De Tweede Kamer en de Kieswet. Donna Cristina. No. 110. Tweede blad. Honderd en tweede jaargang. 1900. ZONDAG 16 SEPTEMBER. feuilleton. Naar het Spaansch A. PALACCIO VALDÈS. ALkMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f ©,80franco door het rjjk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer: 3. Prjjs der gewone advertentlen Per regel fO,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco [aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Hoe slecht de regeering er in geslaagd isvoor zich zelve en de Staten-Generaal het plan der door haar aangekondigde wijziging van de Kieswet duidelijk aan te geven zoodat twijfel werd buitengesloten of eenige in ruimeren of engeren kring wenscheljjk geachte ver andering in het kader van haar ontwerp zou passen, kon niet helderder aan het licht komen dan door het onder zoek van het wetsvoorstel in de afdeelingen der Tweede Kamer. Haar eerste omschrijving een «technische her ziening", was duidelijk genoeg. Als zij in haar M. v. T. zegtdat »de ervaring eenige leemten en minder juiste formuleeringen in de technische regeling aan het licht (heeft) gebracht", en dat «door het hierbij aange boden wetsontwerp wordt beoogd in deze leemten te voorzien en de blijkens de praktijk minder goed wer kende bepalingen door andere te vervangen", dan kan de beantwoording van de vraagof eenig voorstel tot wijziging binnen de grenzen ligt van dit plan al bij zonder weinig moeilijkheden opleveren. Zij herinnert er echter aan, dat zjj, toen de aankondiging dezer technische herziening in de Tweede Kamer bij sommige leden teleurstelling wekte tot bevrediging der ontstemde ge moederen er onmiddellijk aan toevoegdedat zij de uit drukking «technische herziening'' wenschte te hebben opgevat «in ruimeren zin". Wat daaronder moest worden verstaanwas zeker niet voor ieder duidelijken het werd er niet beter optoen in de M. v. A. op Hoofd stuk I der Staatsbegrooting voor 1898 werd verklaard «dat zij daaronder ook wenscht te verstaan wijzigingen, diede grondslagen der wet onaangetast latendehare blijkbare bedoeling beter verwezenlijken.'' Ongetwijfeld staat het der Regeering vrij, aldus haar wijzigingsplannen uit te breiden maar het kon niet anders dan tot mis verstand en verwarring leiden, de uitdrukking «technische herziening" te handhaven. Daar is zij ver van afgeweken; doch ook de nadere omschrijving van haar plan betere verwezenlijking van de blijkbare bedoeling der wet met eerbiediging harer grondslagen is evenmin gelukkig. Niet misdeeld van naïviteit is de opmerking in de M. v. T.«Wat zij daaronder begrijpt blijkt uit de ver schillende bepalingen der wetsvoordrachtMaar daarmee is niet weerlegd de bewering van «verscheidene leden", dat één der grondslagen van de bestaande regeling hierin bestaat, dat niemand kiezer van de leden van den ge meenteraad kan zijn, die niet aan één der eischen voldoet, die voor het kiesrecht van de leden der Tweede Kamer zijn gesteld, en dat by gevolg door toekenning van het VAN Vertaling van Dr. A. A. FOKKEK. 44) Weinige oogenblikken later werd de zieke door een benauwdheid overvallenzooals hij die nu zoo vaak had. Ik wilde niet roepen, om Cristina niet aan 't schrikken te maken, en ik begon hem lucht toe te wuiven met den waaierevenals andere keeren hopende dat hij spoedig weer zou bijkomen. Evenwel voelde ik me ditmaal meer van streek. Mijn hart klopte hevig toen ik dat bleeke gelaat zag met de gesloten oogen en den mond wijd open en naar lucht snakkend. Naarmate de seconden verliepen werd mijn zenuwachtigheid grooter. Ik werd door vrees overweldigden bracht de hand aan den schelknop. Doch op dat oogenblik opende Marti de oogen en lachte vriendelyk. Ik bedaarde en zeide tot hem «Moed honden! 't Is w^er voorbij." «Maak dat raam open. Ik kan niet goed zien", ant woordde hij. Die woorden hernieuwden mijn ongerustheid, 't Raam was open. Niettemin deed ik netalsof ik hem ter wille wasmaar toen ik mij wilde verwijderen greep hij een van mijn handen. «RibotRibot 1" riep hjj en keek me met onnatuurlijk groote oogen aan. «Ga niet heen Ik sterfGa niet weg Hij was rechtop gaan zitten od drukte krampachtig mijD hand. Zijn blik veranderde plotseling van uitdruk king en werd dof.en glazig. Hij liet het hoofd zinken, alsof 't zich ontwrichtte en viel zwaar achterover. Ontzetting en verbijstering maakten mij een oogenblik gemeentekiesrecht op grond van aanslag in de plaatselijke belastingen, zonder meer, één dier grondslagen zou worden aangetast. En daartegenover staat in het V. V. weer een geheel andere opvatting van een herziening tot verwezen lijking van de bljjkbare bedoeling der Kieswet zonder haar grondslagen aan te tasten. Sommige leden toch rede neerden aldus: «Als het hoofdbeginsel der wet is te be schouwen, dat Kiesrecht moet ontleend worden aan posi tieve kenteekenen van welstand en geschiktheid. Welke positieve kenteekenen gesteld behooren te worden, is daaren tegen eene quaestie niet van beginsel, maar van tech niek". Deze leden behielden zich dan ook het recht voor «amendementen tot opneming van andere dan reeds in de wet voorkomende kenteekenen aanhangig te maken". Men mag verwachten, dat de Regeering deze opvat ting met beslistheid zal afwijzen, en haar medewerking zal weigeren tot het tot stand brengen van wijzigingen in dezen zin. Omtrent de vraag, wat in haar herzienings plan als het «hoofdbeginsel" der bestaande kieswet be schouwd, of tot haar «grondslagen" gerekend moet wor den, heeft zjj zich althans te duidelijk uitgesproken, dan dat zij genoopt zou kunnen worden tot een schrede in deze richting. «Hel hoofdbeginsel der kieswet" zegt de M. v. T. «is, dat kiesbevoegdheid wordt verkregen of door aanslag in en betaling van in de wet aanga - wezen directe Rijksbelastingen öf door het voldoen aan een dier vele overige in de wet genoemde kenteekenen.'' En nog duidelijker laat zij zich in dat staatsstuk uit, als zij, na de verklaring dat zij zich niet heeft te ver diepen in de vraag in hoeverre tot verbetering van het kiesrecht voorafgaande grondwetsherziening wenschelijk of noodzakelijk is, aldus voortgaat: «zij behoeft evenmin op haar standpunt een antwoord te geven op de vraag, of de wetgever in 1896 goed heeft gezien door attribu tieve kenteekenen voor het kiesrecht aan te nemen, en zoo ja, of de in de wet van 1896 opgenomen kenteekenen juist zijn gekozen." Van opneming van andere kentee kenen naast of in de plaats van de bestaande zal dus bij deze herziening geen sprake kunnen zyn. Maar of de regeering zelve ondanks al de door haar geplaatste weg wijzers het spoor niet byster is geraakt, is toch zeer twijfelachtig. Zij moge er met nadruk op wijzen, dat, wat het gemeentekiesrecht betreft, aan het in de wet neer gelegde beginsel, dat niemand kiesbevoegd is voor den gemeenteraad, zonder ook bij te dragen, hetzij in Ryks-, hetzij in de gemeentelijke directe belastingenniet wordt geraakt, daartegenover staat de vraag, of het niet evenzeer een beginsel der Kieswet is, dat alleen zij voor het gemeentekiesrecht in aanmerking kunnan komen, die hetzij wegens aanslag in eenige directe Rijksbelasting roerloos, terwyl ik aan den grond genageld stond. Doch weer tot mezelven komend nam ik zijn hoofd tusschen mijn handen en het tegen myn borst drukkend riep ik op myn beurt «Marti! Beste vriend, mijn broer! Ga niet heen! In deze valsche wereld blijven er zoo weinig menschen als jij." En ik kuste dat voorhoofdwaar nog nimmer de schaduw eener lage gedachte voorbijgetrokken was. Op dat oogenblik raakte een hand even mijn schouder aan. Ik keerde mij om, alsof men mg zeer gedaan had, en kon een paar oogen zien wijd opengesperd van ont zetting en een bleeke gestaltedie nederzeeg. XVII. Ik kan niet spreken over hetgeen in dat huis voorviel bg het overigden van Emilio. Iedereen aanbad hem voor iedereen was hij een lief hebbend vaderbereid om zich voor anderen op te offeren. De smart en de ont steltenis van Cristina waren zóó grootdat wij voor haar leven vreesden. Toen echter eenige dagen voorbij waren gegaan, was het noodzakelijk aan zaken te denken. Die van Marti waren zóó in de war, dat die ongelukkige familie er aan bloot stond in ellende te vervallen. De eenige, die geroepen was om de regeling er van op zich te nemen, daar hij de naaste verwante was, was babas; maar deze diepzinnige man voor wien het menseheljjk hart geen onkelen schuilhoek had versmaadde de pro zaïsche kleinigheden van dit leven. Gelijk een god leefde hij in voortdurende vreugde ver van de moeiten en zorgen, die de menschen bedroeven, 't Was noodig, dat ik de teugels in handen nam. Ik vroeg definitief ontslag en zette mg aan 't werkmet weinig verstand van zakenmaar met een onbeperkte hoeveelheid vuur en goeden wil. Deze wil was mijn uitkomst. Na zes maanden van aanhoudenden arbeid en geharrowar met crediteurs en advocaten en notarissen, slaagde ik er in het kluwen te ontwanen. Toen al de schulden betaald waren bleef er zelfs nog voor Cristina een kleine rente waarvan zij hetzij wegens het bezit van een ander kenteeken kies bevoegdheid bezitten voor de Tweede Kamer, terwijl van hen bovendien aanslag in eene der directe plaatselijke belastingen hunner gemeente wordt gevorderd. Bepaal delijk van bedenkelijken aard achten wij echter de ver klaring dat de minister van binnenlandsche zaken de onderteokenaar der M. v. T., het zelf noodig heeft geacht overleg te plegen met zijn ambtgenooten omtrent de vraagof een herziening van de tabel der huurprijzen van de woningen, die in de verschillende gemeenten als kenteekenen van welstand aanspraak geven op kiesrecht, binnen het kader valt van het herzieningsplan. Als grond van den twijfel wordt opgegeven, dat deze tabel verband houdt met de minimum-cijfers voor de aanslagen in het personeel. Dit verband nu wordt beschouwd als een beginsel der Kieswet, en daarom kon het verbreken van het verband niet in het regeeringsvoorstel worden opge nomen. Is dit zoo staat dit bij de regeering vast waarom dan juist omtrent dit punt van bestaanden twijfel en van een overleg met ambtgenooten gewag gemaakt? Aan bevelenswaardig achten wij dergelijke mededeelingen omtrent hetgeen in den boezem van het ministerie voorviel aller minst. Dat hier aanstonds gedacht wordt aan verschil van gevoelen tnBschen de leden van het ministerie, ligt in den aard der zaak. De minister van wien de toelichting uitging deelt dan ook niet meedat deze tabel bij de ondernomen herziening „onaangetast" moet blijven, maar alleen dat hij na overleg met zijn ambtgenooten heeft «gemeend te moeten besluiten ten deze geen voorstel te doon''maar af te wachten wat wellicht uit het onder zoek der Tweede Kamer zal voortvloeien Komt men er niet onwillekeurig toe, de aangehaalde woorden uit de M. v. T. aldus aan te vullen. Hoe het zij, het is zeer gewenscht, dat het ministerie zich omtrent sommige punten nader verklare. Voor zich zelve dientals het ontwerp in behandeling komtallereerst vast te staanvoor welke wijzigingen in de Kieswet het de verantwoordelijkheid wil dragen; want ongetwijfeld is deze herziening een zaak die het geheele ministerie raakt. Nu het uit het V. V. heeft kunnen zien, tot hoe' uiteenloopende opvattingen de nevelachtige omschrijvingen van zijn voorstellen ge leid hebben toen het die achtereenvolgens aanduidde als «technische herziening", «technische herziening in ruimeren zin", of «wijzigingen die, de grondslagen der wet onaangetast latende hare blijkbare bedoeling beter verwezenlijken", brenge het zijn ontwerp, gewyzigd of ongewjjzigdniet opnieuw voor de Kamerzonder zyn weg allereerst voor zichmaar ook voor de natie en haar vertegenwoordigers duidelijk te hebben afgebakend. zonder weelde, maar fatsoenlijk leven kon. Ik ademde op en genoot van mijn overwinning alsof ik een reus achtige onderneming ten einde had gebracht, Cristina's erkentelijkheid was voor mg de zoetste be looning. Op een ernstige en ingetogen wijze zooals zij alles deed gaf zjj die dankbaarheid voortdurend te kennen. Dit gevoegd bij de onschuldige liefkozingen van mijn peetekindje dat mjjn naam begon te stamelen en mij «oom Ribot" noemde, alsof wg elkaar in den bloede bestonden, was een ruime vergoeding voor mjjn moeiten. Het eenige dat mij leed leed op te merken was met welk een angstvallige zorg Cristina de kosten van haar huis inkromp en de zuinige manier van leven, waaraan zij zich onderwierp. Ik vond dat overdreven haar rente veroorloofde haar een beetje grooter welstandmaar ik durfde ei haar niet op te wijzen. Ten Blotte begreep ik ookdat die zuinigheid haar in 't minst niet hard vielja ze genoot er zelfs van wellicht denkende dat ze op die wijze het erfdeel van haar dochtertje zou vermeerderen. Later kwam ik er niet zonder veront waardiging achter, dat haar spaarpenningen ervoor dienden, om het huishouden van haar zwierigen broeder te be kostigen. Deze ging voort met het lemmet van zijn ont leedmes op al onze handelingen te zetten. Overtuigd dat het talent van zijn zuster noch myn bekwaamheid in zaken zoover zou komen dat hem de middelen ver se aft werden om zelfs een koriste van een operette gezelschap te veroveren, besloot hjj ten slotte als couprier in de Sociëteit op te treden. Cristina betreurde niets van haar ouden luister, zooals ik bemerken kon noch de weelderig ingerichte kamers, noch den rijken tooi, noch haar rijtuig, noch de be dienden. Alleen de buitenplaats El Cabannal wekte bij haar een weemoedige berinnering op. Wanneer we er over spraken werd ze droevig eu afgetrokken, 't Was wel natuurlijk. Haar groote lietde voor 't buitenleven voor vrijheid en vredigheid in de natuurwas in dit geval versterkt door de lieve herinneringen welke dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5