IN DEN STORM. No. 116. Tweede blad. Honderd en tweede jaargang. Zondag 30 Sept. 1900. öemeente-begrooting voor 1901. Gevaar van besmetting door melkgebruik. Nederland. FEUILLETON. tlMIWIIMhl COÜIWI. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemaene kennis, dat de gemeente-begrooting, dienst 1901, door hen den 19en September den gemeen teraad aangeboden, gedurende 14 dagen, te rekenen van heden af, op de gemeente-secretarie ter inzage nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift is 5 verkrijg baar gesteld Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter. 28 Sept. 1900. G. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen, ingevolge het door de Pi. Gezondheidscommissie uitgesproken verlangen, ter openbare kennis, dat, wegens het voorkomen van febris typhoïdea in deze gemeente en meer nog met het oog op het groote gevaar van in fectie door melk van tuberculeus (parelziek) vee, het noodzakelijk is de melk steeds, gedurende eenige minuten, te doen opkoken, alvorens haar voor het gebruik geschikt te achten. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter. 28 Sept. 19U0. 0. D. DONATH, Secretaris. Spreek-statistlek. Om langzaam, overluid een kolom van de Hande lingen der Tweede Kamer te lezen, heeft men vjjf minuten noodig. De meeste afgevaardigden spreken sneller. Reke ning houdende met onderbrekingen en met herhalingen, die de stenograaf weglaat, schijnt ook deze maatstaf niet te wraken. Het is der »N. R. C." gebleken, dat vijftien afgevaar digden, door welke oorzaken ook, in het afgeloopen jaar niet éénmaal het woord gevoerd hebben. Vier-en-twintig leden hebben voor hunne beschouwing bij verschillende gelegenheden niet langer dan een half uur noodig gehad. In het geheel hebben 57 leden of niet, óf korter dan een unr in het zittingjaar gesproken. Voorts hebben gebruikt de heeren Kuyper190 kolommen, Troelstra153 Lohman 142 Van Kol139 te zamen 624. Dit beteekent, indien men aan wil nemen, dat van de 3732 kolommen der Handelingen over 1899 1900 slechts de helft wordt gevuld door de beraadslaging, dat de genoemde vier afgevaardigden ruim een derde van den tijd voor zich in beslag genomen hebben, welk ver- houdingscijfer, door de tegenspraak, die hunne betoogen hebben uitgelokt, slechts een deel van den daarmede gemoeiden tijd vertegenwoordigt. Op aanzienlijke afstanden volgen nu Pijnappel met 84, Schaper met 79, Fokker met 62, Smeenge met 61, Van der Zwaag en De Waal Malefijt ieder met 59, Tydeman met 51, Van Karnebeek met 48, Ketelaar met 47, Veegens met 44 kolommen. Van 40 tot 30 kolommen vulden: Staalman, Van Gilse, Verhey, De Visser, Machay, Pyttersen. Van beneden 30 tot 20: Kerdijk, Bastert, Van de Velde, Heldt, Loeff, Schaepman, Mees, Vermeulen, Roes- singh, Hartogb, Drucker, Rink. Van beneden 20 tot 12 kolommen: De Klerk, Harte, Van Raai te, Goekoop, De Beaufort, P. HordijkFerf, Willinge, Van Asch van Wijck (E.), Nolens, Van Vlijmen. Uit onze cijfers blijkt dan, zegt het blad, dat voor meer dan de helft van de leden onzer Vertegenwoordiging de vermaning tot zelfbeheersching in 't geheel geen zin heeft. Aanbesteding. Door het provinciaal bestuur van Noordholland is den 27 bij enkele inschrijving aanbesteed het uitvoeren van eenige werken aau het Rijkskrankzinnigengesticht te Medemblik. Raming f 17.475. Minste inschrijver W. N. Vlaming te Medemblik voor f 15.933. Uitgeest. Den 25 werd deze gemeente bezocht door den Commissaris der Koningin. Na een poos op het Raadhuis vertoefd te hebben, bezocht hij achtereenvolgens de Prote3tant3che kerk, de school de Katholieke kerk en de bewaarschool. Bijna overal wapperde de Nederlandsche driekleur. maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Uit het pas verschenen Jaarboekje der Maatschappij blijkt, dat zij op 31 Juli 1900 had 298 departementen met 12,912 leden, 245 eereleden, 8 voreenigiogs-leden en 1065 instellingen van verschillenden aard. Hare vrjje bezittingen bedroegen op 30 Juni 1900 f 238,705,90'/}, buitendien twee huizen met erven en verder een paar legaten belast met vruchtgebruik en een som met bepaalde bestemming. Zeehonden. In den mond der Schelde aan de Noordzeekust zijn de zeehonden zoo talrijk en daardoor zoo ongewoon bru taal, dat ze op en naast het badterrein te Vlissingen de waterlijn tot op niet meer dan vier a vijf pas naderen, ofschoon "er nog verscheidene personen baden en nog veel meer op het strand langs het water wandelen. De Arne- muidsche visschers klagen zeer over het nadeel, dat deze dieren aan hun bedrijf toebrengen. Brutaal. De heer Salomons, fabrikant van brandkasten op het Damrak, kreeg den 26 bezoek van twee netgekleede personen, die zich voorstelden als diamanthandelaren en die verzochten eens brandkasten van de nieuwste en beste eonstruetie te mogen zien. Er werd hun een vertoond, die zij allernauwkeurigst bekeken. »En zoudt u-zelf nu met gerustheid een som van f 20,000 daarin durven achterlaten vroegen zij den heer S. Na een bevostigend antwoord te hebben ontvangen, vroegen zij den fabrikant of hij de vernielde brandkast gezien had van de inbraaa op het Singel, (waar de inbrekers gestoord werden door de komst der politie en toen onder het lossen van revolverschoten de vlucht namen). Vernemende, dat de heer S. inderdaad de geforceerde brandkast gezien had, vroegen zij of hjj niet van oordeel was, dat daaruit de buit zou zijn meegenomen als er maar tijd geweest was Toen de heer S. opmerkte, dat dit hoogst waarschijnlijk het geval zou zijn geweest, bedankten zij hem voor het geen zij gezien hadden, verklarende verheugd te zijn, nu te weten te zijn gekomen hoe brandkasten, die tegen inbraak moeten beveiligen, volgens de laatste vinding zijn samengesteld. Daarop vertrokken zjj. Hoe verbaasd was echter de fabrikant, die de heeren tot aan de deur uitgeleide deed, toen zij, met een beleefd lichten van de hoeden, zich bekend maakten, als twee bekenden der justitie, die dienzelfden dag waren ontslagen uit het Huis van Bewaring, waarin zij eenige maanden hadden doorgebracht, onder verdenking medeplichtig te zjjn aan de boven genoemde, door hen-zelf in herinnering gebrachte inbraak. Ken ontploffing. In de duinen bij Holievoetsluis is den 27, tijdens het werken met sein kardoezen, een dezer voorwerpen gesprongen, met het treurig gevolg, dat de vesting-artil lerist P. de Koning zoodanig aan het gelaat werd ver wond, dat hij onmiddellijk onder geneeskundige behande ling moest gesteld worden. Overreden. Te 's-Gravenhage is den 27 in de Gaslaan een vijfjarig knaapje, aldaar woonachtig, door een cokes-wagen overreden. Het ongelukkige kind was terstond dood. De sluis te Zaandam. Bij don raad te Zaandam is ingediend een adres van P. van Heijnsbergen c. a., houdende verzoek tot wijziging van het sluisbouw-plan zoodanig, dat de bestaande ver bindingsweg tusschen de beide Zaanoevers zal gehandhaafd kunnen blijven, en geen uitvoering zal gegeven worden aan het voornemen om den kostbaarder en minder prac- tischen weg langs het perceel van den heer J. H. Ver gouw te maken welke door de scherpe hoeken veel last zal veroorzaken aan voertuigen enz. Adressanten ver wachten tevens besparing van kosten. De sluis zal dan zóó ver in de Achterzaan dienen te worden uitgebouwd, dat de Zuidzijde en de biug gelijk komen met den be- staanden duiker. De Raad heeft dit adres met algemeane stemmen voor kennisgeving aangenomen. De Raad overwoog, dat eene wijziging van het vastgestelde plan zou lijden tot veel tijdverlies, omdat het dan weder door alle belangheb benden zou moeten worden goedgekeurd, eer het kon worden uitgevoerd. De moord te Tilburg. Uit Tilburg schrjjft men aan het N. v. d. D. Het opnieuw door de justitie ingesteld onderzoek in zake den moord, heeft aan het licht gebracht, dat Maria Kessels, op den noodlottigen morgen komende van hare woning, niet verder is geweest dan tot op den hoek van de straat, waarin de kerk staat. Volgens verklaring van den mede-gearresteerde, den schilder M., zou het kind daar door den koster ontmoet zijn en met dezen door een zijportaal de kerk zijn binnengegaan. De schilder verklaarde verder, dat, toen hij eenige oogenblikken later in dat portaal kwam, om een ladder te halen, hij zag dat de deur van het torentje openstond eu toen hij daarna voor de tweede maal het portaal intrad, was die deur gesloten. Uit het onderzoek is tevens gebleken, dat de koster de andere kinderen van den heer K. nooit heeft aange sproken, evenmin dat hij wel eens bij den heer K. thuis kwam, zooals men algemeen vertelde. Alleen had hij den dag tevoren twee kinderen, zusjes van het slachtoffer, die met haar logétje wijwater kwamen halen uit de stee- neu vazen hij den ingang van de kerk, uitgenoodigd, hunne fleschjes in de sacristie te komen vullen, omdat het water in de vazen minder helder was. demakkelijk (verdlend. Een Spanjaard seinde dezer dagen aan de Turksche Regeering, dat er een aanslag op het leven van den Sultan beraamd werd, en dat er al eenige anarchisten naar Constantinopel waren vertrokken. Hij, een vriend van den Sultan, kende hen en zou hen aanwijzen, als men hem fr. 4500 stuurde voor de reis naar Constantinopel. De Turksche Regeering seinde onmiddellijk aan den consul- generaal te Barcelona om den man fr. 4500 uit te betalen en hem er nog 2000 te beloven als de anarchisten gepakt waren. Men raadt de rest. kapt. Dreyfus. In langen tijd heeft men niets vernomen van den man, wien ongeveer een jaar geleden gratie werd verleend na het tweede veroordeelend vonnis van den Franschen krijgsraad. Zeer terecht beeft hjj in afzondering heil ge zocht, den tijd afwachtende die zijn onschuld ook formeel MMIIIII I II M I lllll—Ml■—I—I met een jong en beschaafd meisje van goeden huize, met wier vader hij eene compagnieschap had aangegaan. Doorn had, met zijn zelf verworven vermogen, de oude firma, die dreigde failliet te gaan, gered, maar daarvoor als prijs de dochter tot vrouw begeerd. Hij had haar op zijn manier lief en was goed voor haar geweest, niemand zou hem met eenig recht van het tegendeel kunnen beschul digen, doch gelukkig had hij haar niet kunnen maken. De jonge, fijn beschaafdetalentvolle vrouw verveelde zich in het gezelschap van den haar opgedrongen burger lijken echtgenoot, wiens kennis en ontwikkeling zich alleen bepaalden tot handelswaren en cijfers. Toch had ook zij haren plicht tegenover hem gedaan en zich eene trouwe eu zorgende gade betoond. De kracht daartoe vond ze in de liefde van hare kinderen. Ewald en Clara, om wier wille zij haren afkeer onderdrukte en trachtte zooveel mogelijk de bekrompen inzichten van haar man te verdragen, of waar het hunne opvoeding gold, met zachtheid te bestrjjden. Soms gelukte dit haar ook wel. Er waren oogenblikken, waarin de heer Doorn het erkende, dat zijne vrouw meer verstand van opvoeden had dan hjj, doch soms ook lokte het heftig verzet uit, vooral met betrekking tot het onderwijs van Ewald, in wien hij reeds bjj zijne geboorte zijn opvolger in dezaken had meenen te zien, doch die al jong een grooten tegen zin voor al wat handel was openbaarde en wiens aanleg en smaak een heel andere bleek te zyn. De heer Doorn meende, dat de zin van den jongen wel te buigen was, als hy maar niets anders leerde dan wat talen en boekhouden. Had hij zelf' het niet met nog veel minder gedaan en het toch vèr gebracht Het kostte mevrouw Doorn heel wat moeite bem te overreden, hun zoon in de gelegenheid te stellen zich veelzjjdig te ontwikkelen en eerst later te beslissen wat hij wordou zou. Toch behaalde zij de overwinning. Ewald mocht het gymnasinm bezoeken en was daar weldra een van du beste leerlingen. De heer Doorn had reden i.rotsch te zijn op zijn zoon; maar hij vermoedde niet, wat zijn echtgeuoote reeds Novelle van Debora van de Velde. 1) •Ziezoo, Baaf ke, nu is het stilzitten gedaan nu moet mynheer Ewald de schilderij nog wat bijwerken, eer zij gereed is om naar de tentoonstelling te gaan." »En, krijg ik nu vleugeltjes, net als de engeltjes op het orgel in de kerk, en mag ik mij dan zoo zelf eens zien Zeg mijnheer •Zeker, lief blondkopje, maar dan moet de schil derij eerst geheel af zijn." •Ze zal wel mooi worden, denk ik, hé en krijg ik dan ook echt de pop en het mooie prentenboek, dat u mij beloofd hebt, ja?" •Stellig hoor, als mijnheer Ewald wat belooftdoet hij het altijden kijk eens, hier is al vast wat voor je spaarpot, ga nu maar gauw naar moeder, en zeg, dat ik je niet meer noodig zal hebben." Mag ik dan heelemaul niet weeromkomen? Hé, dat is spijtig •O, jawel, ja zeker, maar nu moet je toch heengaan j ik denk wel, dat moeder je boterham klaar heeft, toe kindje 1" Ja, ik ga al, dag mijnheer", en met het handje wui vende huppelde het kleine ding weg om tehuis by moeder in kinderlijke vei rukking te vertellen van alles, wat mijnheer Ewald gezegd en beloofd had. De jonge schilder zette zich weer voor zijn ezel, en was weldra verdiept in zyn arbeid, waarvan voor hem, zoo hij meende, in de toekomst zooveel afhing. Het was een fantastisch tafreel, dat door hem op het doek was ontworpen. Het stelde voor eene onstuimige zee, en een man, ge heel alleen in eene boot, worstelende met de golven. Heel ver in het verschiet, zag men een stipje van de kust, en daarenboven ééne kleine ster aan den verder donkeren hemel. Maar boven de boot zweefde een engel, het vriendelijk gelaat naar den worstelende gekeerd, de linkerhand plechtig omhoog geheven, als om dezen te be moedigen, de reohter wijzende in de richting van de ster. Daar was werkelijk ziel in de schildery, al ontbrak er misschien, uit een oogpunt van kunst beschouwd, nog veel aan de bewerking. Nu, onze jonge schilder had er ook zyn geheele ziel in gelegd. »In den storm" had hjj er onder geschreven, en hij had, toen hij het tafreel ontwierp, niet meer ge dacht aan een,wezonlysen storm op zees, maar veel meer aan een kamp met het leven. Of men hem begrijpen zou O, zeker, meende hij, en hy droomde van succes van eene eervolle vermelding op de tentoonstelling, en dan, als zyn naam in de couranten zou prijken, dan zou zyn vader wel begrijpen, dat ook de kunst tot aanzien kan voeren, en er zich toe laten overhalen, hem zijne roeping te laten volgen, en dan, ja dan zou hij toonen, dat het werkelijk zijne roeping was, en dan zou roem en eer zyn deel wordenExcelsior 1 naar hooger 1 dat zou steeds zjjne leus zijn 1 Ewald Doorn was eigenlijk medisch student. Reeds als knaap had hy veel van teekenen gehouden en het was dan ook de droom van zijne jongunsjaren geweest, schilder te worden. Zijn leermeesters hadden ook gezegd, dat hjj veel aanleg bezat, doch zijn vader wilde er nooit van hooren. Zijn vader, die zich opgewerkt had van klein winkelier tot groothandelaar, en wel tot zulk eenen, dien het onbeperktst vertrouwen genoot, wat gaf hij om kunst, wat begreep hij van roeping of genie Hij leefde slechts voor zijne zaken, en kende geen hooger eerzucht, dan te stijgen op den maatschappolijken ladder, de eerste te worden op de beurs, eu eenmaal de zijnen, bij een eer lijken naam, een groot fortuin natelateu. Eerst op vijfendertig-jarigen leeftijd was hij gehuwd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5