KLATERGOUD, ■v. No. 152. Tweede blad. Honderd en tweede jaargang. 1900. ZONDAG 23 DECEMBER. Nationale Militie. FEUILLETON. Aiïisterdamsche Brieven. 18. it. Ie ILKMAARSCHE C0liRA\i. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar 1 ©,80franco door het geheele rjjk ff 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer t 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staats blad No. 72) Roepen bij deze op Alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januari 1901 hun negentiende jaar zijn ingetreden (alzoo de mannelijke geborenen van 1882), om zich ingevolge art. 15 en 20 dier wet, in de maand Januari 1901 in het daartoe gereed gemaakte register voor de Nationale Militie te doen in schrijven. Do inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het raadhuis alhiervan des middags 12 tot des na middags 2 uur op Dinsdag en Vrijdag, tot 20 Ja nuari 1901 en verder ter gemeente-secretarie. De verplichting tot het doen der aangifte berust op den militieplichtige zelf; bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis op zijn vader, is deze overleden, op zijne moeder, en, zijn beiden overleden, op den voogd. Zij maken voorts de ingezetenen opmerkzaam op de volgende bij genoemde wet gemaakte bepalingen, als Voor ingezeten wordt gehouden: 1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van 28 Juli 1850 (Staatsblad No. 44) 2°. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste 18 maanden vóór 1°. Januari 1901 in Nederland verblijf hield 3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf hondt. Voor Ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoorende tot eenen Staat, waar de Ne derlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, ot waar ten aanzien der dienstplichtig, heid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen De Inschrijving geschiedt van 1°. een ongehuwde in de gen eente, waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of, zjjc beiden overleden de voogd woont 2°. een gehuwde en een weduwnaar in de gemeente waar hij woont 3°. hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd bn ten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont 4°. den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder- lande r, die ter zake van 's lands dienst in een vrtemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Voor de militie wordt niet Ingeschreven 1®. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2®. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3°. de zoon van den Nederlander die ter zake van 'a lands DOOR El. VEHKE1R. Vei la ling van HERMIN A. 26) Op dit oogenbiik werd de buisdeur geopend en ver toonde het familiegenie, dat juist het onderwerp van gesprek uitmaakte, zich in eigen persoon, in gezelschap van oom Trenman. Zij kwamen echter niet op de gewone manier groetend binnen, maar snelden de gang door en stoven letterlijk den tuin in. »Weet ge 't al, Ernst?" riep de notaris hem al uit de verte toe. «Hebt ge 't al gehoord? Neen, ge weet nog niets, anders zoudt ge daar niet zoo rustig zitten O, majoor Hartmut, zijt gij te Heilsberg Komt ge uit Berlijn? Dan weet gjj 't natuurlijk al heel Berlijn is er vol van »Wat is er dan toeh te doen vroeg de majoor verrast, terwijl Raimar niet het minste teekeu van nieuws gierigheid of belaugstelling aan den dag legde. »De duivel is losgebroken 1" riep Max, die blijkbaar in een zeer verheugde stemming verkeerde en daardoor zelfs de ergernis vergat, dat zijn eeuwigdurende vijand daar op eens weer voor hem stond. »Ginds te Steinfeld, wel te verstaan Ik heb er ook niets van geweten, maar toen ik straks van Gernsheim kwam om oom te bezoeken, vernam ik de gebeele geschiedenis.'' »Ja, ik heb 't, ik heb 't bij mij 1" riep de oude heer, terwijl bij een vrij dik boekje te voorschijn haalde en zegevierend heen en weder zwaaide. »Hier heb ik 't! 't Heet «Klatergoud"! Daarin krijgen die lni te Neu- stadt 't op hun baadje, zoowel als hun pacha, die vent, die fatsoenlijke menschen zijn huis-laat uitgooien en het gras wil laten groeien op de straten van Heilsberg 1 Nu zal 't in zijn eigen Steinfeld groeien, een voet hoog, en te N ustadt ook, want Neustadt beteekent niets zonder de Steinfelder mijnen en fabrieken!" dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Zij noodigen hen, wien dit mocht aangaan, uit, zoo mogelijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede niet tot het einde van Januari te wachten en herinneren voorts aan do straf, waarmede de nalatige ter inschrijving bij art. 183 der wet bedreigd worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter. 2 Dec. 1900. O. D. DONATH, Secretaris. XXVIII. President Kruger te Amsterdam. Donderdagavond. Ik heb den ouden Kruger gezien. Ik ben geweest in de onmiddolijke nabijheid van den grijzen Staatspresident, den eenvoudigen Boer, wiens naam gekend wordt in alle deelen der wereld, wiens volk alom geroemd wordt om zijn dapperheid en humaniteit. Wond'ren invloed had dat trouwhartig gelaat, doorploegd met voren van zorgen en ouderdom. Er sprak daaruit het zware, bittere leed van den man, die heimwee heeft naar zjjn land, maar tevens hot blijmoedige vertrouwen, dat zijn zaak te eerlijk, te rechtvaardig is dan dat zij hopeloos verloren kon zijn. Maanden achtereen heeft de oorlog in Zuid-Afrika bijna al mijne gedachten in beslag genomen. Maar nooit heb ik het wreede daarvan zoo gevoeld als op het oogen biik toen door een toeval Kruger's oog op mij was gerichtnooit heb ik zooveel onuitsprekelijk verdriet belichaamd gezien als in de verschijning van dezen braven patriot. Er lag iets onbeschrijfelijk meewarigs in het doen van dezen grijsaard in zijn danken voor de groot- sche huldedie de hoofdstad hem met zoo verblijdende oprechtheid heeft gebracht. Nu is 't duidelijk, waarom in Frankrijk de President der Zuid-Afrikaansche Republiek overalwaar hij zich vertoonde, zoo uitbundig is toegejuicht. Nu begrjjpt men te Amsterdam de eerlijkheid en de geestdrift der ovaties, die in Belgie en te Keulen zijn deel zjjn geweest. Maar nu is 't ook niet langer een raadselwat den Duitschen Keizer heeft bewogen dezen pelgrim der vrijheid verre te houden van zjjne hoofdstad. Men moet wel een hart van steen hebben om niet geroerd te worden bij het aanschonwen van deze nobele figuur men moet wel absoluut onontvankelijk zijn voor elk gevoel van mede- doogen als Kruger's trekken koud laten. Lijden en strijden, daarvan is hij de incarnatie; hopen en gelooven, daarvan is hij het beeld. Ik zou een Chamberlain willen zien tegenover dezen man en dan zou ik willen weten wie de oogen neersloeg. (1) Niet van onzen gewonen correspondent. Hartmnt keek eerst den oom en vervolgens den neef aan, die beiden even opgewonden waren, en schudde het hoofd. «Mjjn waarde heer Treuman, daar zjjn toch, zooveel ik weet, geen tarantula s te Heilsberg merkte hij be daard aan. «Gjj zjjt geheel buiten uzelt en Max ook al Wilt gjj ons nu eindelijk eens vertellen, wat er aan de hand is Treuman kwam vlak nevens hem staan en hield hem het boek voor den nens. «Kunt ge lezen, majoor «Zoo'n beetje, jaantwoordde deze, terwjjl hij het boek van hem overnam. «Klatergoad. Een waarschu wing ter elfder ure Zóóveel kan ik nog wel spellen, maar ik zal niet boweren, dat ik daardoor iets meer van de zaak begrijp." »'t Heeft betrekking op dien Roland!" viel Max haastig in. «In die brochure worden hem de vreeselijkste dingen voor de voeten geworpen, al die zwendelarjj te Steinfeld wordt aan de kaak gesteld als hagelsteenen komt 't op zjjn hoold neer 1" «Zeg liever als een zwavelregen!" zeide de ex-notaris. »Ik heb 't wel geprofeteerd in den «Wachttoren", en dat lamme «Dagblad' heelt mjj toen uitgelachen en mjj een fossiel uit de voorwereld genoemd. Nn zullen die heeren te Neustadt het lachen wel verloeren, na krijgen ze loon naar werken De anders zoo goedaardige oude heer zag er zóo grim mig uit, alsof hij hen gaarne in eigon persoon dat loon wilde toedienen. Hartmut was echter ernstig geworden. «Is die brochure tegen Ronald gericht vroeg hij. Neen, ik heb nog niets daarvan gehoord. Ik kom juist van de manoeuvres. Eu gij, Ernst «Ik ^ook niet We zuilen daarvan wel iets naders hooren, antwoordde Raimar met een onverschillig schou derophalen, terwijl hij op het perk rozen middenin den tuin toestapte, waar hij de anderen bijna den rug toe- keurde. Dit maakte de verontwaardiging van zjjn oom gaande. t Is bij jou boter aan de galg gesmeerd riep hij driftig. «Iets van zóóveel belang! Niet alleen voor ons en al de inwoners van Neustadt, maar voor de geheele In den laten namiddag is heden de trein vertrokken die den Staatspresident weder zal brengen in onze residentie, in de nabijheid van onze Koningin die in zijn tegen woordigheid zeker nog nooit zoo diep het gemis van legioenen zal hebben gevoeld. Er rest mij weinig tijd om van hetgeen mijn goede stad van inwoning in de laatste uren heeft doortrild aan mijne lezers rekenschap te geven. Maar dit kan ik toca zeggenAmsterdam heeft zich gegeven in zijn bes ten, eerlijksten vorm het heeft zijn gewone terughou dendheid niet willen handhaven het heeft Paul Kruger ontvangen als een held die moreel heeft overwonnen ondanks den benarden toestand van zijn mannen in het veld. Den Staatspresident heeft t getoond, dat do tegen spoed zijner getrouwen meer nog dan vroeger heeft wak ker geschud de sympathie voor de Afrikaner idealen, dat de volharding zijner burgers geen vuriger bewonderaars heeft dan in de oud Keizerstad. De oorlog moge daar door geen stap nader tot zjjn einde zijn gebracht, toch moet 't Oom Paul goed hebben gedaan te zien, hoe zijne beden worden gestennd en zijn onwrikbaar vertrouwen in een gunstigen afloop wordt gedeeld. Naar Oost en West, naar Zuid en Noord zjjn zoover- geseind de berichten over Kruger's ontvangst in de Hol- landsche hoofdstad. Betrekke>jjk onvoorbereid was zij, maar hek echtehet natuurlijke kwam daardoor juist beter tot zjjn recht. Waar ons volk altijd door den vreemdeling wordt geroemd om zjjn koel, maar verstan dig oordeel, kan de houding van Amsterdam slechts heb ben bijgedragen om de pro Boers in alle landen te ver sterken in hnnne meening, dat de conscientie-last druk kender wordt naarmate Engeland langer vrij spel wordt gelaten. Ons volk kan weinig doen in dezen heilloozen strijd, maar van het recht, dat wij hebben als vrije natie om nit te komen voor hetgeen wjj goed of zondig achten, is ruim gebruik gemaakt dat hebben wjj ons niet door vrees laten ontrooven. Aan treffende momenten zjjn de beide laatste dagen overrjjk geweest, 't Begon al met den intocht. Wat onaf zienbare r jj van menschen en deputaties aan het Centraal station. Ik zal niet meedoen met hen, die een vergeljj- king zjjn gaan maken tusschen de ontvangst van de Koningin en den President, want die beiden zijn eenvou dig niet te vergeljjkende koningin heeft men, naar wij hopen nog een lange reeks van jaren en Krnger heelt Amsterdam wellicht voor het laatst gezien; de koningin gaat langs paden van geluk en voorspoed, deze grijsaard heeft bjjna alles verloren, alleen zijn God is voor hem behouden gebleven. Maar dit staat vast en 't mag ver klaard worden zonder eenige onbillijkheid te begaan de intocht was een groote triomf en hartelijk was deze als geen held, die overwonnen heeft, ooit in hooger mate te beurt viel. De receptie door den Raad zal voor alle tijden be- hooren tot de schoonste bladzijden van de daden onzer vroedschap. Het ofiBcieele bracht hier iets vorme- wereld is 't een openbaring en gjj staat er bij, zoo stijf als een stok, en zegtwe zullen daarvan wel iets naders hooren Ernst, gjj droogt nog heelemaal uit I" Ernst antwoordde boe noch ba, terwijl Hartmut het vlugschrift doorbladerde en nogmaals den titel bekeek. »'t Is anoniem uitgegeven alleen onderteekend Veritas Wie zon de schrijver zijn «Dat zullen we wel te weten komen 1" riep Treuman, nu weer in éene opgewondenheid. »'t Is een knappe kop, een moedig man, een Sint Joris, die den draak dapper te lijf gaat. Hij heeft gelgk, als hij zegt: «Alles ligt immers voor die afgodspop van den mammon in het stof gebogen Hartmnt hief eensklaps het hoofd op en zijn blik dwaalde af naar zijn vriend, die zich bezig hield met de verwelkte bladeren Uit een rozenstruik te verwijderen terwjjl de oude heer voortging «Ja, dat ding spreekt krachtige taal, vol gloed en overtuiging 't Zal een opgang maken van belang Ik heb Max de mooiste passages voorgelezen, hij was er kapot van Niet waar, Max?" «Ja, 't was prachtig 1" stemde Max toe, recht in zjjn nopjes dat de «verwoester van zijn geluk" op die manier werd aangevallen. «In éen woord prachtig 1" «Mijnheer Treuman," zeide Hartmut, nu met iets vreemds in zjjn stem, «mag ik die brochure een paar uur behouden Ik stel er meer belang in dan Ernst Hebt gjj er niet tegen «Volstrekt niet, majoor! De dokter heeft nog een tweede exemplaar, dat de ronde doet door Heilsberg, en ik heb dadelijk een dozjjn examplaren te Berlijn best'eld. Zoo iets moet onder het volk worden verspreid, ja, Jan en alleman moet 't lezen Komaan, Max, nu' gaan we naar den Gouden Leeuw en drinken een glas van den ailerbesien We zullen op de gezondheid klinken van dien moedigen man, van dien Sint Joris Lang moge hij leven!" 8 8 De ex-notaris zong in de overmaat van zijn vreugde deze laatste woorden met luider stem, nam vervolgens den niet minder vroolijk gestemden Max onder den arm, en zoo trokken zij samen naar den Gouden Leeuw. In den tnin bleef 't eenige minnten doodstil. Ernst nt in 5n iet j i*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1900 | | pagina 5