanvaard, onder ver plichting tegenover de gemeente Alkmaar om de betrekking te blijven waarnemen, zoolang door den benoemde niet dertig dagen vóór Kersttijd of Paschen of 45 dagen vóór 1 September tegen die tijdstippen verzoek om ontslag aan den gemeen teraad is ingezonden. 3°. dat de heer Dr. Moltzer tijdig vóór den aanvang van iederen cursus aan den gemeenteraad een rooster van lesuren aanbiede en de helft der ge noten minervals aan burgemeester en wethouders zal verantwoorden en na hunne goedkeuring bij den gemeente-ontvanger storten. B. om over het loopende dienstjaar de geldelijke gevolgen dezes te vinden uit den post voor onvoorziene uitgaven. Het advies van B. en W. op het door de commissie ingediende voorstel luidt als volgt Door de Commissie, in de vergadering van 30 Mei j.l. benoemd, »ten einde aan den Raad een voorstel te doen in zake de inrichting voor hooger onderwijs", is daaraan gevolg gegeven bij haar schrijven van 14 Jnni d.a.v. (bijlage no. 51). Alhoewel wij ons geheel kunnen veree nigen met de in bovenbedoeld schrijven uitgedrukte wen- schelgkheid om tden bloei der inrichting te verhoogen door de benoeming van een tweeden leeraar in de oude talen'1, wil het ons voorkomen, dat de aan het ontwerp-besluit gegeven vorm in de naaste toekomst tot moeilijkheden zal kannen leiden. De heer Dr. M. N. J. Moltzer toch, aan wien bij besluit van 29 Juni 1891 No. 33 met ingang van 1 September d.a.v. een subsidie van f 2500 voor zes jaren werd toe gekend, welk subsidie bij besluit van 23 Jnni 1897 No. 5 onder zekere voorwaarden andermaal voor een gelijk tijdvak werd verleend, kan niet geacht worden «gemeente ambtenaar" te zijnweshalve het ons niet gewenscht schijnt den tweeden leeraar door den Gemeenteraad te doen benoemen. Waar naar onze meening de benoeming van een tweeden leeraar niet door den Gemeenteraad, doch door het hoofd der inrichting behoort te geschieden, kan punt 2 der be palingen van het ontwerp-beslnit gevoegelijk buiten be spreking blijven. Indien eenige bindende bepaling bij eene benoeming noodig wordt geacht, is de vaststelling daarvan onzes inziens zonder eenig bezwaar aan Dr. Moltzer over te laten. Betreffende pnnt 3 der bepalingen, zouden wij er de voorkeur aan geven, dat [de heer Moltzer de vrije be schikking over het bedrag der minervals blgve behouden moet zijnerzijds een bewijs gegeven worden, dat hij zich in het belang der inriehting eenige geldelijke opoffering wenscht te getroosten, dan kan zulks ook geschieden door eene vrijwillige bijdrage aan den tweeden leeraar. Onder gelijke overwegingen als die, door de Commissie in haar rapport aangevoerd, hebben wij derhalve de eer Uwe vergadering voor te stellen, het ontwerp-beslnit der Commissie niet onveranderd aan te nemen, doch in verband met bet door ons hierboven aangevoerde, te nemen het volgende Besluit A. om over het loopende tgdvak, in laatstgemeld besluit aangewezen, aan den heer Dr. M. N. J. Moltzer met het doel als bij die besluiten gemeld, eene hoogere jaarlijksche subsidie te geven van f 1000 als bijdrage in het tractement voor een tweeden leeraar in de onde talen en ingaande den eersten September 1900. Onder bepaling: 1°. dat de benoeming van dien leeraar zal ge schieden door den heer Dr. Moltzer onder goedkeuring van burgemeester en wethouders, dat de heer Dr. Moltzer tgdig vóór den aanvang van iederen cursus aan burgemeester en wethouders een rooster van lesuren aan biede. B. burgemeester en wethouders uit te noodigen te zgnei tijd de noodige finantiëele voorstellen te willen doen tot vinding der snb A bedoelde gelden. Over dit pnnt, zeker het belangrijkste der agenda had een zeer langdurige discussie plaatB, nn en dan zelfs met een zekere heftigheid gevoerd. Men houde ons ten goede, dat we daaruit de hoofdzaken weergeven, daar bet soms beel wat inspanning kostte de sprekers te volgen. De heer Vonk opende het debat met een vraag aan den Voorzitter. Spr. was de vorige week verzekerd, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1