Zomer- en Winteiwsten in onzen Hout. KLATERGOUD, 2Xonderd en tweede jaargang 1900 V R IJ D A G 26 OCTOBER. FEUILLETON. Buitenland. IVO. 127. Eerste Mad. COURANT. 0ez3 Courant wordt M 1 n[s d a g-, Honderd n g- sn Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het geheele rijk f 1, 3 Nnmmers f 0,06. Afzonderljke nummers 3 ets. Telefoonnummer: 3. Prjls der gewone' advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieyen franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. O II. De nachtegaal komt gewoonlijk omstreeks den 24 April bij ons in 't land en wel het eerst de mannetjes, terwijl de wijfjes eerst veertien dagen later aankomen. Dit jaar hoorde ik hem voor 't eerst op 23 April, maar zijn slag was zoo zwak, dat ik in den beginne twijfelde aan zijn nabijheid, maar weldra herhaalde zich het geluid, zoodat geen twijfel mogelijk waste oordeelen naar het zwakke gezang, was hij pas in den nacht aangekomen, want den volgenden dag was de stem reeds veel krachtiger en lieten er zich ook meerdere hooren. Wanneer wij bij de opgenoemde vogels nog den grijzen Kwikstaart Motacilla alhaen het Rood- staartje (Ruticilla phoenicurusvoegen, dan hebben wij vrijwel alle insectenetende vogels, die in den Hout aan getroffen wordenopgenoemd. Yan de zaadetenden komt alleen de vink (bloedvink) Fringilla coebhs) in aanmerkingdie evenwel in den broedtijd ook een ijverige insectenverslinder is. De Meezen komen eerst in den herfst, en blijven den geheelen winter over dan komt er ook de Kuif leeuwerik Alaudac ristcita) en het Goudhaantje Regulus cristatusonze streken opzoeken, nadat veel vogels ons reeds verlaten hebben, om in warmer land, vooral op de noordkust van Afrika en in Egypte den winter door te brengen. Sommigen trekken zelfs tot in het Binnenland van Zuid Afrika, waar Dr. Holub verscheidene soorten van onze zomervogels heeft aangetroffen. Zoo zag hij tusschen Klerksdorp en Potschefstroom groote zwermen van onze gewone Huiszwaluw (Hirundo rustica) en op zijn terugreis van de Zambesi in November 1876 my riaden van diezelfde vogels. Een paar vogelsoorten, die in den Hout in meerder of minder aantal voorkomen, mogen hier niet voorbij worden gezien, en deze zijn de Ekster (Pica candata) en de Ylaamsche Gaai of Meerkal (Corvus glandularius) de eerste komt zeer veelvuldig voor en nestelt in alle hooge boomen. De andere is minder talrijk. In mijn vorig artikel heb ik gezegd, dat het aantal vogels in onzen Hout betrekkelijk toch gering is, vooral in aanmerking genomen de gunstige gelegenheden, die hij allen vogelsoorten aanbiedt om te broeden en zich te vermenigvuldigen. Het is een bekende zaak, dat de vogels jaarlijks te- rugkeeren naar hun vroegere woonplaatsen en de jonge vogels naar de plaatsen waar zij zijn uitgebroed. DOOR JE. WEBafGU, Schrijver van Glück Auf!, Vineta Aan het altaar, St, Michaël, De Alpen-fee, Fata Morgana, enz. Vei tal ing van HERMIN A. 1) Hier woon je dus nu en heb je dus wezenlijk tien jaar lang gezeten hier in dit kleine, armzalige nest Zóo erg had ik 'f mij toch niet voorgesteld .Armzalige, kleine nestLaat onze Heilsbergers dat niet hooren, die trotsch zijn op hun stad en haar histo risch verleden Zij doen je in den ban, als hun dit ter ooren komt f' De twee heerendie dit gesprek voerden, zaten in een kleinen stadstuin nauw ingesloten door de hooge, spits toeloopende huizen van het ouderwetsche stadje, de een groot en slank, donker van haar en baard en met ernstige donkere oogen, de ander wat kleiner, maar met een deftig, krachtig voorkomen, dik blond haar en door ae zon gebruind aangezicht. Hij haalde lachend de schouders op. .Ja, 't zijn allemaal poenen, die brave Heilsbergers, en de WelEdele en Hooggeachte heer, de notaris Raimar zoo luidt immers je volle titel is er helaas ook een geworden." Raimar glimlachte vluchtig. Hij had iets vermoeids in ziju wezenstrekken en geheele houding en ook zijn stem klonk dof en afgemat, toen hj antwoordde »Spot maar, Arnold, ge hebt groot gelijk. Een no taris te Heilsberg doet de wereld zeker niet op haar grondvesten wankelen, maar hoe vindt ge de lie<rinsz van onze stad?" g Neemt men deze bijzonderheid in aanmerking, dan is het duidelijk, dat onze Hout veel, zeer veel vogels meer moest bevatten, dan er in werkelijkheid zijn. Waaraan moet die betrekkelijke schaarschheid dan worden toe geschreven Ik neem aan, dat zeer veel vogels op hun trek van en naar de warmer gewesten het leven laten. Merels en alle lijstersoorten worden bij duizenden en duizenden in lijsterstrikken gevangenop de vinken- banen worden niet alleen vinken, maar ook leeuwe rikken gorzen en allerlei kleine vogels gevangen zooals een kijkje voor de winkel vensters der poelier s maar al te duidelijk leerttelegraaf- en telefoonpalen kosten het leven aan een aantal vogels en ook de licht - en vuurtorens zijn voor de zich op trek bevindende vogels zeer gevaarlijk, daar deze, door het schelle licht aangetrokken of verblind, met kracht tegen de glazen der reflectors aanvliegen en zich doodeljk verwonden of in de zee terecht komen. Voegt men hier nog bij den vogelmoord in massa op de Italiaansche kusten door zoogenaamde jagers, dan hebben wij reeds een aantal zeer belangrijke factoren aangegeven voor de vermin dering van de vogels en vooral van de allernuttigste vogels, de insecteneters. Niettegenstaande die verdelging op groote schaal zou het aantal Zangvogels toeh nog zeer aanzienlijk zijn, wanneer men de groote vruchtbaarheid van velen in aanmerking neemt. Wanneer men b.v. aanneemt, dat een nachtegalenpaar 5 a 6 jongen in 't jaar groot kan brengen, dat het nest van een mees, van een ker- senpikkertje en andere kleine vogels soms 10 en meer eitjes bevatten, dan moet men toegeven, dat van een groote vermeerdering toch weinig te bespeuren is. Dat al die jonge vogels op den trek zouden omkomen, is niet aan te nemen laten wij het getal verongelukten eens [hoog aanslaan en op 75 °/0 brengen, dan zoude elk jaar toch nog eene vermeerdering te bespeuren zijn en dat zulks niet het geval is, weet een ieder, die niet geheel en al een vreemdeling is in het leven onzer vogels. Om nu niet verder te gaan dan onzen Hout, meen ik te mogen aannemen, dat een zeer groot aantal van de daar uitgebroede vogels nooit zoover komt om de reis naar warmer gewesten te kunnen ondernemen, d. w. z. dat zij reeds in den Hout, in de broedplaatsen gedood worden en deze meening grond ik hierop, dat ik maar zeer weinig jonge vogels heb opgemerkt of gehoord. Aan nestjesuithalen kan zulks niet, of slechts in geringe mate worden toegeschreven ik kom veel, zeer veel in den Hout, in den zomer 's morgens soms om 5 uur en verder meermalen op den dag, maar ofschoon ik wel eens jongens door het kreupelhout zie sluipen, heb ik er nog nooit een gesnapt met eieren of jonge vogels. Dat er in t geheel geen vogels worden weggevangen of geroofd, zal ik nu niet beweren mij is zelfs gezegd dat er nog wel eens een nachtegaal wordt gevangen, die dan zijn weg vindt naar de Amsterdamsche vogel- koopers, die er altjd liefhebbers voor vinden. Gevaar lijker dan de vogelvangers en de nestjeszoekende jongens z jn evenwel andere roovers, die ik hier boven dien genoemd heb, nl. de [eksters en de Vlaamsche Gaaien of Meerkallenvooral deze laatste is een zeer gevaarlijke vijand voor de kleinere vogels en meermalen kwam de stille wensch bij mij op, wanneer ik zoo'n fraai geteekenden roover spiedend op [een tak zag zitten of door het houtgewas sluipenHad ik mjn Flobert maar bj me, dan zou je niet veel nesten meer rooven (Wordt vervolgd). A. NUIJENS. .Heel mooi, heel idyllisch," stemde Arnold toe. .Maar als ik jaar op jaar altjd weer die idylle moest aanzien met die stille zonnige straten ea die örave Heilsbergers om rnj heen wel, ik geloof dat ik gek werd. .Dat heb ik in het begin ook geloofd," zeide Raimar zacht. .Maar meu wout eindelijk aan alles." Dat's juist je ongeluk, dat ge daaraan gewond zjc," barstte de ander uit. .Ernst, wat is er van je terecht gekomen? Als ik bedenk, wie en wat ge waart in den tijd toen wij elkaar leerden kennen, hoe gij toen met volle zeilen het leven instevendet en na hier geland .Schipbreuk geleden, meent ge," viel Ernst in. »Ja, niet ieder maakt zoo'n carrière als majoor Hartmut, dié mij nu zoo nadrnkkeljk de les lee3t." .Zoo iemand, dan hadt gj daartoe al de gegevens barstte de majoor uit. »Ik was er bj, men gj het eerst voor de balie optraadt, piepjong nog, dat's waar, maar als voor redenaar geschapenEn welk een succes hadt ge met dat eerste openbare pleidooi »'t Was ook mijn laatste," merkte Raimar bedrukt aan. .Kort daarop brak de bom los. Ge weet wel, wat mj uit mijn loopbaan heeft gerukt." »Ja het bankroet van je vader." Hartmnt's gelaat werd eensklaps ernstig. »Dat was zeker een treurig geval, maar ge hadt toch niet zoo gauw het hazenpad moeten kiezen. Ge hadt moeten aan bijven en alles trotseeren, 't Zon je niet gemukkeljk zijn gevallen, dat's waar, maar je heele toekomst was er mee gemoeid." »Die toekomst was vernietigdMijn onverwachte lotsserwisseling zon ik getrotseerd hebben maar do schande .Och wat, schandeG j hadt toch geen schnld aan dat geval, zooals iedereen wist. Gij waart niet eens koopman, maar advocaat, en had niets met de bankiers zaak van je vader te maken." .Maar ik droeg zjn naam en die was voortaan ge schandvlekt. Denkt ge dat ik de brutaliteit had gehad weer voor de balie op te treden en het recht en de eer van andoren te verdedigen als ieder mij in bet aange- CMI5IA. Al wordt van Duitsche zjde ook de be wering tegengesproken dat de overeenkomst met Enge land niet tegen Rusland gericht is, het bljkt toch dnideljk dat dit wel het geval is. Het Berl. Tageblatt wjst er op, dat de politieke en militaire invloed van Rusland op China zeer groot is, en van een beteekenis die veel te denken geeft. Hiertegenover, zegt het Tageblatt, pogen nn Engeland en Dnitschland, met de mogendheden die htin houding goedkeuren, een vredelievende staatkunde van ontrui ming te plaatsen, waardoor de aanspraken van alle mogend heden bj de oplossing der Chineesche qnaestie tot hun recht knnnen komen, zonder vrees voor machtsmisbruik van één zjde. Dat de overeenkomst waaruit zulk een geest van wan trouwen spreekt, door de Russische pers dan ook niet goed ontvangen wordt, spreekt vanzelf, en te voorzien is het dat Rusland zich niet bj het verdrag zal aan sluiten. Geheel ongegrond is het weinig vertrouwen in Rns- land's plannen niet, naar bljkt nit het volgend merk waardig geval, dat zich voordoet met den spoorweg van Tientsin naar Sjan-Hai-Kwan. Rusland heeft om strate gische overwegingen het bestaar over dezen spoorweg op zich genomen met de belofte dien terug te zullen geven aan Engeland, dat dit deel van de ljn in eigendom heeft. Maar Rnsland heeft zjn vlag geheschen op alle stations, heeft alle wagens in Russische kleareu geschilderd en voorzien van den keizerljken adelaar en weigert nn den spoorweg terng te geven. De Keizer heeft nn weder aangeklopt bj den Koning van Italië om hem behulpzaam te zjn tot het tot stand doen komen van den vrede. Zelf naar Peking gaan en on- zicht kon verwijten dat mjn eigen eer bevlekt, dat mjn vader een dief was Dat was voorbj voor altjd voorbj »Ja, t was een ongeluk dat de hem toevertrouwde sommen verdwenen waren stemde de majoor halfluid toe. »Een bankroet is nog geen schandemaar zoo'n schending van vertrouwen. Gj hebt zeker nooit willen gelooven dat je vader scbnldig was." .Neen," klonk het antwoord op doffen, maar vasten toon. »Hj had groette verliezen gehad", hernam Hartmut, »en dan verliest menigeen zjn beziuning. Stellig had hj zich voorgenomen alles terng te geven zoodra hj kon maar toen de bom op eens sprong .Neen zeg ik je immers!" viel Ernst in. »Hj liet m j oen paar regels achter, eer hj nit het leven scheidde en men gaat niet voor goed heen met een lengen op de lippen. Iemand die schnldig is, laat niet de wanhopige opdracht aan zijn zoon achter .Red mjn nagedachtenis en mjn eer, als 't je mogelijk is Maar ik heb 't niet gekand Men kou t aan zjn stem hooren hoe pynljk die her innering hem nog altjd aandeed. Na hief hj het hoofd met een diepen zucht op. »We zullen dit onderwerp laten rusten Maar, ziet ge, Arnold dat is 't wat mjn geestkracht verlamd heeft. Ik kon in dien tjd niemand in de oogen zien ik kan 't nog nietmaar ik moest weg nit Berljn weg, ten koste van eiken pr js .Maar waarom dan juist naar Heilsberg riep de majoor driftig. »Als ik iu je plaats was geweest, zon ik liever de wjtle wereld zjn ingegaan, naar de woestjnen van Afrika of naar de ongebaande wonden van Australië of naar een andere onbewoonde streek alles liever dan zoo'n kantoorleven te Heilsberg 1" .En mjn moeder? vroeg Raimar ernstig, »en Max, die toen nog een kind was Kon ik alleen aan mjzeif denken en een nienw leven beginnen en hen aan gebrek prjsgeven want dat zon hun lot zjn geweestals ik niet voor hen zorgde. Geen kens bleef mj over en ik moest bij toe zjn, dat ik mat ons wrak hier mocht landen.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1