DE LEVENSBRON.
No. 25.
Honderd en derde jaargang,
1901.
WOENSDAG
27 FEBRUARI.
Openstelling van het IJkkantoor.
Kadaster.
De Slachthuis-kwestie.
FEUILLETON.
in.
A l. h H A A KSCH li COI II VM.
Deze Courant wordt Dlasda g-, Honderd a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nnmmers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Frp der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
Daar al het slachtvee in het slachthuis gestald en
geslacht wordt, hebben de slagers geen bijzondere stallen
of slachthuizen ,in de stad noodig hebben zij daarvoor
een gelegenheid gehuurddan winnen zij de huur uit
is zjj hun eigendom dan kunnen zij haar voor andere
doeleinden verhuren tot woning doen verbouwen in
elk geval ten eigen gerieve en voordeel aanwenden de
slagersdie zich opnieuw vestigen zijn ontheven van
de zorg om daarvoor te zorgen, zoodat zij beter en meer
gelegenheid vinden om zich te vestigen. Dit voordeel is
zeker niet gering en zal bij menigen slager reeds voor
een groot deel de slachtkosten vergoeden. Daarbij komt
nogdat zij geen vernieuwing of herstellingen meer
hebben aan een aantal gereedschappen voor hun bedrijf
gevorderd zooals katrollen touwen bakken, schragen
en al wat voor bet eigenlijk slachtwerk noodig is zjj
die zich nieuw vestigen hebben die zaken niet aan te
schaffen en winnen dus aan vestiging-kapitaal uit.
Daar in een goed ingericht slachthuis ook voortdurend
stoom of kokend water noodig is voor het broeien der
varkens, wordt daardoor ook de gelegenheid geboden om
op de meest doelmatige wijze vet te smelten enz.; ik
laat nog onbesproken de voordeelen en gemakken die
kunnen voortvloeien uit penskokerij enz. enz.
Wat van de rundslagers is gezegd geldt ook in meerdere
of mindere mate voor de varkensslagers. Wanneer voor
het slachten van een varken f 1 wordt betaald, zal het
vleesch daardoor niet noemenswaard in prijs verhoogd
wordenmaar wanneer men ook voor dezen de voor*
deelen en besparingen opsomt, die voor hen voortvloeien
uit de gemakken die een goed ingericht slachthuis op
levert dan kan men zeker zijn dat de prijs van
geen enkele vleeschsoort behoeft verhoogd te worden.
Hebben de slagers door zulk etus voorspiegeling hot
publiek op hunne zijde weten te krijgen, dan hebben zjj
öf ondoordacht èf uit onkunde of mee voorbedachtheid
het publiek misleid.
Een enkel woord nog over de plaats waar het slacht
huis dient opgericht te worden. Die plaats wordt be
dongen door verscheidene voorwaarden, waaraan die plaats
moet beantwoorden.
In de eerste plaats moet zij zooveel mogelijk bni'en
den bebouwden kom der gemeente zijn en zoover gelegen,
dat het geloei enz. der gestalde dieren en de uitwase
mingen geen last of hinder kunnen veroorzaken. Ten
tweede moet zjj niet te ver van spoorwegstation en markt
plaats verwjjderd zjjnten derde ruimte hebben voor
eventueele uitbreiding en ten vierde bjj stroomend water
gelegen zjjn voor goeden afvoer van bloed en fsecaliën.
Aan de drie eerste voorwaarden beantwoordtvolgens
mjjn inzien het eiland tusschen het oude en nieuwe
kanaal in voldoende mate; aan de vierde evenwel minder,
maar hierin kan zonder al te veel moeite en kosten
voorzien worden door het maken van een turbine of
door eenig ander hydraulisch werktuig, dat voortdurende
verversching en strooming in het gedeelte van het kanaal
kan brengen trouwens bestaan er nog andere middelen
om aan dit bezwaar tegemoet te komen en de bouw
meester van het slachthuis zal daarin wel weten te
voorzien. Een beter en geschikter plaats dan de aan
gewezene is, mijns inziens, niet te vinden, (f)
Ik hoop dat door deze beschouwingen die nog lang
niet uitgeput zjjneen ander inzicht zal verkregen
worden over de slachthniskwestie, die, niet ten onrechte,
de algemeene aandacht trekt.
A. NUIJENS.
Noten van de Redactie.
In het rapport van burg. en weth., opgenomen in
Bijlage No. 126 van 1898, komt de niet door de slagers
weersproken bewering voor: dat de minimum en maximum
slachtveeprijzen in het slagersbedrijf 16 d 20 centen per
K.G. in het jaar hunnen verschillen waarvan het publiek
zelden iets bemerktAls die bewering niet op goede
gronden steunde zonden de slagers daarover stellig ge
vallen zjjn. Zjj vielen wel over minder krasse beweringen.
(f) Dit is ook het gevoelen van een door ons ge-
raadpleegden deskundige. Door het hebben van een
klaarinrichting is de nabijheid van stroomend water
trouwens in het geheel niet noodig en in het plan, door
bnrg. en weth. den raad aangebodenis op het maken
van zulk een inrichting gerekend. Hoe onbezonnen
de oppositie overigens te werk gaatblijkt het best
nit hare jongste bezwaren juist tegen de plaats waar
men voorstelde het slachthuis te bonwen. Die plaats
zou o. a. niet deugen wegens de nabjjheid van de gas
fabriek. Nu is de gasfabriek voor eenige jaren blijkbaar
geen bezwaar geweest om in haar nabjjheid een boter-
fabriek te stichten, hoezeer boter, met haar buitengewoon
groot oplossend vermogen zoo mogelijk een nog zinde-
lijker behandeling eischt dan vleesch. Maar sterker: ook
de boterfabriek zelve zou een bezwaar zijn. Kan men
iets dwazers bedenken? Een inrichting waar boter
wordt bereid (en die toch het allerdichtst bij haar eigen
fabrieksschoorsteen staat) zou een nadeeligen invloed op
een slachthuis uitoefenen Hoe heeft de slager v. d. Kamer
het toch vroeger wel gemaaktdie een slagerij had op
het terrein (d. w. z. binnen het hek) van de gasfabriek
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter kennis van belanghebbenden dat, met het
oog op de aanstaande zittingen tot den herijk der maten
en gewichten in de buitengemeenten, het ijkkantoor
alhier nè, 28 Februari a.s, zal geopend zjjn op de volgende
dagen en uren
1, 3, 22, 23 Maart; 12, 13 April; 3, 4, 21,
25 Mei; 14, 15 Juni; 5, 6, 36, 27 Juli 9,
ÏO, 15, 16, 39 en 30 Augustus, telkens van
negen tot twaalf en van half twee tot half
vijf ure en In de daarop volgende maanden
eiken Donderdag en Vrijdag van negen tot
één ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter.
26 Febr. 1901. 0. D. DONATH, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis,
dat bij ter secretarie der gemeeute, gedurende 30 dagen,
ter inzage voor belanghebbenden beeft nedergelegd eene
opgave van uitkomsten, bedoeld in de artt. 15,
23 en 43 der wet van 26 Mei 1870 (St.bl. No. 82),
waarvan, ter voldoening aan art. 15, 2e lid der wet, bij
deze afkondiging geschiedt.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd
26 Februari 1901. G. RIPPING.
Er rest ons nog aan te toonen dat de oprichting van
een slachthuis geen verhooging van de vleeschprijzen
behoeft na zich te slepen; dat zal dus nu onze taak zjjn.
Nemen wij eens aan, dat een rund van middelmatige
zwaarte 600 pond schoon aan de haak weegt en dat
van die 600 pond nog 100 pond en dat is zeer rnim
genomen voor beenderen afgaat, zoodat er 500 pond
vleesch overblijft. Wanneer nu voor het slachten van
een rund J 2,50 wordt betaald, dan is het duidelijk dat
de prijs van het vleesch daarvoor slechts met een halve
cent per pond verhoogd wordt. Voor zwaardere runderen
is dat natuurlek nog minder.
»De slagers kunnen toch moeieljjk het vleesch met
een halve cent per pond opslaan", zal men zeggen, «alle
nadeel komt dus op hen neer en het is te begrjjpen dat
zjj dns tegen een slachthuis zjjn."
Die redeneering zon juist zijn, wanneer daartegenover
geen groote voordeelen voor de slagers bostonden. Sommen
wij eenige dier voordeelen, op.
DOOR
E. WEHMER.
Veitaling van HERMIN A.
Een stoomboot kliefde in volle vaart de donkere golven
van de Jonische zeedie, slechts door een licht briesje
bewogen de helderblauwe lacht scheen te weerspiegelen.
Op den voorsteven s!ond een groepje reizigers, naar
de zee turende, waar aan den verren horizon, in blauwach
tig nevelige omtrekken een kast met steile bergen op
doemde. De slanke vrouw, die tegen de borstwering
leundescheen omstreeks zes- of achtentwintig jaar oud.
Zij was een allerliefst persoontje met wel wat bleeke
wangen en groote donkere oogenmaar met iets straks
en onverschilligs in haar overigens nog zoo jeugdige ge
laatstrekken. Op het donkere haar droeg zjj een grjjs
castoren hoedje met een voiledie in den frisschen och
tendwind heen en weer fladderde, en haar grjjs reiscostnnm
verried, ondanks zjjn eenvond, dat de draagster tot den
aanzienljjken stand behoorde.
Met een kjjker in de hand staarde zij naar de in de
verte opduikende kust en zeide nu tot een jongen man
die naast haar stond
»Ja, dat's de knst van Corfu. Ziet ge die voor het
eerst
»Ja, mevrouw," was het antwoord. «Ik heb eigenljjk
tot nu toe nog niet veel van de wereld gezien en hoop
thans mijn schade in te halen. Mjjn overleden vader hield
niet van reizen. Jaar in jaar nit zat hij in zijn fabriek en
kon dat heen en weer zwerven zooals hij 't noemde, niet
uitstaan. Vreemd, niet waar? Maar mijn vader was over
het geheel een zonderling manDenkt u lang op
Corfu te bljjven
«Misschien een week of drie. Wjj willen den winter
in Egypte doorbrengen en voor dien tjjd is 't nog te
warm om er heen te gaan."
»0 EgypteDat's ook het doel van mjjn reis me
vrouw zooals ik n straks gezegd heb. Eigenlijk had ik
maar een paar dagen op het Grieksche eiland willen
blijven doch ik kan mijn plan best veranderen."
De jonge man die ongeveer van denzelfden leeftijd
was als zjjne buurvrouw, scheen al tot die verandering
besloten. Veel geest of verstapd sprak er niet uit zjjn
wezenstrekken maar zjj waren fra^i gevormd en het hoogst
elegante reiskostuum kleedde hem uitnemend. Hij wendde
zich nu tot een ouden heer, die, met de armen op de
borstwering leunende, naar een schaar dolfijnen keek, die
in het doorschjjnend heldere water ploeterden.
«Daar komt het land de knst van Corfu al in het
gezichtmjjnheer Rottenstein. Binnen een paar nur kun
nen we landen."
«Goddank Dan krijgt men eindeljjk weer vasten grond
onder zich," zeide de aangesprokene, terwijl hij zich op
richtte. «Al twee dagen zijn wij onderweg en ik ben niets
op zeereizen gesteld. Als ik nu nog zeeziek word
«Maar dat wordt men niet bij zoo'n kalme vaart
viel de jonge vrouw hier in. «U ziet immers wel, papa,
dat niemand hier op de boot last daarvan heeft."
«Ik had 't toch kunnen worden," hield de oude heer
vol. «Van het begin af heb ik er angst voor gehad, omdat
uw barometer op storm stond, mijnheer Welborn. Dat hoog
geroemde weerglas is dus ook al niet te vertrouwen
«Met uw verlof, mijn barometer is uitstekend," kwam
Welborn haastig hiertegen op. »'t Is een geheel nieuw
soort en de uitvinder was een genie al beweerde papa
dat hij eigenlijk een schelm van een vent is geweest.
Hij wilde ons namelijk een groote technische nitvindii g
verkoopen en kreeg geld in voorschot om nog de laatste
proefnemingen te doen, maar poetste de plaat met het
geld en de geheele uitvinding. Alleen dieu barometer
heeft hij ons achtergelaten.''
«Die al te Triëat op storm stond," merkte de oude
heer aan.
«Dan zal er ook storm komen, geloof dat maar
hield de jonge man met onwrikbaar vertronwen vol.
«Doch eerst als wij aan land zjjn, willen we hopen."
Dit gesprek scheen de jonge dame te vervelen, zooals
men op haar aangezicht kon lezen. Zjj had den kijker
weer opgenomen en tuurde naar de knst, welker omtrek
ken steeds helderder en duideljjker werden, zoodat zjj
't dan ook niet merkte, dat een ar dere reiziger, die juist
uit de kajuit op het dek was gekomen en nn op eenigen
afstand stond, haar en haar vader nauwkeurig opnam.
Eensklaps trad hij met een bniging op dezen toe.
«Mijnheer de geheimraad Rottenstein, herkent ge mjj
nog of moet ik mijzelf deftig aan n voorstellen?"
Rottenstein keek verbaasd op en monsterde de krach
tige gestalte van den voor hem staandon man, die zjjne
jengd al achter zich had. Hij staarde in een door de
zon gebruind gelaat met niet zoozeer schoone als wel
vaste, energieke wezenstrekken en doordringende grijze
oogen. Het dikke, donkerblonde haar en de zware bakke
baard gaven den man uiterljjk iets vreemds, maar hij
sprak zuiver Duitsch.
»'t Spijt mij zeide Rottenstein verlegen. «Ik herin
ner mij niet Met wien heb ik het genoegen V'
Nu wendde de vreemdeling zich met een vluchtigen
glimlach tot de jonge vrouw
«Dan durf ik nog minder hopen, dat mevrouw de
barones van Wilkow zich mjjner herinnert?"
Bij het geluid van zjjn stem had de barones zich
plotseling omgewend hare oogen ontmoetten die van den
spreker, die zich met een eigenaardige, min of meer som
bere uitdrnkking op haar aangezicht vestigden. Laagzaam
sloeg zjj de haren neer voor dien blik, maar antwoordde
op koelen toon
«Mjjnheer Adlan als ik mjj niet vergis?"
Hij hoog diep en vormelijk.
«Neen, mevrouw, gij vergist n niet Robert Adlau."
«Hoe? Robert?" riep de onde heer in do grootste
verbazing. «Hoe ter wereld kom jij O, noem niet
kwalijk hoe komt gij hier, mjjnheer Adlau
«Blijf mij als 't u belieft Robert noemen zeide Ad
lau harteljjk. «Dat klinkt mij in de ooren als een groet