No. 20. Eerste blad. Honderd en derde jaargang. 1901. V RIJ D A G Een Volksboek. 15 FEBRUARI. (Alkmaarsche Almanakken.) ALKMAARSEHE EOl RAAT. Deze Courant wordt D 1 n s d a g-, Honderd» g- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab* ©,80franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f ©,©6. Afzonclorlijke nummers 3 ets. Prj]s der gewone advertentien Per regel f ©,1Ö. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Telefoonnummer i 3. Het antwoord op de vraag: wat leest het volk? is zeer zeker niet zonder gewicht voor allen, die belang stellen in het volksleven. Da litteratuur toch van een bepaalde klasse geeft een tamelijk getrouw beeld zoowel van den kunstzin en het gevoel voor 't schoone, als van het peil van ontwikkeling der lezers. Naast den Bijbel is zeker het meest algemeen verbreide volksboekde Almanak. En vele vereenigingen en genootschappen hebben getracht en trachten nog door middel van een dergelijk op geregelde tijden verschijnend geschrift hunne beginselen onder hun leden, onder het volk te propageeren. Deze jaarboekjes, ze hangen in de eerste plaats af van den bloei der vereeniging, die ze uitgeeft en vele verschijnen slechts enkele jaren. Wat de kalender betreft, en deze is in een almanak toch eigenlijk het voornaamste voorzagen ze dan ook nimmer in een behoefteen deze periodiekenhoe groot het nut ook mogo zijn door sommige gesticht (wij denken bijv. aan Landbouwalmanakken, aan de verschillende Volksalmanakkeu der Maatschappij tot Nut van Algemeen) hebben zoo min als de grootere Staats- en Regeerings-almanakken en de nieuwere wandkalenders het aloude volksboekje kunnen verdringen. In groote oplagen zien ze nog elk jaar het lichtde almanakken aanwijzende »alle jaarmarkten de watergetijden enz. Nol altijd worden ze door veien gekocht en gelezen en voor sommigen vormt de almanak zelfs de eenige lectuur, die hun in boekvorm onder de oogen komt. De »weer- wijzer" wordt nog geregeld geraadpleegd al weten Don Antonio Magino en dr. Herschel evenmin als prof. Palb, wat de toekomst brengen zal. Herhaaldelijk zal dan ook blijken dat .almanak-leugenzak" nog voortdurend toe passelijk is maar op zijn minst heeft men dan toch de voldoening opnieuw te kunnen constateeren dat het weer niet uit kwam", om een volgende maal met dezelfde belangstelling te zien »wat de almanak er van zegt." Niettegenstaande de in onze dagen reusachtige over vloed van volkslitteratuur, dikwijls alles behalve onscha delijk voor gemoed en samenleving en die met behnlp van aanlokkelijke premieaanbiedingen in wekelijkscbe of maandelijksche afleveringen wordt opgedrongen niette genstaande de kooplust van het groote publiek voor dergelijke prullenwaarvoor de boekdrukkunst wordt misbruikt, is het aan de .Ontsluierde Geheimen", .Ver borgen Misdaden", of hoe de sensatiewekkendo producten nit het brein van een bij voorkeur in modder en Blijk wroetenden schrijver anders mogen heetennog niet mogen gelukken den ouden huisvriend te verdrjjven. Als vroeger heeft by zijn plaatsje op den schoorsteen mantel waar hij broederlijk ligt naast het Boek der boeken; of in het hoekkastje bij het rookgerei van vader; ot in de tafellade, waar hij zijn plaatsje heelt naast het brillehuis van moeder. W&ar hij ook ligt steeds ligt hij voor de greep. Wijst dit niet op een bestendig gebruik Elk jaar komen ze vernieuwd terug, de Veendammers, de Enkhuizers enz. en ook de Alktnaarscne Almanakken, steeds in den bekenden omslag, altijd in hetzelfde, bijna vierkante formaat. Het perkament geeft het uiterlijk iets eerwaardigs dat doet denken aan het ond-Hollandsche degelijkedat zoovele uitgaven nit vervlogen tijden kenmerkt. Deze vergelijking treldt evenwel bet uiterlijk alleen want in den regel zijn onze goedkoope almanakken nit den aard der zaak geen kunststukken op het gebied van druk- of bindwerk. Wanneer de nieuwe almanak in het gezin zijn intrede heelt gedaan, wordt hij terstond, al is het ook nog geen Nieuwjaar, met groote belangstelling .bestudeerd". De boer gaat na, welke zou- en maan-éclipsen dit jaar zicht baar zullen zgn, en of we een vroeg voorjaar of oen drogen zomer te wachten hebben zijn vrouw moet gauw eens even naslaan, wanneer het in 't volgend jaar Paschen en Pinksteren is, en op welke dagen de verjaarsdatnm ▼allen van de verschillende leden van haar gezin. Bij het zien van het nn helaas zoo kort lijstje van de .ver jaardagen van het Koninklijk Huis plooido dezen keer een glimlachje haar mond en prevelde ze stil voor zich de hoopvolle gedachtedit blad zal nu ook weldra wat voller worden 1 Haar oudste dochter beproeft haar krachten aan het doolhof; zg leest de novellen en dichtstukjes, terwijl de jongens meer smaak toonen voor de anecdoten .Elk wat wils." De Almanak beheerscht noch vormt den smaak zijner lezers, doch hondt zelf rekening met wijziging der denkbeelden in den loop der tijden en geeft, dus, wat gewenscht wordt. De eereplaats wordt natuurlijk nog altijd ingeruimd aan den kalender en de weersvoorspellingen. Deze twee toch vormden reeds bij de Arabieren van wie de Wes- tersche volken den almanak en ook den naam overnamen (al beteekent de; manach is telling) den hoofdinhoud. De Arabieren waren zeer bedreven in de sterrekunde en deze wetenschap is van ouds een onontbeerlijk hulpmiddel voor alle lezingen in de toekomt. »De Heiligen dagen zijn met roode, de feestdagen met cursief8che letters gedrukt." Behalve die heilige dagen staat er nog moer .met eeu roode letter in den almanak n.l. de Zon in den Waterman de Zou in den Ram de Zon in de Vissen enz. Hoeveel lezers die hiervan notitie nemen zouden er de betaokenis van begrijpen En toch een kalender zonder deze aanwijzing is ook in de oogen van minder ontwikkelde koopers onvolledig Zij wordt terecht geacht er bij te behoorenook de Zondagsletter Epacta en 't Guldengetal. Evenzoo de dagen die godsdienstig worden herdacht. De feestdagen der katholieke kerk zijn veranderlijk of vast. De veranderlijke viert men altijd een bepaald aantal dagen vóór of na Paschen waarvoor men den eersten zondag neemt die volgt op de eerste volle maan na de voorjaars-nachteveniug. Den zondagnegen weken voo r Paschen noemt men Septuagesima en de drie daarop volgende: Sexagesima, Quinquagesima en Quadragesima. Vastenavond valt op Dinsdag na Quinquagesima en Asch Woensdag op den volgenden dag. Op Quadragesima (ook Invocavit) volgen de zondagen Reminiscere, Oculi, Lactare, Judica, Palmzondag en eindelijk de Paaschzondag. Witte Donderdag valt, zooals men weet, op Dondeidag vóór Paschen en Goede Vrijdag op den duaropvolgenden dag Hemelvaartsdag de veertigste dag na Paschen valt natuurlijk altijd op DonderdagPinkster-Zondag is de tweede Zondag daarna. De Zondag na Pinksteren heet Trinitas (Heilige Drievuldigheid). Verder heeft men nog de vier Advent-Zoudagen. De eerste valt tnsschen 27 November en 3 December. De Quatertempers zgn na Quadragesimain de Pinksterweek na de Kruisheffing (14 September) en na St. Lucia (13 December). De feestdagen der israëlieten komen niet voor in den eigenlijken kalender, en zij behooren daar ook niet in. Immers hun telling, hun manach, is een ander dan de Christelijke (Gregoriaansche) Volgens hun beschouwing begint de jaartelling met de schepping der wereld, welke 3761 jaren vóór Christus zou hebben plaats gehad. Naar deze rekening zal men dus in 't volgend jaar moeten schrijven 5662. De Turksehe- of Mohammedaansche tijdrekening is weer geheel anders. Deze begint met de vlucht van den Pro feet nit Mekka en Medina (622 na Chr.) en wordt Hegira of Hedsjira genoemd. De twaalf maanden hebben evenals bij de israëlieten bij afwisseling 29 of 30 dagen. Doordat deze verdeeling gegrond is op don loop der maan dnnrt hun jaar eenige dagen korter dan een zonnejaar die in verschillende schrikkeljaren worden ingehaald. Bij de Chineezen telt een gewoon jaar 354 dagen Elke 19 jaar voegen zij zeven maal een maand in om de overeenkomst met het zonnejaar te verkrijgen. Het is dus duidelijk, dat elke almanak slechts rekening kan houden met één verdeeling. Elke maand heeft haar twee bladzijden niet meer. En daarop isdan behalve voor de vele aanteekeningen nog rnimte voor een prentjewaarop men den aard van het jaargetijde of door bepaalde werkzaamheden het karakter van die maand heeft pogen weer te geven. Vroeger, in 't midden dor achttiende eeuw bijv., toen het drukken van een plautje misschien meer bezwaren opleverdetrachtte men hetzelfde doel te bereiken door een vierregelig versje. Toen was godsdienstzin meer algemeen. Zonder godsdienstige strekking Bcheen elk geschrift waardeloos, 's Mensohe» afhankelijkheid was schering en inslag, en te pas e» te onpas werden nuttige lessen uitgedeeld. Ook in de* Almanak. Voor mij ligt de Alkmaarder Almanach op het jaar onses heereu Jesu Cbristi 1749", gedrukt bjj Jacob Maagh in de Stadtsdrnkkerije aan de Houtil. Een stevige band, geholpen door koperen slootjes als bij 66n kerkboek, hield de blaadjes meer dan honderd en vijftig jaar bijeen. Een bladwijzer of inhoudsopgaaf zoekt men zoowel in dezen als in den Alkmaarschen Almanak voor 1901 tevergeefs. Behalve den kalender vindt men er in eenige »Klugtige Vertellingen.'' Het kluchtige uit dien tijd is thans met meer voor alle ooren geschikt. Deze dragen dien naam met recht. Dit is niet te ontkennen doch al te dik wijls noemt men plat eu gemeen, wat inderdaad echt boertig is. De maand versjes", die in het oude boekje voorkomen, onderscheiden zich gunstig, vergeleken bij veel rijmelarij uit den tegenwoordigen tijd. Eigenaardig is de toevoeging achter den naam van elke maand. Zij wijst er opdat toen veel meer dan tegenwoordig visch eeu voorname plaats innam in het volksvoedsel. Hier volgen ten slotte de versjes voor den tweeden beer te Alkmaar gedrukt. 1. Januarius (IJbocken goet). »Gij menschen dog nw dagen telt En u gestaag voor oogen stelt Hoe dat het sterven gaat gewis En dat de Tyd onseeker is." 2. Februarius. (Tarboth goet). »Dit is de regte Feber-maand Schoon zy den weg ten Zomer baant Den Mensch nogtans door haar bedryf Sebynt of hy had de koorts op 't lyf." 8. Martius (Vars Salm). sDe Maart is wankel als een riet Zoo is de Wereltanders niet Gelyk een Weerhaan went en keert, Zoo is de Werelten de Meert." (1) Onze tijdverdeeling (da nieuwe stijl) dagteekent van 1682. De Russen bijv. houden zich nog aan den ouden stip. 4. Aprillis (Both goet). »Nu schildert ons de blonde Zon Dat nooyt geen Mensche maken kon Blommen Weyden Kruyt en Gras Hij blyft Heer die 't altyt was." 5. Mayus (Suoeck goet). »De Zon de groene Ceres streeld Dies speelt en teelt 't Gediert in weeld De zoete May wel minne voet, Maar Godes liefd' is 't zoetste zoet." 6. Junius (Baers goet). »Nu bloot men 't Schaapje van zijn vagt. 't En stryt daarom en toont geen magt Maar geeft al inter tot ons vermaan Doet goet die n heeft qnaat gedaan. 7. Julius (Haringh goet). »De scharpe Zeyssens nu ter tyd Die Maayen 't Godlyk groen Tapyt O Mensch hoe trots hoe sterk hoe mooy Uw leven is als Gras en Hooy." 8. Augustus (Vooren goet). Waakt op, waakt op goet Akkerman, Doet als den Mier werkt wakker an Looft die ons spijsel in den noot Met Aardsch en ook met Hemelsch Broot." 9. September (Schelvis goet). »De May is wel een schoone tijt Maar deze Maant ons meer verblijf, Dan queelt de Nagtegaal zgn rol Maar dees maakt ons de Zakken vol. 10. October (Kreeften goet). »Ziet, hoe de milde Geever goet, Laat wassen Wyn in overvloet. En drinkt en laaft u zoberlyk Zijt dog geen gnlsig Beest gelyk." 11. November (Gansen goet). »Tot onderhout van 't Mensch geslagt Wordt Os en Varken omgebragt Zoo stiert het al de groote God In 's Menscbon hand doet zyn gebot." 12. December (Kabeljonw goet). »Gij kaale schraale Lanterfant Uw schuit is 't dat gy klappertant Gij zingt des Zomers bjj het Nat Nu danst ook in den Winter wat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 1