KLATERGOUD, ALKMAARSCHE COURANT. KIEZ£IRSUJSTX31«r. FEUILLETON. PARIJSCHE BRIEVEN. No. 14. Honderd en derde Jaargang. 1901. Vrijdag 1 Febr. 1901. Tweede blad. DE BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR: Gelet op de artt. 11, 12 en 13 der Kieswet; Noodigt de mannelijke Inwoners der gemeente, die den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt, uit, om a. zoo zij in eene andere gemeente over het laatst- verloopen dienstjaar in eene der Rijks directe belas tingen zijn aangeslagen, wat de grondbelasting be treft in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen, tot een bedrag van ten minste één gulden (in hoofdsom en rijks opcenten) daarvan door overleg ging van voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 Februari a.s. ter secretarie dezer gemeente te doen blijken b. vóór 15 Februari a.s. aangifte ter secretarie te doen (volgens model aldaar verkrijgbaar) van als mede-eige naar, zonder dat zijn naam bij den aanslag in het kohier is vermeld, voor een bedrag van ten minste één gulden in hoofdsom en rijks opcenten aangeslagen te zijn in de grondbelasting, wegens onroerende goe deren eener onverdeelde nalatenschap e. voor zooveel zij niet over het laatstverloopen dienstjaar in eenige Rijks directe belasting zijn aange slagen, bewijzen kunnen dat zij voldoen aan eene der volgende voorwaarden 1. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleenwo nende personen op den 31 Januari dezes jaars, sedert den len Augustus van het vorige jaar hebben bewoond krachtens huur, een huis of een gedeelte van een huis, waarvoor met of zonder bijbehoorenden of in huur gebruikten grond, niet ter bewoning bestemd, de werkelijke huurprijs per week berekend, ten minste heeft bedragen f 1.50, of wel achter eenvolgens in dezelfde gemeente twee zoodanige huizen of gedeelten van huizenofkrachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, eenzelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke meter inhoud of 24000 kilogram laadvermogen. 2. dat zij op den 31 Januari sedert den len Januari van het laatst verloopen jaar achtereenvolgens bij niet meer dan twee personen, ondernemingen, open bare of bijzondere instellingen in dienstbetrekking of als inwonende zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten van f 400 wordende ter bereiking van dit bedrag, vrije woning of inwoning, beide berekend op f 75,vrije kost en inwoning op f 275,en vrije kost alleen op f 200,overigens komt alleen geld in aanmerking indien dat inkomen als vast week-, veertiendaagsch-, maand- of jaarloon is genoten en dit loon wegens ziekte of verwonding gedurende ten hoogste twee maanden niet of niet ten volle is ontvangen, wordt het geacht tot het normale bedrag te zijn genoten of, dat zij op den len Februari dezes jaars in het genot zijn van een door eene onderneming, open bare of bijzondere instelling verleend pensioen of verleende lijfrente van gelijk bedrag van f 400.— (voor hen die in beide gevallen verkeeren, worden, zoo noodig ter bereiking van het vereischte bedrag, het inkomen, het pensioen en de lijfrente samen geteld) 3.dat zij op den len Februari dezes jaars sedert een jaar den eigendom met recht van vrije beschikking hebben van ten minste f 100 (nominaal) ingeschre ven in de Grootboeken der Nationale Schuld of van ten minste f 50, ingelegd in de Rijkspostspaarbank in eene gemeentelijke Spaarbank of in eene Spaar. jMifiimnwMïirirr-iii b wi. ittïirfrfrrffffWhiinï'fii«mnvrn DOOR F. WEBNER. Vextaling van HERMIN A. bank, beheerd door het bestuur van eene rechts persoonlijkheid bezittende Yereeniging, van eene Naamlooze Yennootschap, van eene Coöperatieve Vereeniging of van eene Stichting 4. dat zij met goed gevolg hebben afgelegd een ex amen, ingesteld door of krachtens de wet of aan gewezen bij algemeenen maatregel van bestuur en in verband staande met de benoembaarheid tot eenig ambt, de vervulling van eenige betrekking of de uitoefening van eenig bedrijf of beroep daarvan mede ter Secretarie te doen blijken vóór 15 Februari aanstaande, door verklaringen, waarvan de modellen aldaar kosteloos verkrijgbaar zijn. Als toelichting op het vorenstaande, wordt er op gewezendat onder hen die den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt, deze wet verstaat hen, die den leeftijd hebben bereikt vóór of op den 15 Mei dat de aanslag der vrouw in de Rijks directe be lastingen geldt voor haren man, die van minderjarige kinderen, wegens goederen, waarvan hun vader het vruchtgenot heeft, voor hunnen vader; Aanslagen in de Rijks directe belastingen, waarvoor eerst na 31 December van het laatst verloopen jaar een aanslagbiljet is uitgereikt, geven geen aanspraak op kiesrecht. dat aanslag in de vermogens®, de bedrijfsbelasting of een plaatselijke belasting geene aanspraak geeft op kiesrecht, indien hij het gevolg is van eene met de waarheid strijdige aangifte dat bij de berekening van den werkelijken huurprijs, die ook verschuldigd kan zijn in den vorm van con tributie aan eene Coöperatieve bouwvereeniging, maand- huur tot weekhuur herleid wordt door deeling met 4, jaarhuur door deeling met 50 en geen aftrekplaats vindt van de som, verschuldigd voor gas- of water leiding, ingeval deze in den huurprijs is begrepen. dat de ingevulde formulieren kosteloos per post aan den burgemeester kunnen worden toegezonden, mits de omslagen met aangiften boven aan de voorzijde het opschrift dragen„Vrij van briefportingevolge art. 50 der Kieswet," en in den linker benedenhoek de vermelding van den naam en de woonplaats van den afzender, gewaarmerkt door zijne handteekening. Yoor hen, die krachtens vroeger gedane aangifte op de loopende kiezerslijst voorkomen, is hernieuwde aan gifte onnoodïg, indien de plaatsing op de lijst berustteop 1. de bewoning van een huis of een gedeelte van een huis of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen 2. het genot van pensioen of lijfrente 3. het bezit van eene inschrijving in de Grootboeken der Nationale Schuld, ot van een inleg in eene spaarbank; 4. het afleggen van een examen. Daarentegen is hernieuwde aangifte wei noorïfg voor hen wier plaatsing op de lijst berustte op 1. de bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, indien zij niet meer op 31 Januari hetzelfde hais of een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen; of 2. het genot van inkomen in dienstbetrekking, of als inwonende zoon, in hei bedrijf of beroep der ouders werkzaam, hetzij met of zonder genot van pensioen of lijfrente. Zij die alhier voor fl,in hoofdsom en rijksopcenten in de grondbelasting of zij, die in eenige andere rijks di recte belasting (vermogens-, bedrijfs- of personeele belas ting) zijn aangeslagen, behoeven zich niet aan te melden Ten slotte wordt er op gewezen, dat valsche opgaaf betreffende een feit, waarvan de plaatsing op de kiezers lijst afhankelijk kan zijn, wordt gestraft met gevangenis van ten hoogste één jaar. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 23 Januari 1901. G. RIPPING. II. Parijs, 21 Januari 1901. Het octrooi van Parijs, dat is de stads-inkomende rechten. Eindelijk na meer dan hondard jaren heelt men dan toch eene flinke hervorming gebracht in deze dwaze belasting. Wilt gij wel gelooven, dat onze parjjsche voorouders dat octrooi reeds afschaften in het jaar 1791 en tcch kwam het spoedig weer terug. Niets is zoo gek voor eene wereldstad als Parijs, als deze zotte belasting. Woont gij buiten de stad en gaat gij 's morgens naar uw kantoor, fabriek of zelfs voor Uw genoegen naar Parijs, dan vindt gij aan alle ingangen der stad een leger van beambten, die goed toekijken of gij niet iets medebrengt, waarvoor stadsbelasting moet worden betaald. Zoo is er octrooi op hout, dus neemt gij eene plank mede, of eene houten bank of stoel, dat alles wordt gewogen en gjj betaalt eenige centimes om het binuen de stad te brengen. En zoo gaat het met olie, boter, kaas, gevogelte, wild en wat niet alvoor eene kan wijn betaalde men 20 centimes, vandaar dat jongelui die een flauw pretje wilden hebben, met volle flesschen wijn kwamen aandragen, en dan even bij de »porte'' stilhielden, de flesschen ontkurkten, en vlak buiten Parjjs den inhoud leegdronken. Eindelijk heeft men toch het octrooi op wijn geheel afgeschaft, en daar tegelijkertijd de cousumptiereehten, door den Staat geheventot een minimum werden herleid, zoo kost thans de wijn te Parijs opeens een boel goedkooper. Het is alsof de handelaars ook wilden medewerken tot het goede doel, om de parijsche bevolking nu eens voor zeer weinig geld veel wjjn te geven, want overal ziet men aangeprijst gegarandeerd zuivere wijnen voor 40, 30, ja zelfs 25 centimes per liter. Ja, dat is een mooi Nieuwjaars geschenk door de wetgevers en leden van den raad aan Parijs gegeven, bedenkt eens welk een bezuiniging dat maakt in de huishouding der arbeidende klasse. Eene familie van vier of vijf personen drinkt hier zeer gemakkelijk twee of drie kan wijn per dag, en eet ongeveer zes pond brood, alzoo eene winst van 15 centimes per liter wpn. en door eenige broodfabrieken nog eene winst van evenzoo 15 centimes per brood van 2 kilo s, waarlijk, voor de huismoeders is dat een buitenkansje. Wel is het jammer, dat men thans een octrooi hett van 5 francs per 100 kilo's op sinaasappelen en citroenen, want dat zijn toch zeer gezonde vruchten, uitstekend geschikt voor gezonde dranken. Maar hetgeen wij vooral toejuichen, dat is dat men de rechten op alcoholische dranken flink verhoogd heeft, ah, zoo men het absinth geheel verbieden kon, het zou ons genoegen doen. Absinth is eene zeer gevaarlijke drank, veel erger dan hollandscho jenever, wij kennen eenige absinthdrinkers, en waarom het niet erkennen, wij hebben ook wel absinth geproefd, zeker, het is heel lekker, maar verleidelijk en het bekomt slecht. Men noemt dat hier een aperitief, maar drinkt gij een hollandsch bittertje, dat is zóó klein, daarmede verdrinkt men den eetlust niet, doch hier neemt men alles in groote waterglazen, dus de absinthdrinkor laadt zich de maag zóó vol, dat er geene plaats meer overblijft voor de soep. Zonder de drinkers in het algemeen te verdedigen, kanomen toch zeggen, dat er zijn «qui out le vin gai 1", die vrooljjk zijn door een glaasje wijn te veel, ook in Holland vindt men velen, die vroolijk zijn bp hun bittertje, maar de absinthdrinker is juist het tegenovergestelde, één glas maakt zenuwachtig, meer glazen maken twistzoekend, dus dan weet de mensch niet geheel meer, wat hij doet. Hoevele misdaden deze verleidelijke groene drank, »ce poison vert", dat groene vergif, op het geweten heeft, wij weten het niet, het is ontelbaar. Natuurlijk betalen wij nu ook ons cognacje duurder, kijk, dat is onaardig, maar enfin, het is eene alcoholische drank. Men neemt zoo de parijsche gewoonten aan, om twaalf uur déjmner met vleesch, groenten, brood, wjjn, dessert en daarna zwarte koffie, gewoonlijk in een glas gegoten met een petit verre", dat is een druppel cognac, rhum of Mare de Bourgogne. Doch, zooals de zuinige huismoeders hier terecht zeggen, dat is alles maar gewoonte, 41) »Dat weet ik wel!'' verklaarde Edith heftig. »Ge hebt hem duidelijk genoeg geschetst in het beeld, dat ge in het openbaai van hem hebt opgehangen. Ronald bezit een grootsch karakter, maar hij heeft zich door het onboporkt bezit van macht en geld tot buitensporigheden laten verleiden. Hij heeft zich verbeeld almachtig te zijn, omdat alles voor hem en zijn rijkdommen op de knieën lag, en toen heeft hij de menschen veracht en getiranniseerd. Maar hoeveel hij zich ook te verwijten moge hebben, aan iets laags of gemeens heeft hij zich nooit schuldig gemaakt nooit aan iets, wat mij vrij heid zou geven onze verbintenis te verbreken. Als geluk en voorspoed hem nog toelachten, zou ik mijn woord kunnen terugnemen Nu hij er zoo ellendig aan toe is, verlaat ik hem niet 1" Zij zeide dit met volle overtuiging, met een ijzeren wilskracht. Edith Marlow had zich ook laten verblinden door het «Klatergoud", eu ook voor haar werd alles thans stof en asch, maar 't had hare ziel niet bedorven. De fout, die ijdelheid en eerzucht haar hadden doen begaan, toen zij haar trouw verpandde aan iemand, dien zjj niet liefhad, wischte zij thans uit met het besluit dien man niettemin te volgen, nu geluk en voorspoed van hem geweken waren. Een vlijmende smart doortrilde Raimar s borsteerst thans gevoelde hij ten volle, wat dit meisje voor hem had kunnen zijn en worden. »En Stoinfeld vroeg hij. «Ronald wist, dat alles op het punt stond van ineen te storten en wij weten allen wat hjj niettemin deed. Heet ge dit dan ook een fout in een grootsch karakter «Neen, dat was de wanhopige daad van iemand, die elk middel aangrijpt om zich staande to houden. Dat kunt en moogt gij althans niet veroordeelen, want dat gene, waaronder gij levenslang gebukt hebt gegaan, was ook niet anders dan een schuld uit wanhoop." »Mjjn vader was niet schuldig," zeide Ernst langzaam, maar met klem en nadruk. Edith staarde hem vol ver bazing aan. «Niet schuldig, zegt ge? Hjj werd toch algemeen daarvoor gehouden 1" «Zelfs nu nog 1 Zooveel jaren ta zij dood 1 Luister eens naar mij, Edith. Die zaak gaat ook u aan." Edith antwoordde niet, maar hare oogen bleven met gespannen verwachting op hem gevestigd. Zij vermoedde in het minst niet wat er volgen zou, maar ze had een gevoel alsof er iets geheimzinnigs, iets vreeselijks op haar aandrong. Raimar stond uiterlijk kalm tegenover haar, maar zijn stem verried zijn inwendige ontroering. »'t Is nu tien jaar geleden, dat mijn vader zich door een van zijn beambten, dien hij volkomen vertrouwde, tot gewaagde speculaties liet verleiden, wat hij vroeger altijd had vermeden. De zaak mislukte, en ten gevolge van de vrij groote verliezen ontstond er een handelscrisis, niet meer dan een crisis, geen failliet, daar er geld ge' noeg voorhanden was om alle schulden te betalen, en ook de gunstig bekende naam van het bankiershuis Raimar dit recht gaf op de tegemoetkoming, die 't in zijn oogenblikkeljjke verlegenheid behoefde. Maar op eens; misschien naar aanleiding van de geruchten, die omtrent dat verlies in omloop waren, werden twee van de groot ste gelddepots plotseling opgeëischt en toen barstte de bom los. Ik was in dien tijd niet te Berlijneen proces, waarin ik als verdediger moest optreden, weerhield mij in de provincie. Per telegram werd ik naar huis ont boden, en hier wachtte onze procuratiehouder mij af met berichten, die mij van ontzetting deden verstijven: al de in bewaring gegeven gelden opgevraagd de eer van onzen naam reddeloos verloren, en mijn vader zichzelf van het leven beroofd 1 «Ontzettend I" zeide Edith zacht, toen hij zweeg, door de herinnering overweldigd. «Het schip zender roer strandde natuurlijk," ging hij voort. «Die tijding verbreidde zich als een loopend vuur door stad en land, en op hulp en steun viel nu natuurlijk niet meer te rekenen. Alle schuldvorderingen werden terstond opgevraagd, van alle kanten werden wij gemaand, en eer wij eigenlijk tot bezinning waren gekomen, had het huis Raimar opgehouden te bestaan, 't Werd als een uitgemaakte zaak beschouwd, dat mijn vader zich aan de hem toevertrouwde gelden vergrepen en zich bij de ont dekking uit schaamte en wanhoop het leven benomen had. Zelfs mijne moeder heeft dit tot aan haar dood toe geloofd 1" «En gij geloofdet gij 't dan niet?" «Ik wist dat hij onschuldig was 1 In zijn schrjjftafel vond ik een brief, maar een paar regels, in zjjn sterfuur geschreven, en aan mjj, zyn oudsten zoon, gericht. Hjj wilde, dat althans zijn zoon zijuo herinnering vlekkeloos zou bewaren. Gelooft ge, Edith, dat iemand, die zjjn geheele leven eerlijk en rechtschapen is geweest, kan lie gen als hij voor de poort van de eeuwigheid staat, als hij op het punt staat die poort met eigen hand te openen «Neen 1" zside Edith, diep ademhalende. «Was een ander dan de schuldige «Ja, een ander 1" Raimar wachtte een oogenblik, en zeide toen hafluid, maar elk woord langzaam uitsprekende «De depositogelden waren slechts voor éen persoon, behalve voor den chef toegankeljjk, voor zjjn procuratie houder, en deze heette Felix Ronald 1" Edith slaakte een kreet van ontzetting. «Groote God! Hoe durft ge zóo iets beweren «Ik kan 't niet bewjjzen," antwoordde Ernst open hartig. «En 't laat zich ook niet bewjjzen. Mijn vader schjjnt hem niet verdacht te hebben, ten minste in zjjn brief repte hjj daarvan geen woord, maar ik wantrouwde hem van het eerste uur af, dat ik weer geregeld denken en oordeelen kon, en altjjd is die achterdocht mjj bijge bleven. Weken, maanden achtereen heb ik naar bewijzen gezocht met de scherpzinnigheid van een rechtsgeleerde, met den koortsigen angst van oen man, die zjjn eigen eer en die van zjjn overleden vader wil redden niets heb ik gevonden, elk spoor was vernietigd. Toen de groote slag viel, was ik van huis, en Ronald beweerde, dat hij terstond na den zelfmoord van zjjn chef ontdekt had, dat de geldon verdwenen waren en wierp alle schuld en verantwoording op den doode." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 5