Nederland. en wie het thans wil, geve liever het goede voorbeeld, voege de daad bij het woord, drinke desnoods een beetje wijn meer, maar schaffe de alcoholische dranken geheel af. En denkt men er goed over na, dan is het eigenlijk plicht, het goede voorbeeld zelf te geven, want het kwaad is hier zeer groot. Wij herinneren ons zeer goed, van onzen vader steeds te hooren, dat men te Parijs zelden of nooit een' dronkaard op straat aantrof, maar dan is dat wel veranderd, thans zonden wij niet gaarne den kost geven aan de dronkaards, die hier naar evenredigheid meer zijn dan in Holland. Of deze verhoogde belasting daarin veel verandering zal brengen, wjj betwijfelen het, het aantal drankhuizen, café's en marchands de vine is ontelbaar, vergunning behoeft men hier niet te vragen, en zoo men het hier maar niemand lastig maakt, mag men hier zoo dronken over de straat loopen, als men wil. Het hoofdfeit, het voornaamste onder de «faits-divers" van den dag, is de aanslag op het leven van den heer Emile Deschanel, lid van den Senaat, en vader van den heer Paul Deschanel, den president van de Kamer van Afgevaardigden. Eene jonge dame, Mejuffrouw Véra Gelo, heeft, zonder dat men de reden kan gissen, dezen ouden heer willen dooden. Het schijnt, dat iemand, die veel gelijkt op den heer Emile Deschanel, deze jonge dame, geboortig uit Rusland, en slechts 20 jaren oud, wel vreeselpk heeft beleedigd. Deze oude achtbare heer van tachtig jaren, kende die juffrouw in het geheel niet, hjj hield eene conferentie of voordracht in het Collége de France, en toen hij het gebouw verliet, loste de jonge dame opeens een revolver op hem af. Eene vriendin, eveneens eene jonge Russin, wierp zich tusschen den revolver en den grijsaard, de heer Emile Deschanel bleef gespaard, doch nu trof de kogel van mejuffrouw Véra Gelo hare ongelukkige vriendin, een meisje van slechts 22 jaar, dat thans in gevaarlijken toestand in het hospitaal ligt. De couranten zijn vol van dit geval, maar de reden weet men niet. Het blijven alles gissingen. Vermelden wij nog den dood van den hertog Albert de Broglie, oud-minister onder president Mac-Mabon, lid van den Senaat, lid van het Instituut en ridder van het Legioen van Eer. J. M. T. De volgende brief, gedateerd Pretoria 25 Oct. 1900, en geschreven door een stervend Iersch soldaat aan zijn meisje dat in South Graverenland (Ierland) woontis door «Reynolds News paper" gepubliceerd. Lieve Mary 1 Ik zal geroepen worden om voor God te verschijnen eer gij dezen brief zult ontvangen hebben. Wees zoo goed en groet mijne ouders en vrienden van mij, en ik smeek u bid voor mij en tracht mij te vergeten. Ik geef u uw woord, waarbjj gij mij trouw beloofdet, terug. Hou 1 Protts den kleinen hond, om mijnentwil, daar hij, zooals je weetmijn gunsteling was. Het zou mij spijten als ik hem de doodsangsten en de folteringen zag lijden, die ik heb geleden al is hij maar een hond, want ik ben gepijnigd sinds ik naar Zuid-Afrika gekomen ben zijnde van honger gekwelduitgeput van vermoeienisen in lompen gehuld en nog steeds vertellen de bedorven Jin- go-couranten aan de arme, verblinde, dwaze jongelingen, dat het eene eer is voor hun vaderland te strijden. Obeste Mary de Britsche soldaten sterven hier bij duizenden niet alleen door de bekwaamheid der Boeren, doch ook van honger en ziekten. Al heel in het begin van den veldtocht werd my de kuit van het been ge schoten. En toch moest ik nog 300 mplen (75 uren) marcheeren 's nachts onder den blooten hemel slapen en leven van twee beschuiten daags, met wat koffie zonder melk en zonder suiker. Het bloed sppelde door mpn verband. Ik smeekte om naar het hospitaal gezonden te worden Ik was op het punt om voor den krjjgsraad te worden gebrachtmpne onmenschelpke superieuren vertelden mp dat zp mg noodig hadden om te vechten en niet om te rusten. Zoo ziet gp hoe de Ieren door hunne officieren in het front worden vermoord. Ik schaam mp te zeggen dat ik een Ier ben. O, Ieren de dood zou duizendmaal eerbaar der zjjn dan naar hier te komen om te branden te moorden en arme weerlooze vrouwen en kinderen te ont voeren Ja gewis indien ik er zeker van was te blpven leven (doch ik heb geen hoop meer) ik zou de ppnbank of welke andere foltering willen verduren eer ik voor Joden kooplui en Engelsche kapitalisten zou vechten. Onze voorouders hebben al deze kwellingen gedragen, en nu is men bezig om de Boeren hetzelfde lot te doen ondergaan. Ik laat mpne vervloeking die ik stervende uitna, evenals ieder Ier, die in Engelsche gelederen dient. Nog een enkel woordje, lieve Mary, en dan ben ik klaar. Op den dag, dat we den dapperen Oronjé gevangen namen, verloor ik drie vingers van mijne rechte; hand, en mpne linkerhand was verbrpzeld door een Boerenkogel. Daarna werd ik met nog duizenden anderen in een open goederenwagen geduwd en in een hospitaal achtergelaten, waar het koud vuur in mpn been kwam. Wat mpn hand betreft, deze word nimmer door een docter verbonden. Als ik het lpden en het gekreun in dezen veestal, zooals wp het noemden, moest meêdeelen, zou het u ziek m tken. Mpn been werd nimmer verbonden, behalve do r een gewonden strijdmakker, wiens medelpden hem bewoog mpn ppn te verzachten. Vaarwel Mary Ik hoop, dat mpn gemarteld lichaam het middel moge zpn, waardoor mpn ziel gelouterd zal worden De schrpver stierf een paar dagen daarna. Hertog Hendrik. Z. H. Hendrik Hertog van Mecklenburg is op den 23 Januari 1901 ontslagen uit het Staatsverband van Mecklenburg-Schwerin. De St.-Ct. No. 23 bevat de wet van 26 Januari j.l. tot naturalisatie van Z. H. Hendrik Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van Mecklenburg, Vorst van Wenden, Schwerin en Eatzeburg, Graaf van Schwerin, Heer van de landen Eostock en Stargard, enz. enz., en regeling van eenige gevolgen dier naturalisatie. Deze wet heeft terugwerkende kracht tot op den dag waarop Zpne Hoogheid uit het Staatsverband van Meck lenburg Schwerin is ontslagen. Hetzelfde nummer der St.-Ct. bevat thans het programma van de feestelijkheden en plechtigheden ter gelogenheid van het huwelpk van H. M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden met Z. H. Hertog Hendrik van Mecklenburg. Huwelijksgeschenk. Men sehrpft uit Schwerin aan het «Hbld." Het huwelpksgeschenk van den hertog-regent van Mecklenburg en van zpn gemalin aan Koningin Wilhel mina en hertog Hendrik zal bestaan uit een bij zonder kostbaar zilverwerk, uitgevoerd door drie goudsmeden alhier. Bij deze zpn verschillende der voorwerpen, waaruit het bruidsgeschenk zal bestaan, te zien. Twee groote ovale en twee ronde terrinesop een rpk geciseleerd onder stuk staat op vier leeuwenklauwen de terrine, welke ver sierd is met twee leeuwenkoppen, die ringen in den muil dragen smaakvol bewerkte ranken, opgehouden door slip pen en kwasten, loopen in ongedwongen lpn om de terrine. Het deksel, eveneens geciseleerd, wordt bekroond door een annanas. Hierbp behoorend zpn twee groote ge- lpkvormigo tafelbellen, op een schotel staand gezamelpke voorwerpen vertegenwoordigen een gewicht van onge veer 100 pond. Twee groote negen-armige, twee kleinere vpf-armigekan- delabres en twee ovale jardinières. De groote kandelabres hebben alleen reeds een gewicht van 34 pond. Zp zijn in Ba- rokstpl, rpk geciseleerd, en munten uit door zeer schoons, voorname vormen; de armen eindigen ineen Egyptischen sfinxkop, waarop een zilveren kussen rust en waarop het volle licht valt. Eene volle kettingboog verleent den massieven en zwaren vormen iets bevalligs en krachtigs. De beide ook rijk geciseleerde jardinières zijn in haar uitvoering bepaalde kunststukken. Zp zijn voorzien van twee handvatsels en kunnen ook als koelvaten gebruikt worden. Vier vierhoekige, vier drie-hoekige en twee ovale schalen met deksel, welke geheel passen bij de boven beschreven terrinen en evenzoo fraai geciseleerd zpn. Ook deze kunststukken zpn zeer geslaagd. De gezamenlijke voorwerpen strekken der Schweriner goudsmeedkunst tot eer het is bjjna alles met de hand uitgevoerd. Alle voorwerpen dragen het Mecklenburgsche Wapen dat door den hofgraveur Lenthe in sobere wpze er in ge graveerd is. Hen Haag. De algemeene illuminatie, welke od Zaterdagavond a.s. bepaald was, is, wegens de begrafenis van Koningin Victoria, verdaagd tot Maandagavond. De aannemers van de Buitenhavon te Scheve- nlngen zijn met het werk begonnen. Dit jaar is het 550 jaar geleden dat de bierbrou- werp»Het Scheepje" te Haarlem werd opgericht. In deze inrichting de oudste der nog bestaande instel lingen op elk gebied werd gedurende ö'/j eeuw voortdurend het bierbrouwersbedrijf uitgeoefend. De juiste datum van oprichting is niet bekend. (Haarl. Ct.) Behagen. Den 28 vergaderde in het lokaal „De Beurs" de aldaar bestaande at'deeling van de Veree- niging „Het Witte Kruis" onder leiding van den waar- nemenden voorzitter, den heer A. W. v. Kluyve. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van den oud voorzitter. den heer S. Berrnan, waarin deze verklaarde het eere-lidmaatschap, hem aangeboden, te willen aan vaarden. De rekening over 1900 wees eene ontvangst aan van f 397.50, eene uitgaaf van f 399 775, alzoo een nadeelig saldo van f 2.275. De rekening werd onder dankbetuiging der vergadering goedgekeurd. De begrooting voor 1901 werd vastgesteld op een bedrag van f 383.50 in ontvangst en uitgaaf. Tot bestuursleden werden herkozen de aftredende heeren A. W. v. Kluyve, J. A. Eessing. Dr. A. C. Melchior en G. Muys. Voor de vacature Berman werd gekozen de heer C. N. Ylaming. Het voorstel van de vereeniging „Armenzorg" om te stichten eene onder-afdeeling tot het steunen van behoeftige gezinnen in gevallen van ziekte werd warm verdedigd door de heeren Van Kluyve en Eessing, bestreden door den heer C. N. Vlaming, die meende, dat evenals door hot Eoomsch Katholiek armbestuur de zieke armen ondersteund worden, dit ook door andere armbesturen behoorde te geschieden. De heer S. Keet wees er op, dat ook zieken, niet bedeelden, maar minder vermogenden steun noodig konden hebben en die steun gevoegelijk zou kunnen verleend worden door bedoelde onder-afdeeling. Met 12 tegen 6 stemmen werd het voorstel van „Armenzorg" aangenomen, vooral toen dr. A. O. Melchior het ondersteunde en gaarne de armen wilde aanwijzen, die ondersteuning noodig mochten hebben maar de kas mocht niet te klein zpn, waardoor hij den een zou moeten atwijzen en den ander ondersteunen. De f 180 van „Armenzorg'' worden dus zeer nuttig besteed. De zaak zal in eene volgende vergadering nader geregeld worden. Uit het jaarverslag bleek, dat 3 keer ontsmetting had plaats gehad, waarvan 2 keer te Alkmaar, 78 keer het ver- pleginvsmateriaal werd gebruikt, 7 maal ruw en 7 maal kunstijs werd gevraagd. Den heer Zot werd warme hulde gebracht voor zijn uitstekende behandeling van het verplegings-materiaal. Op 1 Januari stelde de ver eeniging 195 leden f 1, 17 k f 0.50 en 1 eerelid. Aan den heer Zot zal uit erkentelijkheid iets namens de afdeeling worden aangeboden. Den heer Eessing werd hartelijk dank gezegd voor zpn uitstekend jaar verslag. In de volgende bestuursvergadering werd de heer A. W. van Kluyve tot voorzitter, de heer J. H, Eessing tot secretaris, de heer C. N. Vlaming tot pen ningmeester gekozen. Smcdenvereenlging „Hollands lï oorderkwartier." In den namiddag van den 27 vergaderde in het lokaal Cérès te Behagen bovengenoemde vereeniging onder voorzitterschap van den heer L. J. Wissekerke, te Kolhorn. Nadat de vergadering geopend was, werden de notulen en het jaarverslag gelezen en goedgekeurd. Uit het laatste bleek, dat do vereeniging zich het eerste jaar van haar bestaan had onledig gehouden met het maken van propaganda voor haar doel en het oprichten van een Bond van smeden. Dit is gelukt en thans is bovengenoemde vereeniging met Enkhuizen, Hoorn en Purmerend eene afdeeling van een grootere vereeniging: de Bond van smaden Deze Bond zal dit jaar rechts persoonlijkheid aanvragen en heeft als haar orgaan ge kozen het vakblad De smid en koperslager. De cursus in hoeibeslag vanwege de vereeniging wordt bijgewoond door 22 smeden. Het aantal leden der afdeeling klom tot 55. De rekening wees eene ontvangst aan van f 101.415 bp eene uitgaaf van f 123.345, zoodat er een tekort is van f 18 933, hetwelk echter door de Bondskas zal worden aangezuiverd, omdat het alleen ontstaan is uit de moeite, die zich de afdeeling heeft getroost voor de oprichting van den Bond. De rekening werd goedgekeurd. Van de aftredende bestuursleden werden herkozen de heeren C. Blom, te Den Helder en L. J. Wissekerke, te Kolhorn. De heer Tates wenschte niet meer in aanmerking te komen voor eene bestuurs- betrekking, waarom voor hem werd gekozen de heer II. Blok, te Schagen. Besloten werd, op voorstel van den heer Tates, een onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid van het oprichten van een ondersteuningsfonds voor smidsweduwen en eveneens werd besloten den prijs van het hoefbeslag niet lager te stellen dan op f 1.40. Beproefd zal worden eene afdeeling op te richten te Den Helder. Bijna 40 smeden woonden de verga dering bij. Schipbreuk van de „Holland". Omtrent het vergaan van het stoomschip «Holland" deelt in de »N. R. Ct." een der geredden, die zonder eenig letsel is vrpgekomen, nog het volgende mede Het was omstreeks uur 's morgens en nog schemer donker toen het stoomschip «Holland" door de enorme hooge zeeën en bp gemis aan stuur, daar het stuurtoestel gebroken was, dwars op het Noorderhoofd gedreven werd waar het ter hoogte van de machinekamer het eerst mede in aanraking kwam. Dadelpk daarop brak het schip midden door en in tien minuten was het geheel weg. Het voorste gedeelte dat het langst boven bleef zonk in den Waterweg binnen de pier, het achtergedeelte waarin zich het machinekamerpersoneel bevond, zonk daar buiten. Zoodra het stoomschip op het Noorderhoofd sloeg trachtte de stuurman Goilach zich het leven te redden door op den lichtopstand te springen, zoo deed ook de matroos W. van Buuren. Toen evenwel de geheele lichtopstand door de «Holland" werd medegesleept en in zee zonk verdween ook stuurman Gorlaoh in de golven. Aan den matroos Van Buuren gelukte het op het voorschip van de «Holland" terug te komen, zp het ook deerlpk ge kneusd op velo plaatsen. Inmiddels was het achterschip geheel gezonken en daarmede kwam het machineperso- neel om. Tijd om in den zich op den scheepsdeel be vindende mast te klimmen schpnt ontbroken te hebben. Mogelpk is er niet eens aan gedacht. Op het voorschip hadden zich intusschen vereenigd de gezagvoerder W. H. van der Pollde 2e machinist3 eerste-klasse-passagiers, een heer, een dame en hun 3jarig zoontje alle Duitschers en artisten verder een passa gier 2e kl., vermoedelijk Schulz genaamd en photograaf van beroep en dan de kok, de hofmeestersjongen de matrozen en de scheepsjongen. De matrozen zpn van Pernis en de scheepsjongen van Amsterdam. De anderen behooren hier thuis. Dit laatste zestal zocht en vond een schuilplaats in do fokkemast en van daar zagen zp achtereenvolgens den gezagvoerder den machinist en de passagiers door de zeeën overboord slaan en verdrinkenbehalve den kapitein. Drie uren zaten zp ongeveer in den fokkemasttoen zij door de stoomreddingsboot «Pres. van Heel" gered werde" het laatst de löjarige O. Dekker, die meer dood dan levend ten gevolge van koude en doorgestane ver moeienissen aan boord kwam. De gezagvoerder heeft wel een zeer wonderbaarlpke redding gehad; hp dankt dit vooral aan zpn stoere zwemmen, ruim een uur lang in de branding van het pskoude water. Dadeljjk wist hp een leegen waterketel te grppen, maar vier keer raakte hp het kantelend ding kwpt, en ten slotte zonk hp er op. Vervolgens kon hp een drijvende deur machtig worden, waar hp ook twee maal afsloeg, en ten slotte kwam hp aan het laadbord op strand. Hp had zwemmende de te laat uitgaande Har- wichboot nog aangeroepen, maar was door niemand op gemerkt. Voortdurend komen aan den Hoek stukken van de lading aandrijven. Lpken waren echtor des avonds 8 uur nog niet aangespoeld. Omtrent de bemanning wordt nog het volgende vermeld: De gezagvoerder, kapitein Van der Poll, was eerst eenige maanden in dienst en vroeger 2e stuurman bij de Holland-Amerika lpn. De le stuurman W. H. Gorlach, een jongmensch, vroeger in dienst bp de «Rotterdamsche Lloyd" was een paar maanden gehuwd j de hofmeesteres was een weduwe die als broodwinning voor hare drie kinderen deze betrekking waarnam. De namen van de verongelukte schepelingen zpn eerste stuurman W. H. Gorlach, timmerman D. Dodeyn, hofmeester J. Antoniette, hofmeesteres H. v. d. Broek, matroos J. v. d. Steen, eerste machinist J. W. Kerkhof, tweede machinist J. J. Drukker, donkeyman 0. J. Konpnenburg, matroos M. P. Noordzp, stokers: K. de Jong, J.A. Bezoopen en W. Schroewe en loods L. Posthumus. Een der passagiers die met de stranding om het leven kwam, was de heer Tezzaro uit Amsterdam. Veeziekte. Uit Zeeuwsch-Vlaandoren schrijft men aan het N. v. d. D.: In België heeft zich eene nieuwe veeziekte vertoond welke sinds twee jaar hier en daar in Frankrpk woedt en vele slachtoffers maakt. In eene gemeente bjj Brugge kwamen in tien dagen negen gevallen voor, alle met doodelpken afloop. De ziekte doodde de dieren binnen weinige uren. De Belgische Minister vau Landbouw heeft eenige des kundigen ter plaatse gezonden om de oorzaak der ziekte op te sporen. De Deensche Minister van Landbouw heeft den in voer van hoornveeschapen en varkens uit Weder- land verboden wegens mond- en klauwzeer. VEILUVO. 28 Jan. Door den Notaris J. VAN DER VEEM, Alkmaar. 1. Huis en erf, Turfmarkt, 52 c.A. Str. K. Kuiper q.q. f 1375, Verhoogd door J. Schutte tot 1470, 2. Huis en erf, Zeglis, 2 A. 41 c.A. Str. K. Kuiper q.q. 1270, Verhoogd door C. van Maarleveld q.q tot 1320, 3. Huis en erf, Druivenlaan, 1 A. 60 c.A. Str. op 1170, Verhoogd door K. Kuiper qq. tot 1195,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 6