Donna Cristina.
ALKMAARSCHE COURANT.
Vrijwillige Oefeningen in den
Wapenhandel.
Nederland.
FEUILLETON.
Naar het kSpaanscli
A. PALACCIO VALDÈS.
W>
No. 76. Honderd en tweede Jaargang. 1900.
Woensdag 2» Juni 1900. Tweede blad.
AANGIFTE tot deelneming aan bovenge
noemd onderricht ter Oemeente-Secretarie
vóór 1 JUKI a.s., op welken datum de lijst
onherroepelijk wordt gesloten.
lilJST van kiesgerechtigden voor leden
van de hamer van Koophandel en
Fabrieken.
DE BURGEMEESTER van ALKMAAR
Gelet op het Koninklijk Besluit van 4 Mei 1896 (Staats
blad No. 76) tot vaststelling van een Algemeen Reglement
voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken
Noodigt hen, die niet op de in het jaar 1898 vastge
stelde Kiezerslijst voorkomen, maar aanspraak kunnen
maken om op de Kiezerslijst te worden geplaatst, uit,
daarvan vóór I Juli a.s. ter gemeente-secretarie aan
gifte te doen volgens het daarvoor vastgestelde formulier,
waarvan aldaar exemplaren kosteloos verkrijgbaar zjjn.
Art. 6 van het Reglement bepaalt dat men om kiezer
van leden eener Kamer te zijn, moet voldoen aan de
beide volgende voorwaarden
A. Kiezer zjjn van leden van den Raad der gemeente
waar de Kamer is gevestigd
B. Aldaar bestuurder of mede-bestuurder zijn en gedu
rende twaalt achtereenvolgende maanden zijn ge
weest, van een bedrijf van handel of nijverheid.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
22 Juni 1900. G. RIPPING.
schrijver van Het bedelend Parijs" („Parisqui mendie"),
die zichop allerlei manieren als bedelaar verkleed,
onder de bedelaars begaf. Hij verhaalt dat hij op zijn
bedelaarstochten iederen dag flink wat binnenbracht, geld
zoowel als bons voor brood melk vleesch kleederen
geneesmiddelen enz. Een voorgewendo lamme noodigde
hem eens aan zijn disch, die zeer goed en rijk voorzien
was. »Wanneor gij eenmaal bet vak verstaat", zei deze,
«kunt gij doen zooals wij; vandaag tracteert de blinde,
die ons dagelijks 6 francs kostgeld betaalt." De vrouw
van den »lamme" bedelde als werklooze arbeidster de
dochter haalde gold op met een geleend kind.
Niet lang geleden berichtte de »Figaro" den dood eener
oude bedelares, die 30,000 francs in geld en geldswaarden
naliet.
Belangwekkend is het geval van een bedelaar te Londen
die dagelijks van een koopman in het voorbijgaan een
stuiver kreeg. Plotseling liet de koopman deze gewoonte
na. De bedelaar deed navraag en vernam, dat de man in
geldelijke moeilijkheden geraakt was.
Hij begaf zich toen naar zijn weldoener en bood hem
6000 gulden tor leen en zoo noodig het dubbele. Dit
geld stelde den man in staat, zijne zaken weder op orde
te brengen. To Zurich was een oude bedelares gestorven,
wier woning na haar dood werd opgeruimd.
Drie wagens waren noodig om al de levensmiddelen
die zij daar in een soort van hebzuchtswaanzin had opge
stapeld te vervoeren. Men vond 348 stukken brood
293 taarten en stukken taart, 140 worsten, 177 stukken
vleesch tot een gezamenlijk gewicht van 50 KG.10
KG. rauw ooft14 KG. aardappelen 10 KG. suiker
4 KG. rijst, 14 KG. koffie 7 KG. kaas, 5 KG. boter,
60 aangebroken en 13 gekurkte flesschen wijn en nog
andere voorraden. Van de kleeren die in do woning ontdekt
werden had men een winkeltje kunnen opzetten. Aan
geld werd ruim 148 francs gevonden. En dit alles was
hoofdzakelijk in twee jaren bijeengegaard
(Handelsblad.)
Bedelaars In groote steden.
In zjjn boek «London Labour and the London
Poorheeft de schrijver Mayhew een treurig tafereel
opgehangen van het gebruik, dat in alle groote steden
van kinderen gemaakt wordt.
Te Londen kan ieder die de goede kantoron weet
zooveel kleino meisjes en jongens huren of zelfs koopen,
als hij wil om die in de drukste straten der stad op te
stellen en aalmoezen te zamelen van de voorbijgangers.
De kindermarkt heeft haar geregelde prijsnoteeringen.
Voor ongeveer 18 cents krijgt men een jongen een heelen
dageen meisje kost ten minste 36 ets. Een mooi zeven
jarig meisje met lang, goedverzorgd haar brengt wekelijks
wel 5 tot 8 gulden mee voor hare onders of eigenaars.
Dit kind wordt opzettelijk goed verzorgd en rein gehouden.
Maar de meeste kinderen moeten om hun taak naar
wonsch te vervullener zoo ellendig en uitgehongerd
mogelijk uitzien. Zij krjjgen zeer weinig te eten en moeten
in lompen de straat op.
In Italië worden kinderen, die een goede stem hebben,
door Amerikanen gekocht en naar de V. S. of Amerika
gevoerd, waar zij aan muziek- en zangveroenigingen ver
kocht worden.
In Croatië vindt men een groote «fabriek", van bedelaars,
waar o. a. albino's geprepareerd worden. De oogen worden
kunstmatig rood gemaakt en het haar blijft wit «in de
wasch''. Hoo het haar zoo wit gemaakt wordtis eon
vakgeheim.
Onmogelijk, het aantal bedelaars in groote steden ook
maar bij benadering te schatten De «Charity Organisation
Society" te New-York stelt het daar op ongeveer 10,000
een schrijver in de „Deutsche Rundschaude heer E.
Mtlsterberg rekent dat Duitschland ongeveer 200,000
bedelaars en landloopers bezit.
Zeer bekend zijn reeds de ervaringen van Paulian
Wed. Xuld-Afrlk. Freniieloterij.
Over deze loterij schreef de «Hervorming":
Tot ondersteuning van de verminkte burgers en achter
gebleven betrekkingen van gesneuvelde Boeren wordt
hier te lande eene loterjj op touw gezet van 50,000 loten
a f 10, met een hoofdprijs van f 100,000. Goed bedoeld
misschien, maar toch jammer! Een goed werk doen èn
der fortuin de hand te bieden. Barmhartige Samaritaan
zijn èn een kansje wagen op een tonne gouds 1 En het
huis des gebeds onzer liefde voor de heilige zaak ge
maakt tot een beurs van gedobbel. Jammer en ergerlijk.
Thans vindt men in de »N. R. Ct.", onderteekend
door prof. W. M. Gunning, dr. S. Baart de la Faille,
mr. C. A. Verrijn Stuart, dr. J. H. Gunning Wzn., mr
A. Kerdijk, mr. E. Fokker, mr. A. S. van Reesema, ds.
J. A. Böhringer en generaal van der Schrieck, onder
staande mededeeling
De ondergeteekenden voelen zich godrongen in het open
baar hun volkomen sympathie met deze woorden uit te
spreken en met den meesten ernst tegen bedoelde loterij
te protesteeren.
Zij nemen de vrijheid alle dag- en weekbladen te ver
zoeken dit protest te willen overnemen.
Koelen als levensredders.
Een adjunct-inspecteur van politie te Haarlem
hoorde op een nacht een naargeestig koeiengeloei. Hij
ging er op af en zag daar op een weiland 7 koeien aan
den rand van den moddersloot, die hun koppen naar
den waterspiegel gekeerd hielden. Bij nadere beschouwing
zag hij, dat er een paard in het slootje was geraakt en
niet uit den modder komen kon. Onmiddellijk haalde hij
hulp en werd het paard uit de sloot gehaald, waarin
het anders zeker gestikt zou zijn. Nu en dan kwam er
een nieuwsgierige koeienkop naar het reddingwerk kijken.
De tentoonstelling van oudheden en merkwaardig
heden door don Texelschen Schippers- en Visschersbond
georganiseerd, is met een toespraak van den burgemeester
van Texelden heer H. W. de Joncheere in tegen
woordigheid van tal van genoodigden geopend. Velerlei
oude en merkwaardige zaken zijn er te zien. Er moeten
ongeveer 1200 voorwerpen zijn ingezonden. Een paar
aardige groepen, de eene een oud-Texelsch woonkamertje
on de andere een «Pinksterblom", begeleid door weesjes
in 't voorn alig weezencostuum, trekken zeer de aandacht.
(N. R. Ct.)
De heer van Kol is den 25, blijkens een bericht in
«Hot Volk", aan een groot gevaar ontsnapt. Op den
treinwaarmee hij zich naar het vereenigings congres
begaf, werd dicht bij Haarlem geschoten. Do kogel ging
door de coupé waarin de heer van Kol zich bevond en
passeerde hem zóó rakelings, dat bij, had hij rechtop
gezeten, in het hoofd getroffen zou ziju.
Amsterdam. Den 25 werden aan het Centraal
Station alhier 4 arbeiders der H. S. M. betrapt op het
plegen van diefstal van te verzenden goederen. Allen
worden direct geschorst.
Te Cörnjum, in Friesland, heerscht veel dlplitlie-
rltlsin een gezin zijn in korten tijd reeds vier kinde
ren aan die ziekte gestorven, terwijl drie nog in bedeu-
keljjken toestand verkeeren.
Men meent, dat de ziekte is overgebracht uit Duitsch
land door een jongen, die aldaar had gewerkt.
Ken Jubilee.
Te Vueht (N.Br.) hoopt de dienstbode H. van
Pinxteren 8 Augustus den dag te herdenken, dat zij vóór
50 jaren bij de familie De Leijer in dienst trad.
Texel. De toestand der visscherij is niet bemoe
digend. De mossel- en oestervangst wordt weinig meer
uitgeoefend de rog-, garnalen- en ansjovisvangst hebben
slechts middelmatige uitkomsten opgeleverd de schelpeu-
visscherij is tengevolge van de invoering van stoomschelp-
zuigers in het Waddengebied bijna geheel verloopen.
Een en ander is oorzaak, dat vele visscherlieden een ander
beroep kiezen of aan den vasten wal een goed heenkomen
zoeken. Zoo vertrokken in de afgeloopen week 45 porsoneu,
meerendeels visscherlieden, naar Amsterdam, om dienst
te doen als bootwerkers tegen eene vergoeding van f 25
per week.
In menig opzicht is de zee om Texel een merkwaar
dig gebied. Werd onlangs door een vissoher een kolossaal
been van den bodem der zee opgehaald, 't welk waar
schijnlijk een walvisch- of mammouthbeen was, 't ge
beurt niet zelden dat boomstronken en wortols van
boomen naar boven worden gebracht. Vooral aan de
oost- en zuidzijde van het eiland is dit het geval en een
bewijsdat op die plaatsen eenmaal bosschen stonden.
Zoo wordt in geschriften der vorige eeuw vermeld, dat
de oudste bewoners van Huisduinen in het huis van
zekeren Dirk Snrjer een balk konden aanwijzen, die een
maal op de Haaks was gegroeid. Omstreeks 1761 bevond
zich op deze zandplaat nog een reddingskaap, welke later
verdwenen is.
Ten westen van Texel, eenige mijlen van de kust,
worden somtijds groote afgeronde steenen opgehaald, die
in vorm en samenstelling volmaakt overeenkomen met
het reusachtig Skandinavisch grint, dat als «De Hooge
Berg" (50 voet) de kern van het eiland vormt en ook
op Wieringen, Urk en elders voorkomt.
Spoor(tram)wcgen door de Haarlemmermeer.
Gedeputeerde Staten van Noordholland stellen de
Provinciale Staten voor te besluiten
aan de Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij,
gevestigd te Amsterdam yoor den aanleg van een net
van spoor(tram)wegen in de Haarlemmermeer en hare
omgeving, als: eene lijn SlotenHoofddorpVenneper
dorp tot de ringvaart tegenover Oude Wetering, eene lijn
AmsterdamNieuwer-Amstel (Amstelveen)—Uithoorn
eene lijn Nieuwer-Amstel (Amstelveen)Aalsmeer, eene
ljju Nieuwer-Amstel (Amstelveen)Ouderkerk en eene
VAN
Vertaling van Dr. A. A. FOKKER.
Isabella kreeg nog heviger blos iets dat onmogelijk
scheen te wezen. Sabas hield aan mei zijne complimen
tjes. Castell kwam haar te hulp. Onderwijl deed Cris
tina verstrooid en keek van den oenen kant naar den
anderen ik waagde de gissing dat ze dat deed om mijn
blik te ontwijken. Sabas wendde zich tot haar, en zeide
«Zeg 's znsje waarom ben je du niet zoo lief, om me
een van die anjelieren in mijn knoopsgat te steken
«Waarom niot 1" antwoordde zij.
En haar boek aan 't nichtje gevende, koos zij de mooiste
en grootste uit, en voldeed aan zijn verzoek.
Geheel onwillekeurig en met een stoutmoedigheid, die
ik tegenover die vrouw reeds verloren had, zeide ik
di^rop
«En krijgen de andoren niets
«Wil u er oon vroeg ze, en stak er mij oon toe,
zonder me aan te kijken.
«Nee ik wil de eer genieten, dat u er mij een in 't
knoopsgat steekt," antwoorddo ik flinkweg.
Ze weifelde een oogenblik daarna maakto ze oenige
bewegingen, dio duidelijk verrieden, dat zo 't niet mot
zichzelve eens was ten slotte nam ze in 't wilde weg een
derde anjelier, en plaatste die haastig waar ik verlangde.
Ik meende te bespeuren ik weet niet, of 't verbeelding
was dat haar handen onderwijl beelden. O God, met
welk een genot had ik ze willen kussen
«En kom ik ook niet aau do beurt F' zeide toen Cas
tell, en boog met een vriendelijk lachje.
«Och, nn is 't genoeg met die anjelioren 1" gaf zij ge
melijk terug, en ging de deur uit.
«Ik ben er te laat bij geweest," mompelde de bankier
ietwat verlegen.
«Wil n er een van mjj vroeg Isabelita hem schnch
tertjes.
«O, met ontzaglijk veel pleizier 1"
En hij boog zich gewillig, glimlachend en naar 't scheen
in ziju schik eenigszins voorover, terwijl het jonge meisje
hem de anjelier aan zjjn jas hechtte. Niettemin was 't
mij duidelijk, dat hg zich ergerde.
Wij volgden allen Cristina, en haar nichtje nam haar
arm, terwijl Sabas, Castell en ik achteraan liepen. Doch
we hadden nog niet veel schreden afgelegd, toen eerstge
noemde een allerliefst werkmeisje in 't oog kreeg, en
met haar een hoffelijk praatje begon. Castell en ik wacht
ten een oogenblik op hem maar ziende, dat hij er niet
aan scheen te deuken spoedig op te houden, lieten we
hom staan, en vo'gdeu de dames.
«Die zwager van Marti," zei ik tot mijn medgezel,
«schijnt me iemand met eon helder verstand."
»'t Is een criticus," antwoordde Castell lakoniek.
«Hoe zoo oen criticus?" vroeg ik vorwonderd.
«Zeker; hij heeft oen bewonderenswaardige gave, om
de zwakke en de sterko zijde van de zaken te zien om
te wegen en te meten om te vergelijken om door te
dringen in de doolhoven van 't geweten Maar dio
vermogens ontwikkelen zich altijd van binnen naar bui
ten 't is hem nog nooit ingevallen zo op zijn eigen wezen
toe te passen. Bij al zijn kwistig ontleden, laken en raden
steeds volkomen juist en snedig blijkt hij zelf een
volmaakte onverstand te wezen. Hij heeft vijf of zes
baantjes aan de hand gehad en is telkens mislukthij
heeft ziju vaderlijk erfdeel met spelen en doordraaien
verkwisthij tyraniseort en benit zijn vrouw, verwaar
loost zijn vrouw en kinderen en moet tegenwoordig op
kosten van zijnen zwager leven."
«Een mooi loflied, dat n daar zingt 1" riep ik lachend nit.
»'t Zelfde, dat u van ieder verstandig mensch op de
plaats hooren zal. Dat neemt niet weg, dat hij een in
nemend populair en algemeen bemind man is en dat
komtomdat zijn gebreken niet die zijn, welke men open
bare ondeugden zon kunnen noemen maar persoonlijke."
Wjj sloten ons ten slotto bij de dames aan, en kwamen
vlak vóór etonstijd aan Marti's hnis. Te mijner eere waren
do bezoekers van den vorigen avond, allen behalve Castell
tot de familie bohoorond, aan tafol genoodigd. Emilio liet
mij rechts van zijn vronw zitten. De lichte aanraking van
haar kleed, de geur, die van haar persoon nitging, en nog
meer de geheimzinnige uitwerking, die haar nabijheid op
mijn zinnen uitoefendehielden mij in een staat van
bedwelming en onrust. Dit ging zóo ver, dat ik met de
beste bedoeling trachtende mij attent en hoffelijk voor te
doen nauwelijks iets behoorlijks vermocht te doen of te
zeggen ik bemorste het tafelkleedtoen ik haar water
inschonk vroeg haar drie maal achter elkaar, of ze ook
van olijven hield, en liet de vork vallen, toen ik er een
aanbood. Maar ik was gelukkig, ik kau 't niet verholen.
Zij toonde zich beleefd en een beetje mededeelzamer
dankte mij voor mijn attentiesen deed op lieftallige
wijze alsof zij mijn onhandigheden niet merkte. Doch
zietjuist toen ik zoo bizonder iu mijn schik was zag
ik dat Castell zijn blik vestigdo op de anjelier in mijn
knoopsgat. Met den koelen ironischeu glimlach, die hem
zoo eigen was vroeg bij
«Kapitein, wil n duizend pesetas hebbon voor die anje
lier in uw jas?"
«Duizend pesetas!" riep Marti verbaasd opkijkend nit.
Ik word vreeselijk verlegen net alsof men mij betrapt
had op 't begaan van oen misdaad. Ik wist niets beters
to doen dan heel dom te lachen en riep uit
«Wat 'n aardigheden houdt u er op na 1"
Doch Cristina had haar schoon hoofd flor opgericht
en zeide
«Ribot is een gentleman en verkoopt geeu bloemen
die een dame hem gegeven heeft."
«O zoo heb jij hem die gegoven zeide Marti en
zich tot Castell wendende «Maar Enrique, wou je nu,
dat Ribot je die anjelier verkocht, terwijl, als ik zo van
haar gekregen had ik haar eigen man ze niet voor
jouw heele fortuin zon willen afstaan
En daarbjj keek bij met een blik vol liefde naar zijn
echtgenoote. De naïefheid en edelaardigheid van dien man
deden mij ontroeren. Cristina werd er in de ziel door
getroffen.' Wederom 't hoofd latende zakken mompelde
zij op innigen toon
»,Ta maar, jij bent ook jij!'
Deze eenvondige woorden waren een gedicht van
teederheid.
«Ik weet maar al te goed hei vatte Castoll op dezelfdo
onverschillige wijze «dat er zaken in de wereld ziju
die men met geld niet kan of mag koopen. Ongelukkiger
wijze hebben wij menechon voor die dingen geen maatstaf
van vergelijkingen daarom zien we ons genoodzaakt