Donna Cristina.
No. 85.
Honderd en tweede
jaargang.
1900.
V RIJ D A G
Buitenland.
20 JULI.
Nederland.
FEUILLETON.
Naar het Spaansck
A. PALACCIO VALDÈS.
AEKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag', Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaab t 0,80franco door het
gehoele rjjk f
3 Nummers f 0,OÖ. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Velefoonnumnmcr3.
Prijs der gewone advertenties»
Per regel f 0,15. Grooto letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
CHINA. Den 13 en den 14 werden te Tientsin
zeer ernstige en langdurige gevechten geleverd. De troepen
der Verbondenen bombardeerden de Chineesche stellingen
met een groote macht artillerie, (oen der telegrammen
spreekt zelfs van 40 kanonnen), doch na een scherpen
Btrijd, waarin de Europeanen ten koste van zware ver
liezen, acht kanonnen buit maakten en den vijand uit
een deel zijner stellingen dreven, bleek het onmogelijk
de inlandsche stad binnen te dringen en werd de be
storming gestaakt. Den 14 werd het gevecht hervat, er
werd een bres in den muur geschoten en a le verster
kingen der Chineezen genomen en bezet. De Verbondenen
verloren 800 man aan dooden en gekwetsten, de verliezen
der Russen en Japanners waren het zwaarst.
Volgens Engelsche berichten hadden de mogendheden
den lOen Juli te Tientsin en Takoe de volgende troo
penmacht: 149 Russische officieren en 8200 man, 124
Japansche officieren en 2400 man, 103 Pransche officieren
en 2400 man, 36 Duitsche officieren en 2400 man, 10 Ame-
rikaansche officieren en 1300 man. Bovendien zijn er
nog kleine afdeelingen Oostenrijkers en Italianen, zoodat
de verbonden strijdmacht te zamen 604 officieren en
20.700 man telt.
Moge deze macht, die dagelijks aangroeit, na de jongste
overwinning voldoende zijn om Tientsin en Takoe te be
houden, zij beteekent niets tegenover den opstand, die
dit geheele reusachtige land beroert. Uit allerlei plaatsen
komen berichten, die er op wijzen, dat de beweging,
door de Boksers begonnen, hoe langer hoe meer veld
wint, en dat het een strijd dreigt te worden van geheel
China met zijn 400 millioen inwoners tegen Europa.
De beweging breidt zich blijkbaar uit door heel China
en het zal heel wat moeite kosten de onderkoningen in
de provincies, waar het tot nu toe betrekkelijk rustig
bleef, te overtuigen, dat het in hun belang is, en dat
zij het minst wagen, wanneer zij niet toelaten, dat de
beweging voortgezet wordt in hun grondgebied; m.a. w.
dat de vreemdelingen gevaarlijker voor hen kunnen worden
dan hun landgenooten.
Reizigers, die het land en zijn inwoners kennen, be
weren, dat zelfs de inname van Peking en de voortdu
rende bezetting dier hoofdstad, op de groote massa van
het Chineesche volk niet den minsten indruk zou maken,
en volstrekt geen afbreuk doen aan de partij van den
opstand. Het land is zoo ontzettend groot, en de com
municatie-middelen zóó slecht, dat de bewoners op eenige
mijlen afstand van de hoofdstad het niet zouden gewaar
worden, als deze den Europeanen in handen gevallen was.
ZUID-AFRIKA. Uit Pretoria wordt van den 16
geseind
Daar de autoriteiten vernomen hebben, dat een aantal
zwervende vreemdelingen van slechte reputatie uit Johan
nesburg, die gedurende den oorlog hier kwamen, het plan
hadden oproer te maken en zich aan te sluiten bij een
commando, waarmee zij in verbinding zijn geweest, zijn
380 personen uit Johannesburg gevangen genomen. De
consuls van de landen tot welke zij behooren, hebben
bericht ontvangen, dat zij zullen worden losgelaten wan
neer zij, de consuls, voor hun goed gedrag instaan.
Men heeft bemerkt, dat de Boeren hunne posities ten
noorden van Pretoria versterken.
Nadere berichten omtrent de Britsche verliezen bij
Nitralsnek ontbreken nog steeds.
Vijfdubbele moord.
In den avond van den 14 heeft een zeven en twintig
jarig werkman te Goult bij Aviguon een dolle daad ge
daan door zich in het feestgewoel, met een mes in de
hand op de dochter van den burgemeester te storten.
Hij trof het meisje verschillende malen, stak daarna haar
te hulp' snellende moeder overhoop, daarna haar vader,
den burgemeester, nog een andere vrouw en bracht ver
schillende omstanders gevaarlijke steken toe. Ten laatste
keerde hij het wapen tegen zich zelf en bracht zich veer
tien steken toe, waaraan hij na twaalf uur overleed.
Van zijn slachtoffers waren vier gedood en vijf gewond.
Wraaknomen op de burgemeestersdochter, die vau zijn
liedesbetuigingen niet gediend was, schijnt de aanleiding
geweest te zij a tot den moord.
De gevaarvolle tocht over de stroomversnellingen
van de Niagara een waagstuk waarbij kapitein
Webb iD 1883 om het leven kwam is thans weder
eens met goed gevolg volbracht door den Deenschen
zwemmer Bowser, die te Chicago woont.
Na kapitein Webb werd dit waagstuk nog slechts
twee malen met succes uitgevoerd, en wel door kapitein
Graham die in een ton heenkwam door de »waterhel''
en door een Bostonsch politie-agent, William Kendall,
die, met een reddinggordel om het lijf, in vijf minuten
den Canadeeschen oever bereikte.
Bowser had het denkbeeld van Graham uitgewerkt.
Hij zat in een boot van bijzonderen vorm, van binnen
met kurk bekleed.
Op de plaats waar kapitein Webb tegen de rotsen
werd verpletterd begon de boot vervaarlijk te draaien
zij ging eenige seconden onder water en werd door den
stroom meegesleept; maar Bowser hield zich goed, en hij
kwam ongedeerd weer met de boot boven water.
Twee uren nadat bij te water sprong, was Bowser
weer aan land. (N. v. d. D.)
Elerenuitvoer.
Gedurende 1899 werden door Rusland niet minder
dan 1800 millioen eieren uitgevoerd.
Bescherming van nuttige vogels,
De nationalen bond tot bescherming der nuttige
vogels in Belgle heeft zich tot de landbouwers en ver
dere belangstellenden gewend tot onderteekening van een
verzoekschrift aan den minister van landbouw.
In dat verzoekschrift wordt gezegd dat de bestaande
wet ter bescherming van insecten-etende vogels geheel
en al ontoereikend is dat verscheidene van de nuttige
vogelsoorten geheel en al verdwijnen dat de insecten
zich dientengevolge op verbazende wijze vermenigvuldi
gen en aan den landbouw eene jaarljjks toenemende
schade toebrengen. Het adres besluit met het verzoek
de bestaande wet te willen herzien op zoodanige wijze,
j dat afdoende middelen tar bescherming worden verkregen.
(Landbouw Weekblad.)
Bij het afbreken van drie oude huizen te Ant
werpen zijn de overblijfselen aan het licht gekomen
van eene kapel uit de dertiende eeuw.
Heldenmoed.
Onlangs had een arbeider op een der fabrieken van
de firma Borsig bij Berljjn zware brandwonden gekregen,
die volgens de geneeskundige heeren enkel kans van ge
nezen hadden wanneer de huid van een gezond persoon
op de wond werd gebracht. Da zuster van den ongeluk
kige verklaarde zich bereid en liet inderdaad een stuk
van hare huid afstroopen. Maar helaas 1 te vergeefs d e
gewonde overleed toch en nu ligt het dappere meisje
zwaar ziek tengevolge van de hoogst pijnlijke operatie.
ON WEDER.
Niet alleen in dezen streken heeft den 16 een hevig
onweder gewoed, maar uit verscheidene plaatsen komen
dienaangaande berichten.
Te Dordrecht sloeg de bliksem in de woning van den
scheepmaker L. Uittenbogaard. De vrouw zat met acht
kinderen om de tafel, toen de bliksem door den schoor
steen in de kamer sloeg. Er werd een stuk uit het plafond
geslagen, een spiegel aan den wand vernield en nog eenige
andere, schoon minder belangrijke, schade aangericht.
Door een gaatje in het plafond verliet de bliksem het
vertrek. Niemand der personen, die zich in de kamer
bevonden, werd gedeerd. De schade is door verzekering gedekt.
Ta Sliedrecht sloeg de bliksem in de schuur der hof
stede van Pieter Prins aldaar. Direct stond deze geheel
in lichtelaaie en in zeer korten tjjd was de schuur met
de daarin bevindende wagens, pl. m. 20,000 kilo's hooi
enz. geheel vernield.
Te Breda sloeg de bliksem in het telephoonkantoor
en veroorzaakte daar brandde telephonisohe gemeen
schap in de stad was daardoor gestoord.
Te Vlissingen werd een matroos bij het Ned. loods
wezen J. B., aan boord van een in de sluis en voor ver
trek naar zee gereed liggende loodsschoener, door den
bliksem getroffen, waardoor hij het gezicht verloor.
Of de ongelukkige blind zal blijven of zelfs aan de ge
volgen -zal overlijden waarvoor wel vrees moet bestaan
is nog onzeker.
Het hevige onweder, dat boven de Betuwe woedde,
ging daar vergezeld van een hagelslag, zooals ouden van
dagen zich niet kunnen herinneren. Stukken ijs vielen
en sloegen hier en daar ruiten stuk. Aan de Engelsche
krozen en verschillende veldgewassen werd veel schade
berokkend en op enkele plaatsen, bjjv. te Eist, is de tabak
geheel verhageld.
Te ©enemuiden viel eene hagelbui zooals sinds
VAN
Vertaling van Dr. A. A. FOKKER.
22)
Deze ontsteltenis was inderdaad niets anders dan wroeging.
Opdat een meusch zich werkelijk gelukkig voele, is 't
onontbeerlijk, dat hij tevreden zij over zichzelven, en
ik was dat niet. Een ander weemoedig, droevig beeld kwam
steeds achter dat van Cristina in den oneindigen stoet
mijner gedachten, het geluk verstorende, dat ik in de
verte zag opdoemen, 't Was dat van Emilio. Arme Emilio
Zoo goed, zoo edelmoedig, zoo naïef! Zijn schoonmoeder
klopte hem geld uit den zak, en zou hem zonder gewe-
tensbezwaar ruïneeren, om een leeglooper van een zoon
zijn ondeugden to helpen botvieren zijn boezemvriend
belaagde zijn geluk zijn zwager, dien hij overlaadde met
weldaden, dreef openlijk den spot met hem. Hij had
geen ander liefhebbend en trouw hart, dat hem ter zijde
stond, dan dat van zijn vrouw. Eu ik, een nieuweling
onder zijn vrienden, aan wien hij zulk een gulle harte
lijke gastvrijheid geschonken had, ik ging hem dat op
laaghartige wijze ontroovenDit denkbeeld deed mijn
hart ineenkrimpen, maakte mij rampzalig. Te vergeefs
spande ik mij in, om mij in schoone kleuren 't geluk te
schilderen van door Cristina bemind te worden, het in
tense genot van den hartstocht, de vreugde der eindelijke
overwinning. Te vergeefs trachtte ik mijn misdaad te
vergoelijken door me voorbeelden te binnen te brengen
van anderen. Steeds klonk een strenge stem in mijn
ooren, die mij voorhield, dat ik ongelukkig zon wezen,
zoodra ik mijn opzet bereikt had. Mijn ontredderde zona
wen deden mij onrustig heen en weer woelen op mijn
bed met van 't wakker liggen steeds gloeiender oogen."
De nren gingen voorbij, en langzaam, welluidend en
weemoedig sloeg de klok van de kathedraal. Ik spande
mij in om de oogen te sluiten en in te slapen maar
't was of gloeiende en onzichtbare vingers telkens mijn
oogleden openden. Ten slotte richtte ik mij woest op
ging 't bed uit, stak 't licht aan, kleedde mij, en begon
in de kamer op en neer te loopen. En toen ik zoo een
poos gewandeld had, wroetend in de vorborgenste schuil
hoeken van mijn hart, begreep ik wat mij te doen stond.
Ik nam mijn toevlncht tot een slaapmiddel, het zekerste
middeldat nooit in nachten van slapeloosheid en zelf
strijd als deze zijn uitwerking gemist heeftik zag kort
en goed af van mijn wenschen, mijn hoop, de genietingen
der liefde en da streelingen mijner eigenliefde. Met een
geesel gewapend trad ik mijn ziel binnen, en wierp daarnit
die snoode begeerte, welke ons zoo luttel vreugden schenkt
en ons zooveel wroeging berokkent, 't Kostte mij moeite,
want, mij telkens ontvliedend, nam zij de wijk in alle
hoekjes, noopte mij ertoe haar nauw op de hielen te zitten,
en haar geen oogenblik respijt te laten. Maar eindelijk
slaagde ik erin haar inderdaad te verjagen, en daar stond
ik te midden van't vertrek, vermoeid, bezweet, als iemand
die een zwaar werk verricht heeftmaar bedaard. Ik
kleedde mij weder uit, liet me in bed vallen, en de ge
vleugelde god, zoon van den Slaap en den Nacht, voerde
mij in zijn armen naar het geheimzinnig paleis zijns vaders.
Toen ik ontwaakte, stortte de zon reeds hoog uit het
firmament haar gouden stralen over de stad nit. Onmiddel
lijk nadat ik gekleed was, ging ik regelrecht naar Emi-
lio's hnis. In de naaikamer vond ik bijeen Marti en zijn
vrouw en bij hen Donna Amparo, Isabelita, Matilda en
Donna Clara, een modiste en een dienstmeisje. Do eerste
vraag, die ze mij deden, was, waarom ik den vorigen
avond niet meegegaan was. Ik verontschuldigde me door
te zeggen, dat ik hoofdpijn geh^d had. Cristina, dio bij
't balkon zat te borduren, sloeg de oogen niet op, maar
ik ontwaarde op haar gelaat dezelfde droomerigo uitdruk
king van zoete vorteedering. Toen ik met de anderen begon
te praten, merkte ik ook op, dat ze mij nu en dan een
snellen schachteren blik toewierp.
Ik maakte gebruik van een oogenblik, dat allen behalve
Cristina met iets druk bezig waren, om naar haar toe te
gaan. Ik haalde haar zakdoek nit mijn zak, en niet zoo
laide, dat de anderen 't hooren konden, noch zoo zacht,
dat ze iets geheims konden vermoeden, zeide ik tot haar:
Gisteren stak ik bij ongeluk een zakdoek van u bij
me, in 't idee, dat het de mijne was. Ik merkte mijn ver
gissing niet voordat ik thuis kwam. Hier heeft n hem."
Ze richtte het hoofd op, en keek me scherp en ver
wonderd aan haar gelaat kleurde zich hoogrood; ze greep
met bevende hand den zakdook, dien ik overreikte, en
boog daarna het gelaat weer over haar borduurraam.
Na deze daad moet gij me 's ronduit zeggen, of ik niet
het recht heb Cesar, Alexander, Epaminondas en in 't
algemeen al de helden der heidensche oudheid nit te lachen.
Ik ten minste leef in de innige overtuiging (en deze ge
dachte heeft mij in mijn e:gen oogen ontzaggelijk doen
rijzen) dat als Epaminondas zich in mijn geval bevonden
had, hij den zakdoek niet teruggegeven zou hebben.
Ik voegde me weer bij de overigen van 't gezelschap,
en ging voort met levendig, misschien wat al te levendig
te praten. Mijn ziel was diep ontroerd, en ik moet ver
klaren, daar deze herinneringen toch een vrijmoedige
biecht bevatten dat, hoe fier ook op mijn heldenmoed,
ik volstrekt niet die zoete voldoening smaakte, welke, naar
't zeggen der moralisten, steeds de goede daden vergezelt.
Ik dejeuneerde bij hendaarna gingen we naar el
Cabannal en de namiddag werd gesleten in dezelfde vroo-
lijkheid als andere keeren. Doch de mijne was maar
schijnbaar. Wanneer ik genoeg had van mijn gedwongen
heid of ik er niet op verdacht was moet ik wel een
bedroefd uiterlijk vertoond hebben. Cristina gat zich geen
moeite om haar afgetrokkenheid te vorbergen. Den heelen
middag was zij in gedachten verdiepten zoo ernstig
dat het opviel. Den avond daarop had ik God zij
lofgelegenheid de banden af te rukken van de ge
dachten die in mijn geest gekluisterd zaten, en mij een
weinig op telnchten. Wordt vervolgd.