I
Onvermogen der wet.
KLATERGOUD,
Honderd en derde jaargang.
1901,
ZONDAG
20 JANUARI.
FEUILLETON.
Nederland.
NO. 9. Tweede blad.
ALKHAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dlnsdag-, Doiderd ag
es Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Aumaab f O,SO franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers S ets.
Telefoonnummer
Prys der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
II. (Slot).
Er werd in de Kamer op gewezen dat het toch wel
doenlijk zou zijn bij de wet te verbieden zelfs onder
bedreiging met straf, iemand tusschentijds uit zijn dienst
te ontslaan of zelfs met inachtneming van den gestelden
termijn den dienst op te zeggen op grond dat hij is
lid van een Kamer van Arbeid van eenig ander ver
tegenwoordigend lichaam of van een arbeidersvereniging.
De heer Drncker verklaarde tegen het strafbaar stellen
van zulk een reden van ontslagmet het oog op den
moreelen invloed geen bezwaar te hebben ook de mi
nister van justitie deed een soortgelijke verklaring, doch
niet zonder er bij te voegen en bij dacht daarbij aan
de dringend noodige regeling van het arbeidscontract
»dat een dergeljjke bepaling overbodig zou zijn omdat
ieder ontslag, dat niet gemotiveerd is, verbodon zal moe
ten worden." Zoo is heten vermits men mag aan
nemen dat noch deze of eenig ander minister noch
een Kamerlid uit eigen initiatief lust zal gevoelen tot
het voorstellen van overbodige bepalingen al hebben zij
overigens daartegen geen bezwaar, zoo gelooven wjj niet,
dat wij spoedig een voorstel van dezen aard te wachten
hebben. Indien geen dienstopzegging of ontslag geldig
is zonder inachtneming van den door de wet gevorderden
termijn of wegens andere dan door de wet geldig ver
klaarde redenen en onder die redenen zal wel nooit
het hier bedoelde lidmaatschap worden opgenomen
waartoe zou het dan wel dienen nog eens te bepalen
dat als iemand verkoos zonder daartoe verplicht te
zijn als reden van ontijdige dienstopzegging of ontslag
uitdrakkelijk op te geven het lidmaatschap van een
Kamer van Arbeid of eenig ander lichaam hij gestraft
zal worden met ten hoogste zooveel dagen hechtenis of
een geldboete van ten hoogste zooveel gulden Wie
zou zoo iets doen tenzij hij in de dwaling verkeerde
dat de wet hem in elk geval tot het opgeven van een
reden verplichtte en hij niet aarzelde deze reden op te
geven in plaats van eenige andere die hij even goed
had kunnen noemen of voorwenden Aan den moreelen
invloed van zulk een strafbepaling zouden wjj niet kun
nen gelooven.
Neen wie dezen weg op wil, moet de aanwijzingen
volgen van den heer Schaper. Men zou, zeide hij, wan
een patroon ook kunnen eischen, dat hij een aannemelijke
reden opgeeft, waarom hij een arbeider dan wèl heeft
ontslagen. Geeft hij een reden op dan kan die onder-
DOOR
fi. WEJtWllR.
Vertaling van HERMIN A.
37)
De woning van den bankier Marlow lag in bet oude
gedeelte van Berlijn en was een dier deftige, ouderwetsche
huizen, die voor meer dan een halve eeuw gebouwd, nog
hun oorspronkelijk voorkomen behouden hebben. De
kantoren lagen aan de straat en de familie bewoonde de
eerste verdieping, terwijl de gezelschapskamers zich op
de tweede bevonden. De inwendige inrichting van het
huis was in overeenstemming met zijn uiterlijk, overal
heerschte een aangenaam en degelijk comfort, nergens
werd men door in het oog loopende pracht en weelde
getroffen.
Men zag en voelde 't, dat men zich hier niet bij een
der moderne geldvorsten bevond, die van zulke uitstal
lingen houden, 't Was alsof de ernstige, strenge geest
van den ouden bankier, die het huis Marlow eens had
gegrondvest, nog altijd omwaarde in de vertrekken, die
thans zijn kleinzoon bewoonde.
't Was in het begin van December. Marlow bevond
zich bij zijne dochter, die hij slechts zelden in hare eigen
kamers opzocht, en men kon 't hem aanzien, dat hij
gewichtige zaken met haar behandelde. Blijkbaar in groote
spanning, liep hjj heen en weder, terwjjl Edith bij het
uitgebouwde hoekvenster zat.
.Kortom, dat geval laat zich hoe langer hoe ernstiger
aanzien," eindigde hij juist een lang betoog. »Maar Ro
nald blijft alles beslist ontkennen. Gij hebt hem immers
alleen gesproken? Wat heeft hij tegen jou gezegd?"
Edith, die half afgewend zat, scheen liever niet met
haar vader over dat onderwerp door te praten en ant
woordde ontwijkend.
zocht worden desnoods onder getuigenverhoor en ge-
tuigenbewijs. En dan zou het meermalen kannen blijken,
of een arbeider om ongeldige redenen ontslagen was."
Wel erkende hij, dat het bewijs dikwijls niet te leveren
zou wezen maar al kreeg men maar 10 pet. van wat
men billijker wjjze verwachten mocht, hij zou den minister
gaarne zien optreden die een dergelijke bepaling zou
willen voorstellen.
De heer Drncker heeft daar wel aan gedacht in zijn
genoemd ontwerp maar het denkbeeld verworpen. Hij
wil de bestaande vrijheid handhaven om aan een dienst
betrekking voor onbepaalden tijd aangegaan een einde
te maken door opzegging zonder opgaaf van redenen
natuurlijk met inachtneming van den in de wet gevor
derden of overeengekomen termijn doch erkent tevens
datzoo opzegging zonder opgaaf van reden geoorloofd
is de mogelijkheid blijft bestaan dat ze plaats heeft
.zonder dat ze innerlijk door behoorlijke redenen wordt
gerechtvaardigd uit wraak of plaagzucht wegens ver
schil van godsdienstige ot staatkundige overtuiging of
op grond van andere niet of moeilijk te billijken mo
tieven." Naar aanleiding van de uitkomsten der Frausche
wetgeving en rechtspraak heeft hij het denkbeeld over
wogen een actie tot schadevergoeding toe te kennen
voor het geval dat zoodanige ongerechtvaardigde opzegging
inderdaad werd bewezen doch hij heeft er van afgezien
wegens de geringe waarschijnlijkheid, dat dit bewijs kan
worden geleverd.
Wjj zouden er daarenboven bezwaar tegen hebben
omdat wij voor deze soort van inquisitie naar innerlijke
beweegredenen bewaard willen blijven.
Zal na dit erkend onvermogen der wet ons tot moe
deloosheid moeten stemmen en de gelederen versterken
van hen die de oprichting der Kamers van Arbeid een
mislnkte poging meenen te kunnen noemen Al was
ook de heer Pyttersen door het antwoord van den mi
nister en het gemis aan hnlp van de zijde der Kamer
teleurgesteld, hij is een te warm vriend van de Kamers
van Arbeid, dan dat wij bij hem voor meer dan tijdelijke
moedeloosheid zouden vreezen. De minister en de heer
Drncker wezen hem op de macht der openbare meening
en de vereende kracht der werklieden zeiven in hun vak
verenigingen. De Kamers van Arbeid zijn nog zoo jong,
schreef de heer Veldman, en wij kunnen er bijvoegen,
dat zij zeer laat in ons land haar intrek hebben gedaan,
in een tijd toen de onderlinge verstandhrnding tnsschen
patroons en werklieden reeds heel wat had geleden. Quid
leges sine moribus? Wat vermogen wetten zonder
.Felix is nu meestal in een ontoerekenbare stemming.
Ik kan dit wel begrijpen en ontzie hem zooveel mogelijk
maar, papa, gij schijnt dat niet gedaan te hebben hij
was zoo boos toen hij van u af kwam."
»Wjj hebben over zaken gesproken, en dan kan men
iemand niet sparen," verklaarde Marlow. »Ik heb hem
ronduit gezegd, dat hjj niet zoo roekeloos handelen, niet
zoo alle bruggen achter zich afbreken mag. Hij heeft de
teugels niet meer in handen, zooals hij nog voor drie en
vier maanden deed. Wat in dien tusschentijd op Stein-
feld uitgelekt is, laat zich niet zoo gemakkelijk meer in
den doofpot stoppen. Thans, nu de mindere beambten en
de arbeiders niet meer voor hun bestaan vreezen, nu ze
weten dat de overheid hen in bescherming neemt, nu
spreken allen naardat ze wijs zijn. Msar hij wil niet
hooren en slaat mjjn waarschuwingen in dan wind. Nu,
hij moet 't weten; Steinfeld is zijn eigendom, ik heb er
niets meer mee te maken."
.Niets meer?" Verrast, bijna verschrikt, wendde Edith
het hoofd om.
.Neendat plan is mislukt en de actiemaatscbappjj
onmogelijk geworden. Denkt ge dat er nog iemand is,
die zijn geld aan Steinfeld zou wagen of de verantwoor
ding daarvoor op zich zou durven nemen
.Maar dat hebt gij toch in het voorjaar wel gedaan,
papa, en als financier kondt ge dat toen toch óok beoor-
deelen. Gij waart toen zoo ingenomen met dat plan."
Dit verwijt werd gevoeld en begrepen. De bankier
bleef staan en zijn stem klonk min of meer onzeker,
toen bij haastig antwoordde
»Iu het voorjaar liet alles zich anders aanzien. Ik
heb veel dingen niet geweten, misschien ook veel te zacht
beoordeeld. Zulk een reusachtige onderneming als Stein
feld mocht men niet met den gewonen maatstaf meten,
d&ar is veel veroorloofd, wat in andere omstandigheden
afgekeurd zou moeten worden, 't Is hoogst moeilijk hier
een grens te stellen. Naar hetgeen ik nu daarvan weet,
zon ik mij onvoorwaardelijk terugtrekken, zelfs als de maat
schappij tot stanu kon komen. Maar de onmogelijkheid daar
van bespaart mij nu dio pijnlijke mededeeling aan Ronald."
medeworkende zeden geldt inzonderheid hier. En wat
zon verwacht mogen worden van een vruchtbare, tege
moetkomende onderlinge gedachtenwigseling en zncht tot
samenwerking en overleg in de Kamers van Arbeid
indien de leden daarvan door dwang en straf in hun
betrekking gehandhaafd moeten worden De met ontslag
bedreigde werkman te Almelo is tengevolge van minne
lijke tusschenkomst ten slotte lid van de Kamer van
Arbeid en tevens in dienst van zijn patroon gebleven.
.Wij leven nu net of er niets gebeurd is," zei de patroon.
Wij zouden willen vragen, of er een betere uitkomst
denkbaar is, en of die zoo gunstig had kunnen wezen,
indien zij door wottelijken dwang ware verkregen.
Zooals wij reeds hebben opgemerkt zal in de wet tot
regeling der arbeidsovereenkomst onder de geldige redenen
van ontslag of dienstopzegging binnenstijds zeker niet
opgenomen mogen worden het lidmaatschap van een Kamer
van Arbeid, van een gemeenteraad of eenig ander lichaam
waartoe de werkman volgens de Grondwet of eenige wet
gekozen zon kunnen worden. Men zou daarenboven kunnen
verbieden, dat bij onderlinge overeenkomst van die be
paling werd afgeweken, zoodat zelfs indien de werkman
had toegestemd, dat hij ingeval van zoodanige benoe
ming kon worden ontslagen, die overeenkomst nietig zou
wezen. Verder te gaan zou onzes inziens niet alleen niet
wel mogelijk maar ook niet raadzaam wezen.
Dat het ten aanzien van dienstboden, die min of meer
opgenomen worden in bet gezin iets ander iswerd
terecht opgemeikt in De Nieuwe Courant. Het is geen
zeldzaamheiddat bij de aanvrage van dienstboden als
voorwaarde gesteld wordt het lidmaatschap van eenig
kerkgenootschapen niemand heeft daarin tot dusverre
eenig bezwaar gezien, ofschoon de Grondwet aan-alle
Nederlanders v. ijh van g Isdi -st ea van godsdienstoefe
ning waarborgt. Ofschoon er over het stellen van eeD der
gelijke voorwaarde verschillend gedacht kan worden
dient de vrijheid om het al of niet te doen gehandhaafd
te worden evenzeer als zij zal moeten bestaan ten aan
zien van het lidmaatschap van politieke of andere ver-
eenigingen. Een bepaling ten aanzien van werklieden als
boven werd bedoeld, zon daarom ten aanzien van dienst
boden niet te rechtvaardigen zijn.
JEgmond aan Zee. Den 16 werd de gewone
jaarlijkscbe algemeene vergadering van aandeelhouders
in de Naaml. Venn. .Omnibusdionst De Drie Egmonden"
alhier gehouden. Uit de rekening is gebleken dat in
Edith zweeg, maar begreep er alles van. Marlow had
waarschijnlijk veel niet geweten, veel zelfs niet w i 11 e n
weten, om zich niet te moeten onttrekken aan een onder
neming, die hem onberekenbare winsten beloofde. Zoodra
de openbare meening zich daartegen verklaarde, ontwaakte
zijn geweten als koopman en trok hij zich voorzichtig en
nog juist bij tijds torng. De .knappe, omzichtige handels
man' wist altijd wat hij deed, en ook by dezen aftocht had
hij zich niet blootgegeven; maar zijne dochter voelde thans
toch voor de eerste maal, dat er een kloof tnsschen haar
en haar vader lag. Wat hem betrof, hij was dezelfde
gebleven, maar zij zij was sedert het voorjaar een
ander mensch geworden 1
.De volgende week begint het proces," nam Marlow
weder het woord. »De omstandigheden lieten Ronald geen
keusals hij op de beschuldigingen in dat pamflet had
gezwegen, zou er gezegd zijn dat hij daarin toestemde.
Hij moest een aanklacht wegens laster indienen dat
kon hjj onmogelijk laten Blijft gij nog altijd bjj je
plan om de gerechtszittingen bij te wonen
»Ja zeide Edith op stelligen toon. »Ik wil en kan niet
wegblijven, als er zooveel voor ons op het spel staat."
.Voor ons O zoo 1" herhaalde de bankier half bin
nensmonds, terwijl hij zijn dochter een eigenaardig vor-
schenden blik toewierp. »Nn, jnist daarom dring ik er
nog eens op aan, dat gij die gedachte nit je hoofd zet.
In zulke gerechtszittingen krijgt men dikwijls de onaan
genaamste dingen te hooren. Hebt gij jezelf genoeg in
bedwang om er als een vreemde bij tegenwoordig te
zjjn Of zou 't je niet kunnen schelen, dat men nu jnist
je betrekking tot Ronald vermoedde
»Ik heb Ronald al bjj onze laatste ontmoeting op
Gernsbach voorgesteld, ons engagement publiek te ma-
keu merkte zij aan.
.Edith riep haar vader ontsteld maar zij ging bedaard
voort
.Hij had er toen iets tegen. Ik was er toe bereid."
»In 's hemels naam, hoe komt 't je in de gedachte!"
barstte Marlow uit. »Nu, torwjjl Ronald van alle kanten
wordt aangevallen zoudt gjj tin rondbazuinen dat ge