No. 152. Eerste blad. IXonderd. en tweede jaargang. 1900. ZONDAG 23 DECEMBER. Buitenland. Deze Courant wordt I» 1 n s d a g-, Itonderd ag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden yoor Alkmaar f O,SO franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Velefoonnuaamer3. Prp der gewone advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. In hetgeen in den laatsten tijd over de verhoudingen der I mogendheden tot het treurspel in Zuid-Afrika is mede gedeeld mag wel dit de aandacht trekken dat van alle zijden wordt verzekerd dat het nooit aan de goede gezindheid heeft ontbroken om aan den noodlottigen oor log een eind te maken door bemiddeling of scheidsrech terlijke uitspraak maar dat men daarin altijd werd ver hinderd door den onwil§van eene der beide partijen, of door de weigering van andere mogendheden om daartoe mede te werken. Ieder schijnt dus wel overtuigd dat wat daar in Zuid-Afrika geschiedt, te gruwelijk is om te mogen voortduren maar schudt alle verantwoorde lijkheid van zich af door te betoogendat hij het zijne heeft gedaan om een poging daartoe te boproeven, maar om deze of gene reden niet heeft kunnen slagen. Tot nog toe heeft men altijd gemeenddat alleen Engeland de onwillige was om naar eenig voorstel tot bemiddeling te luisteren, maar de Duitscbe rijkskanselier heeft in den Rijksdag getracht het bewijs te leveren dat ook Kruger onwillig is gebleken juist toen het ge schiktste oogenblik was aangebroken. Immers in Juni 1899 had de Dnitsche regeering door de Nederlandsche President Kruger laten aanbevelen bij Noord-Amerika een beroep te doen op bemiddeling, maar op 22 Juni seinde de Dnitsche zaakgelastigde uit den Haag dat de Nederlandsche gezant te Parijs van den heer Leyds had vernomen dat President Kruger het huidige oogenblik niet geschikt achtte om Amerika's bemiddeling in te roepen. Toen daarop na eenigen tijd door Kruger een poging tot bemiddeling werd gedaan was het te laat de gemoederen waren reeds te veel verbitterd. Op zich zelf bewijst het tegen de vredelievendheid van Kruger hoegenaamd niets, dat hij op een gegeven oogen blik den tijd om een poging tot bemiddeling te doen niet geschikt vond. Men dient toch inderdaad daarmee niet op een ongeschikten tijd te komen. Maar de wijze waarop de Dnitsche rijkskanselier het gebeurde te berde brachtkon Kruger onder verdenking brengen dat hot hem met zijn aandringen op bemiddeling en scheidsge richt niet jaltijd ernst is geweest en zijn antwoord een uitvlucht was. Het was dos van belang nauwkeurig na te gaan onder welke omstandigheden de President der Z. A. Republiek dit antwoord heeft gegeven. De Nieuwe Rotterd. Ct. heeft daarom inlichtingen ingewonnen bij den heer Leyds en de heeren Wolmarans en Fischer allen te 's Gravenhage bijeenen dat onderzoek heeft de houding van den President volkomen gerechtvaardigd. Gelijk ons uit het Oranjeboek reeds bekend was, heeft de Dnitsche regeering werkelijk door tusschenkomst van de Nederlandsche President Kruger voor het gevaar van een oorlog gewaarschuwd en tot toegevendheid aange spoord onder mededeeling dat op hulp uit Europa niet te rekenen viel. Nu had op 31 Mei 1899 de conferentie te Bloemfontein plaats tusschen President Kruger en den Engelschen Hoogen Commissaris Sir Alfred Miluer. Den laatston dag van deze conferentie 5 Juniverklaarde Milner omtrent het denkbeeld van arbitragedat er onderwerpen waren die do Engelsche regeering aan geen arbitrale uitspraak zou willen onderwerpen, andere, waarin zij geen onzijdige mogendheden zou willen mengen en nog andere die door arbitrage beslist zouden kunnen worden maar er zou dan een bepaald voorstel ge iaau moeten worden, ook omtrent de wijze waarop de arbitrage geregeld zou worden. Werd zulk een voorstel gedaan dan zou het in overweging genomen kunnen worden. President Kruger antwoorddedat ook zijns inziens ver schillende punten door scheidsrechters beslist zonden kunnen worden zonder er andere regeeringen in te mengen indien men onpartijdige rechtsgeleerden tot scheidsrechters koos. Milner merkte op dat het stem recht van de uitlanders buiten de arbitrage gehouden moest worden en meende dat de bedoeling van den President nog niet duidelijk genoeg was aangegeven waarop deze beloofde een bepaald voorstel te doen. Het schriftelijk voorstel van President Kruger volgde reeds den 9den Juni. Er werd in voorgesteld dat het scheidsgericht zou zijn samengesteld uit ééa lid door de Engelsche regeeringéén door de Z. A. Republiek aan te wijzen en een derde liddoor de beide andere leden te benoemen die geen onderdaan zou behoeven te zijn van eene der beide partijen. De brief eindigde met het vertrouwen uit te spreken dat de Engelsche re geering dit voorstel zou willen aannemen en niet zou weigeren met de republikeinsche regeering samen te werken om rassen in Zuid-Afrika te verzoenen en oude veeten te doen plaats maken voor een nieuwen geest van samenwerking en vooruitgang. De Eerste Volksraad keurde nog denzelfden dag de voorstellen van den Pre sident goed, en den lOden Juni gaf de heer Leyds daar van kennis aan den Duitschon rijkskanselier die dus met den toestand bekend was. Een week later zond Dr. Leyds uit Parjjs een telegram aan President Kruger, dat hem door den Nederlandschen minister van buiten- landsche zaken was medegedeeld dat eenige voorname staatsliedenin den Haag bijeenbij gelegenheid van de Vredesconferentie den raad gaven een beroep te doen op de bemiddeliug van Mac Kinley, den President der Veroenigde S .afen van Noord-Amerika, en den vol genden dag, 18 Juni, seinde Kruger uit Pretoria, dat de bemiddeling voor het oogenblik niet noodzakelijk was. En dat antwoord is in alle opzichten te verklaren en te rechtvaardigen. Men wist te Berlijn Wat er omging. I Men had te Pretoria aan Engeland reeds heel wat inge willigd en was nu bezig te onderhandelen over een scheidsgericht, waarvan overeenkomstig de uitdrukkelijke voorwaarde van Engelaud vreemde mogendheden waren uitgesloten. Die onderhandelingen mocht men niet in gevaar bren gen door nu eensklaps aan te komen met een verzoek aan de Vereenigde Staten tot bemiddeling i waarover Engelaud zich met volle recht ontstemd had kunnen toonen. Dat die onderhandelingen toch mislukt zijn is zeker niet de schuld der Z.-A. Republiek toen eerst was de tijd gekomen om zich tot de Vereenigde Staten te wenden, en Kruger heeft het gedaan, tot tweemaal toé. Waren toen de gemoederen reeds te veel verbitterd, zooals de DuitBche Rijkskanselier beweerde? Het is wel mogelijk maar veel waarschijnlijker is hetdat de ge moederen eenige dagen vroeger evenmin welwillend gestemd waren. Voor een poging tot bemiddeling van Noord- Amerika was echter in elk geval de tijd ais bij uitstek ongunstig, toen zooals wij gezien hebben Kruger zelf met Engeland aan het onderhandelen was. Elke mogendheid schjjnt er op gesteld te doen uit komen dat zij gaarne een poging tot bemiddeling had willen doen maar dat andere mogendheden haar niet hebben gesteunddat Engeland steeds verklaarde geen bemoeiingen van andere mogendheden in zijn geschillen met de Z.-A. Republiek te kunnen toelaten, of, nu ook dat Kruger zelf juist op het geschiktste oogenblik on willig is geweest. Krachtige eensgezindheid, waarop door alle vertrouwd kon worden heeft er blijkbaar tusschen de mogendheden nooit bestaanen dan kan men er I waarlijk geen enkele mogendheid een verwijt van maken, dat zij ter wille van de Boeren zich niet gewaagd heeft aan een oorlog met Engeland nog wel op gevaar af dat oen harer buren daarvan gebruik zou maken om haar ten eigen bate in het nauw te brengen. Dat Kruger altijd tot schikking tot overleg en arbitrage bereid is geweest maar Engeland steeds onwillig was blijkt nu nog eens ten overvloede uit het bericht, dat het Inter nationaal Vredesbureel te Bern veertien dagen vóór het uitbreken van den oorlog aan beide partijen een telegram heeft gezondenwaarbij arbitrage werd verzochten dat Engeland eenvoudig de ontvangst berichtte zonder meer, terwijl Kruger antwoordde dat hij altijd arbitrage had gevraagd welk antwoord aan de Engelsche regeering werd medegedeeld. Engeland alleen is de schuldige. Voor Engelands verantwoording komt dit vergoten bloed, deze vreeselijke verwoesting en namelooze ellende. Wij moeten doorgaan, zegt Salisbury, nu het geldt den roem en de handhaving van het Britsche rijk. Zoo zal het dan doorgaan, want inderdaad de oorlog is nog niet uiten van de plechtige dienst om God in St. Paul voor den vrede te danken is vooreerst afgezien. Hier in Europa kan niemand be- oordeelen, hoe lang de strijd nog kan duren tot welke ofiers de Boeren in staat zijn en welke hulp hun wellicht I in Zuid-Afrika zelf, ook in Britsch Zuid-Afrika, geboden I zal worden. Maar zooveel is reeds zeker dat de kans I op een rustigwelvarend bevredigd Zuid-Afrika gedu- I rende afzienbaren tijd voor Engeland verloren en het I gevaar voor geheel verlies, vroeger of later, alles behalve I hersenschimmig is. Ilix V, Gaven wij in ons laatste nummer een bericht uit de »Times", waaruit blijkt hoe Rusland bezig is, achter den rug dor mogendheden, Mandsjoerije in te palmen, thans weet de »8tandard" een tweede staalfje mede te deelen van het handig optreden op dit punt van de diplomaten van den Czar. De Russische troepen in Mandsjoerije, hebben vergun ning gekregen zich daar te vestigen, om mede te werken aan het aanleggen van den spoorweg. Hunne loonen zijn zeer hoog, en bovendien krijgt elk man een strook grond langs den spoorweg, om dien te bebouwen. Zoo spaart de Rusische regeering de kosten voor de terugreis der troepen en de Russische spoorweg maatschappij krijgt goede werkkrachten, die tevens als kolonisten voor de Russische belangen in Mandsjoerije blijven zorgen. Verder wordt gemeld, dat de Mandjoes vergunning hebben gekregen hunne dorpen weder te herstellen, en hunne hoofden te kiezen, onder toezicht van de Russische officieren. In geheel Mandsjoerije zijn geen Chineesche ambtenaren meer overgebleven. En ondertusschen kunnen de Vereenigde Staten en Engeland het maar niet eens worden over de vraag of de woorden ^onherroepelijke beslissing'' in den aanhef der gemeenschappelijke nota zullen worden gehandhaafd of niet. Ook ditmaal blijken de Russische diplomaten geslepener dan hunne concurrenten DUETSCHIjANV. De »Frankf. Zeitung" laat zich uit Darmstadt seinen, dat in de Hessische Tweede Kamer eenige afgevaardigden het dringende voorstel hebben ge daan dat aan de Regeering zal worden verzocht haren gevolmachtigden in den Bondsraad op te dragen, aan den Bondsraad de bijeenroeping voor te stellen van de com missie voor de buitenlandsehe zaken, opdat deze besluite I tot instelling van een scheidsgerecht tusschen Engeland en de Boerenstaten. Als dit voorstel, dat reeds in behaudeling schijnt te zijn genomen, een meerderheid verwerft, gaat de Keizer aangename dagen tegemoet. EMCJEIjA'ND. Alle Engelsche bladen zijn het er over eens, dat de berichten uit Zuid-Afrika zeer ernstig zijn. Noch du wijze van oorlogvoeren der Engelschen, noch hun optreden tegen de Kaapsche koionisteu, van wie ei verecheideuen, op kaffergetuigenis, tot zware ge vangenisstraffen veroordeeld werden, geeft voedsel aan de door sommige bladen uitgesproken verwachting, dat niet vele kolonisten zich bij de Republikeinen zullen aanslui ten en enkele organen schrijven dan ook ronduit, dat Hertzog dezen inval niet ondernomen zonde hebben, wan neer hij niet voldoenden grond had op kraohtigen steun te rekenen. De wensch om meer troepen te zenden is gemakkelijker geuit dan bevredigd Engeland zelf is nagenoeg geheel van troepen ontbloot en in Indiö kun nen er niet meer t emist worden. De Daily Mail" zegt dan ook: de toestand is door dezen inval zeer ernstig geworden. De Boeren vinden grooten steun bij de Hollandsche kolonisten, en de Engel sche bevelhebbers hebben geen voldoende troepen tot hun beschikking, om zich tegen een uitgebroiden inval krach tig te kunnen verzetten. Men hoopt slechts, dat de onge regelde troepen-afdeelingeudie in de kolonie worden aangeworven voor het bestrijden van deze Boerencom- mando's van nut kunnen zijn. ZU1D-AERKKLA. Een telegram van Lord Kitchener uit Pretoria van 19 dezer meldt: Een afdeeling Boeren, naar scbatting 500 a 800 man sterk, stak de Oranje rivier over bij Rhenosterhoek een tweede afdeeling is, naar gemeld wordt, de rivier overgetrokken by Sanddrift. Zij werden gevolgd en Lard Kitchener zond een aanzien lijke afdeeling bereden manschappen af, die de opdracht hadden hen om te trekken. De Boeren van Rhenosterhoek werden dicht gevolgd tot Ventorstadt, dat zij gisteren om 3 uur in den namiddag verlieten, in de richting vau Stejjnsburg. Belangrijke punten aan den spoorweg in die streekzijn alle goed bewaakt, en Kitchener hoopt, dat deze benden" weldra weder naar het noorden zullen worden gedreven. Rhenosterhoek ligt 7 mijlen westelijk van Üldendaal- 8troom, Sanddrift 7 mijlen oostelijk. Een telegram van den 20 uit Kaapstad verraadt groote ongerustheid. Het gebrek aan geoefende bereden troepen wordt zwaar gedoeld. Menschen die de toestanden in de kolonie zeer goed kennen, wijzen op de noodzakelijkheid om alle be schikbare bereden troepen naar Zuid-Afrika te zenden. Thans eerst lekken een paar bijzonderheden uit over den teragtocht van generaal Clements. Central-News" deelt ze aan de Engelsche bladen mede Tijdens het gevecht was het vuur van den vijand zoo doodelijk, dat een hoeveelheid munitie moest worden achtergelaten. Zij viel den Boeren in handen, die de munitie voor levensmiddelen aanzagen (11) en ze in brand staken. Er volgde een zware ontploffing, waarbij vele burgers werden gedood en anderen gewond. Het spoor der terugtrekkende Britsche kanonnen werd aangewezen door de lijken der dooden en gewonden van de bereden infanterie, die dapper den aftocht dekten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 1