Donna Cristina. No. 104. Tweede blad. l^onde.rd en tweede jaargang. Zondag 2 Sept. 19( een Onderwijzer PARIJSCHE BRIEVEN. Nederland. FEUILLETON. Naar het Spaansch A. PALACCIO VALDÈS. ALKMAABSCHB COURANT. Aan de BURGERSCHOOL te ALKMAAR (Hoofdde heer F. J. Aukes) wordt gevraagd in het bezit der akte Franschterwijl het bezit der akte voor de vrije- en orde-oefeningen tot aanbeveling zal strekken. De Jaarwedde bedraagt f 6ÖO,—die na 2, 4 en 9 dienstjaren telkens met f 50,kan worden verhoogd tot een maximum van f 800. Het bezit der hoofdakte geeft bovendien aanspraak op eene verhooging van f 100. Stnkken (adres op zegel) in te zenden aan het Gemeen tebestuur vóór 15 September a.s. XXIII. Parijs, 22 Augustus 1900. De Tentoonstelling XIX. De belooningen. Gaarne zouden wij in dezen brief eene volledigo lijst zenden van alle belooningon, welke aan nederlandsche inzenders op deze grootste van alle tentoonstellingen ten deel vielen, doch wjj kennen ze nog niet alle. Op Zaterdag waren wij wel opzettelijk naar de tentoonstelling gegaan, in do hoop, daar op elke inzending eene kaart te vinden, vermeldende, welke me daille of getuigschrift verkregen werd, doch die kaarten waren nog niet gereed, en het napluizen van de officieele Staatscourant is een echt monnikenwerk. Toch zijn wij daarmede begonnen, en hebben ook links en rechts bij de tentoonstellers zeiven inlichtingen gevraagd en ver kregen, zoodat wij golooven, een volgend maal eene on geveer volledige opgave te kunnen zenden. Reeds weten wij, dat in de orde van het legioen van eer onze ne derlandsche commissaire-général, do heer baron Miohiels van Verdnynen, benoemd werd tot Grand-officier, en baron van Asbeek tot officierin classe VII, schilderijen en teekeningen, zien wij den Grand-Prix, toegekend aan I. Israels gouden medailles aan Blommers, Breitner, H. W. Mesdag, Weissenbruchde andere belooningen zijn ons nog niet bekend. In classe VIII Gravure en litho graphic wijzen wjj op den Grand Prix, dat is dns de eereprijs aan den heer Bauer, gouden medailles aan Du- pont, Witsen en Storm van 's Gravezandezilveren me dailles aan Bosch, Veth, B. Houten, Ten Cate, Toorop en van der Valk. De dassen 9 en 10, beeldhouwkunst en architectuur, vormen met de twee klassen, 7 en 8, de groep II, namelijk dio der schoone kunsten. Mejuflrouw W. M. Bosch-Reitz heeft hier classe 9, don eere-prijs, Ferd. Leenhoff eene gouden medaille en A. Begeer eene zilveren. Classe 10, de architectnur, waar wij aan geen onzer landgenooten een eere-prijs ten deel zien vallen, bevat gouden medailles aan Berlage, Matters en Salm, en zilveren aan Gosschalk Molenaar, Sluyterman en Verheul. De groote plechtigheid van de uitreiking der beloo ningen gaf Zaterdag aanleiding tot een groot feest, vooral de avond was zeer mooi, de tentoonstelling ligt namelijk lacgs de Seine-rivier op beide oevers, dns welk eene prachtige waterfeesten kan men daar honden met fraai versierde vaartuigen, venetiaansche verlichting, bengaalsch vnur, vuurwerk, enz. Voegt daarbij de schitterende ver lichting van gebouwen en paleizen, waarlijk, men is als betooverd. Hoe jammer, dat deze heerlijke avond voor enkelen zoo treurig werd. Ja, dat is het ongeluk van al te groote drukte, wij zeiven gaan overal heen, maar met kinderen durven wjj ons nooit in groot gewoel begeven. TAN Vertaling van Dr. A. A. FOKKER. 39) »Nee, Cristina, nee," haastte ik mij te zeggen ♦ik verzoek u me niet de beleediging aan te doen van te denken wat ik in uw oogen lees. Ik heb een smarte- lijken, wanhopigen strijd met mijzelven doorstaan. Ik heb gewankeld, ik ben ook gevallen maar ik ben weer opgestaan, en, ik kan 't met fierheid zeggen, nooit heeft 't verraad in mijn borst toegang gehad. Ik heb niet de schitterende eigenschappen van Castellik ben er verre van de voorrechten te bezitten, die dien man beminnelijk en bewonderd maken maar al bezat ik ze ook, zweer ik n, dat ik er geen partij van zon trekken, om een vriend van achteren te verwonden. Want boven de be vrediging van de liefde, bóven al de genietingen van de aarde en zelfs van den hemel, als die me geboden werden, stel ik den vrede van mjjn geweten." De gloedvolle toon, de oprechte uitdrukking, waarmee ik deze woorden nitspiak, deden haar 't hoofd opheffen en mij met eenige verbazing aankijken. Haar wenk brauwen ontspanden zich, en een lieve glimlach ver spreidde zich over haar lippen. »Ja, ik heb langzamerhand wel gemerkt, dat n oor spronkelijker is dan ik in den beginne dacht, 't Is beter zoo." I En, dit zeggende, stak ze me lieftallig de hand toe, die ik met evenveel eerbied als hartelijkheid drnkte. Op dat oogenblik kwam een schaduw achter ons van daan, en iemand ging vlak vóór ons staan, en zeide: »Goeden avond." Cristina zoowel als ik beefden op eens van schrik. Jij hier, Emilio? Ik dacht, datje al naar bed was," reide zij, zich dadelijk volkomen herstellend. »Nee, ik ben niet naar bed gegaan. Ik voelde me Men ziet het hier zoo dikwijls, bij alle feesten en ook bij andere drukten ziet men ouders en moeders met kleine kinderen, zelfs met zuigelingen op den arm. En niets is zoo gevaarlgk als zulk een houten overtocht of passerelle, daar moest eigenlijk altijd eene flinke bewaking zijn, om er voor te zorgen, dat die houten brug dient uitsluitend om er over te loopen, stilstaan moet verboden zijn. Maar natuurlijk had men van dien brug een prachtig uitzicht op de rivier, men stond drie vier meter boven den weg, daarom liepen velen niet door, en ontstond zulk een gedrang, dat eerst vrouwen en kinderen flauw vielen, en vervolgens een deel der leuning bezweek. Het gevolg is u reeds bekend, een dertigtal personen werden vrij zwaar gewond, want zij vielen op en over elkander van boven die passerelle op den harden weg, en byna een half dozijn overleed aan de bekomen kneuzingen. Evenals by alle tentoonstellingen, zijn sommige inzen- dere niet tevreden met hunne prjjzen. Velen, die vrooger hoogere belooningen kregen dan thans het geval is, zij, die al eens tot eene jary behoorden, eere-pryzen en gouden medailles kregen en thans tot een zilveren vallen, zeggen niets of geven op behoorlijke, soms echter onbehoorlijke wijze lucht aan hunne verontwaardiging. Een heer gaat zelfs zoo ver, met reusachtige letters op eene kaart aan het publiek zijn gevoelen mede te deelen. Het is waar, zijne belooning was slechts eene Mention honorable, eene eervolle vermelding, zooveel als een getuigschrift. De artist, de man is een schilder vau talent, deelt ons dan mede, dat hij reeds van 1875 af werd toegelaten op de tentoonstellingen van schoone kunsten, eene 3e medaille verwierf in 1889, eene 2e medaille op de tentoonstelling van Dijon, eene eere-diploma te Avignon, een ander te Perigueax, en nn krijgt hy van deze jury een getuig schrift En vervolgt die heer »Ik vraag dit getuigschrift in glad en zacht papier voor mijn persoonlijk gebruik." Ieder begrijpt dus, wat de schilder met dit papier voor heeft, de heeren van de jury zijn volstrekt niet ingenomen met zulk eene terechtwijzing doch het publiek maakt er zich vroolyk mede. En toch hebben al die juryleden veel te doen gehad, hetgeen vooral kan blijken uit de officieele Staatscourant. Het nummer van het Journal Offioiel van j.l. Zaterdag, is het dikste, hetwelk hier ooit verscheen, want het bevat driehonderd twee en vijftig bladzijden. En het is een duur nummer, waut daar het 22 maal grooter is dan gewoonlijk, kost het ditmaal ongeveer 22 duizend franken. Wil men eeuigszins eene vergelijking tusschen de ten toonstelling van 1889 en die van 1900, dan diene, dat in 1889 de lijst van belooningen in de Ou fiscourant 144 bladzyden besloeg, en di maal 352, dos'^n verhoudiug van 2 tot 5. En nog een laatste cijfer. Fet aantal entrées bedroeg op Zaterdag 18 Augustus 428.043. Of het er ook vol was. J. M. T. Parijsdie Tentoonstelling. Een gouden medalje verkreeg ook prof Molengraaff, Staatsgeoloog te Pretoria, voor zyne door hem ingezon den verzameling gesteenten en kaarten van Transvaal. Ongeluk bij de manoeuvres. By de manoeuvres tusschen de Sambre en de Maas in België zyn twee regimenten ruiterij in volle vaart tegen elkander aangereden, waarbij een aantal manschap pen uit den zadel geworpen en min of meer ernstig ge kwetst zyn. Het geval wordt aan een misverstaan of te laat ge geven bevel toegeschreven. warm evenals jelui, en ben uitgegaan, om een wandeling door den tuin te doen. Ik hoorde hier praten, en ben daarom binnengekomen." In weerwil van den natuurlijken toon, dien hy in deze woorden wilde leggen, bespeurden wij in zyn stem iets vreemds, dat ons zeer verontrustte. De nacht is zeer mooi," ging hij voort, en begon met de handen in de zakken in't vertrek op en neer te loopen. »September doet niets ouder voor Augustus. 'sMorgens vroeg voelt men nauwelijks een beetje koelte. Ik heb niet den minsten lust om naar bed te gaan." Ik antwoordde met eenige onbeteekenende woorden even als die. Hy gaf geen toeken, dat bjj er naar luisterde. Hy bleef in een peinzende houding op en neer wandelen, en eindelijk ging hy vóór 't venster staan, en bleef zoo on bewegelijk door de ruiten turen. Daarna deed hij de blinden open, en nam zyn hoed af, om beter van de nachtkoelte te genieten. Cristina keek hem strak aan. In haar oogen toekende zich allengs een angstige droefenis. Ze scheen onthutst. Zoo gingen er eenige minuten in stilte voorbij. Eindelyk, alsof ze niet langer dien toestand van spanning bon uit houden stond ze snel op en, naar haar echtgenoot toe gaande, legde zij hem de hand op den schouder en zeide »Lateu we nu maar naar huis gaan." »Zooala je wilt," antwoordde hy styf. We gingen 't paviljoen nit en volgden de acacia-laan, die er op uitkwam. Ik trachtte me by Marti aan te slui ten en een gesprek aan te knoopen. Ik merkte dadelijk, dat hij mjjn gezelschap ontweek en mij met enkele stijve woorden antwoordde. Voordat we aan 't hnis kwamen, nam hij zijn vroaws arm en versnelde zijn schreden, ter- wjjl hij mij achterliet. Dat stille misnoegen beklemde mij 't hart. Ik volgde hen met droefenis, welke allengs plaats maakte voor ergernis, toen ik eraan dacht met hoeveel onrechtvaardigheid hij mij behandelde. En, naarmate we voortgingen op onze wandeling, vestigde zich in mijn geest het denkbeeld om met hom een duidelijke en flinke explicatie te hebben eu hem te verteilen wat er ge beurd was. We bereikten de deur van 't huis. Ouder de glazen marquise er vlak vóór stonden ze stil. Door de open vensters van de eetzaal zag ik de omtrekken van Castell, Isabelita en Donna Amparo. Hen rampspoedige opstijging. Bij een feest te Vincennes zou een ballon de »Niger", metende 500 kubieke meter, met drie personen opstijgen. Op het oogenblik dat de touwen werden los gelaten, dreef de wind het gevaarte tegen telegraaf- en telephoondraden aan, eene kortsluiting in de elkander rakende draden was het gevolg en een vonk deed het zijden omhulsel des ballons vlam vatten. Een der lucht- vaarders trok de klep open. De ballon kwam tegen een huis aan, dat op zijne beurt in brand raakte. Het schuitje raakte los en stortte ter aarde, maar twee der lucht- vaarders klemden zich aan het balkon van het brandende huis vast. Een regen van vlammende stukjes zij viel op da talrijke menigte toeschouwers er ontstond een alge- meene schrik vrouwen, kinderen, ja mannen raakten onder den voet. Een grijsaard van zeven en tachtig jaar werd zoo getrapt, dat zijn leven gevaar loopt. De twee aan het balkon hangende luchtvaarders werden door een sol daat er af geholpen, maar de twee bovenverdiepingen van het huis brandden geheel nit de bewoners waren afwozig. Wat er van den derden luchtvaarder geworden is verneemt men niet. Te Wörishofenhet bokende Kurort van wijlen Pastoor Kneipp, verblijven thans 2000 patiënten waar onder vele van vorstelijken bloede. Het is er na Kneipp's dood nog nooit zoo druk geweest als thans. Nederlandsche ambulances. Vóór zijn vertrek uit Zuid-Airika, ontving de voor malige leider van de eerste Nederlandsche Roode-Kruis- ambulance dr. Lingbeektal van dankbetuigingen van Burgers op commando. Daaronder was er een van den volgenden inhond »Ondergeteekenden, allen verpleegden in het hospitaal van het Nederlandsche Roode Kruis, gevoelen zich gedron gen bij UEds. vertrek naar Nederland, hunnen hartelijken dank te betuigen voor de zeer gewaardeerde hulp en liefdevolle behandeling uwerzijds ondervonden. Met leedwezen zien wij UEd. heengaan daar wij n hebben leeren kennen als een bekwamen en humanen geneesheer, die te allen tijde bereid was hulp te verleenen en ons met raad en daad bij te staan. De hulp, ons door doctoren, verplegers en verpleegsters met opofferende zorg verleend, zal ons altijd in dankbare herinnering blijven. Wij verzoeken UEd. tevens onzen dank te willen over brengen aan het hoofdbestuur van de Nederlandsche Roode-Kruis-Vereeniging voor al hetgeen ten behoeve van zieke en gewonde Burgers in dezen oorlog werd volbracht. Wij hopen dat UEds. reis voorspoedig en in gezondheid volbracht moge worden en roepen n bij UEds. vertrek een laatst vaarwel, doch tevens een tot wederziens toe. Ontvang onder hoogachting nog de beste wensehen van uwe dankbare dienstwillige dienaren." (Volgen de onderteekeningen van 64 Burgers.) Namens eenige behoeftige Burgers, wier vaders en broers op commando zijn, bracht voorts W. Louis te Pretoria warmen dank toe aan de Nederlandsche ambulance en haar chef, „inzonderheid voor den geschonken kost en versnaperingen". Tjjdens de kermis, is in een danshuis te Tilburg door eon onbekende een geweerschot gelost, waardoor vier bezoekers werden gewond, waarvan één levensge vaarlijk. »Komaan," zeide ik tot hen met gemaakte onverschil ligheid, »jelni naar bed en ik naar de stad." Wacht u niet even tot we't rijtuig laten inspannen vroeg Cristina schuchter. Nee; ik heb zin een wandeling te maken in't maan licht. Tot morgen. Goeie nacht." Ik wilde Emilio een hand geven. »Nee," zeide hij met ongewonen ernst»ik zal u tot aan de buitendeur brengen. Ik heb ook zin in een wan deling." Ik stak Cristina de hand toe. Zij drnkte die voor de eerste maal in haar leven met bijzondere kracht, terwijl ze een smeekenden, angstigen blik op mij vestigde. Ont roerd tot in 't diepst van mijn zielsloot ik de oogen om haar te kennen te geven, dat ze op me vertrouwen kon. We verwjjderden ons, en met langzame schreden liepen we door de laan, die naar de buitendeur leidde. Marti liep met den hoed in de hand, en zweeg hardnekkig stil. Ik wachtte tot hij spreken zou, voordat we afscheid namen, mij belovende tronw te zullen wezen aan de stille belofte, die ik gedaan had. Inderdaad, toen we bij den grensmnnr kwamenstond hij stilen myn blik ontwijkend sprak hij ♦Getrouwde mannen Ribothebben gewoonlyk een overdreven gevoeligheid. Niet alleen de jaloezie, die zoo zeer kweltmaar ook de vrees om zich belachelijk te maken dwingt ze om dikwijls wantrouwig te wezen, al zijn ze vertrouwend van aard. 't Past de vrienden van die maunon daaromdie gevoeligheid niet op te wekken en zich te allen tijde met veel omzichtigheid en kieschheid te gedragen. Op die wijze wordt de vriend schap door de dankbaarheid bevestigd." »Je hebt gelijk," antwoordde ik. »Tot nu toe heb ik getracht dien plicht, dien wij menechen allen hebben, na te komen. We hobben dien plicht niet alleen tegenover vrienden, maar tegenover onze naasten in 't algemeen. Een noodlottig toeval heeft me zooeven in een positie geplaatst, die je eigenliefde kan kwetsen al is het niet je eer. Maar versta wel, dat Cristina Laten wij niet over Cristina spreken," viel hij in, mij flink in de oogen kijkend. ♦Alle nachten van 't jaar, voordat ik slapen ga, dank ik God, dat ik haar tot vrouw heb. Deze nacht zal dat evenzoo wezen." ♦Laten we dan over my spreken. Een noodlottig toe-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5