No. 24. derate blad.
Honderd en derde
jaargang.
1901.
ZONDAG
24 FEBRUARI.
De Slachthuis-kwestie.
Buitenland.
Nederland.
ALRMAARSCHË COURANT.
Deze Courant wordt Blnsdag-,
en Zaterdagavond uitgegeven,
per 3 maanden voor Aikmür
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3
Donderdag
Abonnementsprijs
t 0,80franco door het
ets.
Prjjs der gewone advertentlen t
Per regel fO,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Velefoonnummer3.
ii.
Wij hebben in ons vorig artikel gezegd dat wij zonden
aantoonen dat de sombere voorspellingen die over het
slachthuis verspreid worden ongegrond zijn wij zullen
daartoe nu overgaan.
De grieven door de slagers tegen de oprichting van
een slaehthuis ingebracht zijn zoo vaag, zoo onbestemd,
zoo nevelig dat men ze niet door feiten of cijfers kan
weerleggen zij hebben geen lichaam men heeft er dus
geen vat op. Dit alleen kan men er tegen zeggen dat
de ondervinding bewezen heeft dat overal waar men
slachthuizen heeft opgerichtzelfs daar waar zij de
hevigste tegenkanting ontmoetten, de oppositie verstomde
nadat men gedurende eenigen tijd er gebruik van had
gemaakt; en dat niet wijl men zich in het onvermijdelijke
moest schikken, niet pour faire bonne mine a mauvais jeu,
maar omdat het gemak en de voordeelen zoo groot
waren dat men er de kleine ongemakken gaarne voor
over het hoofd zag en voor weinig telde.
Dat er een reglement zal moeten zijn en orde heerschen
is duidelijk en alleen door goede handhaving van beide
kan een geregelde dienst verkregen worden; maar men
mag van de wijsheid en het overleg der gemeentelijke
regeering verwachtendat zij alles zal weten te ver
mijden wat maar eenigszins een tiranniek of arbitrair
karakter heeft en dat zij er een personeel voor zal weten
te kiezen toegerust met alle kennis die voor de ver
schillende onderdeelen van den dienst billijkerwijze mag
gevorderd worden vooral wat betreft keurmeesters en
directie.
Het verzet der burgerij tegen de oprichting van het
slachthuis heeft meer lichaam zoodat het ook met
argumenten ad rem kan bestreden wordenhet wordt
geformuleerd door de tweeledige vrees voor verhooging
van de gemeentelijke belasting en van de vleeschprijzen.
Onderzoeken wij dus in hoeverre deze vrees reden van
bestaan heeft.
Dat het slachthuis uiet uit de gewone middelen kan
opgericht worden is duidelijkde gemeente-begrooting
kan slechts met kunst- en vliegwerk gesloten worden
zoodat er natuurlijk geen geld is om de kosteu van
oprichting te bestrijden. Er zal dus een leening moeten
gesloten worden alleen en uitsluitend ten behoeve van het
slachthuis. De rente en de amortisatie van dat ge
leende geld moeten bestreden worden uit de opbrengsten
van het slachthuis; wanneer dat mogelijk is, zal de
belasting ter wille van het slachthuis met geen cent
verhoogd behoeven te worden. Wij hebben dus te onder
zoeken of uit de opbrengsten van het slachthuis de noodige
middelen kunnen gevonden worden niet alleen voor rente
en amortisatie van het geleende kapitaalmaar ook ter
bestrijding van de uitgaven die het slachthuis zelve meebrengt
(nl. ambtenarenpersoneelonderhoud enz enz.) Wij
zullen deze berekening eens maken evenwel zetten wij
dit op den voorgrond dat de cijfersdie wij zullen
geven, slechts benaderend zijn, vaste gegevens ontbreken
ons. Wij zeggen dit om te voorkomen dat men door
die cijfers voor de werkelijke aan te nemen er dood-
doenders van zou willen maken tegen ons vertoog.
Laten we eerst eens zoo ongeveer berekenen wat het
slachthuis kan opbrengen.
In het «Verslag van den toestand der gemeente Alk
maar" voor het jaar 1898 vind ik aangegeven dat in
het vorige jaar alhier werden geslacht 910 gezonde
runderen, 1556 stuks kalveren, waaronder 1052 nuchtere;
uit nood werden geslacht 121 runderen en 159 kalveren
en voor export 1234 kalveren. Voor geslachte varkens
paarden schapen en ander vee ontbreken de gegevens
wij zullen dus hier een weinig moeten rondtastende
vaste cijfers zullen evenwel eer vermeerderd dan ver
minderd zjjndoor ons derhalve bij die van 1898 te
houden zullen wij de kleine afwijkingen bij de andere
gesupposeerde vrijwel vereffenen.
Wanneer nu als slachtloon wordt betaald voor een
gezond rund f 2.50voor vette kalveren f 1.50 voor
nuchtere kalveren f 0.50en voor uit nood geslachte
dieren dooreen genomen ook 0.50 dan verkrijgen wij
daaruit reeds respectievelijk 2265, f 756, f 1143 en
f 140, te zamen dus 4304. Maar nu hebben wij nog
buiten rekening gelaten varkens paarden schapen enz.
en de opbrengst daarvan zal zeker niet gering zijn.
Wanneer wij aannemen, dat wekelijks 50 varkens worden
geslacht en 6 paarden dus respectievelijk 2600 en 312
per jaar en voor de eerste 1 en de laatste 1.50 per
stuk wordt betaald dan komt bij bovengenoemde som
nog een bedrag van f 3068, totaal dus f 7372. Zeggen
wijschapen en ander vee inbegrepende ronde som
van f 7400.
Wanneer nu, onder garantie der stad, voor het slacht
huis f 61.000 wordt geleend, rentende 3'/j °/0, dan staat
men voor een jaarljjksche rente van f 2100. Er blijft
dus voor amortisatie en algemeene kosten voor het
beheer van de inrichting nog een som van f 5300 over.
Wij hebben dus het bewijs geleverd, dat het slachthuis
de kosten ban dekken, en zulks zal nog meer het geval
zijn, wanneer de slachtprijzen voor enkele soorten van
vee nog een weinig verhoogd worden, wat, volgens ons,
niet onmogelijk is. Bovendien zal door de amortisatie
de rentesom elk jaar verminderen terwijl, door do toe»
nemende vermeerdering der bevolking meer vee zal ge
slacht worden en de inkomsten derhalve toenemen. Er
is dus geen verhooging van belasting te duchten.
En de vleeschprijzen Hierover in een volgend nummer.
A. N.
CHINA. Volgens de laatste telegrammen zou de
bedreiging door Waldersee met eene groote expeditie,
slechts een krijgslist zijn geweest om de Ghineesche
regeering zoodanig te beangstigen, dat zij de vredesvoor
waarden zonder voorbehoud zoude aannemen, gelijk men
weet dat geschied is. Mogelijk is het echter ook dat
de opperbevelhebber te laat bemerkt heeft, dat de meeste
mogendheden bezwaren maakten aan de expeditie deel te
nemen en dat bovenstaande lezing thans gegeven wordt,
om Waldersee's figuur te redden. Dat echter China
inderdaad heeft toegegeven schijnt vast te staan doch
tusschen belofte en vervulling gaapt nergens ter wereld
wijder kloof dan juist in het Hemelsehe Rijk. De mis
dadige mandarijnen kunnen nog zeer goed een hoogen
ouderdom bereiken 1
DHJITSCHItAND. De Duitscho fabriek voor gecon
serveerde levensmiddelen Seydel Co. te Mtlnsterberg
in Pruisisch Silezië heeft o. a. de levering op zich
genomen van 20.000 pond gedroogde groenten voor de
Britsche troepen in Zuid-Afrika. Elke bus van 10 pond
heeft het opschrift: «Made in Germany.'' Eender bladen
meldt dit met nationalen trots; maar een ander Dait.sch
blad vraagt, wat de minister van bnitenlandsche zaken
denkt over deze inbreuk op de neutraliteit, die verbiedt aan
een der oorlogvoerenden o. a. levensmiddelen te verschaffen.
Wat, laat de Keizer echter niet toe, om zijn Engelschen
wapenbroeder Roberts te beli&ven en zich in een paar
nieuwe uniformen te laten fotografoeren.
ENGHIjANfO. In het Lagerhuis deelde lord George
Hamilton, de minister voor Indië, den 21 mede, dat, naar
de regeering vernam, graaf Waldersee een legerordor uit
vaardigde waarin hij zegt, dat naar zijn oordeel tenge
volge van den onbovredigenden voortgang der vredes
onderhandelingen in China, het horvatten der operaties op
grooter schaal binnenkort noodzakelijk zou kunnen zijn.
De Regeering vroeg om volledige inlichtingen betref
fende den omvang en het doel der operatie. Zoodra die
inlichtingen ontvangen zijn, zal de Regoering nagaan, of
ook instructies, verschillend van die welke thans reeds
gegeven zijn, aan generaal Gaselee zullen worden gezond' n.
FHANKRIJH. De heer Destournelles heeft tot den
minister van bnitenlandsche zaken een schrijven gericht,
waarin hij verklaart in de Kamer inlichtingen te zullen
vragen over de expeditie, die tegen het voorjaar in China
wordt voorbereid. Hij schrijftdat men noch de kosten,
noch de mogelijke internationale verwikkelingenals
gevolg van die expeditiekan voorzien.
De expeditie kan niet zijn in het belang van Frankrjjk,
noch in dat van Europa of van de beschaving zij zal
de tegenwoordige vorwarring slechts doen toenemen, zoodat
deze zal moeten leiden óf tot de verdeeling en do kolo
nisatie van ChiDa, of tot den terugtocht der verbondenen.
ZUID-AFRIKA. Het blijkt thans, dat de trein,
die de Boeren tusschen Vereeniging en Johannesburg
deden ontsporen een voortrein was van dien waarin
Kitchener gezeten was. Vlak bij Kliprivier zag lord
Kitchener's bediende, die op den voortrein met bagage
was, een troepje Boeren die klaarblijkelijk op den troin
wachtten. Hij maakte alarm. De machinist van den
goederentrein zette meer stoom op, maar een dynamiet-
lading op de lijn vernielde den locomotief en vier goe
derenwagens. Achter den goederentrein volgde een losse
locomotief, die, toen het ongeluk gebeurde, terugstoomde
en de machinist van lord Kitchener's trein waarschuwde.
Middelerwijl was uit Elandsfontein een gepantserde trein
aangekomen die den vijand spoedig op de vlucht joeg.
Do Boeren behaalden niet veel buit.
Lord Kitchener meldt uit Klerksdorp, dat Mo thnens
afdeeling daar binnen trok, na het gebied van Wolma-
ransstad tot Hartebeestfontein gezuiverd te hebben. Hij
stiet op tegenstand van 1400 Boeren onder de generaals
De Villiers en Liebenberg. De Boeren bezetten een sterke
stelling die zij hardnekkig verdedigden. Zij werden er
echter uit verdreven na een hevig gevecht. De Engelsche
verliezen waren 4 officieren, 13 man gedood, 5 officieren
en 29 man gewond. De Boeren lieten 18 dooden op het
slagveld achter en leden zware verliezen.
Een proclamatie van Steyn en De Wet van 14 Ja
nuari beschuldigt de Engelschen van schending der ge
woonten van den beschaafden oorlog, van schending der
Conventies van 's-Gravenhage en van Genève van het
arresteeren van neutralen van plundering verbranding
en vernieling van particulier eigendom van burgers en
van het wapenen van Kaffers tegen de Boeren.
De proclamatie beweert verder, dat de Engelsche sol
daten op last van officieren eerbare vrouwen beleedigden
en vrouwen en moeders ontvoerden en dat bijna alle
huizen in de Republieken verwoest zijn. Ontkend wordt
de beschuldiging van het misbruiken der witte vlag
door de Boeren, wat een telkens herhaalde laster wordt
genoemd.
De proclamatie zegt, dat het onjuist is, dat de oorlog
geëindigd is, dat de Republieken veroverd zijn. De bur
germacht dor beide Republieken wordt nog aangevoerd
door verantwoordelijke leider3. Zij waarschuwt de En
gelschen dat zoo de vernieling van de eigendommen
der Boeren niet ophoudtdeze de bezittingen der En
gelschen zullen vernielen, doch zij zullen steeds vroowen
en kinderen ongedeerd laten.
Ten slotte wordt een beroep gedaan op de Broeders
in de Kolonie en in de geheele wereld om de Boeren
bjj te staanin naam van de beschaving en van het
Christendom door een einde te maken aan de bar-
baarsche wijzewaarop Engeland den oorlog voert.
Zware brand te Brussel.
Den 21 heeft te Brussel een zware brand gewoed.
Do brand ontstond in 9en magarinefabriek en tastte
daarop verschillende aangrenzende gebouwen aan. De
loods waar het decoratief van den Monnaieschouwburg
bewaard wordt, werd mede aangetast en gedeelielijk ver
woest. Eenigo gebouwen stortten in ea verschillende
spuitgasten werden onder puin en brandende balken
bedolven. Een kwam in de vlammen om en een tweede
werd in hopeloozeu toestand naar het gasthuis overge
bracht. De schade werd op twee millioen frs. geschat.
Dieren als belastingpenningen.
De inlandsche eerste minister van Oeganda heeft
de pachten geïnd van de inboorlingen en aan een waarde
van 70.000 gulden ontvangen. De pacht is dikwijls in
natura betaald. Zoo werden aangevoerd vijf olifanten,
oen zebra2e chimpansees, antilopen, slangen en een
aantal apen enz. Daar al dit gedierte zijn waarde heeft,
wordt het gaarne als betaalmiddel aanvaard. In de regee-
ringshoofdkwartieren te Port-Alice zijn al deze beesten
nu geborgen.
Botsing.
Op den ondergrondschen spoorweg te Londen zijn
dezer dagen twee treinen in botsing gekomen. Vier wag
gons ontspoorden en een werd verbrijzeld. Zes passagiers
werden licht gewond. Het verkeer werd spoedig hersteld.
Amajuba-Collecte.
Alle burgemeestersvrouwen in den lande zjjn in
konnis gesteld met de vorming van het Bureau voor da
Amajuba collecte dat aldus is samengesteld voorzitster
douairière Waszklewicz van Schilfgaarde penningmees
teres gravin E. van Bijlandt geb. gravin van Rechteren
Limpurgsecretaris de heer S. de Korte, rechterlijke
ambtenaar te Johannesburg.
Tevens werd tot de dames het verzoek gericht de in
hare gemeenten gecollecteerde gelden toe te zenden aan
bovengenoemde ptnningmeesteres Javastraat 18, te 's Gra-
venge.
Clementie verzocht.
Aan de rechtbank te Middelburg is door het Bel
gische loodspersooneel te Vlissingen een adres gezonden,
voorzien van een tweehonderdtal handteekeuingen, waar
bij de clementie van die rechtbank wordt ingeroepen voor
den loods, die den 5den Januari jl. zijn 24-jarige doch
ter door een revolverkogel verwondde, en die als een
oppassend huisvader en goedaardig man bekend staat.
Naar de »Z. N.bde" verneemt, ligt ter gemeente
secretarie to Brninisse een smeekschrift aan de rechtbank
te Zierikzee ter teekening, verzoekende om den genees
heer die beschuldigd is zijn echtgenoote in drift door
middel van een geweerschot te hebben gedood, eeuo
lichte straf op te leggen.
Scliagen. Op het aanstaande concert van de
dames-zangvereenigiog «Euphonia" alhier zal de heer A.
Hille, een vroegere plaatsgenootthans bariton aan de
Ned. Opera te Amsterdam, alB solist optreden.
Den 22 vergaderde alhier de feestcommissie bij gele
genheid der huwelijksfeesten van onze Koningin. Nadat
de eindrekening was vastgesteld, werd, op voorstel van
den heer M. Visser, besloten het batig saldo aan te wenden