volk zijn idealen heeft opgehangen. De leer van het
christendom is echter samen te vatten in deze hoofdge-
gedachte God is de vader, de menschen zijn broeders
en zusters.
Het socialisme, het wetenschappelijk stelsel, dat de ar
beiders wil organiseeren in den klassenstrijd, heeft den
zelfden ondergrond, hetzelfde schoone ideaal. De keerzijde
is, dat het Christendom aan dat ideaal niet is getrouw
gebleven. Als elke revolutionaire beweging was het
het schoonst in zijn opkomstzoo was het ook met de
Liberale party in '48. Toen bjj het Christendom de aan
hang grooter werd, de vervolgingen ophielden uit gebrek
aan vervolgers, ging het mooie er af en toen het ten
laatste door Constantijn den Grooten tot staatsgodsdienst
was verklaard werd de achteruitgang hoe langer hoe
sterker.
Verbastering van zeden, machtsmisbruik der priesters
(spr. beriep zich hierbij op enkele schrijvers o.a. Hiero-
nymus) openbaarden zich hoe langer hoe meer. De ach
teruitgang heeft haar toppunt bereikt in den afschuwe
lijken aflaathandel, die den stoot heeft gegeven aan de
Kerkhervorming. Om echter de beschuldiging te ontgaan,
van een smet te hebben willen werpen met de zooeven
aangehaalde zinsneden, op den Katholieken godsdienst zij
vermeld, dat Luther ook zijne reputatie schandelijk te
grabbel gooide, toen hij, bij den opstand der boeren in
Schwaben en Thuringen, zich geheel schaarde aan de
zijde der heeren, hij de man, die de vrijheid had gepre
dikt, durfde nu aan de boeren toeroepen »Uw kruis te
dragen is uw plicht". Door dat optreden heeft Luther
aan zijn beweging den nekslag gegeven, door zijn pre
diking van berusting heeft hij de partij gekozen der
bezitters.
In de eerste christengemeenten evenwel ware alle
goederen gemeen en dit was natuurlijk, daar het chris
tendom in zijn toepassing moet leiden tot communisme.
Al is 't waar, dat men in dien tjjd in den waan leefde
dat weldra de wereld zon vergaantoch spreken wel
degelijk de feiten dat er van ongelijkheid geen sprake
kon zijn. Ofschoon de eerste gemeenten verdwenen, toch
ziet men herhaaldelijk het ideaal weer opleven in ver
schillende personen en verschillende instellingen, o. a. oe
kloosters, waarin de rechtlooze vrouw in de middeleeuwen
hare toevlucht vjond ïu het recht van asyl der kerk.
In den tijd der kerkhervorming ontmoeten we Zwingli,
in de 18e eeuw kunnen we wijz-n op het werk der paters
Jeznieten de Kwakers de Hernhutters en treffen we
de godsdienstige socialisten aan als b. v. Pierre Leroux
in Frankrijk wiens stelsels men echter als onweten
schappelijk heeft moeten laten rusten. Thans een kijkje
in onze dagen.
In onzen tijd is alles wat christelijk is, vijandig aan
het socialisme. In do eerste plaats de katholieke kerk
de iterum Novarum is met geen ander doel uitgegeven
dan om het dwazegevaarlijke socialisme te bestrijden.
De uitkomst heeft dat bewezen.
De katholieken hebben als overheerschende partij in
Belgie nooit iets voor de arbeiders gedaan, en in andere
landen waar ze in de minderheid waren hebben ze
de arbeiders wel eens gelokt met een program doch
meer met gedaan. Dj werkliedenvereenigingen der r. c.
hebben altijd een geestelijk adviseur, waarvoor? Als het
nu nog een economisch of rechtskundig adviseur was, dat
was niet zoo kwaad. De patroons mogen het ook zonder
adviseurs doen, ja zich zefs vereenigen met liberalen. Het
is dus duidelijk genoegde Kerk wil den schijn op zich
laden, alof ze heel wat voor de arbeiders doet, doch ten
slotte de arbeiders onder den duim houden. Wie dat
nog niet gelooven kan denke aan Pastoor Daens
En hoe is het bij de Protestanten? Patrimonium hBeft
ook oogenschijnlijk de belangen van den arbeider op het
oog, doch ook daar komt de aap spoedig uit de mouw.
Het eigenlijke doel is de ontkerstening van het volk
tegen te gaan. Werkliedenvereenigingen gesticht op den
grondslag, door Groen van Prinsterer aangegeven, de man,
die zegt»armen en rijken God heeft ze beiden ge
maakt", kunnen niet veel uitrichten. Waar Patrimonium
zich op den bijbel beroeptvergeet ze altijd het tweede
hoofdstuk der Handelingen der Apostelen.
Hoe staat het verder met den modernen godsdienst der
bourgeoisie Al dadelijk moeten we opmerken, dat ook
zij onder den druk der kapitalisten verkeeren. Hij is nog
vol van idealen uit haar opkomst en bloei,idealen waar
voor ze nog warm wordt met woorden. Des Zondags
hoort men graag een mooie preek, doch handelt een
oogenblik daarna juist in strijd. Men is vol verontwaar
diging over de gruwelen in andere landen gepleegd, over
de handelwijze van den Czaar van Rusland ten opzichte
ven Finland, over Engeland vooral, en men doet precies
hetzelfde in Atjeh wat zij in Transvaal doen. De Drey-
fuszauk, men was er vol van, en de Hoogerhuizen laat
men in de gevangenis zuchten. Het zedelijk element is
bezig weg te kwijnen, het practisch belang treedt telkens
op den voorgrond.
Pierson heeft gezegdWij leven in een tijd van ver-
teedering des harten en ja, men loopt hoog met allerlei
Toynbeewerksokjes breien voor arme kindertjes enz.,
maar voor het socialismedaar heeft men geen goed
woord voor over »het is zoo onfatsoenlijk
Neen zoo gevaarlijk daar het niet wil weten van
klassen, daar het wil maken een bron van welvaart uit
het gemeenschappelijk bezit.
De lesdie de arbeiders hieruit kunnen putten is
deze, dat ze zich niet moeten laten leiden door adviseurs
of heeren. Misschien zonder opzet leiden ze hem om
den tuin. Zij kunnen zich niet indenken in de belangen
der arbeiders. Daarom moeten de arbeiders, ook als ze
godsdienstig zijn zich organiseeren om de bronnen van
welvaart te brengen in handen van allen gemeenschappelijk.
Pauze.
Voor de pauzezei spreker, hebben we hoofdzakelijk
de theorie behandeld laat ons nu de practijk bekijken.
Het socialisme zegtde geschiedenis is een aaneenscha
keling van klassenstrijd. Na de verdwijning der eerste
christengemeenten hebben de twee groepen steeds tegen
over elkaar gestaan. Men heeft gehad het slavenoproer,
het hongeroproer van het kaas- en broodvolk, den Boeren
krijg in Duitschland en in onzen tijd is daar de strijd
tusschen arbeider en patroon. Dat zal zoo big ven, zoolang
de verhoudingen niet zijn gewijzigd zoolang de pro
ductiemiddelen niet gemeenschappelijk eigendom zijn.
De socialisten achten nu den tijd gekomen, dien strijd
uit te vechten, opdat het geestelijk leven van de men
schen tot bloei zal komen. Het Christendom echter zegt
»nooit door strijd de verkeerde verhoudingen tegengaan,
niet gebruik maken van ongeoorloofde middelen, geen
haat en twist brengen, maar liefde. Doch de socialisten
brengen dien haat en twist niet, die vloeit voort uit het
kapitalistisch stelsel. Om dat aan te toonen is het noo-
dig in het kort na te gaan wat die strijd is en hoe hij
is ontstaan. Er is een opeenvolging geweest van verschil
lende stelsels, waarin niet altijd het privaatbezit werd
gehuldigd. Om te blijven bij de periode die het dichtst
aan de onze grenst, noemen wij den tijd der gilden, op
gericht met het doel de positie der werklieden te ver
beteren. Gezel en meester stonden toen niet zoo ver van
elkander als thans. Het was een gouden tijd voor de ar
beiders. Niet dat do socialisten zonden willen teruggaan,
men kan dat niet, daar de stroom steeds voorwaarts
gaat en men mee moet, doch het is niet te weerspreken,
dat het toen veel beter was dan au. Uit die gilden
vormden zich echter kringetjes, die een bepaald mono
polie kregen, anderen werden uitgesloten en zoo ont
stond het proletariaat.
Dat proletariaat werd het proletariaat van nu door de
stoommachine, die een machtige zegen had kunnen zijn,
indien ze gemeenschappelijk eigendom was geworden, die
het nog eenmaal zal zijn als ze gemeenschappelijk bezit
geworden isDan zal men niet meer zoolang behoeven
te zwoegen, dan zal men mensch kunnen zijn.
Door de machine is de meeste ellende ontstaan. Nooit
hebben de patroons een tijdperk gekend, dat zooveel
rijkdommen bracht, als bij de invoering van de stoom
machine. Voor den arbeider brak echter een tijd van
verarming aan do machines ontnamen hun het werk
»hij zag zich vaak op straat gezet en het leger der
werkeloozen werd steeds grooter. Dat was het ergste
nog niet. De loonen daalden, de arbeid werd langer;
de arbeiders concurreerden onderling. Zoo werd de toe
stand nog ellendiger. Het loon was niet meer toerei
kend voor de behoeften, en eerst moesten vrouw, weldra
kinderen meehelpen de inkomsten wat te doen ver
meerderen de kinder-exploitatie zooals men die in
Engeland het sterkste zag waar men zelfs idioten en
mismaakten naar de fabrieken voerde begon. Die kin-
derenexploitatie bestaat nog, niet alleen aan onze grenzen,
waar dnitsche ploegbazen kindoren aanwerven voor den
arbeid doch in ons gehesle land ook hier in Alkmaar
als gij uw oogen opendoet. Verricht niet dagelijks
het schoolkind tusschen en na de leeruren allerlei loop
diensten De arbeider laat dat niet toe uit vrije be
weging maar gedwongen door de noodzakelijkheid. Het
grootste contrast met vroeger is dat de arbeider er
thans niet aan kan denke i met zijn patroon om te gaan
of b.v. eenmaal te trouwen met diens dochter (stel u voor
een spoorwegwerker trouwen met de dochter van den
directeur-generaaldat hij thans als arbeider zal sterven,
tenzij het socialisme komt.
Schrille tegenstelling tusschen de arbeiders en hem, die
zich door den arbeid van dien aroeider verrijkt. Uit de
fabriek begeven de eersten zich door de zwarte poort
naar hunne sloppen en stegen terwijl aan de andere
deur der fabriek de equipage van den fabrikant hem
wacht om hem te voeren naar zjjn paleis
Dat die fabrikant rijn rijkdommen verkrijgt juist door
den arbeid der arbeiders, en niets doet, dan zijn geld in
de onderneming steken is dat recht Zoo ja zegent
het kapitalismeindien nietzoo vloekt het
Een ander gevolg van den toe3tand van den arbeider
is de onzekerheid zijner positie. Nooit is hij er zeker
van als arbeider in dienst van den een of ander te
kunnen blijven. De fabrikanten hebben daaraan dikwijls
geen schu'ddoch wol wanneer ze hunne fabrieken
sluiten met het doel de productie te verminderen en
alzoo een hoogere winst te behalen. Vaak ook is een
malaise in den een of anderen tak van industrie oorzaak
van stilstanddoch dan is weer de arbeider het kind
van de rekening, de fabrikant kan blijven leven van
zijn vroeger behaalde winsten. In die onzekerheid wil
men niet meer berusten, omdat de arbeiders weten, dat
zij een gevolg is van het stelsel door menschen gemaakt,
daarom zeggen zijindien ze althans aan de zijde der
socialisten staan we willen er ons niet meer bij neer
leggen. Ziedaar de klassenstrijd Wie het bestaan daarvan
ontkennen, loochenen tal van feiten, en toch zijn er nog,
die meenen dat zonder strijd de oplossing mogelijk is.
De mannen van Patrimoniumdr. A. Knijperdr. de
Visser en dergelijken prediken de verzoening der klassen
door liefdezij willen als 't ware tot de bezitters gaan
en hen smeeken, afstand te doen van hunne voorrechten.
Dat denkbeeld is even dwaas als dat men hen zou
vragen zelfmoord te plegen ter wille van de arbeiders
daar hun bestaan geheel berust op de armoede der werk
lieden. Hoe liefelijk het ook klinke door liefde is het
onmogelijk dien strijd te btöindigenbij moet worden
uitgestreden dat is geworden een eisch der christelijke
liefde. E" en als de geneesheer zich niet ontziet bij stin
kende wonden het lancet te hanteeren moeten ook de
arbeiders door den strijd uit te vechten de hervorming
brengen, ter wille van de geheele menschheid, ter wille
der liefde.
Jezus heeft ook gezegd: ik ben niet gekomen, om
den vrede te brengen, maar het zwaard.
De arbeiders behoeven niet bang te zijn dat hunne
pogingen niet zullen slagen 't hangt toch niet af van
dat kleine handjevol socialisten in ons land. In de Kamer
hebben we maar 4 heele socialisten tegen 96 anti-socia-
lististen, maar niettemin wijst alles er op, dat we in eene
socialistische richting voorwaarts gaan. Dat bleek ook bij
de behandeling der ongevallenwet in de Eerste Kamer
toen de heer 's Jacob, burgemeester van Rotterdam, den
minister bezwoer dat deze wet do eerste stap was op
den weg van het socialisme. Ook in de gemeenteraden
blijkt telkens de invloed van bet socialisme of de so
cialistische leden getuige de gemeente Drachten. Niet
dat beetje, die 350U socialisten, die l'/2 socialist, zooals
de afgevaardigde van den Helder zou zeggen, is daarvan
de oorzaak doch de omstandigheid dat de maatschappij
zich in de richting van het socialisme beweegt. Een
sterk bewijs daarvoor is dat het kapitaal zelf bezig is
zich te socialiseeren. Vroeger heette hetdat een op
gewekt leven niet denkbaar was, zonder scherpe concur
rentie en thans zijn de kapitalisten de eersten die om
protectie roepen. Men voegt kapitalen bijeen om nog
maar meer te kunnen samenpotten en richt daarmede
syndicatenmonopolies enz. op. Een sterk voorbeeld is
daarvan de groote Amerikaansche petroleummaatschappij,
die op haar jaarvergadering het dividend en den prijs
der petroleum bepaalten met een kapitaal van mil
jarden werkt. De verhooging in prijs, door die kapita
listen veroorzaaktbetalen we zij het ook morrend
zonder dat we er iets tegen doen. Toch moeten we die
heeren dankbaar zijndaar uit hunne handelwijze de
les is te haleu de lesdie werkelijk niet te duur be
taald wordt, dat het om tot productieregeling te komen,
beter is samen te werken dan elkaar tegen te werken.
Internationale annexatie van het bezit dezer maatschappij
zou niets veranderendan dat de directeur per dag geen
f 400,000 winst maaktedat er geen jaarvergadering
zou zijn om het dividend te bepalen. De petr ileum zou
er niet slechter, wel goedkooper door worden. Ook op
het gebied der industrie ziet men de socialiseering van
het kapitaalde warenproductie heeft het kleinbedrijf
hoe langer hoe meer verdrongen. Gemeente en staat
zjjn bezig socialistisch te worden. De posterijen vroeger
particulier bedrijf zijn door den Staat overgenomen en
socialistisch ingericht. Reads gaan stemmen op om de
spoor- en tramwegen door dan staat over te nemen, de
mijnen in Limburg door den Staat te exploiteeren.
Ten slotte wordt de arbeider ook zelf hoe langer hoe
meer rijp voor bet socialisme, juist doordat de grootindus
trie toeneemt. Een duidelijk voorbeeld daarvan geeft ons
Waalwijk. Eenigen tijd geleden zou Mr. Troelstra daar
optreden, doch de bevolking was hem zoo vijandig, dat
hjj en partijgenooten moesten vluchten. Later heeft Mr.
Pilster uit Breda een lezing gehouden tegen het socia
lisme en nu meende men, dat de beweging er voor goed
dood was. Nu echter de schoenfabricatie er langzamer
hand grootindustrie gaat worden, begint men er hoe lan
ger hoe meer »rood" te worden.
Hoe meer nu het socialisme vooruit gaat, hoe meer het
kapitaal achteruit gaat. Zoo om de 10 a 15 jaar kan
men geregeld een zoogenaamde crisis verwachten, dis
alleen daar vandaan komt, dat do arbeiders geen koop
kracht meer bezitten, dan ontstaat er overproductie daar
men geen voldoenden afzet heeft. Een tijdelijk redmid
del is dan het tegenwoordig ook zeer in zwang ziinde
imperialisme. Men zendt naar een bepaalde streek
die ook uitstekend voor kapitaalsbelegging geschikt is,
een streek door wilden bewoond, wat zendelingen, laat
die vermoorden en draagt de tuchtiging der moordenaars
op aan den Duitschen keizer. Later wordt dat land
kapitalistisch geannexeerd en men heeft een nieuw afzet
gebied. Zoo ging het n et Engelsch Indië, met Canada
enz. Dat redmiddel is echter tijdelijk de geannexeerde streek
wordt weldra een concurrent. Ten slotte zal het kapitaal
geen uitweg meer weten en alles valt in elkaar nadat
de mogendheden eerst nog eens met elkaar hebben
afgerekend. We zien het thans reeds, dat men ieder
oogenblik kan verwachten dat de bom barst. Dan
zullen de arbeiders alleen ons kunnen redden, opdat we
niet tot het barbarisme vervallen. Zij moeten zorgen
dat het socialisme dan aangewend wordt als het eenige
redmiddel dat er is. Daarvoor moeten zij zich organiseeren
in vakvereenigingen, in politieke vereenigiagen, zij moeten
zorgen dat door goede wetten verbetering worde aan
gebracht. En ieder wiens godsdienst geen holle klank
is zal met hem moeten opgaan tot de verlossing der
menschheid.
Laat men zeggen, dat we drooroers en dwepers zijn,
wij weten dat wij staan op waienschappelijken bodem.
Geen enkele kleine hervorming worde veracht, doch we
moeten bedenken, dat we tot vervorming moeten komen.
Ja wij zijn revolutionnair, doch niet met het wapen van
lood en staal, wij strijden niet tegen personen maar
tegen het stelselde kapitalist is daarvan een slacht
offer zoo goed als de arbeider.
Duizenden jaren geleden stond oen thoep geschaard op
de heuvelen van Clermont om den grijsaard Peter van
Amiensdie don kruistocht predikte naar het heilige
graf. Voor ons een andere kruistocht niet voor de
verovering van het verleden, maar van de toekomst,
van het Jeven van den Christus. De arbeiders scharen
zich daarvoor onder de banier, wier kleur rood is, niet
als zinnebeeld der gruwelen, maar omdat die banier
der vrijheid gedoopt is in het bloed der martelaren.
Dat rood is de weerschijn van het vuur der geestdrift
het morgenrood van een nieuwen dag. Onder die banier
scharen zich ook de arbeiders met de kreet »God wil
het I"
Een daverend applaus volgde op deze belangwekkende
en met gloed uitgesproken rede.
Debat.
Aan het debat werd deelgenomen door den heer Bosch
van Noord-Schermer, die er tegen opkwam, dat de spr.
het Toynbee-werk op een spottende wijze had miskend.
Hij meent, dat Toyubee-werk wel degelijk kon medewer
ken om den arbeiders de oogen te openen voor den klas
senstrijd, het wil echter het pijnlijke van dien strijd
zooveel mogelijk verzachten.
De heer G roe be vraagt den spreker hoe het beeld
van Christus op te vatten, zoo dat ieder zija eigen Chris
tus maakt, of als den Christus die in den Bijbel wordt
geschetst. Een tweede vraag is of spr. werkelijk meent
dat de posterijen socialistisch zijn ingericht en zou het
dan in den socialistischen staat ook zoo zijn, dat de di
recteur zooveel meer verdient dan de lagere ambtenaren.
Van dat stelsel verwacht hij geen heil, daar men toch
ten slotte alles weer zal moetan neerleggen aan de voe
ten der apostelen. Ten slotte wijst hij op het verwateren
der socialistische vertegenwoordigers in de regeerings-
lichamen.
De heer Hugenholtz antwoordt den heer Bosch, dat
hij het ware Toynbeewerk waardeert, doch er den draak
mee gestoken heeft omdat er zooveel is dat onder die n
naam doorgaat. Waar het Toynbeewerk ontwikkelin g
bevordert juicht hij het toe, doch men meene niet, dat door
dat werk de eenheid kon worden verkregen die krijgt
men niet kunstmatig. Nog wijst bij er op dat in den
Haag b.v. »Ons Huis" nooit beschikbaar is voor socia
listische vergaderingen daar zint men dus dat het
Toynbeewerk werd aangewend als het bolwork tegen
het socialisme.
Aan den heer Groebe antwoordt spr., dat hij gemeend
heelt duidelijk te hebben aangetoonddat men zich
Christus hebbe te denken zonder het bovennatuurlijke
waas. Geen dogmatische opvatting.
Wat de posterijen betreft, hjj meent niet dat onvoor-