Burgeravondschool iwm cursus te UK!UE. Stadsberichten. Ingezonden Stukken. Veeziekte. To Sloten hoeft zich weder een geval van milt- vnnr onder hot rundvee voorgedaan het daaraan gestorvon rund, van den veehouder Van Blern, is volgens do voor schriften verbrand. Dit is binnen den tijd van enkele weken het zesde, rund, dat genoemden veehouder aan deze ziekte verliest. Den 21 is te Roermond de 20-jarigo dienstbode C. V., toen zij met petroleum de kachel wilde aanmaken, in brand gevlogen, doordat de vlam in de oliekan sloeg die toen uit elkander sprong. Zij kreeg hevige brand- wondon. Eenige uron later is zij overleden. Gedwongen betoon v«n trouw aan den overheerscher. In de nummers 3 en 4 (20 en 27 Januari) van den jaargang 1813 van het in het fransch en het hollandsch verschijnende weekblaadje Advertentien, Aankondigingen en verschillende Berigten van Alkmaarlas men het volgende: „Amsterdam, den 21 January. „De municipale raad onzer Stad had, sints eenige dagen, door middel van den heer baron van Brienenonzen maire de autorisatie verzocht en bekomen om buiten gewoon bijeen te komen ten einde een adres vast te stellen hetwelk aan den voet des troons van Z. K. K. M. zal worden aangeboden opdat Z. M. verzocht zal wordenom het aanbod van een zeker aantal uitgeruste en gemonteerde jagers aan te bieden [nemen]. In deszelfB zit ting van gister, is het adres vastgesteld geworden hetzelve is ons nog niet bekenddoch wjj weten dat de goede stad Amsterdam eerbiediglijk een eskadron jagers te paard, gemonteerd en uitgerust, aanbiedt, om oen gedeelte uit te maken van het regementwelk in het geheel departement zal worden aangeboden. De overige steden de land-kantonsde kleinste gemeenten wedijveren in drift en spoedom dezelfde aanbiedingen te doen. Wij weten van goederhanddat allerwege de mairesde municipale raden den heer prefekt dezelfde autorisatie gevraagd hebben, om bijeen te komen te Utrecht hoeft men het aanbod van twintig uitgeruste en geëquipeerde jagers gedaan. Wjj gelooven, dat, in deze omstandigheden, de ingezetenen van het departement een nieuw bewijs van ware vaderlandsliefde zullen geven. De met het groote Rijk vereenigde landen zijn daaraan voor altijd gehecht. De ingezetenen van Parijs, die van Rome en die van Amster dam, kan [kunnen] niet dan eeue zelfde wijze van denken hebben. Allen zijn Franschen, onderdanen van Napoleon den Gboote; maar nergens moet men vuriger, dan in HollandverlangenEngelands magt te zien vallen. Ook heeft het verraad van den generaal von Torek alhier eene groote sensatie te weeg gebragt. Men heeft er de gevolgen herkend van Engelands omkoopend goud en elk Hollander moet vijand dier mogendheid zjjn dat [die], sints zoo langen tijd, getracht heeft, door allo middelen, den handel der Vereenigde Provinciën te vernielen,'' De herhaalde plaatsing hiervan in een blad, dat geene nieuwstijdingen mocht opnemen, en niet minder de lie gende brutaliteit waarmede van de hollandsche gehecht heid aan den franschen Keizer gewaagd wordt, doen hot artikel als oen regeerings-communiqnó kennen. Wat de municipale raad van Alkmaar ten deze deed deelde ik in 1861 in den elfden jaargang van den Na- vorscher aldus mede „Zitting van 18 Januari 1813. De maire stelt voor, het, voorbeeld te volgen dor goede stad Parijs, welke 500 uitgeruste ruiters heeft aangeboden, om ten spoedigste de verliezen van het leger te herstellen, en heeft daarom van den onderprefect reeds verlof verzocht den raad bijeen te roepen. Deze bedankt voor de attentie, wil gaarne tot het beoogde doel medewerken en zijne gevoelens aan den voet des troons brengen en magtigt den maire om den Keizer mededeeling der beraadslaging te doen en den wensch uit to drukken, dat de stad, naarmate harer mid delen, mogo bijdragen tot de ligting en uitrusting van eene compagnie vrijwillige jagers te paard in het arron dissement." Ik moet dit uit familie-aanteekeningen vernomen hebben Pieter Bruinvis Cz. en Jan Bruinvis waren in 1813 leden van den raad), want do resolutiën van dit collegie over ronde tong weet ik mijn ontroering aan verbazing, die natuurlijk wasDe beschuldiging was zoo ernstig, dat waarlijk Donna Amparo glimlachte welwillendongetwijfeld om mij te kalmeeren, en won er niet van weten, dat we éen woord verder spraken, voordat ik een ether-pareltje ingenomen had, om mijn levensgeesten op te wekken. Ik slikte hot in, niet zonder moeite, want mijn koel zat dichtgeknepen, zoodat ik nauwelijks adem kon halen. Daarna ging ik, om de gerechte verontwaardiging der dame te bezweren, wederom op een afgebroken, onza- menhangende wijze protesteeren tegen die monsterachtige veronderstelling. »Ik verliefd!.... Hoe zon ik ooit zoo brutaal, zóo laag kunnen wezen Uw dochter was een toonbeeld van alle deugdenNiemand kon zoo driest wozen haar te beleedigen met gevoelens van iets anders dan eerbied en bowondering Ik minder dan iemand, als vriend vau~5rarti, zoo'n man van eer, zoo'n loyale kerel, dia me zooveel bewijzen van onverdiende achting gegeven had, enz. enz." »Dat is alles goed en wel, meneer Ribot," verklaarde Donna Amparo, terwijl ze volijverig snoof aan het fla connetje met vlugzout. »Maar dat belet allemaal niet, dat u smoor, dol, razend verliefd is op mijn dochter." »U vergist zich, mevrouw Ik verzeker u »Kom, beken n nu maar," zeido zij, haar hand op mijn schouder leggond on mij met een ondeugend lachend gezicht aankijkend. »Er is hier niemand, die ons hooren kan." «Mevrouw, om Gods wil Beken nu maar, guit, die u is! Beken maar!'' En zo gaf me een zacht en hartelijk gemeend kneepje in de kin. Ik stond ontzet, en vreesde iets akeligs, iets noodlottigs. »'t Geheim blijft tusschen ons, hoor. U is op Cristina verliefd, evenals Gastell 't al een heele tijd is Dat 's een veel grooter rakkert, en, ronduit gezegd, van u beiden heb ik u liever." Ik was verplet. Wat had die dame liever 1 Waarom sprak ze op die wjjze tot mjj Waar moest dat heen de jaren 1811 1815 ontbreken in het archief der ge- meente. Maar het brievenboek van den maire in den z g. franschen tijd, jhr. Nanning van Foreest van Petten, is voorhanden, en dit veroorlooft ons wat meer van de alk- maarscho bereidwilligheid te vernomen. Vooreerst schreef hij den 19 Januari aan don sous-profeet ,,J' ai 1' honnour de vous présenter ci-jointes les déli- bérations du conseil municipal de cetto ville de hier, par lesquellos il hasarde offrir les faibles moiens pour coöperor la levée d' une compagnie de chasseurs cheval, fournir par eet arrondissementj' y joins mon avis et je vous prie, Mr. Ie sousprefet, a vouloir emploier tons vos efforts a obtenir pour cette ville la faveur qu' elle demande." En den 1 Februari richtte hij aan de heoren Z. van Foreest en v. d. Ley, vrederechters. Nuhout v. d. Veen, president der rechtbank. Theunissen, Keizerljjk procureur, Druyvesteyn, ontvanger van het domein en hypotheekbe waarder, du Tour en Hofdijk, controleur en ontvanger der directe belastingen, Bellecoq en v. Rappard, controleur en ontvanger der vereenigde rechten, Chanard en Letteron, inspecteur en ontvanger der registratie, Dimbreval, con troleur der douanen, Daey, bijzonder ontvanger van het arrondissement, Chaudron, plaatscommandant, en Boogaard, commissaris van politie, een schrijven van dezen inhoud ,,J' ai 1' honneur de vous informer qu' il est fait une repartition sur les habitans les plus aisés de cette ville, do laquelle en conformité des instructions de Mr. Ie sousprefet ont été exclus les principaux fonctionnaires et agens des diverses administrations a cause que les offres, qü' aucun d' eux ne peut se dispenser de faire, doivent fignrer a. la suite de 1' état de la répartition susdite. „Je vous prie de m' indiquer en conséquence par écrit, et dans le cours de cette journéela somrnepour laquelle vous voulez inscrire sur 1' état précité, qui doit Stre envoió demain aux autorirités supérieures. „J'ai l'honneur etc." Hieruit blijkt wel, dat alles van hoogerhand gelast en geregeld was. De ambtenaren konden tusschen de regels lezen wat hun te wachten stond als zij niet een voldoend offer brachten. Hoe de gemaakte aanslag bij de „gegoedste" ingezetenen ontvangen werd in oen tijd toen alle takken van welvaart kwijnden en de renten der bij de inlijving bestaande staatsschulden slechts voor 1/5 uitbetaald wer den, laat zich denken. In den Navorscher van 1861 deelde ik na het boven aangehaalde ook nog hot volgende mede „Aanschrijving van den prefect van het departement der Zuiderzee aan de onderprefecten. „De prefect enz.gezien de confidentiële brieven van den minister van binnenlandsche zaken van den 3den on 12den October 1813, betrekkelijk het onderwerp der zittingen van den Senaat van den 4den en 12den (den 4den werd, onder het presidium der Keizeriq, een protest opgemaakt tegen den afstand van Guadeloupe detor Engeland aan Zweden, en tegen den afval van Bernadotte), magtigt de municipale raden van Haarlem Hoorn Zaandam Enkhuizen Alkmaar Weesp Amersfoort en Utrecht te vergaderen tot het inzenden van een adres van aan hankelijkheid en betoon van verontwaardiging enz. „Een concept-adres vergezelde deze aanschrijving, het- wolk, op het voorstel der maires, natuurlijk werd goed gekeurd (te Alkmaar den 21sten October)." Alzoo wederom op hoog bevel, zelfs in voorgeschreven vorm. Het t rievenboek verleent er ons al weder een kijkje op, hoe weinig de lieden vrijgelaten worden om zich van de gevorderde trouwbetooning te on' houden. Aan de leden van den raad M. A. Daey, JG. de Loches en A. A. van der Ley, die do zitting niet bijgewoond hadden schreef de maire nog den 21 October „Op heden is bij den municipalon Raad getekend een adres aan H. M. de Keizerin—Regentes, houdende ver ontwaardiging over het gedrag van den franschen Prins, die Erfgenaam van Zwodens Troon geworden zijnde togen zijn Vaderland strijdt, en betuising van eerbied en gehechtheid aan den Souvereinalles ingevolge het model door den Heero Prefekt gezondenik verzoek UEd. mjj per omgaande te doen weten, of UKd. mjj qualificeert, het zelve voor UE. bij absentie te onder tekenen, dan wel of UE. zulks refuseerd, zullende ik van dit refnsof uw niet antwoorden, hetgeen a's refus be- »Cristina ziet er snoezig uit, vindt u niet ging ze met dezelfde luchtigheid voort. »Ze heeft zoo'n interes sant, zoo'n fijn bakkesje 't Verwondert me niets, dat u verliefd is geworden Natuurlijk heeft u haar niets gezegd «Mevrouw »Nee, zegt u 't haar maar niet. 't Is zoo best, deugd zaam vrouwtje, on ze is niet in staat om haar man te bedriegen Bovendien Emilio heeft zjjn gelijke niet, zóo hartelijk, zóo loyaal, zóo schitterend! Hij aanbidt zijn vrouw. Ik hou net zooveel van hem als van een eigen zoon. Ik zou om niets ter wereld erin berusten, dat hij do geringste onaangenaamheid ondervond." »Van mijn kant zal hij dat zeker niet, stel u gerust," waagde ik te zeggen. »Dat strekt n tot oor, meneer Ribot," antwoordde ze mij de hand drukkend. »U is een braaf man: heel wat beter dan die loelijkert van 'n Castell," voegde zy er zacht lachend aan toe. »En toch, ik kan 't niet helpen, ik hou van Enrique. Hy ib zoo goed 1 Hij toont zich altijd zoo lief tegen mijEn dan, 't is toch zijn schuld niet, dat hij verliefd geworden is? Wat ik erg leelijk vind, is lieve woordjes toe te fluisteren aan Oristina, wanneer Emilio hem niet ziet. Ik veronderstel, dat het maar zottig heden zullen wezen dat ze mooi isdat haar oogen zoo en haar haar zus is Maar 't is toch niet goed. Emilio is zijn beste vriend, en als hij er achter kwam, zou hij 't erg onaangenaam vinden U, meneer Ribot, is veel eerbiediger. U durft haar niet eens anders dan heel tor sluiks aankijken Maar wat n oogen zet u dan op! Kom, zeg me nu 's, ondeugd, die u is, is u te Gijon verliefd geworden, of hier 'i «Neem me niet kwalijk, MevrouwIk voel me op 't oogenblik zoo onpleizierig, dat n me toe zal staan heen te gaan." »Wat is u toch gereserveerd, meneer Ribot! Zoo mag ik 't zien. Mannen, die weinig omhaal van woorden ge bruiken, kunnen het best een vrouw liefhebben. Maar tegenover mij moest u niet zoo schuchter wezen. U weet wel, hoe graag ik u lijden mag. Stort uw hart maar sehonwd zal moeten wordenproces-verbal ter mijner décharge moeton formeren. „Ik heb de oer eto." Den 22 zonden Daey uit den Haag en van der Ley uit Delft de geöischte machtiging. Eenig antwoord van de Loches is onder de ingekomeu stukkeu niet te vinden. Gelukkig dat de tijd van overheersching spoedig daarna zou eindigen, reeds in de maand November sloeg hef uur van 's Lands bevrijding. C. W. B. Badhuis Witte Kruis. In de week van den 15 tot den 21 zijn in het bad huis van het «Witte Kruis" genomen: 88 kuipba den, 198 regenbaden le klas en 351 regenbaden 2e klas, totaal 637 baden. Onze jongens. Het gebeurde bij hetj eind-examen te Kampen moge te betreuren zijn, onwillekeurig vragen we ons zelf af, worden de leeraars op nog uiet ergerlijker wijze soms bij den neus genomen Ja, vele leerlingen, die bniten de school een afkeer hebbon van bedrog, zien er volstrekt geen been in, om hun leeraars door afschrijven te bedriegen. Bedenkelijker wordt bet, als men bemerkt, dat sommige ouders hierin geen kwaad zien en door hun vertellen aan vrienden en kennissen van »de handigheid" (I) hunner zoonsdie jongens in het kwade stijven. Het noodige ontzag van de leerlingen voor hunne leeraars wordt daardoor on dermijnd. Ja, enkele knapen durven ongestraft in het gezin zelfs spreken van »buikie", «bolletje" etc., waarmee dan leeraars worden bedoeld, mannen, die dagelijks al hunne krachten inspannen om onze jongens in staat te stellen, later eene eervolle betrekking te kunnen bekleeden. Na tuurlijk zijn het meestal de minst begaafde leerlingen, die buiten de school ons door hun spreken zoo dikwijls ergeren, doch het verkeerde wordt ook door andere zoo licht overgenomen. Aangezien alle kwaad zich zelf straft, zal ook de smokkelaar ten slotte de dupe worden van zijn bedrog. Ik ken een jongen, die het n.b. door af schrijven van de 4e tot de 5e kl. eener H. B. S. heeft gebracht. Toch maakt oen goed onderwezen knaap van (dertien) 13 jaar een beter opstel dan hij, en is al zijn schriftelijk werk bedroevend. Wordt hij later bij het eind examen afgewezen, dan is de inrichting, of deze, of die leeraar de schuld en er wordt niet meer aan al zijne vorige bedriegerijen gedacht. Dat de ouders toch strenger toezien op het doen en laten hunner knapen Vele man- nekes van 14 en 15 jaar lezen onzedelijke boeken. Ja, er zijn jongens van dien leeftijd, die al geheel bedorven zijn. Moge het bovenstaande ernstige vadsrs en moeders op wekken tot een nauwlettend toezicht op hun kroost F. B. Inschrijving van leerlingen aan bovengenoemde inrichting voor den cursus 1900/1901, zal plaats hebben op Donderdag 9 Augustus, voor leerlingen van den vorigen cursus; en op Vrijdag IO Augustus, voor hoc, die de school voor het eerst wenschen te bezoekeu, telkens des avonds van 7—9 uren in het gebouw dor Burgeravondschool. Zij, die een bewijs kunnen overleggen van met vrucht het lager onderwijs aan eene openbare of bijzondere school genoten te hebben, worden van het vereischte toelatings examen vrijgesteld. Het schoolgeld bedraagt f5. per leerling f 2.50 voor wie dit bezwarend is en geheel vrjj voor hen die geen schoolgeld betalen kunnen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders. Voor zooverre er plaats ruimte iskunnen oud-leerlingen, die aan het einde van den vorigen cursus het diploma ontvingen, en leerlingen uit omliggende gemeenten de laatsten tegen het hoogste schoolgeld worden aangenomen. Tevens wordt nog medoged'-elddat zjj die meer dan tweemaal in do maand zonder noodzaak de lessen ver zuimen van de school zullen worden verwijderd. Ouders en voogden gelieven hiervan goede nota te nemen. De Directeur H. VAN DER HEIJ. aan mij uit, ik zal mijn best doen, om u te troosten. Tegon- over wie kan u uw hart beter lucht geven dan togen- over mij «Duizendmaal dank mevrouw Veroorloof me, dat ik heenga Ik voel, dat ik nu niets redelijks zon kunnen zeggen." «Ik begrjjp 'tIk begrijp 't, mijn waarde Ribot," zeido Donna Amparo een mijner handen vurig tusschen haar beide handen drukkend. »U is net als ik, al te gevoelig, al te teerhartig. Wil u nog zoo'n ether-pareltje U en ik zijn niet geschikt voor do wereld. Ik kan nie mand zien lijden. Zoo ziet n nu, ofschoon ik dol veel van mijn schoonzoon hou, dat me de tranen uit de oogen komen, omdat ik n zie lijden om mijn dochter dat ik schrei als oen kind Inderdaad sprak Donna Amparo op dat oogenblik geen laster van zichzolve. «Ronduit gezegd, meneor Ribot," ging ze opgowonden voort, «als 't mogelijk was, dat Oristina van u ging houden zonder Emilio leed te doen, dan zou ik zelf uw belangen by haar gaan bepleiten." «Dank u, dank u,"stamelde ik, haar do hand drukkende, voordat ik mij losmaakte. «Geloof n me, ik heb u lief als een eigen zoon, en ik zou alles doen, omdat Hier hokte haar stem in haar keel, on ik maakte van die heerlijke gelegenheid gebruik, om mij met tragischen pas naar don achtergrond terug te trekken. Wordt vervolgd. Druk van Herms. Coster en Zoon, Alkmaar. 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 6