Zomer- en Wintergasten in onzen Hoot, No. 141. Tweede blad. Honderd en tweede jaargang. 1900. WOENSDAG 28 NOVEMBER. Nederland. ALkllAARSCHE COURANT. Doze Coarant wordt D 1 n s d a g-, Uouderd ag on Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. TeleToonnuatmcr t Prj)s der gewone advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. (S L O T.) Met uitzondering van de Kuifleeuwerik, die zich des winters vaak met do musschen vermengt en met dezen allerlei voedsel voor lief neemt, en met uitzondering van Vlaamsehe Gaai en Ekster, zijn alle vogels, welke in den Hout worden aangetroffen, allernuttigst in de huis houding der natuur. Dat zij veld en bosch verlevendigen door hun monter wezen en hun vroolijk gezang, is een hunner minste verdiensten, ofschoon wij die toch niet te gering moeten schatten. Een bosch, park of tuin zonder vogels mist een van zijn grootste aantrekkelijkheden. Hun grootste nut ligt in de verdelging van ontelbare, voor ooftteelt, groentebouw en boschcultuur zeer schadelijke insecten, en de eieren en larven van dezen. Er is geen boomsoort denkbaar, of zij heeft haar bijzondere vijanden in de eene of andere soort rups of in een kever of larve van kever, en waar deze rupsen, kevers of larven talrijk voorkomen, is geen ontwikkeling van blad, bloesem dl vrucht denkbaar. Nördlinger deelt mede, dat de rupsen van het zoogenaamde winterkammertje Geometra bru- mata) en aanverwante soorten in 1853 in 27 gemeenten van het district Kirchheimer voor 170.000 gulden schade aan de kersenboomen hadden aangericht. Aalbessen- en kruisbessonboomen staan soms zonder eon enkel blad, omdat de rupsen van de aalbeskapel ze verslonden heb ben. Ook het hooge houtgewas heeft soms veel te lijden van bastkevers en andere insecten, en wanneer niet de kleine vogels myriaden eieren en larven verslonden, zou er van de ooftteelt b.v.b. niet veel terechtkomen en zouden wij in plaats van het frissche groen der boomen slechts naakte takken aanschouwen. De rups van de harsvlinder en de processiorups kunnen geheele land streken tot kale woestenijen maken, en zouden het ze kerlijk ook doen, wanneer niet meezen, winterkoninkjes, boomkruipers, goudhaantjes en andere kleine vogels on ophoudelijk bezig waren met het verdelgen van de eieren van allerlei vlinder- en keversoorten. Niet alleen jhebben de vogels die eieren en larven noodig voor hun eigen onderhoud maar ook voor het grootbrengen hunner jongen. Een meezenpaar brengt gewoonlijk jaarlijks twee broedsels, elk van 8 a 10 jongen groot, en dat uitsluitend met larven en eieren van schadelijke insecten. Zoo'n paar meezen heeft voor zijn eigen onderhoud en voor het grootbrengen der jongen jaarlijks millioenen in secteneieren noodigeenige paren dezer vogels beletten het ontstaan van myriaden schadelijke rupsen, en wat van de meezen gezegd is, geldt ook voor alle insecten etende vogels. E. v. Homeyer deelt hieromtrent het vol gende mede In een hollen fruitboom bevond zich een meezennest, en daar de boom bij mijn woning stond, had ik gelegenheid de vogels nauwkeurig gade te slaan. De beide ouders voerden den jongen aanhoudend voedsel aan, dat hoofdzakelijk uit rupsen bestond. In de tijd ruimte van 5 minuten werd geregeld drie- of viormaal gevoerd en wel altijd met drie tot vijf rupsen. Wanneer men nu gemiddeld 200 rupsen per uur rekent en den zomerdag op 14 uur werktijd stelt, dan bedraagt dat 2800 rupsen per dagen voor de 15 dagen ge durende dewelk de jongen gevoerd worden 42.000. Zoodra de jongen wat grooter zijn en vliegen kunnen, wordt de dagelijksche behoefte nog grooter. Als bewijs daarvoor het volgende. Op een grooten afstand van de broedplaats bevond zich een kruisbessentuin van onge veer 200 meter lengte, die erg door rupsen werd ge plaagd. Toen de jonge meezen vliegen konden, voet den de ouden hen daarheen en in vier dagen tijd was de ge heele tuin door de nakomelingschap van een enkel mee zenpaar geheel en al van rupsen gezuiverd. Terwijl de eenen de eieren en larven van de takken, tnsschen de schors en in de reten der boomen afspeuren - doen anderen hetzelfde nuttige werk op den grond, tns schen de boomwortels, onder de in ontbinding verkee- rende bladeren op don grond. Het behoud en de ver meerdering der vogels is derhalve een hoogst belangrijk punt, waarop, jammer genoeg, te weinig gelet wordt. Het is evenwel niet voldoende, de vogels en hunne nesten te beschermen tegen hunne groote vijanden, Eksters en Vlaamsehe Gaaien, maar men moet hun ook gelegenheid laten en desnoods bieden om hunne nesten te maken, althans voor een gedeelte banner, de zoogenaamde ho- lenbroeders, d. w. z. die vogels, welke hunne nesten in holle boomen, uitholingen in muren enz. maken. Men moet derhalve niet onverbiddelijk eiken hollen boom ver- oordeelen om onder de bijl te vallen, want daardoor beneemt men de nuttigste insectenverdelgers üde gele genheid om hunne nesten te maken, en verdrijft ze daar door naar andere streken, waar zij die gelegenheid wel vinden. Nu kan men evenwel den vogels ook kunstmatige broedgelegenheden bezorgen, door het aanbrengen van kunstmatige nestkastjes in groote verscheidenheid in ver schillende boomen aan te brengen en wel zóó, dat zij door de nestjesuithalers niet te bereiken zijn. Hoe die nestkastjes gemaakt en opgehangen dienen] te worden, zal ik niet bespreken, want mjjn artikel zou te veel uit breiding verkrijgen, ik kan volstaan met de vermelding, dat die nestkastjes in Duitschland en ook in ons land verkrijgbaar zijn voor de verschillende vogelsoorten, die er gebruik van maken, terwijl zij bovendien voor weinig geld ook kunnen vervaardigd worden. Ook de eigenaars van tuinen zouden een zeer verdienstelijk werk doen, wanneer zij in hunne fruitboomen dergelijke nestkastjes aanbrachten zij zullen spoedig de ervaring opdoen, dat een ruimere opbrengst van ooft ruimschoots de geringe uitgave zal vergoeden. Eindelijk is er nog een belangrijk punt, waarop ik wil wijzen, nl. het voederen der vogels gedurende den winter. Zoolang de boomtakken niet met sneeuw bedekt of door ijzel en bevroren sneeuwwater ontoegankelijk zijn geworden, vinden meezen, boomkruipertjes, goudhaantjes en winterkoninkjes nog voldoend voedsel in eieren en larven, maar zijn deze niet meer voor hen bereikbaar, dan moeten zij hongerlijden, en honger en koude doen hen spoedig bezwijken. Spreeuwen, merels en lijsters moeten evenwel hoofdzakelijk hun voedsel cp den grond vinden, en zoodra deze met een dicht sneeuwkleed is bedekt of hard bevroren is, is ook hun voorraadkamer afgesloten. Toen in het begin van dit jaar de sneeuw eenige dagen bleef liggen, en vooral na den zwaren sneeawval, dien men zich herinneren zal, hadden de vogels het kwaad te verantwoorden. Drags na dien sneeuwval begaf ik mij des morgens vroeg in den Hout. De sneeuw lag er meer dan een voet hoog. Bij het plantsoentje gekomen, dat zich naar de Liefdelaan uitstrekt, zag ik van onder een heestertje, waaraan nog eenige dorre bladen zaten, een heele vlucht merels en lijsters opvliegen, die daar, zoo goed en zoo kwaad als het ging, eenige beschutting tegen de koude hadden gezocht. Maar hoe zagen de arme dieren er uit! Door honger en kou^ uitgeput, ver mochten zij slechts een korten strek met loomen vleu gelslag af te leggen, om weldra vermoeid weer neer te strjjken. Die uitgeputte en verhongerde dieren waren maar al te licht de buit van eksters en rondzwervende katten en zeker moet hun aantal zeer gedund zijn, want dezen zomer waren er betrekkelijk weinige in den Hout overgebleven. Zou het nu niet in 't belang van land bouw, ooftteelt en hQutcultuur en ook ter verfraaiing en verlevendiging van den Hout geen zaak zijn, dat men officieel, d. w. z. van gemeentewege de bescherming dezer vogels tor hand nam veel moeite en een groote uitgave zal het wel niet vorderen. Laat men in den Hout wat meer besdragende boomenen heesters planten. Eenige lysternestenboomen hier en daar, b.v.b. in het plantsoentje voor de Liefdelaan en eldershier en daar een vlier boom, wat hulst en klimop zullen den Hout niet ont sieren, en waaneer men de vruchten in het najaar ver zamelt, kan men gedurende den winter heel wat vogels onderhouden. Wat gekookt slachtafval, gekookt bloedlong enz. op bepaalde plaatsen uitgestrooid, zal gretig ver orberd worden kleine stukjes spek of vetkaars aan lange getakte staken gebondendie men overeind zet, zullen meezen, winterkoninkjes enz. in 't leven houden. In een woordmet geringe moeite en kosten zijn de vogels geholpen. Wat slaapkastjos met zitstokjes zullen voor de koude beschutten en weldra, ik twijfel er niet aan, zal de Hout met honderden vogels bevolkt zijn. Hoe dat alles kan en moet gedaan worden, kan ik niet mededeelen, op vreeze van te breedvoerig te worden, maar wanneer het verlangd wordt of wenschelijk geacht, ben ik gaarne bereid al die inlichtingen en aanwijzingen te doen, welke noodig en dienstig geoordeeld worden. A. NUIJENS. Drama op zee. Op de Zwarte Zee is dezer dagen een treurige scheepsramp afgespeeld, waarbij 39 personen het leven hebben gelaten. Een veertigtal Turken met vrouwen en kinderen huurden dezer dagen in Toeroek een schuit met twee schipper3 om daarmee unar Tnrksch grondgebied over te steken, waar zij in het geheim hoopten te lan den, niet in het bezit van een paspoort zijnde. De schuit stak met slecht weer in zee. Toen een storm opstak ont stond een paniek onder de passigiers en eenvreeselijk tooneel had plaats. Eerst werden de kinderen over boord geworpen om de boot lichter te maken, toen volgden de vrouwen. Het mocht geen redding geven aan de overblijvenden, want weldra sloeg de zee met zooveel geweld over boord, dat alle opvarenden den dood in de golven vonden. Slechts een knaapje wist zich aan den mast te klemmen en werd gered. Ut zijn mond vernam men het drama, dat zich had afgespeeld. [Electrische Installatie. Deze week had in het Electrisch Centraal-station Bloemendaal der Eerste Nederlandsche Electriciteit-Maat- schappij te Amsterdam de beproeving en in bedrijfstelling plaats van een roteerenden transformator voor omzetting van den gelijkstroom van 440 volt dier Centrale in tweephasigen wisselstroom van 5000 volt. Deze transformator zal moeten dienen voor een gemeen schappelijke reserve der Oentraal-stations te Bloemendaal en te IJmuiden der voornoemde Maatschappij hij maakt het mogelijk te Bloemendaal gelijkstroom te leveren van uit de wisselstroom-centrale te IJmuiden of omgekeerd aan Zandvoort, IJmuiden en Velsen wisselstroom te leveren van uit de gelijkstroom-centrale te Bloemendaal. Volgens de concessie-voorwaarden was do E. N. E. M. verplicht te Velsen stroom te leveren op 20 dezer. Op den dag der beproeving, 19 dezer, werden nog de eerste aangesloten huizen binnen de gemeente Velsen van stroom voorzien. Binnen eenige weken zal vermoedelijk de boven- grondsche leiding IJmuidenZandvoort worden in bedrijf gesteld, waardoor dan stroomlevering mogelijk is van uit Bloemendaal via IJmuiden naar Zandvoort, dus over een afstand van plm. 23 Km. De lengte van den thans onder stroom gebrachten kabel is 4.5 Km. De thans in bedrijf gestelde installatie is merkwaardig, omdat zij in ons land de eerste van dien aard is, zoowel wat betreft het systeem der omzetting van gelijkstroom in wisselstroom als wat aangaat de hoogte der spanning en de lengte der over brenging. Do roteerende transformator met de stilstaande transformatoren om de spanning op het vereischte bedrag te brengen werd geleverd door de Union A. G. te Berlijn de hoogspanningskabel, die aan eene spanning van plm. 7000 volt is blootgesteld door het kabel werk Rheydt. A. G. te Rheydt. De montage en in bedrijfstelling van het geheel geschiedde door de Maatschappij tot Exploita tie van de De Laval Stoomturbine. Koeren-krijgsgevangenen. Het dames-comité voor Boerenkrijgsgevangenen te Middelburg verzond naar Marseille een telegram aan presi dent Kruger, waarin het hem het welkom toeroept en den wensch uit, dat zijn verblijf in Europa aan het daarmee door hem beoogde doel zal beantwoorden. Hetzelfde damescomité ontving 19 Novembereen schrijven van den heer de Witt Hamer, kapitein H. V. O., krijgs gevangene te St. Helenawaarin dank wordt gebracht aan de milde geefsters en gevers in Holland" voor het geen zij ten behoeve der krijgsgevangenen geofferd hebben. »Het besef zoo schrijft de heer de Witt Hamer 22 October dat, niettegenstaande den langen duur van de krijgsgevangenschap, Nederland's milddadige hand zich steeds over ons ontfermt, doet het gevoel van stam verwantschap tnsschen Nederlander en Boer aangroeien tot heil van den ganschen Dietschen stam Het is heden joist een jaar van den duur mijner krijgsgevangen schap. Moet ik dat jaar, doorgebracht in zorgen en angst, voor het aangenomen vaderland beschouwen als verloren? De heer de Witt Hamer schrijft verder »Ik vermeen in den geest te handelen van de milde gevers, indien ik een gedeelte van de ons gezonden gelden besteed tot het bevorderen van eene op 5 November a.s. te houden tentoonstelling van voorwerpen van nut, kunst en smaak, aldaar vervaardigd door de krijgsgevangenen met hoogst eenvoudige hulpmiddelen." Verder deelt de heer de Witt Hamer mede Behalve de u reeds met een voorgaande mail genoemde goederen die wenschelijk geacht worden, o.a. bovenkleoren, schrijfpapier en enveloppen, gebrande en gemalen koffie, hoerscht hier steeds groote behoefte aan tabak, daar de Boer in het algemeen een hardnekkig rooker is. De heer de Witt Hamer eindigt zijn schrijven met het verzoek »den milden geefsters en gevers de verzekering te geven, dat, wat zij ten onzen behoevo offeren, niet kan laten zich diep te griffen, niet alleen in onze harten, maar ook in die onzer achtergebleven betrekkingen. Het comité, gaarne gevolg gevende aan het verzoek van den heer de Witt Hamer, deelt mede dat de eerstvolgende bezending naar St. Helena ongeveor 10 December van uit Amsterdam vertrekt, terwijl begin December ook ge legenheid tot uitzending bestaat naar Kaapstad en Ceylon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5