De verloving der Koningin. IN DEN STORM. Zomer- en Wiütergasten in onzen Hout Proclamatie. No. 124. Honderd en tweede jaargang. 1900. V R IJ D A G 19 OCTOBER. FEUILLETON. AAN MIJN VOLK ALKJIAARSOHE COURANT. Deze Courant wordt B1 nis d a g-, Ooiderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO franco door het geheele rijk ff 1,r. 3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prys der gewoner advertentien Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. Telefoonnummer t 3. Even na negenen des avondsop Dinsdag den 16 ontvingen wij de telegrafische bevestiging van het ver - moeden, opgewekt door een reeds vroeger ontvangen tele - gram, nog opgenomen in ons blad van dien avond, ver meldende de verwachte aankomst van Hertog Heinrich van Mecklonburg-Schwerin op het Loo. Zooveel mogelijk werd de heugelijke tijding nog door ons bekend gemaakt en overal werd zjj met groote sym pathie ontvangen. Het buitengewoon nummer der Staatscourant bracht de volgende Wij WILHELMINA bij be gratie Gods, Koningin dek Nederlanden Prinses van Oranje-Nassau ENZ., ENZ., ENZ. Het is Mij eene behoefteaan het Nederlandsche Volk van welks levendige belangstelling in het gelnk van Mij en Mijn Huis Ik zoo diep ben overtuigd, per soonlijk mededeeling te doen van Mijne verloving met Zijne Hoogheid Hertog HENDRIK VAN MECKLEN- BURG-SCHWERIN. Moge deze gebeurtenis, onder Gods zegen, bevor derlijk zijn aan het welzijn van Ons Land en van zjjne Bezittingen en Koloniën in Dost en West. Lasten en bevelen dat deze Proclamatie in de »Staats-Courant" en het .Staatsblad" opgenomen en ter plaatse, waar zulks gebruikelijk is, aangeplakt zal worden. Gedaan op het Loo heden den 16en October 1900. WILHELMINA. De Minister van Bnitenlandsohe Zaken W. H. DE BEAUFORT. De Minister van Justitie CORT VAN DER LINDEN. De Minister van Binnenlandsche Zaken K. GOEMAN BORGESIUS. De Minister van Marine RöELL. De Minister van Financiën PIERSON. De Minister van Oorlog ELAND. De Minister van waterstaat, handel en nijverheid, O. LELT. De Minister van Koloniën, OREMER. 0 Novelle -van Debora van de Velde. 9) Het was juist op denzelfden dag, waarop de promotie partij zon plaats hebben, dat Clara de treurige ontdek king deedwaarvan wij gewaagd hebben en het eerste nog voorzichtig gestelde bericht bereikte den heer Doorn, terwijl hij reeds met zijne gasten aan tafel gezeten was. Hij trachtte zich te beheerschen, en geen groote ontstel tenis te toonen, en verontschuldigde zich alleen, dat hij eene tijding had gekregen, die hem onverbiddelijk naar huis riep. Op Ewalds vraag, wat het was, gaf hg een ontwijkend antwoord zelfs deed bij eene poging volkomen gerust te schijnen, door te zeggen, dat hij hoopte, dat de vrienden het feest onder elkander zouden voortzetten. Teen echter bjjna onmiddelijk een tweede telegram werd bezorgd, waardoor de volle waarheid hem duidelijk werd, kon de oude man zijne onsteltenis niet meer verbergen. Het telegram ontviel aan zijne bevende hand, Ewald raapte het op en begreephoezeer zulk een ramp zijn vader, die zijn geheelen leven door een eerlijk en nauw gezet koopman geneest was, moest schokken. Natuurlijk wilde hij ouder deze omstandigheden zijn vader niet alleen laten vertrekken, en hij achtte het dan ook het best, na den ouden heer een glas water te hebben doen drinken en een deelnemend woord te hebben toegespro ken, in weinige woorden de gasten bekend te maken met den inhoud van het telegram. Het spreektvan zelf dat de feestelijks stemming door dit ongeval was ver broken, en allen oprecht deelnamen in de treurige er varing, door den vader van hun vriend opgedaan. Er weiden door Ewald terstond maatregelen genomen om De verloving der Koningindie in den avond van den ].6 hekend werd, is met vreugde ontvangen, en aller- woge werd uiting gegeven aan de hartelijke gevoelens van belangstelling en blijdschap in het gelnk van koningin Wilhtilmina. Hertog Heinrich Wladimir Albrecht Ernst, geboren te Schwe rin op 19 April 1876, is de jongste zoon uit het derde huwelijk van wijlen den Groothertog Friedrich Franz II; zijne moeder is de Groothertogin-Weduwe Maria, geboren Prinses van Schwarzburg-Rudolstadt. Door z. (jne grootmoeder, de moeder zijns vaders, Prinses Alexam Irine van Pruisen, is de Hertog aan het Pruisische Koningshuis verwant, en door eene andere Prinses Alexan drine vi in Pruisen, met wie de broeder zijns vaders gehuwd was, is hij vermaagschapt aan ons Vorstenhuis, want deze Pri nses Alexandrine was eene dochter van onze Prin ses Mar ianne (gehuwd geweest met Prins Albrecht van Pruisen). Het M scklenbnrgsche Hnis behoort tot de oudste Vorsten huizen Vt in Dnitschland. Pribislaw, de stamvader van het nog regee Tend Hertogelijk Hnis, regeerde reeds in de 12de eenw ove r de Mecklenbnrgsche landen. In 1348 verhief Keizer Kt trel IV den toen regeerenden Vorst dezer landen tot Herto g en kort daarop werden de Hertogen vaD Meeklenbn rg als volgerechtigde Rijksvorsten erkend. Prins H- sndrik is nog in den aanvang zijner militaire loopbaan hij is luitenant van de jagers der Pruisische garde (te Potsdam in garnizoen) en wordt a la suite gevoerd vai het regiment fuseliers van Mecklenburg. Zijne Hoc tgheid is den 16 ongeveer halfzeven, met een gevolg van twee personen te Apeldoorn aangekomen. Hij werd a ldaar ontvangen door den adjudant-generaal van H. M. graaf Dnmoncean, en door jhr. Van Tets, kamerheer van H. M. de Koningin-Moeder. De Vorst werd in een met vier paarden bespannen rijtuig naar het Paleis ge leid. De voorzitt er van den ministerraad, minister Pierson, was den 16 ti igeu de aankomst van H. M. de Koningin naar Het Loo ontboden en ontving aldaar mededeeling van Hr. Ma. verloving, mot opdracht door middel van de Staatseourai lt den volke mededeeling te doen van eene koninklijke proclamatie, zoodra daartoe het oogenblik ge komen zon zijn. De minister stelde zijne ambtgenooten in eene bnitengewo ne vergadering van den ministerraad met het gewichtige n ienws in kennis. Aan de bnitenlandsohe Vorstenhuizen is van de ge beurtenis kennis gegeven door tnssehenkomst van onzen minister van Bnit enlandsohe Zaken. Onze fraaie Kont r met zijn vele hooge wijdgetakte en zwaar belommerde Doornen zijn groote verscheidenheid van krenpelhontheeeter- en struikgewas zijn graspar- tijen, stille rustige watertjes en vijvers, de hier en daar verspreid liggende moestuinen met hunne frnitboomen schgnt als 't ware aang-elegd te zijn om door een machtig te vertrekken, hij wilde nijn vader in geen geval alleen laten reizen. Wat de gasten betreft, zij bleven nog eenige oogen- blikken bijoen doch niet langer dan vereischt werd voor de onderlinge beleefdheid. De heer Doorn had hnn gezegd, dat hij in geen geval wilde, dat zij heengaan zonden, eer de gerechten waren gebruiktzij behoefden er geen bezwaar in te zien, daar deze ramp, schoon hoogst onaangenaam, hem nog niet tot een onvermogend man zon maken. Tocb, al mocht dat waar zijn, was het een zware slag voor den man, die zijn geheele leven had gewerkt om rijk te worden en zich in de handelswereld een grooten naam te verwerven zich zóó bedrogen te zien door iemand, in wien hij het onbaperktst vertrouwen had ge steld, en nn reeds sinds eenigen tijd zijn opvolger had meenen te zien. Tot hiertoe was hem alles meêgeloopeniedere specu latie was hem gelukten hij had altijd geroemd in zijne eigen wijsheid en overlegen nu nn moest hij tot de wetenschap komen dat hij ten tweeden male had mis getast dat al zijne scherpzinnigheid hem niet voor mis rekening had kunnen vrijwaren. Zijn werkkracht was er door gebroken zijn vertrouwen op menschen geschokt; zelfs het bericht, dat de ontrouwe boekhouder, op het punt van aan wal te stappen was aangehouden nog in het bezit van een deel van het ontvreemdekon den indruk van hetgeen hij ondervonden had, niet uit- wisschen. Het was de eerste wezenlijke stormdien hij in zijn leven had moeten doorworstelen doch die storm had hem geknakt en zijn weerstand gebroken. Het kostte Ewald onder deze omstandigheden weinig moeite zjjn vader te bewegen zich van zijne zaken te ontdoen en rust te nemen maar de ervaring door den heer Doorn opgedaanhad nog eene andere uitwer king. Nn geene handelsbelangen meer in het spel waren, verzette hij zich ook niet langer tegen den wensen van Clara maar gaf zijne toestemming tot hare verloving met luitenant Bark die waarlijk een goed mensch bleek te zijn. Trouwens h\j kon dit doen zonder zjjn woord heir van zangvogels bevolkt te worden. Inderdaad vindt men er dan ook een vrij aanzienlijk getal en zijn ver scheidene soorten der beste zangers en nuttigste insecten verdelgers er vertegenwoordigd maar toch niet in die mate als de plaatselijke gesteldheid wel zou doen ver wachten. Waaraan deze betrekkelijke schaarschheid moet of kan worden toegeschreven, zullen wij nader bespreken, nadat wij eerst eens vluchtig hebben aangegeven welke soorten wij er op onze veelvuldige wandelingen hebben aangetroffen. Van de spechten hebben wij alleen eenmaal de kleine groene specht (picas canns) meenen te zien. Het boom kruipertje (certhia familiaris) komt er veelvuldig voor maar toch minder dan het winterkoninkje (tragladytis Enropens), dat winter en zomer overal zijn aanwezigheid door zijn schel, vèrklinkend gezang verraadt. De meezen zijn er zooals overal waar veel boomen zich bevinden in menigte te vindenvooral de pimpelmees (parns caernleus) en de koolmees of plakker (P. Major) komen veel voor, de eerste meer nog dan de laatste; de staart- mees (acrednla candata) hebben wij er niet gezien, maar daar deze vogel bij Haarlem niet zeldzaam is zal bij ook hier wel vertegenwoordigd zijn. Van de klaanwieren heb ik er nog geen ontdektdat zij geheel ontbreken zullen geloof ik niet. De spreeuw (sturnns vulgaris) komt op de omliggende weidelanden in de tuinen en op de daken der huizen overal zeer talrijk voor en ontbreekt in den Hout evenmin waar zij in de holle boomen broeden. Van de lijsters komen voor zoover ik heb kunnen waarnemen, alleen de zang- of grauwe lijster (tardus mnsiens) en de zwarte lijster of merel (turdus merula) voor maar beiden in aanzienlijke hoeveelheid. Met de nachtegalenhet winterkoninkjeeenige gras- mnschsoorten en de vinkenmaken zij het eigenlijke gevederde koor van den Hont nit. Van alle vogels is de merel het vroegst wakker en gaat hg het laatst slapen. Zoodra de dag maar even begint te schemeren hoort men reeds nit den top van een hoogen boom zijn welbekend gefluit en wanneer de zon reeds ter kimme is gegaan hoort men hem nog. Alleen op het warme middaguur schijnt hij een welverdiende siesta te honden. Hij is zeker wel de meest bekende verschijning in den Hout en wanneer men des morgeDS vroeg door de rustige slingerpaadjes wandelt, vooral langs de graspartijen, kan men er een menigte zien rondhuppelen en naar wormen, slakjes en andere lagere diersoorten zoeken die zijn voedsel uitmaken en nn in den herfst strijken zij in menigte neer op de lijsterbessen die, in een groep ge plaatst zoo'n schilderachtig punt van de zoogenaamde dat hjj zijne dochter nooit aan een luitenant gaf, te breken. Wantdoordat deze jonge man zoo grooten ijver en helder inzicht aan den dag had gelegd in het opsporen van den dief, was de aandacht op hem gevestigd, en nog eer de verloving publiek werdkon hij het zijn schoon vader in spe meedeelen dat hij zijn eervol ontslag nit den dienst had gevraagdwegens zijne benoeming tot burgemeester van het dorp en dat hij hoopte dat als hij daar eenmaal met Clara gevestigd was, papa bjj haar in kwam wonen, om zijne laatste levensdagen in rust te slijten een voorstel dat door den heer Doorn met vreugde werd aanvaard; en over de aanneming waarvan hij later ook nooit spijt behoefde te gevoelen te meer daar Clara door den invloed van haar gullen en degelijken echtgenoothare overdieven karigheid aflegde en er steeds, op bedacht was, het haren hnisgenooten gezellig en aangenaam te maken. Haar oudste kind is een jongen, en grootpa heeft in den kleinen man al meenen te ont dekken dat er handelsgeest in hem schuilt. Ewald heeft met het oog op het geldelijk verlies, dat de onde heer geleden had van zijn lang gekoesterden wensch omvoor hij zich vestigdenog eene reis door Frankrijk en Italië te doen, afgezien. Al spoedig na zijne promotie heelt hij zich in eene provinciestad gevestigd, waar hij zich in eene drukke praktijk mag verhengen en algemeen zoowel om zijn knnde, als om zijne huma niteit geacht en bemind is. Zijne vrienden gelooven ook, dat hij wel kans heeft nog eens professor te worden. En Baafke? vraagt misschien deze of gene belang stellende Ja, geachte lezer of lieve lezeres, ik zon u nn wel een heel romantisch verhaal op kannen disschen, waarin Baafke een rol speelde, maar och, het leven is nn een maal geen roman en ik schets liefst iets nit de natuur, zooals het in werkelijkheid gebeurt. Welnu dan, Baafke is opgegroeid tot een lief, rein, eenvoudig dorpsmeisje, zooals men ze aan bet strand dagelijks kan ontmoeten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1