Onvermogen der wet.
KLATERGOUD,
Honderd en derde jaargang.
1901.
ZONDAG Velefoonnummer3.
13 JANUARI.
FEUILLETON.
NO. 6. Eerste blad.
ALKMAARSCHE
Deze Coarant wordt UUsda g-, Honderd a g-
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaak f O,SO franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,0®. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Fr|js der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
i
Over de werking der Kamers van Arbeid kan ver
schillend worden gedacht. Tegenover het reeds uitge
sproken maar zeker voorbarig oordeeldat zij zijn een
mislukte pogingstaat dat van anderen dieook met
een beroep op het eerste verslag van haar bemoeiingen
over het jaar 1899 een gunstiger bemoedigender en
hoopvoller meening verkondigen. De heer Pyttersen
getuigde van dit verslag in de Tweede Kamer dat het
nagenoeg op elke bladzijde het bewijs bevat, dat de Ka
mers reods nu herhaaldelijk nuttig werkzaam zijn geweest
en dat door haar tusschenkomst tal van werkstakingen
zijn voorkomen of tot een goed einde gebracht. De heer
I Veldman die aan dit verslag een drietal artikelen in
het Handelsblad hooft gewijd is minder voldaan.
»In belangrijke geschillen" schrijft hij ten aanzien
van dit deel harer werkzaamheden »zijn de Kamers
nog nooit gemoeid geweesten het verslag over 1899
leert ons ook nietdat de resultaten schitterend zijn
geweest.'' Niet altijd hadden de Kamers zijns inziens
een juiste, breede opvatting van haar schoone taak. Over
het algemeen vindt hij haar te passief, nog te schuchter,
te veel afwachtend tot zij geroepen worden, en te schroom
vallig om uit eigen beweging op te treden en adviezen
te geven of de algomeene arbeidstoestanden te onder
zoeken ten einde onmiddellijk in staat te kunnen zijn
ook als de tijd dringtaan haar roeping te beantwoor
den. Maar ook hij is niet zonder goeden moed. Sommige
Kamers hadden haar taak juister opgevateu al waren
de gevallen nog gering in getal, waarin zij haar tusschen
komst leenden tot verzoenende bemiddeling of tot een
regeling waardoor een betere verstandhouding tusschen
patroons en werklieden werd te weog gebrachttoch
mag z. i., nu de uitslag gunstig was de toekomst met
vertrouwen worden tegemoet gezien. De Kamers zijn
nog jong hebben nog behoefte aan leiding en voorlich
ting, kunnen bij elkander in de leer gaan en door onder
linge gedachtenwisseling meer met elkander voeling
houden.
Intnsschen zijn in de Tweede Kamer klachten geuit
over inbreuken van patroons op de onafhankelijkheid der
werklieden, en wel ten aanzien van het zeer gewichtige
punt, van hun vrijheid van vereeniging en zelfs van hun
lidmaatschap eener Kamer van Arbeid. Gevallen werden
genoemd van werklieden, die, tot lid eener Kamer van
Arbeid gekozen, to vergeefs trachtten werk te vinden
DOOK
E. W i SJf .V K K.
Ve. taling van HERMIN A.
33)
Ronald beet zich op de lippen. Zulk een driestheid,
om zich op éene lijn met hem te stellen, scheen hem
toch te treffen hoe durfde zoo'n »notaris ta Heilsberg"
zich zóo iets vermeten 1 Eau onaangename giimlach ver
scheen op zijn wezenstrekken en langzaam herhaalde hij,
den klemtoon op elk woord leggende
»Raimar juist! Die naam zal u in het. publiek
niet veel voordeel aanbrengen. Op u persoonlijk is niets
aan te merken, maar ik vrees dat men u nochtans niet
het recht zal toekennen in zulke zaken het ideale stand
punt te vertegenwoordigen en n tot censor op te werpen."
Raimar liet die toespeling onbeantwoord en bleef kalm.
'Dat wil zeggen, niet waar, dat gij uw aanhang en de
pers, die onder nw invloed staat, tegen mij ophitsen en
hun het wachtwoord geven zult, om mij juist in mijn
zwakke punt aan te tasten Wilt ge mij de wapens uit
de hand wringen door aan ieder, die 't wil hooren, te
beduiden, dat ik eigenlijk geen recht meer heb om een
wapen te voeren
»Wat ik doen zal, is mijn zaak 1"
»Best Maar wat ik dan doe Felix Ronald, 't is
niet de eersto keer, dat wij beiden op deze manier tegen
over elkander staan Zóo stonden wij al eens voor tien
jaar tegenover elkaar, en de woorden, die we toen wis-
Belden die hebt gij evenmin vergeten als ik.''
»Neen, maar ge zondt beter doen mjj niet daaraan te
herinneren, zeide Ronald ijskoudop eens scheen hij
weer volmaakt gerust te zijn. »Ge waart toen niet toe
rekenbaar in uw wanhoop, en een razende verontschuldigt
men anders hadt ge mjj dat uur moeten betalen."
en door verschillende patroons uitdrukkelijk op grond>
van dat lidmaatschap waren afgewezen. Er werd een
patroon genoemd, te Almelo, die geweigerd had een werk
man in dienst te nemen, omdat hij bestuurslid was van
een arbeldersvereeniging, en toen deze voor dat lidmaat
schap had bedankt, hem in dienst nam, maar vernemende
dat hij lid was van een Kamer van Arbeid, hem met
ontslag dreigde, indien hij ook van dat lidmaatschap geen
afstand deed. Wel was die patroon, na vergeefsche tus
schenkomst van de Kamer van Arbeid, later op dien
eisch teruggekomen, dank zij de bemoeiingen van den
Minister van Waterstaat, Handel en Ny verheid, zoodat
deze zaak een bevredigend einde had genomen, maar der
gelijke gevallen konden zich meer voordoen, en van de
Regeering werden maatregelen gevraagd, om het recht
van den werkman om lid en bestuurslid te zijn van
arbeiders- of vakvereenigingen of lid eener Kamer van
Arbeid tegen alle verkorting en bemoeilijking van de zijde
der patroons te beschermen.
Noch de regeering noch eenig lid der Kamer nam deze
patroons in bescherming, en toch kon het verzoek aan
de regeering geen toezegging tot inwilliging ontlokken,
evenmin als eenig lid haar den weg kon aanwijzen, dien
zij daarbij met goed gevolg zou kunnen inslaan. De minister
van justitie verklaarde, dat zijns inziens, hoezeer bij de
zaak afkeurde, »in deze voor den wetgever geen plaats
is om in te grijpen". Wel eischte het arbeiderscontract
nadere wettelijke regeling, en daaraan is hij bezig met
alle krachten waarover hij kan beschikken, maar ook
daarin zou geen bepaling mogelijk wezen, die tot het dooi
zou leiden. En de heer Drucker, de samensteller van het
bekende ontwerp van wet tot regeling van de arbeids
overeenkomst' verklaarde het ovenzeel1 onmogelijk, door
wettelijke bepalingen dergelijke handelingen te voorkomen
of te beletten. Wel betuigden de beeren Pyttersen en
Schaper hun bittere teleurstelling over deze verklaring
van onvermogen maar zij bleven in gebreke het bruik
bare middel aan te wijzen, en geen ander lid van de
Kamer trad op om die taak van hen over te nemen.
Inderdaad stuit men hier op een ander rechtdat
evenzeer eerbiediging eisebt. Men kan niemand dwingen
een bepaald persoon als dienstbode of werkman of in
welke betrekking ook in zijn dienst te nemen en daarop
zou toch in werkelijkheid neerkomen wat door de heeren
Pyttersen en Schaper geweuscht werd. Wel staat het
vastdat men niemand zonder door de wet erkende
redenen uit zjjn dienst kan ontslaan, voordat de tijd
waarvoor de dienstbetrekking werd aangegaan is ver
streken ofzoo bet dienstcontract voor onbepaaldeu
i
»Ja, ik heb toen ook al ondervonden, dat de wereld
niet genoeg heeft aan betuigingen, maar bewijzen vraagt,"
mompelde Ernst; maar uit den klank van zijn stem, uit
zijn geheele voorkomen bleek duidelijk, dac 's iets ont
zettends was wat hij daar aanroerde. »Zie," ging hij
met verheffing van stem voort, »wat ik in mijn brchure
beweer en aan het licht breng, dharvoor zal Stcinfeld zelf
het bewijs leveren maar ik zeg u dit éene boud uw pers
in bedwang Als gij de gewaande schuld van mijn vader
als wapen tegen mij durft gebruiken, als die wond on-
meedoogend weer wordt opengereten, dan laat ik mij ook
door mets eu niemand meer woerhonden. Dan, bij den
eeuwigen God dan roep ik datgene wat tot hiertoe
maar ééns over mijne lippen is gekomen, naar allo hemel
streken en boven alle winden uit ook zonder bewijzen
Nu zal ik misschien toch wel geloofd worden!"
t Was de laatste uiting van een lang verkropte ziele-
strrjd. Ronald antwoordde niets op deze hartstochtelijke
uitbarsting en geen spier vertrok op zijn gelaat, sleeüts
haat blonk hem uit de oogeu en onwillekeurig tastte en
woelde bij met do rechterhand in zijn rokzak. Raimar
zag dit en trad een stap achteruit.
»Wat moet dat?' vroeg hjj scherp eu luid.
Rouaid schoen tot bezinning te komen en liet de hand
langzaam weer zinken.
'Ge hebt gelijk 't is verkeerd dat gij en ik elkaar
onder vier oogen spreken 't zou een ongeluk kunnen
geven. Ge znlt wel nader van mi) hooren. Tot weer
ziens dan
Met opgeheven hoofd en vasten stap ging hij heen
steeg in zijn rijtuig, dat buiten wachtte, en riep den
koetsier toe
»Naar Gernsbach
Ernst Raimar bleef alleen achter, maar zijn sombere,
zijne droomende stemming was voorbij. Die ontmoeting
bad hem tot besef gebrachtdat t ca de tijd niet was
om over verloren g. luk te treuren. Hij haalde diep adem,
maar 't klonk als uit eeu verruimde borst, en hij zeide
luid en vastberaden
tijd werd geslotenzonder tijdige opzeggingwel kan
men veilig aannemendat het lidmaatschap van een
werkliedenvereeniging of een Kamer van Arbeid nimmer
zal worden erkend als wettige reden van ontslag of on-
tjjdige opzeggingwel kan men behoorlijke termijnen
stellen die bij de opzegging moeten worden in acht
genomen; maar die verder wil gaan, stuit op bezwaren,
waarvan het verstandig zal zijn het onoverkomelijke te
erkennen. Men kan iemand niet noodzaken een ander
in zijn dienst te nemen tegen zijn wilof de dienstbe
trekking die voor onbepaaldeu tijd is aangegaan on
herroepelijk en onontbindbaar verklaren ondanks tijdige
opzegging. Evenmin gaat het aan bij weigering om
iemand in dienst te nemen of bij tijdige opzegging van
het dienstcontract den rechter het oordeel op te dragen
over het al of niet voldoende van de redenen die tot
het een of het ander geleid hebben. Als de werkgever
oi patroon da keus heeft tusschen twee of meer werk
lieden die hun dienst aanbieden, zal men hom niet kun
nen verplichten vóór alle anderen i den werkman aan te
nemendie lid is van het bestuur eener Kamer van
Arbeid. Als een werkman die bij hem in dienst is
tot bestuurslid van die Kamer wordt gekozen zal bij
hem zeker evenmin als eenig ander werkman kunnen
ontslaan voordat do tijd waarvoor hij is aangenomen
is verstreken of, zoo hij voor onbepaaldeu tijd is aan
genomen zonder dat hem met inachtneming van een
behoorlijken termijn de dienst is opgezegdmaar men
zal hem niet kunnen noodzakendien werkman altijd in
dienst te houden eb dan althans tegen hetzelfde loon
zoolang de werkman dit verkiest. Dit laatste toch, tegen
hetzelfde loonzou er bij moeten komenanders zou
de verplichting weer niets beteekenen. Dit is een pnnt,
waarin de wet niet zal kunnen voorzien, en waaromtrent
de vrijheid van den werkgever of patroon zal moeten worden
geëerbiedigd, even zeker als niemand er aan denken zal
een werkman te verplichten tegen zijn wil bij iemand
in dienst te gaan of langer bij hem in dienst te blijven
dan hijzelf verkiest.
Ken brief van een Kngelschen soldaat.
In de »Northern Daily Mail" van Harleloop komt
eon brief voor van een der mannen van de ^Imperial
Yeomanry," gedagteekend van Rhenoster-rivier, 2 Dec.,
waaraan het volgende ontleend is
»Er zijn nog duizenden gewapende Boeren over het
geheele land, die zich op het onverwachts verzamelen.
ünze jacht op hen want het is nog altijd een jacht
doet mij denken aan een os die een konyn ach
terna zit. Wij loopen mijlen ver om hen te pakken,
TTn^rnm-Mr-nri n
»Vooruit dan in den strijd in het volle menschen-
leven 1"
Majoor Hartmnt was als gelukkig minnaar naar de
stad teruggereden en de notaris tegelijkertijd vertrokken,
niot minder gelukkig in het bezit van bet »groote nieuws",
dat hij te Heilsberg medebracht. Max had zich bij zjjn
oom aangesloten, natnuilijk zeer verdrietig eu ontstemd,
dat hij ook iu de door hem ontworpen landelijke idylle
weer een nederlaag had geleden. Geen van hen allen
vermoedde, dat in het gesloten rijtuig, dat zij tegenkwa
men, Felix Ronald zat. 't Begon reeds te schemeren, toen
deze op Gernsbach aankwam.
De begroeting in Wilma's bijzijn was afgeloopen, het
jonge paar betrad nu Edith's boudoir oa, zoodra zij alleen
waren, drukte Ronald zijne aanstaande aan zijn hart.
»Ik dank je!' zeide hij, »Ik wilde je niet vragen
hier over te komen en mij op Gernsbach te ontmoeten,
maar als ge dit niet hadt bedacht, hadden wij elkaar nog
in lang niet teruggezien. Ik kan Steinfeld nu niet ver
laten eu kom waarschijnlijk eerst over veertien dagen te
Borljjn. Ik dank je, Edith, dat ge hier zijt gekomen
Zijn stem klonk verheugd en opgewonden. Edith had
zich ziju omhelzing laten welgevallen, maar nu wikkelde
zij zich mei een half ongeduldig gebaar uit zijn armen
los en zeide haastig
»Ik moit je volstrekt spreken, Felix; schriftelijk
haddon wi] dat punt misschien maar vluchtig .-unneu aan
roeren. Gij hebt 't drukker dan ooit, dat weet ik wel,
en daarom wilde ik je niet ophouden met allerlei vragen.
Maar zeg mij eens gauw wat hebt ge besloten?'
Zij wilde naast hem op de sofa plaats nemen, maar
Felix bleef staan. Blijkbaar had hij iets anders verwacht
bij dit eerste weerzieu, na een scheiding van zoovele
mahnden, dan die haastige ongeduldige vragen. Ziju straks
zoo opgewekte stem kroeg op eens iets koels eu stugs,
toen bij vroeg
Waarvan spreekt ge toch eigenlijk Ik begrijp je niet."
Edith staarde hem met groote verbazing aan.