Honderd en tweede jaargang 1900. WOENSDAG 12 DECEMBER. Stadsberichten. N O. 147. Eerste blad. ALKM4ABSCHE COtiBANT. Deze Courant wordt D 1 n s d a g-, Honderd ag- en Zaterdagavond uitgegevenAbonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Velefoonnnntmer i 3. Prijs der gewone advertentlen Per regeF f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. kamer van koophandel en fabrieken. In de vergadering van den 4 waren alle leden tegenwoordig. Nadat de notulen waren gelezen, goedge keurd en geteekend, werden de verzonden stukken mede gedeeld namelijk 1. Een adres den 10 November 1900 gezonden aan de directie der Holl. Spoorweg Maatschappij houdende verzoek om bij volgende dienstregelingen het aantal snel treinen van Amsterdam naar Alkmaar uit te oreiden, dan een gelijk aantal sneltreinen van Alkmaar naar Amsterdam in te leggen en het aantal sneltreinen van Haarlem naar Alkmaar te vermeerderen, waarop bericht is ingekomen, dat nader antwoord zal volgen. 2. Eene missive aan den Inspecteur dier Maatschappij om gemeld adres te ondersteunen. 3. Eene missive aan Z.Exc. den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid van 16 Nov. 1900, inhoudende het door Z.E. gevraagde advies der Kamers omtrent de wen- schelijkheid om de gelegenheid te openen tot het verkrijgen van diploma voor de bediening van zeer eenvoudige stoomtoestellen en tot bevordering van het verwerven van zoodanig diploma (dit advies is in de vorige verga dering opgemaakt en in het verslag daarvan vermelu). 4. Een adres aan denzelfden Minister, d.d. 23 Nov., waarbij gewezen wordt op de bezwaren die er voor handel en verkeer bestaan tegen de maatregelen, in den laatsten tijd betreffende den zondagsdienst bij de posterijen genomen, voor zooverre die maatregelen inkrimping van het verkeer tengevolge hebben. 5. Een adres aan de Holl. Spoorw. Maatsch., waarbij gewezen wordt op de bezwarendie de doorgaande reizigers door de inrichting van het station en emplacement te Uitgeest ondervindenwanneer zij zich aldaar van een nieuw plaatsbiljet hebben te voorzien en de wonse e- lijkheid, om zoolang er in dit opzicht geen betere toestand m het leven kan worden geroepenplaatskaarten in Iwartverkeer voor het geheele traject Alkmaar-Amsterdam v.v. verkrijgbaar te stellen. 6. Eene missive aan den Inspeetenr der Maatschappij met verzoek dit adres te ondersteunen. Voorts worden de ingekomen stukken behandeld waaronder le. een proces-verbaal, vermeldende den uitslag der verkiezing, op 27 Nov. 1900 gehouden voor leden van de Kamer van Koophandel met missive van het stem bureau die voor kennisgeving wordt aangenomen. 2e. eene missive van Burg. en Weth. met verzoek te willen mededeelen oi naar de meening der Kamer zonder schade voor het marktwezen en den handel dezer gemeente zon kunnen worden voldaan aan het verzoek, neergelegd in vier daarbij ter kennisneming gezonden adressen aan den Raad der gemeente om de groote najaars-veemarkt niet meer te doen aanvangen op Zondag. Nadat do voorzitter de besprekingen hierover aan de orde heeft gesteld, zegt de heer de Lange het te betreuren, dat telkens verzoeken worden ingediend tot verandering of verstelling der markt en dat op die wen- schen teruggekomen wordtde Kamer is daarover al zoo dikwijls geraadpleegd. Hij acht de gevraagde ver andering niet raadzaam in het belang der markt. De kooplieden, die des Zondags op d* markt komen, zijn anderen dan die er des Maandags zaken komen doen. Evenzoo met den aanvoer. Er komen des Zondags koop lieden, die des Maandags met hetzelfde vee weer in Amsterdam of elders handel gaan drijven. Daarenboven is er des Dinsdags vee te Pnrmerend, wat ook een bezwaar oplevert tegen het verzetten der markt. De heer Meien-brink acht het altijd gevaarlijk om markten te veranderen. Een verbod om op Zondag handel te drijven, indien delaanvoer bleef toegelaten, zon allicht tengevolge kunnen hebben, dat toch in koffiehuizen en elders handel werd gedaan. Dat leert de ondervinding- De heer C o n ij n gaat geheel mede met de bezwaren van den heer de Lange. Het geldt hier niet alleen een gewone jaarmarkt, maar een veemarkt van zeer groot belang. Om den handel vóór twaalf uur op den Zondag te beletten, zou misschien nog gaan, maar den aanvoer te verbieden is ondoenlijkde booten, het spoor, enz. kunnen het aangevoerde vee toch niet bewaren, totdat het twaalf uur is. Hij zon vreezen, als de markt werd verzet, er dadelijk andere plaatsen gereed zouden staan om die te honden, teneinde daarvan de vruchten te plukken, en dat deze markten hoe langer hoe grooter zijn geworden, bewjjst, dat er behoefte aan is en dat het niet wenschelijk is ze te verstellen. Wie behoefte gevoelt om het handeldrijven op Zondag tegen te gaan kan dat doen door er zoowel bij hen, die het vee aan voeren, als bij hen, die het aankoopen en verhandelen op aan te dringen, dat zij dit dien dag nalaten, want daarin is toch ieder vrij. Wanneer men hierin niet slaagt, dan blijkt daaruit ook, flat het ondoenlijk is. De Voorzitter zegt, dat hjj met vele personen, die de markten bezoeken of vee aanvoeren, gesproken heeft, doch dat zij allen het verzetten der markt op an dere dagen hoogst gevaarlijk vonden. Een groot deel van het alhier verhandelde vee wordt naar Rotterdam ver voerd en dan weer een doel naar Gorinchem, waar het t'es Woensdags markt is. Ook komt er des maandags een ander soort van vee op de markt, dan hetgeen zon dags wordt aangevoerd, zoodat sommige aanvoerders beide dagen met verschillende soorten van vee ter markt komen en weder anderen zondags beesten aanvoeren en maandags weer andere soorten verkoopen. Dit laatste zou onmoge lijk zijn, als de markt des zondags geheel werd opge heven en het verband met andere markten zou worden verbroken, als de markt werd verzet op dinsdag. Ook is er verband met de groote veemarkt te Beemster, die eenige jaren geleden is begonnen met een aanvoer van 40 stuks, hetgeen reeds is aangegroeid tot ruim 300. Hij acht dus toewijzing van hetgeen in de adressen wordt verlangd zeer gevaarljjk en meent, dat het ook niets zon helpen, want, wanneer alhier de markt op zondag ver boden werd, zou die zonder twijfel kort daarna op andere plaatsen worden gehouden en het doel van adres santen dus niet worden bereikt. De storing der zondags rust zou dan slechts worden verplaatst, maar zeer ten nadeele van Alkmaar. Alleen dan, wanneer het van staatswege op alle plaatsen werd verboden, kon het doel van adressanten worden bereikt niet door een plaatse lijke verordening. Eindelijk wijst de Voorzitter er op, dat er niets tegen is, wannoer particuliere personen bun kantoren, winkels, enz. sluiten, zij hebben daar alleen zelf schade van en moeten dit voor hun meening over hebben. In dit opzicht kan dus Zondagsrust bevorderd worden, doch het is geheel iets anders om den handel te verbieden op Zondag ook aan hen, die hierin geen bezwaar zien. De heer Conijn wijst er nog op, dat des zondags de hoogste prijzen worden gemaakt en das de beste handel gedreven wordt, waarop zelfs in de adressen wordt gewezen. Hij ziet hierin bet bewijs dat jnist aan den zondag voor dien handel de grootste behoefte bestaat. De heer Boom zou bij de 'oeoordeeling dezer zaak de vraag willen stellen wat de reden is, dat de markt op zondag wordt gehouden. Hij meent die reden in do historische ontwikkeling te moeten zoeken zoodai; het houden daarvan op zondag ook wel geacht zal moeten worden in nanw verband te vlaan met markten en tal van omstandigheden die niet te veranderen zijn. Hij acht de markt op zondag dan ook eene noodzakelijkheid en zou vreezen dat wie verandering gaat brengen in den tijd, waarop die wordt gehouden, de markt zelf aantast. De heer Potgieser vraagt of het verzetten als proef ook mogelijk zou zijn. Na verdere discussie wordt met algemeene stemmen besloten om te adviseeren, op de aangevoerde gronden dat aan het verzoek in de adressen gedaan geen gevolg kan worden gegeven zonder schade, althans zonder groot gevaar voor den handel en het marktwezen alhier. Daarna wordt de vergadering na rondvraag gesloten F. W. V. llngcnholtz Jr. De Arbeiders Kiesvereeniging hield op maandag 9 December, in het lokaal «Harmonie'', haar tweede openbare vergadering waarin als spreker optrad de heer F. W. N. Hugenholtz Jr. met het onderwerpChristen dom en Socialisme. Na een kort openingswoord van den Voorzitter hield spreker ongeveer de volgende rede In een der zalen van het Kunstgebouw op de tentoon stelling te Chicago in 1893 herinner ik mij gezien te hebben een aantal schilderijen, waarop waren uitgedrukt verschillende opvattingen van den persoon Jezus. Het as het werk van een aantal jongeren onder de kunste naars als gevolg van een wedstrijd om de meest moderne opvatting weer te geven. Op een dier schildergen was Jezus afgebeeld in de werkplaats van zjjn vader hulp verleenend aan zijn broederBop een tweede tnsschen een troepje twistenden bezig hun twist te beslechten, op een derde terwijl hij een oud vrouwtje hielp haar takkenbos op te beuren enz. Alle kwamen ze hierin overeen dat er op ontbraken de klassieke teekenen, die men op andere afbeeldingen aantreft. Geen stralenkransgeen kruis geen doorboorde handen en voeten men zag hem als mensch niets meer doch ook niets minder De ver persoonlijking der dienende liefde sprak nit alle. Indien de opvatting van den persoon Jezus altijd zoo was geweestals hij in de harten leefde als de dienende liefde dan zou het onnoodig zijn thans het onderwerp van dezen avond te behandelen dan zon het nauw ver band tnsschen christendom èn socialisme niet meer aan getoond behoeven te worden dan zon men overal chris tendom en socialisme hand aan hand zien gaan. Evenwel dat christendom is heel wat anders geworden en zoover ontaard, dat het, zooals het in onze dagen zich voordoet vijandig is aan het BOcialisme. De christenen hebben er een afschuw van en toch heeft die afkeer geenszins gelegen in den geest van Jezus wiens karakter overeen kwam met de bedoelingen van het socialisme. In Jezus' dagen drukte de hand van Rome zwaar op de overwon nelingen en het waren vooral de Joden, die telkens en telkens weer daartegen in opstand kwamen. Evenwel het was niet alleen die onderdrukking waaronder men leed doch daarnaast hadden de arme Jod«n te lijden van de verdrukkingen der hoogere klassen. Jezus keurde de handelwijze der Farizeën ten sterkste af en hekelde hnn vroomheid. Aan de armen, zoo Bprak hij is hen Koninkrijk Godsdaarmede niet bedoelende dat eet beter leven hnn wachtte na dit leven, doch dat aan hen zou zijn het rijk van den Messias dat men eenmaal verwachtte. »God lief te hebben bovenal en zijn naasten als zich zeiven" was de hoeksteen van zijne prediking in zijn leer gingen christendom en socialisme samen. Ik wil daarmede niet zeggen, zooals wel eens gedaan is, dat Jezus de eerste socialist is geweest daarvoor leefde hij in een geheel anderen tijd in een tijd waarin men geen maatschappelijke organisatie had als tegenwoordig, in een tijd waarin geen politieke strijd werd gevoerd. Toch was de beweging der eerste christenen een revolu tionaire en hun ideaal hetzelfde als dat van het tegen woordige socialismegeluk en gelijke kansen voor allen. Onder den invloed dar economische verhoudingen, is het streven naar dat ideaal steeds sterker geworden en gaat het socialisme met reuzenschreden vooruit in alle landen. In Duitschland brengen de socialisten meer dan 2 miljoen stemmen nit. In Denemarken is de arbeiders beweging geheel sociaal-democratisch en hebben de ar beiders voor 2 jaar in den reuzenstrijd tegen de patroons glansrijk overwonnen. In België is de partij sterker ge worden door do steunende hulp der coöperatie door één werkstaking verkreeg men het algemeen kiesrecht. In Nederland is de beweging nog lang zoo sterk niet. Yele brave zielen veronderstellen, dat de Nederlandsohe arbeider daarvoor te gezond denktdat hij te nuchter is van aanleg, welnu gaarne willen wij ze in dien waan, die zoete illusie, laten, maar toch vrees ik, dat ze ver keerd oordeelen. Het kleinbedrijf dat we hier voorna melijk hebben is oorzaak van de nog burgerlijke opvat ting, die de arbeider des zondags achter de horretjes doet neerzitten, naar buiten te gluren, terwijl hij in plaatsen waar de groot-industrie zetelt, er op uitgaat, om met elkander de belangen te bespreken. Deze groot industrie ontbreekt hier wel niet geheel en al, maar is niet overheerschend. Doch er is nog een andere iactor en die is deze, dat in ons land, als in geen ander, de theologie (ik zeg niet de godsdienst) de menschen in zooveel groepjes heeft verdeeld. De arbeiders zijn door de muurtjes der theologische denkbeelden van elkander gescheiden en iedere groep denkt op zijn manier het doel te moeten bereiken. Dat is een jammerlijk misverstand, dat eerst moet verdwijnen, wil er verbetering komen. Ondanks dat alles gaat echter ook bij ons het socia lisme vooruitgetuige de verrassing bij de laatste ver kiezing te Veendamwaar Schaper gekozen werd en het dus bleek, dat men liever een socialistisch verdediger voor de belangen had, dan een eigen vertegenwoordiger. Dien vooruitgang zien we ookwaar we hoe langer hoe meer het beginsel der gemeente exploitatie zien toepassen. Dat is een gunstig verschijnsel en daarom is het noodig de arbeiders te wijzen op hnn plicht bij de verkiezingen voor den gemeenteraad. Nog meer zou aau te voeren zijn doch 't is niet noodig. Het socialisme is niet een plotseling opgekomen denkbeeld, geen phrase, doch wie het heeft bestudeerdgelezen en overdacht heeft wat groote mannen daarover hebben geschreven, zal erkennen, dat het is een ernstige levensbeschouwing, geen meteoor, doch een opkomende zon Geen wonderdat de arbeider in de eerste plaats wakker wordt voor het ideaal, dat het socialisme predikt. Tal van arbeiders gaan er toe over niet omdat ze zich nu maar eens willen losmaken van een andere partij maar omdat ze gekregen hebben een andere levensbe schouwing. Iedere socialist breekt met het denkbeeld van het standenverschil en met het fabeltje dat door God in het aanzijn zijn geroepen een overheerschemle en een onderdrukte klasse. Ieder socialist voelt den drang naar verbetering, en protesteert tegen de bestaande verhoudin gen. Velen dier arbeiders hebben tegelijkertijd hnn protest doen hooren tegen den Goddie zoo iets zou hebben ingesteld en hebben den godsdienst verworpen doch er zijn nog anderendie tegelijkertijd den gods dienst nog liefhebben. Nog anderen zijn er en hnn aantal is het grootst, die den godsdienst beschouwen als boven alles heerlijk, waaraan het socialisme afbreuk zou doen. •Juist met het oog op dezen toestand is het noodig de vraag te besprekenis het socialisme in strijd met het christendom. Daarvoor is noodig in het kort het chris tendom te omschrijven. »We spreken thans niet over dat wat in het diepst van 's menschen hart leeft, het gevoel van kleinheid tegenover die onbekende groote macht, niet over dat intieme van het godsdienstig leven, doch van dat deel, dat zich heeft georganiseerd in de kerk. Jezus is als gevolg van den tijd, waarin hij leefde, langzamerhand voorgesteld geworden als een godmensch en dienovereenkomstig is zijn leer gewijzigd. Uit zijn eenvoudige leer bleef het voornaamste op den achter grond, zij werd gericht op een leven na dit leven, dat Jezns niet heeft bedoeld, en zij heeft sanctie gegeven aan de maatschappelijke verhoudingen, en den arme een vergoe ding hiernamaals gepredikt. Dè,t christendom nn staat vijandig tegenover het socialisme die twee hebben niets met elkaar te maken. Het laatste erkent de groote beteekenis van het stoffelijke, predikt allerminst berus ting, doch protesteert togen het onrecht. Mijlen ver staat dit christendom af van het oorspronkelijke, waarvan we geen zuiver beeld kunnen krijgen, daar de verschillende beschouwingen van Jezus' leven dat te zeer verduisteren. In de verschillende tijden wordt dat ons verschillend geschetst; Jezus is altijd de haak geweest, waaraan het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1