Buitenland. van het advies van schoolopziener en schoolcommissie. B. en W. knnnen altijd zij het dan niet officieelhet advies van het hoofd der school vragen. De wijziging der verordening wordt daarna goedgekeurd met de toevoeging van den heer de Lange. Door de heeren de Lange en Kraakman wordt nu opgemerkt, dat men thans niet tot de bevordering kan over gaan, daar men het advies der schoolcommissie niet heeft. De Voorzitter deelt dit gevoelen en stelt voor de bevordering aan te houden tot de volgende vergadering en acht daaraan ook voor den heer Byleveld geen bezwaar verbonden. Alzoo wordt besloten. Verhooging jaarwedde gemeente-ontvanger. 4. Bij de terugzending der begrooting, werd door Ged. Staten de wensch uitgesproken in zake de verhooging van de jaarwedde van den gemeente-ontvanger een af zonderlijk gemotiveerd voorstel te ontvangen. In verband met dezen wensch en de discussie in de vorige vergade ring wordt thans door B. en W. een aan Ged. Staten te zenden missive aan den Raad ter goedkeuring aange boden. In deze missive wordt de verhooging vooral wen- schelijk geacht in verband met de uitbreidingdie ook na 1895, toen de jaarwedde werd gebracht op f 18C0 en de borgtocht op f 30000 de gemeente heeft onder gaan waardoor de begrooting der inkomsten en uitgaven is verhoogd met pl.m. f 51000, terwijl de werkzaamheden niet weinig zijn vermeerderd. Van den heer Boelmans ter Spill is betrekkelijk deze zaak ingekomen een schriftelijke wijziging der redactie van het schrijven van B. en W. aan ged. staten. De heer Boelmans ter Spill deze wjjziging toelichtende zegt, dat het hem wenschelijk voorkomt weg te laten, wat vroeger is geschied dat mag men bij ged. staten bekend veronderstellen. Men moet echter nader de gronden preciseeren, waarop de raad de er- hooging wenschelijk acht, en dan voornamelijk wijzen op het renteverlies door den borgtocht, afgescheiden nog van het kapitaalsverlies door de daling der koers van de fondsen, waarin de boigtocht moest worden belegd. De heer Kraakman is het met den vorigen spreker in vole opzichten eens hij meent echter dat het kapi taalsverlies, dat zich door stijging van de koers weer kan herstellen, voor ged- staten wellicht geen motief zal zijn. Nadat nog door enkele leden inlichtingen gevraagd worden over het renteverlies en de heer Boelmans ter Spill daarop heelt geantwoord, dat de ontvanger ver plicht is geworden tegen 3pct. te beleggeD, terwijl hij anders zeer goed 4 4J had kunnen maken, een mee ning die door den heer Glinderman wordt gedeeld, wordt de gewijzigde redaetie van den heer Boelmans ter Spill goedgekeurd met weglating van de clausule over het kapitaalsverlies. Commissie tot wering van schoolverzuim, Ingevolge de Leerplichtwet. 5. Ingevolge art. 22 der Leerplichtwet moet door den Raad worden overgegaan tot benoeming van eene Com missie tot wering van schoolverzuim''waarin zooveel moge lijk moeten zijn vertegenwoordigd lo. de in de gemeente wonende ouders, voogden en verzorgers van <ie in de gemeente op een lagere school ingeschreven kinderen 2o. do meerderjarige onderwij-ers, die aan eene open bare lagere school in de gemeente werkzaam zijn 3o. de meerderjarige onderwijzers, die aan eene bijzon dere school in de gemeente werkzaam zjjn 4o. de overige meerderjarige inwoners der gemeente, voor zoover zij niet onder een der vorige categoriën vallen. De Raad heelt tevens te bepalen hoe groot het aantal leden dezer commissie zal zijn, met dien verstande, dat dit aantal niet meer dan negen mag bedragen. Het komt B, en W, wenschelijk voor, dat het aantal leden op 7 worde bepaald In verband daarmede stellen zij voor le. Te bepalen, dat de commissie tot wering van schoolverzuim in de gemeente Alkmaar zal bestaan uit zeven leden. 2e. Over te gaan tot benoeming der leden, waartoe de volgende aanbevelingen zijn opgemaakt le. Mr. W. C. Bosman, mr. T. A. Sanues 2e. Jb. van den Berg, mr. B. van der Feen de Lille 3e. C. J. Reiziger, mej. A. J. Jochim 4e. J. Eits, J. Beun 5e. P. H. Krekelberg, mej. EL M. Westerwoudt 6e. T. Tuinstra, A. Schuur Entingh 7e. Jhr. mr. D. van Foreestmr. K. A. Cohen Stuart. De heer Blum zegtdat één commissie hem wel wat weinig voorkomteen opmerking die hij ook al reeds in een onderhoud met den Voorzitter heeft gemaakt. De commissie zal hetnaar hij meent, nog al druk krijgen. Hij acht het echter beter thans met het voorstel van B. en W. mee te gaan, men kan altijd later verandering aanbrengen. De Voorzitter zegtdat men te rade is gegaan met andere plaatsen van gelijk zielenaantal. Tot leden der commissie werden benoemd de heeren Mr. W. O. Bosman Jb. v. d. Berg 0. J. Reiziger J. EitsP. H. KrekelbergT. Tuinstra en jbr. mr. D. van Foreest. Het dempen van een gedeelte sloot langs den ütraatweg. 6. Bij schrijven van 27 November 1.1. heeft de Ge zondheidscommissie zich tot den Raad gewend met het advies om te besluiten de slootwelke tot afscheiding dient van de erven der heeren H. J. de Lange, J. Blom, mej. G. Dekema wed. van der Horst en den heer J. van der Haagen te willen doen dempen welk schrijven om bericht en raad in banden werd gesteld van B. en W. Daaraan voldoende, herinneren zij aan hetgeen te dezer zake reeds is voorgevallen en blijven van meening, dat bedoelde sloot vooralsnog niet noodzakelijk baboort ge dempt te woi den en dat daarentegen het uiterste moet worden beproefd ommet behoud der sloottot een bevredigenden toestand te geraken. B. en W. hebben daarom mevr. de wed. van der Horst en den hoer J. van der Haagen, krachtens art. 230 der Algemeene Politie-verordening aangeschreven en gelast de riolen van hunne perceelen nu in de bedoelde sloot uitmondende binnen drie maanden na dagteekening te doen verwijderen terwijl zij hun tevens vergunning heb ben vorleond om het rioolwater in eene bodemlooze zink put te mogen opvangen totdat aansluiting van hunne perceelen op een gemeenteriool mogelijk zal zijn. Van dezen maatregel wordt een groote verbetering van den toestand verwacht. Voorgesteld wordt daarom aan de Gezondheidscom missie te berichten dat de zaak reeds meermalen is overwogen, doch dat voorshands niet tot de demping van de sloot kan worden overgegaan. De heer Kraakman heeft tegen het antwoord van B. en W. aan de gezondheidscommissie geen bezwaar maar er wordt bij de considerans van het voorstel ge zegd dat den aanwonenden van de sloot gelast is de riolen te doen verwijderen enz. B. en W. combineeren dit aan het besluitdat zij bereids gonomen hebben en nu wilde spreker vragen of het noodig is, die bezwaren op te leggen. Hij meent dat die bezwaren kunnen wor den voorkomen en dat men althans een proef zou knnnen nemen, met het in- en uitlaten van water door de daar voor bestemde pompen. Het buitenwaterdat hooger is kan er gevoeglijk in worden gebracht en zoo is het mogelijk geregeld het water te ververschen. Het vuile water kan geloosd worden in de Overdiepolder. Hij zou willen voorstellen, dat B. en W. daarvoor een onderzoek instelden en daarvan rapport uitbrachten in een volgende vergadering. De Voorzitter zegt, dat zoodanig onderzoek reeds herhaaldelijk heeft plaats gehad. De heer Stoel oppert tegen het voorstel-Kïaakman het bezwaar dat het polderbestuur niet zal toestaan dat het vuile water in den polder wordt gelaten. Hij meent dat een betere oplossing te vinden is door een riool te maken naar de Wilhelminalaan dan kan men meteen een gedeelte van de Harddraverelaan van het water ontlasten. De Voorzitter meent dat aan dat plan eigen aardige bezwaren zijn verbonden. De heer Kraakman antwoordt den heer Stoel, dat het polderbestuur geen bezwaar ban maken alle huizen in den polder loozen het vuile water toch daarin. Hij meent dat een proefneming zeer wel mogelijk is. De heer de Sonnaville (weth.), van nabij met den toestand bekend aebt het voorstel van B. en W. de eenige oplossing. Hij wijst nog op de eigenaardigheid, datals na hevige regens do sloot den eenen dag vol is, het water den anderen dag verdwenen is. De oplossing daarvan schijnt eenigszins moeilijk. Hij gelooft daarom, dat de proefneming niet veel resultaat zal hebben. De heer Bosman wijst er op, dat het in den zomer vaak moeielijk is water in te latenen acht een onder zoek gewenscht. De Kraak man beveelt de proefneming nog eens aan vooral in den zomer kan men de inlaatpomp voort durend openzetten voorts merkt hij op dat men hier schijnt te doen te hebben met een natuurgeheim. Het voorstel van B. en W. wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Puut 7 betreffende den stoomtram naar Fgmond en liergen, omtrent goedkeuring eener richting-wijzi ging, geven wij mét de discussie in een volgend nummer. Feestviering. De Voorzitter deelt mede, dat de collecte van het dames comité, dat zich had gevormd om op den huwelijksdag van H. M. dê "Koningin eene uitdeeling te houden onder de armen, en oen kinderen een schoolfeest te bereiden, heeft opgebracht f 1280, en niet voldoende is, om daarmede te doen, wat men zich had voorgesteld. Hij stelt daarom, namens B. en W. voor, hun college een crediet te verleenen van f 1000 om daaruit te be kostigen de illuminatie van het stadhuis, een muziek uitvoering op de Steenenbrug en een feest voor de kin deren van alle lagere scbolen. De heer Blum vraagt of de bewaarschool daaronder begrepen is, waarop wordt geantwoord, dat dit niet het geval is, doch dat er geen bezwaar zal zijn ook deze kleinen in het feest te doen deelen. De heer Kraakman heeft reeds eenige dagen ge leden over dit plan hooren spreken, en hij had gedacht, dat de raad wel eenige meerdere toelichting zou krijgen. Men is rondgegaan, heeft gecollecteerd f 1280 voor het beoogde doei, nu ware de eenvoudige weg, dat men iets minder gaf aan de armen, en een som afnam voor de eehoolkii deren. Geelt men een daalder of 2 gld. aan iede- ren arme, dan blijft er voor de schoolkinderen nog ge noeg over. Men heeft gegeven voor de armen en de schoolkinderen. Voor beiden moet dit geld gebruikt worden. »Het spjjt me, mijnheer de Voorzitter, dat n boos wordt", vervolgt hij, vmaar men geelt zoo maar geen f 1000 uit de gemeentekas voor liefdadigheid. Wil men de kinderen laten feestvieren, uitstekend, maar dan van vrijwillige bijdragen." De dames wil hij hier onbe sproken laten, maar waar zij de macht in handen heb ben, meent hij dat ze dat zeli het best kunnen regelen. Bovendien zou het een subsidie zijn ook aan de bijzon dere scholen en daartoe medewerken kan hij niet. De heer Boelmans ter Spill meent dat de illu minatie van het stadhuis op zich zelf nooit mooi is en acht die in dit jaargetijde niet aan te bevelen. De Voorzitter zegt: dat is eene kwestie van opvat ting. Den heer Kraakman antwoordt hijdat in vela andere plaatsen het niet met zooveel moeite gaatvoor het genoemde doel een bedrag uit de gemeentekas te verkrijgen, 't Is waar, dat de dames zich ten doel stelden een uitdeeling en een schoolfeest, doch de beurzen werden niet voldoende geopend. Voor ieder arm huisgezin kon, naar hij meende f 1,68 worden bestemd en voor ieder kind uit dat gezin f 0,56. Dat is toch geen som om het proletariaat tot millionaire te maken. Voor een school feest blijft er dan niets over. Den heer Blnm is het tamelijk onverschillig of het vooistel wordt aangenomen of niet; hij zelf zal uitstedig zijn. Wat de kiudeien betreft, hot zal misschien eene kleine teleurstelling zijn; de onderwijzers, van wier mede werking hij verzekerd zou zijn, zullen het niet zoo zeer betreuren. Hij komt echter op tegen de bewering van den heer Kraakman, dat deze gift eene subsidie zou zijn aan de scholen. Er wordt niets uitgekeerd voor het onderwijs doch slechts voor een feest; ieder raadslid moet voor zich weten, hoe hij daar tegenover staat. De heer van den Bosch juicht het denkbeeld, om de kinderen van Alkmaar te doen feestvieren, dat is de bedoeling, toe. Men neemt daarvoor een veel omvattende categorie en dat is de schooljeugd. De heer Kraakman blijft bezwaar maken om dat bedrag toe te staan. Bij de begrooting heeft men moeite gehad de cijfers te doen sluiten; hij zou niet weten waar het geld moest worden gevonden. De Raad zou doen wat hij nog nooit heeft gedaan niets wetende dan deze mededeelingen. Het doet hem leed, dat B. en W. niet een meer gedetailleerd plan hebben overgelegd er was tijd genoeg voor geweest. Evenwel kan hij niet meegaan om uit de gemeentekas geld te geven voor een schoolfeest. De Voorzitter zegt hierop B. en W. trekken na de woorden van den heer Kraakman hnn voorstel in. De gemeente moge dan den spotlust opwekken van het ge- heele land. De heer Kraakman met heftigheid s Tegen die woorden, mijnheer de Voorzitter, protesteer ik." Ook de heer d e W i t protesteert. De heer Stoel doet het voorstel aan de hand om de Steenenbrug te verlichten en daar een muziekuitvoering te doen geven. De heer Goede meent dat de verlichting van de Steenenbrug wel 2 a 3000 gld, zal kosten. Men mompelt, dat het niet zooveel zal zijn. De heer Bosman acht den tijd om die verlichting te maken wat te kort, waarop de heer Stoel komt met het idéé, de verlichting van het stadhuis op de Steenen brug te plaatsen. De heer Kraakman stelt thans voor, een crediet van f800 te verleenen voor verlichting en muziek. B. en W. kunnen dan zelf een plan maken. De Voorzitter zegt, dat niet ts kunnen aanvaar den Toen hij voorstelde f 1000 te goven, werd door den heer Kraakman gezegd, dat er geen geld voor dat doel was te vindon, nu komt hij zelf met f 800. De heer d e W i t apprecieerde wat door de dames werd gedaan, doch meent dat de gemeentekas niet opengesteld mag worden, nu door d" ingezetenen niet genoeg is bij gedragen, en dus het doel niet is bereikt. Hij is er tegen iets te dien einde uit de gemeentekas te geven. De hoeren de Groot en Boelmans ter Spill zijn het met den heer de Wit eens. De heer Stoel doet ten slotte het voorstel, een illu minatie te maken op de Steenenbrng en een muziekuit voering te doen geven, daarvoor een crediet verleenende van f 500. Dit voorstel wordt ton slotte in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 8 stemmen. Togen de heeren de Sonnaville Goede de Groot van den Bosch, de Wit, Vonk, Blum, Boelmans ter Spill en de Wild. De Voorzitter constateert, dat aldus de 7 Febru ari voor de gemeente Alkmaar onopgemerkt zal voorbij gaan en sluitdaar niemand meer het woord verlangt de vergadering. CHiWA. Omtrent de vredes-onderhandelingen wordt het volgende gemeld Een paar der meest bekende vreem delingenhaters en Bokserhoofden zijn thans gestraft. Den 27 werden Tsjwang en Ju-hsien onthoofd. Denzelfden dag werden Hsoe-tsjen-yi, de zoon van den bekenden vreemdenhater Hsoe-toeng en Tsji-sioe, een der leden van den Tsjoeng-li-Ya-Men, die beiden in den jongsten op stand een groote rol hebben gespeeld, in hechtenis ge nomen. Zij zullen tot aan hun terechtstelling in de ge vangenis blijven. Li-Hoeng-Sjang schijnt nu toch werkelijk zeer ernstig ziek te zijn, zoo zelfs, dat men aan zijn herstel wanhoopt. Volgens een uit Peking ontvangen bericht heerscht er hongersnood in de Chineesche provincie Sjen-Si. Dui zenden zijn reeds van gebrek ou gekomen. Het Hof heeft tot leniging der nood groote rijsi-uitdeelingen bevolen. Daar de gezanten echter vernamen, dat daarbij ondor- scheid werd gemaakt ten aanzien van inlandsche Chris tenen, die zelfs gestraft werden wanneer zij onderstand inriepen, hebben die van Amerika, Engeland en Frankrijk bij Prins Tsjing en Li Hoeng-Tsjang daartegen gepro testeerd. Dientengevolge is een keizerlijk edict uitgevaar digd, allen ambtenaren en Chineeschen soldaten op straffe van onthoofding bevelende de Christenen in 't geheele Rijk op gelijken voet te behandelen als andere Chineezen. De gezanten achten dit een allergewichtigsten maat regel indien hij wordt uitgevoerd., 1)IT1T§CHLA1¥I?. De verklaring van den Pruisischen minister-president von Billow betreöeude de aanstaande verhooging der graanrechten heeft zoowel in Rusland als in Hongarjje een uiterst ongunstigen indruk gemaakt. Men vreest in heide landen, dat de maatregel, als hij wordt doorgevoerd, den uitvoer van graan naar Duitsch- land een zwaren slag zal toebrengen. Dezer dagen is bet keizerlijk geschenk aan den Sultan van Turkije onthuld, het bestaat uit een fontein te Con- stautinopei. Zooals de Duitsche gezant in zijn rede o.a. zeide »opgericüt ter eeuwige herinnering aan de harte lijke en schitterende gastvrijheid, die de ■«Sultan den Duitsehen Keizer en der Keizerin bewezen heeft. Duur zaam en onvergankelijk, als bet marmer der bron rein en zuiver als het water dat zij geeft, zijn de gevoelens die de Duitsche Keizer heden en altijd bmden aan zijn keizerljjken vriend. Deze onverbrekelijke vriend schap is een waarborg voor den vrede en een bron van geluk voor de volken." Als godsdienstige plechtigheid werd voor de bron een ram geslacht. De Sultan heeft bij de fontein twee zilveren kannen doen aanbrengen, die met bet water der bron gevuld en daarop verzegeld werden. De eene kan is voor de Sultan bestemd, de andere voor zijn keizerlijken vriend. De agitatie voor de Boereu wordt voortgezet. Eenige dagen geleden werd te Wiesbaden een door 1400 personen bezochte vergadering gehouden, ten einde sympathie te betuigen met den heldhaftigen vrijheidsoor log, die door de beide Boeren-republieken thans wordt gevoerd. Prof. dr. Standinger uit Darmstadt voerde het woord. In plaats van de Wet, die na de vergadering te Bonn ongesteld was geworden en naar Amsterdam was terug gekeerd, sprak commandant Jooste, die daverenden bijval oogstte. Een niet minder warm onthaal viel hem ten deel op vergaderiugon to Dresden, Plauen, Wiesbaden en Wurzen. In eerstgenoemde plaats werd hem als hnlde aan de dappere strijders voor huis en haard een lauwer-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 2