Zomer- eoffiotergasteo in onzen Hout. KLATERGOUD, No. 139. Honderd en tweede jaargang. 1900. VRIJDAG 23 NOVEMBER. FEUILLETON. Buitenland. in. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Honderd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar t 0,8O franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers ff 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer t Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaab brengen ter algemeene kennis, dat in de gemeentebladen van Alkmaar, Ns. 127 en 128, zijn opgenomen de be sluiten van den Raad dezer gemeente d.d. 2 Mei en 7 November 1900 tot vaststelling van 1°. Verordeningen op het heffen en Invorde ren van haven- en kaalgelden In de ge meente Alkmaar 2°. Kiene wijziging der verordening, regelende de Inrichting der gemeente-polltle. Welke verordeningen heden afgekondigd gedurende drie maanden voor een ieder ter lezing zijn nedergelegd ter gemeente-secretarie op alle werkdagen van 92 ure en tegen betaling van 20 en 5 cents in afdruk zijn ver krijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter. 21 Nov. 1900. C. D. DONATH, Secretaris. De gebroeders Miiller, die grondige kenners der vogel wereld waren, zeggen in hun werk »Thiere der Heimath" over den Vlaamschen Gaai het volgende«Wij twijfelen er aan, of er wel een grooter vijand van de kleine vogels bestaat, vooral van de zangers van bosschen en tuinen, dan de Vlaamsche Gaai, die gedurende den zomer da gelijks boomen en strniken doorzoekt om de nesten te plunderen, waaruit hij nu eens do eieren, dan weder de jongen rooft. In strokon, waar deze roover talrijk ver tegenwoordigd is, kunnen de vogels, die bun broedsel gelukkig groot brengen, onder de bijzonder begunstigden gerekend worden. Wij hebben in heggen en bosschen do zijnen nesten gevonden, die door de Vlaamsche gaaien van hnn inhoud beroofd waren. De onde vogels beginnen laid te kijven, wanneer de Gaai hnn broedplaatsen met vijandige bedoelingen nadert. Hij tracht den broedenden vogel van het nest te verjagen, maar deze blaast en schreeuwt hem tegen, roept zijn echtvriend of vriendin te hnlp, die eveneens met den geopenden snavel en met vleugelslagen den vijand aanvalt. Op het geraas komen nog andere kleine vogels aanvliegen en tegen deze over macht moet de roover dan dikwijls afdeinzen maar hij gunt den naakten jongen in het nest slechts een kort uitstel. Hij blijft op den loer, totdat de afgematte ver dedigers der jongen afwezig zijn, haalt dan fluks de vo geltjes uit het nest en verslindt ze zijn zij reeds eenigszins bevederd, dan pinkt hij ze, scheurt ze vaneen en ver slindt ze dan stuksgewijze. Soms vangt hij zich een ouden vogel, die in den verdedigingsstrijd hem te nakomt, doodt DOOR E. WEKKER. Vertaling van HERMIN A. 12) Op het terras van het heerenhuis van Gernsbach stond de bankier Marlow met zijne dochter. Hij was eerst een paar nnr geleden van Steinfeld gekomen en had aanstonds een enkelen nacht logies voor den heer Felix Ronald verzocht, die zich dien dag nog bij hem voegen en eerst den volgenden avond weer vertrekken wilde. Mevrouw van Maiendorf bewilligde hierin gaarne. Hoewel zij per soonlijk niet in de financieele kringen verkeerde, was zij toch niet ongevoelig voor de onderscheiding, den veel genoemdeD, veel benijden man, wiens naam op ieders lippen was, als gast in hare woning te ontvangen, te meer nn daartoe zulk e n aanleiding bestond! Ja, ze wist wel wat er achter stak Haastig gaf zij nog eenige bevelen en trof hier en daar nog de noodige beschikkin gen als men iemand als Ronald verwachtte, moest er natuurlijk wat meer omslag gemaakt worden dan voor andere, gewone memchen kinder on. Marlow was een goede vijftiger met reeds vergrijsd haar, koel en eenigszins vormelijk, van top tot teen de voorname bankier, die zonder met zijn rijkdom te pralen, zicb toch een persoon van gewicht gevoelde. Eerst nu, na het middageten, had hij gelegenheid gevonden met zijne dochter alleen te zijn en was thans druk met haar in gesprek. «Ronald had natuurlijk met mij willen mee komen," zeide hij, »maar juist op het laatste oogenblik kreeg hij een paar brieven, die terstond antwoord ver- eischten en hem weerhouden hebben. Maar hij komt stellig nog vandaag en 't is zeker geen geheim meer voor je, Edith, wat hij je te zeggen heeft." »Neen, papa," antwoordde Edith bedaard. »Ik heb dien met snavelslagen om hem daarna eveneons te ver slinden. Volgens Naumann is bet broedende wijfje van de zanglijster zelfs niet veilig voor zijn rooflust. Daar hij een zeer groote bekwaamheid bezit in het doorkruipen van heesters en struiken, en altijd roofgierig de verbor- genste plaatsjes weet nit te vorschen, wordt hij buiten gewoon schadelijk en gevaarlijk. Het getjilp der jonge vogels die gevoederd worden, lokt hem aan, en zoodra de ouders om nienw voedsel zijn weggevlogen, vallen de jongen zijn ouverzadelijke roofzucht ten offer. Hij gaat bij dat alles met de grootste sluwheid te werk de fraaie kuif oprichtende, huppelt hij van tak tot tak, nadert als 't ware spelende zijn slachtoffers, die in hem geen vijand erkennen, en deze argeloosheid met den dood betalen. Eerst wanneer zij door het verlies van een eerste broedsel wijzer zijn geworden, leeren zij den vijand kennen, die evenwel zijn taktiek in 't oneindige weet te veranderen zoodat maar zeer weinig vogels aan zijn klauwen ont snappen." Weinig minder gevaarlijk dan de Vlaamsche Gaai is de Ekster voor de kleine vogels en hnn broed, en waar eenige ekaterpaien en een paar of twee Vlaamsche Gaaien hnnne kwartieren hebben opgeslagen, kan men er zeker van zijn, dat slechts bij uitzondering een broedsel nach tegalen, grasmusschen enz. groot wordt gebracht. De in boomholten broedende vogels zijn heel wat minder aan gevaar blootgesteld, wat het verlies hunner eieren betreft maar pas hebben de jongen, die j nog nanweljjks vliegen kunnen, en slechts v*n tak tot tak huppelen, het nest verlaten, of zij staan bloot aan de aanvallen en lagen van Vlaamschen Gaai en Ekster. Ik heb dezen zomer meermalen het angstig getjilp en toornig gekijf van kleine vogels gehoord en den strijd, dien zij voerden, en ofschoon het mjj niet mogelijk was met den blik door het struikgewas en het loof te dringen, wist ik genoeg, wat daar gaande was, al zou ook het bakeude Jddk van den Vlaamschen Gaai mij niet de aanwezigheid van den roover verraden hebben. Daar werd in de vogelwereld een bloedig drama afgespeeld en later, na eenig wachtens, kon men de aan hnn kroost beroofde vogeltjes angstig de vlncht zien nemen. Wie getuige van zulk een klein drama wil zijn, wandele in de vroegte door de smalle slingerpaadjesen wanneer zijn oor vertrouwd is met de geluiden in de vogelwereld en ze weet te verklaren zal hij het spoedig ervaren, wanneer de roover aan het werk is. Een politie-verordening en strafbedreiging tegen het uithalen van vogelnesten en het surveilleeren van fiet sende en niet-fietsende agenten zijn zeker niet af te keuren, dat aanzoek al lan? verwacht. Heeft hij al met u ge sproken «Gisteren pas, en ik heb mijn toestemming gegeven, onder voorwaarde dat gij daarmee instemt, wat ik niet betwijfel, daar ge weet wat Ronald kan aanbieden." »Ja, dat weet ik, en eer ik van huis ging, was ik 't daaromtrent al met mijzelve eens geworden. Ik zal zijn hand aannemen." De toon, waarop deze woorden geuit werden, verried duidelijk, dat de jonge dame gewoon was zelve hare besluiten te nemen en dat haar vader noch den wil noch de macht had, haar daarin de wet voor te schrijven. In dit opzicht voorkwam zij nu echter zijn wenschen en zijn gelaat drukte dan ook groote tevredenheid uit, toen hij antwoordde «Daaraan heb ik nooit getwijfeld. Gjj zjjt altijd mijn bedachtzaam, verstandig kind geweest, en een schitterender partij zou zich niet licht kunnen voordoen. Maar gij komt ook niet met leege handen bij je aanstaandeu man, en als dj onderneming, die ik met Ronald op touw hoop te zetten, tot stand komt, zal mijn vermogen in de toekomst het uwe ongeveer verdubbeld worden." «Bedoelt gij de omzetting van de SteinfeJder mjjnen in acties vroeg de jonge dame met zeer veel kennis van zaken. «JuistWij hebben het plan daarvoor al in hoofdzaak vastgesteld en denken tegen het najaar met alles gereed te zijn. Dan zal ook je verloving publiek worden." «Pas in het najaar? Waarom?" vroeg Edith, min of meer verwonderd. Marlow glimlachte. «Dat moet Ronald zelf je maar eens zeggen. Ik wil hem bet gras niet voor de voeten wegmaaien, maar geloof dat ge evenals ik zijn verlangen zub. billijken, wanneer ge zijn redenen hoort. Natuurlijk iaten wij de beslissing aan jon over en vieren de verloving in elk geval van avond in den huiselijken kring." Dit zeggende, kuste de bankier zijn «bedachtzaam, verstandig" kind en hiermee was de zaak afgedaan. Van aandoenlijke tooneelen hielden zij niet, ook niet bij znlk een gelegenheid. Wie den omgang tusschen vader en maar de Vlaamsche Gaaien en Eksters laten zich noch door het een, noch door het ander afschrikken en daarom zal de vogelvernietiging niet ophouden, tenzij men werke op de uitroeiing van deze nestenroovers. Een goed gericht geweerschot met ganzenhagel in de eksternesten, wanneer men weet of vermoedt, dat zich daarin eieren of jongen bevinden, zal veel bijdragen om deze roovers te verdrijven, althans hunne vermeerdering tegen te gaan, terwjjl een guerre a, outrance tegen de Vlaamsche Gaaien gebiedend noodzakelijk is. 't Is een sluwe vogel, die niet gemakkelijk te naderen is, maar op het tijdstip, als het loof der boomen nog niet al te diebt is, kan men hem toch wel onder schot krijgen en een kogel nit een Flobertbuks zal hem voor goed het nestenplunderen afleeren. Wanneer de roovers verdreven zullen zijn, zal men reeds veel gewonnen hebben, maar om den Hout met veel nuttige vogels te bevolken, dient nog meer gedaan te worden, en daarover zullen wij in een volgend artikel handelen. CHIMA. De «Times" ontving den 20 een telegram nit Peking van den volgenden inhoud „Li-HoengTsjang deelde aan de gezanten een keizerlijk edict mede, waarin belachelijk zachte straffen worden op gelegd aan de prinsen en ambtenaren hij verklaart dat dit de uiterste straf is die het Hof kan opleggen. Hjj en prins Tsjing worden door den Keizer met zware straffen bedreigd, indien zij er niet in slagen de gezanten over te halen, om deze voorwaarden aan te nemen. De uitwerking van het edict is juist het tegenover gestelde vau wat China heeft verwachthet heeft de ge zanten versterkt in hun besluit, de doodstraf te eischen voor de aaDleggers en hoofdschuldigen van den opstand." Het schijnt dat de Chineesche diplomaten nog een bondgenoot znllen krijgen, waarop de gezanten der mogend heden niet gerekend hadden en tegen wien zij slecht opgewassen znllen zijn. Te Peking moet namelijk groot gevaar bestaan voor de verspreiding van besmettelijke ziekten. Sedert de be zetting van de stad zijn vele Chineezen aan de pokken en andere besmettelijke ziekten overleden. Hnn lijken zijn niet begraven, maar staan in kisten in de huizen of tuinen. Bovendien heeft de straatreiniging geheel en al stil gestaan, zoodat er zolfs in de Europeesche wijken groote hoeveelheden vnil zijn opgestapeld. Men vreest dus niet ten onrechte voor het uitbreken van epidemieën. DUITSCHAAAD. Menig hartig woordje is in den Rijksdag gezegdzoowel over de beruchte Bremer-toe- spraak des Keizers, waarin hjj den naar China vertrek- kenden soldaten aanbeval «geen pardon te geven", als over het niet bijeenroepen van den Rjjksdag tijdens de dochter zag, begreep 't best dat Edith Marlow zoo koel en beredeneerd was geworden als zij zich zoo even liet kennen. Natuurlijk had de man zijn eenig kind lief en was hjj zelfs trotsch op haar, maar warmte en hartelijkheid lagen nu eenmaal niet in zijn aard. Edith was voor de groote wereld opgevoed en volmaakt gesehikt om daarin de schitterende rol te spelen, die haar thans werd aangeboden. Dit was voldoende. Noch hem noch haar stelde het hart verdere eischen. Het geratel van een rijtuig deed beiden opzien. Zon dat Ronald al zijn Neen, er zaten verscheidene heeren in den open landauer, die daar ginds langs het ijzeren hek van het park reed en nn op het voorplein stilhield. De bankier fronste het voorhoofd. «Bezoek En dat juist vandaag Hoe lastig En hier kan men niet «niet thnis" geven We willen hopen dat ze niet lang blijven en Ronald komt denkelijk toch niet vóór van avond. Luister nog even, Edith we moeten Wilma natuurlijk vertellen wat er aan de hand is, maar znllen haar verzoeken daarover tegen vreemden nog niet te spreken, en nn ga ik eerst een poos naar mijn kamer, ik heb volstrekt geen haast om die heeren waar schijnlijk toch maar He'lsbergers te leeren kennen." Hij verwijderde zich. Edith vond 't ook zeer lastig en vervelend, nu praatjes te moeten houden met de Heils- bergsche kennissen van hare nicht, en besloot das mede voorloopig maar weg te blijven. Niet dat zij bijzonder opgewonden of zenuwachtig was, wijl haar aanstaande echtgenoot dien dag haar jawoord zon komen halen daarop was zij al lang voorbereid geweest. Alleen omdat zij 't vervelend vond, onttrok zij zich aan dat bezoek. Edith Marlow wist niets van al het droomen, hopen en verlangen, waarmee znlk een uur anders doorgaans ge paard gaat, hoewel die verloving zeer naar haar zin was en haar trots en eerzucht ten volle bevredigde, 't Was toch ook waarlijk geen kleinigheid iemand als Ronald te bekorenwiens scheppende en ondernemende geest ieders bewondering afdwong en wiens onmetelijke rijk dom hem een bijna onbegrensde macht verleende waar voor allen zich bogen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1