SO. 29» Bente blad. Honderd en derde jaargang. 1901. VRIJDAG 8 MAART. Op Hoop van Zegen. Buitenland. HkimnscHi: courant. Deze Courant wordt 1 n s d a g-, Honderd ag es Zaterdagavond uitgegeyen. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f ©,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer3. Pr\Js der gewone advertentlen Per regel fO,ltt. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan do Uitgevers HERMs. OOSTER en ZOON. Spel van de Zee. Tooneelspel in 4 bedrijven van HERMAN HEIJERMANS Jr. Een gedeelte onzer geestelijke voorouders, de Grieken en Romeinen geloofden aan het noodlotdie geheim zinnige machtwaaraan Goden en menschen onvoor waardelijk waren onderworpen. Toch hadden de aardsche en hemelsche wezens hunnen wil en hunne kracht om zoowel naar het goede als het kwade te streven, üe brave de moedige de held werd soms beloond met eene verheffing tot godheid. Een ander volkde Israëlietenwaaraan we voor een ander deel onze cultuur te danken hebben, vreesden den naijverigen, wraakzuchtigen Javeh, die geducht straftemaar toch ook de deugd waardeerde en vergold. De christenen meenden, dat eene liefderijke Almacht alles bestuurde leidde en den mensch beproevende den braafsten het meest, zijn schepsel bij uitnemendheid nu of hier namaals gelukkig maakte. Geheel anders is het in den tegenwoordigen tijd. Yelen en niet alleen de Jan Raps maken het zich gemakkelijk en noemen hunnen God determinisme waarvan heriditeit, atavisme en samenloop van omstan digheden intregeerende bestand deelen uitmaken. En een groote groep onder de deterministen zien alleen die drijfkrachten in den mensch werkenwelke hem slecht en ellendig maken. De lagere de dierlijke de zelfzuchtige hartstochten zijn volgens deze wijsgeeren den mensch totaal de baas. De letterkundede beste spiegel van het gevoelen willen en denken van een volk bewijst in de laatste dertig jaren deze bewering door tal van werken. Naast de buitenlandsche litera tuur der naturalisten staat al reeds een aanzienlijk tal letterkundige producten, in onze moedertaal geschreven, die uit een oogpunt van waarneming en reproductie hoog te prijzen zijn maar die ons bijna allo eenzijdig den afzichtelijken kant van den menschden duivel in ons schilderen, „De Kleine Republiek" van Yan Deijssel, „Kamertjeszonde" van Koos Habbema, „Jeanne Colette", en „Yincent Haman" van W. A. Paap „Noodlot", „Majesteit", „Stille Kracht" en bijna alle andere werken van Couperus enz. schilderen ons veelal personen met weinig wilskracht, voortgestuwd door de combinaties der omstandigheden, zich overgevende aan vuile begeerten, laag van karakter, zedeloos en zede bedervend. Onder de schrijvers, die zoowel den lof als den blaam verdienen, welke de genoemde letterkundige kunstenaars toekomen, behoort ook Herman Heyermans Jr. Zonder eenig voorbehoud mag men zeggen, dat zijne visie der dingen, der menschen, der verhoudingen der menschen onderling, juist, subtiel juist is. Zijne repro ductie heeft alle nauwgezetheid en kunstvaardigheid, die noodig is om den lezer van zijn werk hetzelfde te doen zien dat hij zag, en zóó, hls hij het zag. Maar de pessimistische kijk op de wereld, waarvan hij blijk geeft in zijn drie tooneelspelen, „Ghetto", „Het Zevende Gebod" en „Op hoop van Zegen", op zich zelf geen reden van verwijt, ik bedoel dien pessimistischen blik, voert hem toch tot eene eenzijdigheid van voorstelling, die de kunst bedriegt. In geen der drie genoemde producten van zijne vaardige pen komt dit beter uit dan in „Op Hoop van Zegen." Den korten inhoud kan men weergeven in enkele regels. De heer Bos, een reeder van visschersschepen, heeft een logger met den zoo bescheiden en vertrouwen uit drukkenden naam „Op Hoop van Zegen" wat op laten kalefateren verzekert het vaartuig voor f 14000, weet zeer goeddat het een drijvende doodkist ismaar stuurt het toch het zeegat uit. Na acht of negen weken bereikt den heer Bos het bericht dat de schuit met man en muis is vergaan. Dit is de draad van het ver haal. Al het overige is teekening van 't leven der vis- schersvrouwen en een paar oude zeelui, alsmede het tegen wil en dank uitvaren van een hangen jongen en het schetteren op sociaal demoeratischen grondslag van een weggejaagd marine-matroos. De heer Bos vraagt aan 't eind den assuradeur heel kalm, zonder eenige gewetenswroeging, om de f 14000, waarvoor zijn vaartuig verzekerd was. De groote grief tegen het tooneelspel is daarmee uit gesproken. Een egoïst, een hebzuchtige schurk verkoopt een oude, onzeewaardige schuit niet voor afbraak, maar laat haar vergaan met zooveel opvarenden, alleen om eenige duizenden op te strijken. Er is geen sprake van een enkel oogenblik van zielestrijder is geen sprake van een begeerte om goed te zijn. eene begeerte die, overdreven, iemand slecht maakt. Men heeft van 't eerste tot 't laatste oogenblik met een schaamteloozen ploert te doen. Zulke lieden kan men vaak voor de rechtbank zien (kwamen ze er maar allendoch zoo n sujet is geen geschikt hoofdpersoon in een dramatisch kunstwerk. Een recent voorbeeld van wat een held in een too- neelstuk dient te zijn. De heer M. Horn, tooneelver- slaggever van »het Nieuws", vertelt den korten inhoud van „Bartel Turaser" van Philipp Langmann, welken inhoud ik nog beknopter wil weergeven. B. Turaser is een flink werkman, die met zijn kamera den een werkstaking is begonnen. Hij laat zich na eene eerste weigering eindelijk overhalen voor eene som gelds een meineed te doen die aan de werkstaking een einde zal maken. Hij wordt daartoe verleid uit kinderliefde, nl. om zijn ziek poontje te kunnen redden met versterkend voedsel. Hij stelt den patroon bovendien de voorwaarden al de werkstakers weerwerk te geven. Zoo meent hij goed te doen. Maar de werkstakers wor den ontslagen, zijn zoontje sterft. Turaser wordt als verrader bekend. Als de werkstakers echter vernemen, hoe de vader meineedigen is geworden, hebben ze me delijden. Hij geelt zich zelf als zoodanig aan en wil zijn misdaad boeten. Ziedaar het goede en het kwade in den mensch die om het goede sympathie wekt en om het kwade medelijden verdient. Ziedaar eene schildering, die ons overtuigt dat het goede het kwade verdringen over winnen zal. Ziedaar eene voorstelling van eens menschen zieleleven die ons verheftdie ons vertrouwen doet hoe vaak wij struikelen, op de veredeling van ons zelf en anderen. Niet alleen de hoofdpersoon van „Op Hoop van Zegen" de heer Bos, is een totaal slecht mensch. Al de overige zijn min of meer klein, nietig, alledaagsch of stuitend door ruwheid en schreeuwerigheid. En de toestanden, die er in voorkomen, zijn eveneens alle ellendig of ten hemelschreiend. Daarom noemde ik bet stuk eenzijdig in voorstelling. Kniertje is een heel alledaagsche gewone vissehers- vrouw. De oudste zoonGeert, met socialistische inbeel dingen, heeft als marinematroos insubordinatie gepleegd en zes maanden in de cel gezeten. Als moeder hem zijn misdrijf verwijt meent hij nog niet zoo slecht te zijn want hij „is geen dief of inbreker". Hij heeft er eigenlijk spijt van den superieur, tegen wien hij zijn hand ophief, niet to hebben vermoord. Waarom heeft hij insubordinatie gepleegd Omdat hij den kwartier meester tegen den schipper kwaad heeft hooren spreken van zijn meisje dat hij zelf indertijd toegestaan heeft met dien man te dansen, omdat die zijn superieur was. Als 't er op aankomtheeft hij ook niet zoozeer zijn G maanden gehad wegens de insubordinatieals wel omdat men socialistische bladen in zijn kist heeft ge vonden. Tegen Bos stuift hij op als deze hem verwijt sociale liedjes te zingen. Barend, de jongste zoon van Kniertje, heeft al twee zeereizen meegemaaktmaar wil zich niet voor de derde maal op die „smerigestinkende Verwijten van moeder en nicht Jo en drijven hem er toe zich toch te laten aanmonsteren op de „Op Hoop van Zegen", doch als het tijd van scheep gaan is, moeten hem twee veldwachters 't huis uithalen. Van Clementinede dochter van Bosvalt weinig te zeggen. Ze is op kostschool geweest, neemt schetsjes van de visschersvertelt op een avond aan Cobus een oud zeeman, dat Simon, de scheepsmakersknecht, de Op Hoop van Zegen" onzeewaardig heeft verklaard, en ontkent dit weer in 't bijzijn van haar vader, als men haar en haar vader verwijt dit geweten te hebben. Zij intusschen de eenige die berouw voeltover wat ze gedaan heeft en dus het verkeerde inziet. De beide andere meisjes, die in het stuk voorkomen, vrijden met twee der omgekomen jonge mannen. Zij zijn en terechtwanhopigzij zullen beiden moeder worden. Cobus en Daantjo zijn een paar gewezen zeelui diakoniemannetjesdie altijd klagen over hun thuis en de bestuurster er van. De overige personen zijn alleen van belang voor het technische en verhalende gedeelte van het tooneelspel. Het technische, ook in den mond van de hoofdper- ïenBarend „Heb ik 'n woord geklaagd toen laatst 't zont 't vleesch van me poote vrattoen ik niet slape kon van de pijn En Bos„Je moeder het me as kind voor de prikkebakke zien staanik heb bij een oostenwind die je de ooren afsnee prikkekoppen gebeten." Het verhalende Het derde bedrijf bevat bijna geene handeling; het is eene aaneenschakeling van mededee- lingen van eenige vrouwen omtrent de wijze, waarop hare vaders, broeders, kinderen en andere verwanten op zee zijn omgekomen. Niets dan ellende zee van wagen, anderen Toch moet erkend worden, dat in de details Heyermans zich een meester toont. Ik wijs op het tooneel, waarin Barend door twee veldwachters weggehaald wordt, 't Moet een tragische uitwerking hebben te zien, hoe de schreiende moeder zelf den wanhopigen jongen de han den los wringt, die hij met kracht klemt aan den deur post uit vrees voor de zee. 't Is aangrijpend Geert met al zijn ruwheid te hooren uitbulderen zijn woede over den dwang der cel voor den zeeman, aan het vrije leven gewoon „Versch van de zee in 'n cel geen wind en geen water en geen lucht 'n raampie met tralies in de hoogte zoo groot als 'n patrijspoort en de stank van je eigen vuil in de emmer en de nachte de verdomde nachte as-je niet slape kon de nachte dat je opsprong en stapte as 'n krankzinnige heen en weer heen en weer afgepast vier stappen de nachtdat je maar zat te bidden om nietniet dol te worde en alles vervloekte, alles, alles De groep in de woning van Kniertje op haar ver jaardag, is een Jan Steen waardig, en de wijze, waarop elk der aanwezigen zich gedraagt, op de daad betrapt. O. a. Saart, een buurvrouw, die geen tijd heeft om te gaan zitten, maar toch eenige glaasjes leegt en eindelijk, als er geen stoel meer vrij is, een klein plaatsje naast den ouden Cobus bezet. 't Is een schril contrast, van den lessenaar van den man, die ten koste van elf menschenlevens f 14000 in zijne brandkast zal zien vloeien, door den boekhouder de circulaire te hooren voorlezen waarin een beroep gedaan wordt op de bekende weldadigheid der landge- nooten ten behoeve van de weduwen en weezen der omgekomenen. 't Moet luguber zijn de verschrikkelijke verhalen in het 3e bedrijf aan te hooren terwijl de stormwind om de woning giert. Eén verhaal zou men bijna onmogelijk noemen, indien men niet uit alles opmaakte, dat Heyermans als 't ware alles documenteerdeEen kleine jongen valt te water in volle zee. Men steekt hem eene haringschop toe, die hij grijpt. De schop is té glad de jongen glijdt weg. Er wordt hem een bezem toegestoken, dien hij grijpt. De bezem laat los van den steel. De schipper smijt een lijn over boordde jongen grijpt haar weer de lijn breekt 't Moet luguber zijn De veronderstellende toon van den laatsten zin zegt duidelijk, dat ik het tooneelstuk niet heb zien opvoeren. Misschien zou zich mijn oordeelals ik eene voor stelling bijgewoond had, ten opzichte van onderdeden wijzigen. In hoofdzaak zal zeker de indruk dezelfde blijven, 't Luidt als na de vertooning van „Het Verzoenings- feest" van HauptmannSomber drukkend en verzwakkend. troosteloos neer- Bij 't genieten van kunstwerken moet mijns inziens de idee bij ons opkomenzij het dan ook in minder trefïenden vorm, die Multatuli legt in den mond van Hanna, toen ze begreep wat poëzie beteekende: Daar is een kracht Uit hooger kracht gesproten die het hart Des menschen opheftgloed die alles kleurt Die 't lage hoog maakt 1 Het blijkt uit alle deelen van het speldat het met de tendenz geschreven is om eenige toestanden der maatschappij te hekelen. Vooree st om de ellende van de visschersbevolking in 't licht te steil n, vooral dat ze overgeleverd is (toch zeker maar een enkele maal aan een gewetenloozen reeder; vervolgens om ie doen zien hoe men bij de marine afhangt van de grillen an een superieur en niet vrij is in zijne politieke denkbeelden; eindelijk is het de gevangenisstraf, waar van de kwade zijde wordt aangetoond. Het streven om dit te doen is loffelijk, mits het niet eenzijdig, overdreven gebeure, en vooral mag daarbij, zooals reeds gezegd is, de kunst niet worden te kort gedaan. BHIiHI 13. Reizigers der „Léopoldville" te Antwerpen aangekomen brengen berichten uit de Belgischen Congo mede, dat de toestand te Uelle zeer ongunstig is. Opstande lingen hebben de post te Likoa aangevallen en geplun derd. Een expeditie is reeds vertrokken om hen te tach tigen. In San Goehoe moet het eveneens onrustig zijn en de streek is voor een jaar voor den handel gesloten. CHINA. Het protest van de vijf groote mogendheden, Engeland, Dnitschland, Oostenrijk, Italië en Japan, tegen het Rnssisch-Chineesche tractaat, schijnt in Petersburg toch wel indruk te hebben gemaakt. De officieuse Rus sische Telegraphen Agentnr geeft een niet heel duidelijk verslag, dat echter uit geloofwaardige bron afkomstig moet zijn, van de ware bedoeling van de plannen der Russische regeering het schijnt echter te beduiden dat Rusland niet voornemens is de Mandsjoersche qnaestio tot eon ernstige aanleiding van oneenigheid te maken. Uit Eogelscb-Chineescha bron komt het bericht, dat de Russen in Mandsjoerije een nederlaag hebben geleden. De Universal Gazette", die te Sjanghai verschijnt meldt ^Drieduizend Rassen vielen bij Hsing king oen afdee- lir.g van 10,000 bereden rooversaan. Deze laatsten maakten een Russisch stuk geschut buit. De Russen trokken met een verlies van 20 dooden en 30 gewonden naar Moek- den terug. MUITSCiaiiANB». In den Rijksdag kwam den 5 de begrooting voor Buitenlandsche Zaken in behandeling. De centrums afgevaardigde Schhdler zeide, dat in vele kringen ontstemming beerseht en vroeg inlichtingen over da staatkundige beteekenis voor Dnitschland èn van 's Keizers reis naar Engeland èn van de troonwi83oling daar te lande. Het heeft in uitgebreide kringen ontevre denheid gewekt, dat aan graaf Roberts de Orde van den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 1