DE LEVENSBRON.
No. 31. Tweede blad.
Honderd en derde jaargang.
1901.
WOENSDAG
13 MAART.
Crevonden ¥oorwerpen.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
in.
ALKIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar t 0,8®franco door het
geheole rijk f 1,—.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nnmmers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prtys der gewone advertentlen s
Per regel f 0,1-5. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen
des morgens tusschen 9 en 12 uur
Een potloodhoudereen boterkistvier loten der
Nederlandsche Nijverheid; een dop van een kinderwagen;
eon rozenkrans; een lot der Alkmaarsche Paaschtentoon-
stelling; een zilveren broche; een gouden ring met haar
Alkmaar, De Commissaris van Politie
8 Mrt. 1901. S. M. S. MODDERMAN Jr.
De week die achter ons ligtheeft in alle opzichten
den naam van feestweek verdiend.
't Heette dat er te Amsterdam weinig opgewektheid
was voor festiviteiten. En de uiterlijke kenteekenen
gaven inderdaad eeuig recht tot deze veronderstelling.
In verschillende buurten vormden zich commissies om
versieringen aan te brengen bij het Koninklijk bezoek
haar leden togen naar de ingezetenen om geldelijke bij
dragen maar als zij dan bjjeenkwamen om verslag te
geven van hun wedervaren bleek 't maar al te
vaak dat bij de weinige geneigdheid om voor dat doel
te offeren 't maar beter was om van alle plannen af te
zien. Verschillende motieven werden daarvoor aange
voerd. De een schoof 't op het ongunstige jaargetijde
de ander sprak van ongunstige financieels herinneringen
aan het Kroningsjaar zeer velen toonden zich geraakt
over het feit, dat de Koningin 't onnoodig had gevonden
tijdens Haar verloving den aanstaanden Prins-Gemaal aan
de Amsterdammers voor te stellen.
Hoe meer het Koninklijk Bezoek echter naderde met
des te flauwer stem werden deze argumenten herhaald.
Er waren er zelfs velen die eerst bij hoog en bij laag
bezworen hadden, dat zij geen cent voor versiering zou
den uitgeven, maar op stuk van zaken flink in hun zak
tastten voor groen en lampions. En toen eenmaal het
Koninklijk Echtpaar zijn intrede in de hoofdstad had
gedaan, was ook het laatste spoor der nurksehe stem
ming verdwenen; zelfs regen- en windvlagen, waaraan
't in de eerste dagen allerminst ontbroken heeft, konden
die niet doen terugkeeren.
Dat is en blijft het geheim van onze Koninginzij
weet do harten tot zich te trekken en het bloed sneller
te doen vloeien. Wie haar ziet komt onder de bekoring
van Haar vriendelijkheid en lieftalligheid. Men moet
dat onstuimige juichen hooren van de menigte, wanneer
deze Haar ziet, om goed den indruk te begrijpen dien
Zij op iederen maakt.
't Verheugt ons daaraan te kunnen toevoegen, dat ook
de Prins-Gemaal in ruime mate de eigenschappen blijkt
te bezitten, die hem in ons land populair kunnen maken.
Laten wij eerlijk zijn en erkennen, dat de ontvangst van
Prins Hendrik nu juist niet zoo bijzonder gracieus is ge
weest. Men heeft niet in de eerste plaats naar het goede
in hem gezochtmen heeft uit het oog verloren, dat de
DOOR
JE. W K B I E R.
Vertaling van HERMINA.
7).
»Maar, lieve hemei, waarom neemt ge al die zorg en
moeite op u merkte mevrouw van Wilkow vluchtig
aan. »Er is toch zeker wel een landgoed te krijgen, waar
alles in goeden staat verkeert, vooral hier in onze Rijn
streek
»0 ja, maar ik had geen zin op een warm, gemak
kelijk nest neer te strijken, waar alles kant en klaar is.
Ik moet kunnen scheppen en ontginnen, moet maaien
waar ikzelf gezaaid heb, dat is iets voor mij maar
neem mij niet kwalijk, mevrouw, ik spreek daar over din
gen, die geheel buiten u w horizon liggen.''
»Waarom juist buiten den mijnen vroeg Elfriede,
boos over den scherpen nadruk, dien hij op dat eene
woordje legde.
»Omdat gjj aan uw leven een geheel andere richting
hebt gegeven en dit met alle recht," zeide Adlau met
een beleefdheid, die zonderling verschilde van de uitdruk
king in zijn oogen. »Wie aan werken gewend is, zooals
ik, voor dien wordt de gewoonte eene tweede natuur, ook
als de verplichting daartoe niet meer bestaat."
»Hebt gijzelf dan die ondervinding opgedaan vroeg
Welborn met naïeve verbazing. »Ik dacht altijd, dat ge
voor pleizier en als toerist naar Amerika waart geweest."
»Dan hebt ge verkeerd gedacht, mijnheer Welborn.
Ik had niet het voorrecht als erfgenaam van een rijk
fabrikant geboren te worden, maar bon met mijn zuster
in een pastorie opgevoed en een Duitsch geestelijke pleegt
gewoonlijk geen schatten op te leggen. Mijn vader gaf
mij zijn zegen mee op reis, toen ik de wijde wereld
inging, iets anders of meer kon hij mij niet geven, maar
liefde voor onze Koningin meebracht sympathie voor den
man harer keuze. Wat meer zegt, men heeft zich niet
ontzien, zelfs in de pers, min of meer bedekt aanmer
kingen te maken en met name zijn liefhebberij voor de
jacht te hekelen. Het overige heeft de photographie op
haar geweten. Reeksen portretten zijn er van den Prins
in den handel gebracht en deze waren al heel weinig ge
schikt om voor hem in te nemen.
Nu weten de Amsterdammers beter. Zij hebben bem
van aangezicht tot aangezicht gezien en zij roemen hem
thans als een stoeren jonkman met open en innemend
gelaat, die in zijn optreden de eenvoud in eigen persoon
is en in al zijn handelingen blijk geeft, dat hij ernaar
streeft een echten Hollander te worden. Vooral op het
Hof-bal, waarop de Prins tientallen personen toesprak,
was men in extase over zjjn manier van doen. Hij gaf
daar blijk zich van allerlei zaken, op Nederland betrek
king hebbende, op de hoogte te hebben gesteld en zijne
antwoorden kruidde hij meermalen met leuke opmerkingen,
die bewezen, dat hij goed uit zjjn oogen kijkt.
Zoo'n Hofbal is altijd de groote attractie voor velen
van het Koninklijk Bezoek. De plaatsen, die door de
Hooge Gasten met hunne tegenwoordigheid vereerd worden,
als Concertgebouw en Stadsschouwburg, zijn toegankelijk
voor iedereen, bij wien 't op tien galden meer of minder
niet aankomt, maar voor het Hof-bal moet men zekere
qualiteiten hebben en daar wordt men alleen toegelaten,
wanneer men namens de Koningin wordt geïnviteerd.
Hier vindt men dan ook de upper ten uit den lande
bijeen en men wil die graag zien, ook al weet men zelf
zeer goed in de verte niet daartoe te behooren.
Zulk een uitnoodiging is alleen te bekomen wanneer
men zich voor de audiëntie laat inschrijven. Dit jaar
was daarvoor in de plaats een Cour gekomen. Het ver
schil ligt hierindat de eerste H. M. veel meer in
aanraking brengt met Haar onderdanen. Bij de audiëntie
defileerde men langs de Koningin die dan gelegenheid
had om tot dezen of genen een vriendelijk woord te
richten bij den Cour bleef men op zoo grooten afstand
vau het Koninklijk Echtpaar dat er geen quaestie van
was toegesproken te worden. Het gevolg duarvan was
weer dat de Cour veel vlugger was afgeloopen en dos
ook minder vermoeiend was voor de Koningin terwijl
H. M. nu bovendien gezeten was en Zij bij de audiëntie
voortdurend stond.
Dit jaar had de Cour plaats terwjjl 't buiten stort
regende. Dat heeft voor zeer velen recht onaangename
gevolgen gehad. Terwijl anders toeh menigeen zich te
voet naar het Paleis begaf, had ieder zich van een rijtuig
voorzien waardoor de file zoo groot werd dat velen
eerst in het Paleis kwamen toen hnn naam door don
dienstdoenden kamerheer reeds lang was voorgelezen
zoodat zij niet meer konden worden toegelaten.
Er waren er die dit hadden zien aankomen en
daarom hun koetsier last hadden gegeven om de file te
verlaten en zoo dicht mogelijk naar het Paleis terug te
rijden. Daar werd dan uitgestaptdoor de plassen ge
hold en tamelijk nat kwam men dan aan. Een extra
moeilijk oogenblik stond dan nog te wachten. Door de
eindelijk heb ik 't daarmee en door eigen inspanning
toch redelijk ver gebracht, 't Is waar, in het begin heb
ik nog dikwijls genoeg moeten voelen, dat ik een arme
drommel was en dus ook geen pretensies op geluk kon
maken 't werd mij wel onmeedoogend aan het verstand
gebracht, dat dit alleen voor de rijken was weggelegd.
Ja, men moet soms hard leergeld betalen daar ginds in
Amerika, bedoel ik."
De geheimraad knikte en schraapte zijn keel. Hij vond
dat het gesprek eon eenigszins bedenkelijko richting nam
en wilde juist een ander onderwerp op het tapjjt breu-
geu, toen de knecht het rijtuig van mevrouw Rahnsdorf
meldde. Dit maakte een eind aan het bezoek. Meta vertrok
met haar broeder, en ook Welborn nam afscheid met de
stellige verzekering, dat het weer tegen den namiddag
opklaren en hij dan zoo vrij zou zijn om de familie voor
een wandelrit af te halen.
Elfriede was aan het venster getreden om hare vriendin
na te zien, maar het rijtuig was al lang weg en nog altijd
stond zij onbeweeglijk, het voorhoofd tegen de ruit ge
drukt. Ook haar vader, die nu weer op de sofa was
neergevallen, zweeg een paar minuten, maar zeide eindelijk
Robert kan soms erg bitter worden met zijn toe
spelingen. Gelukkig dat die twee anderen ze niet begrepen
en ook Meta RahnBdorf schijnt niet op de hoogte te zjjn."
Mevrouw van Wilkow antwoordde niet. Zij zag nog
altijd naar buiten, naar den gietenden regen, terwijl de
geheimraad voortging
»En gij legt 't er ook dikwijls op toe om hem boos
te maken. Als gij en hij bij elkander zijt, staat men als
onder een onweersvolk, die elk oogenblik kan losbarsten.
Nu scheidon we gauw weer voor een poos, maar hoe zal
't gaan, als we thuiskomen en Robert dan onze naaste
buurman is?"
Elfriede keerde zich laDgzaam op. Zjj was in het oog
vallend bleek en haar lippen trilden, terwjjl zij antwoordde.
»Daarover behoeft ge u niet te verontrusten, papa.
Ik zet geen voet meer op Lindenhof, nu ik weet dat
Rob dat mynheer Adlau op Brankenberg gaat wonen."
De oude heer sprong verschrikt van de sofa op de
Paleis-deur stroomden honderden naar binnen en even
zoo velon naar buiton, waardoor een vervaarljjk gedrang
ontstond. Ik sprak iemand die verklaarde nog nooit
zoo in het nauw te hebben gezeten als in de vestibule
van het Koninkljjk Paleis.
Het was daar overal oven vol en hoewel 't er we
melde van bont uitgedoste lakeien kwam men er nog
handen te kort. De »hofföhige'' stemming raakte onder
die omstandigheden wel eens schuil en soms hoorde men
woordendie men hier allerminst zou hebben verwacht.
Een weinig verademing kwam eerst als 't was gelukt
tot de vestiaires door te dringen, waar men zijn overjas
afgaf met de pijnlijke vrees dat 't straks wel een toer
zou zjjn om dit kleedingstuk terug te krjjgen. Langs
oenige trappen kwam men dan eindeljjk in de Van Speijk-
zaalwaarvan een gedeelte door een soort kamerschut
was afgescheiden. Aan het einde daarvan stond een
deftig kamerheer, die mot luider stemme de namen van
een papier las. Hij herhaalde deze driemaal en wanneer
er dan niemand uit de wachtende menigte naar voren
trad ging hij verder. Door do ongelukkige regeling
kwam zoo iets dit jaar telkens voor; er was iets penibels
in te moeten deuken dat van de ingeschrevenen voor
den Cour er zeker maar zeer weinigen waren thuisge
bleven dat zjj nu zaten te popelen in hun rijtuig op
den N. Z. Voorburgwal en datals zjj straks eindelijk
zonden komenzij zonden vernemendat hun beurt
voorbjj was.
Bemoeien wij ons echter met degenen, die wèl present
waren. Zij traden naar voren en werden dan door een
reeks van gangen gebracht naar een vertrek waar het
Koninkljjk Echtpaar zich bevond. Aan het einde daarvan,
zoowat schuin tegenover de deur, waar men binnenkwam,
was een kleine verhooging. Daar zetelde H. M. op den
troon, gekleed in een lichtblauw zjjden toilet. Aan Haar
rechterhand waron drie hofdames gezeten, aan haar lin
kerhand stond stramm als een voorbeeldig Duiisch officier
de Prins-Gemaal in den uniform van Schout-bij-nacht.
Uoor de estrade lag een groot wjjnrood Deventer tapijt,
men werd naar het midden daarvan gebracht, maakte
een buiging eerst voor de Koningin, die door H. M. werd
beantwoord, vervolgens voor den Prins, die milit-airement
groette en dan had men te verdwjjnen door een deur
aan de linkerhand. Van de Vorstelijke personen bleef men
minstens 10 meter verwjjderd.
Als dat was afgeloopen kon men zoggen, dat men de
eer had gehad tot den Cour van H. M. de Koningin te
zjjn toegelaten.
Zooals gezegd, het inschrjjven voor dezen Cour is abso
luut noodig om kans te hebben op het Hof-bal te komen.
Nu is in de laatste jaren van dat recht van insehrjjving
een steeds drukker gebruik gemaakt en zoo is men er toe
moeten overgaan om wat te schiften. Vooral dit jaar zjjn
zeer velen, die wel op den Cour zjjn geweest, niet geinvi-
teerd voor het gala-bal. Heel veel teleurstelling is daarvan
het gevolg geweest.
Wie echter heeft gezien de enorme volte in de reus
achtige Mozes-zaal op den avond van dit bal zal moeten
erkennen, dat men wel verplicht is geweest tot eenige
geest van den Wandelenden Jood grjjnsde hem in het
verschiet aan.
»Wat wat zegt ge daar, kind?"
»Geen voet meerherhaalde zjj met klem en nadruk.
»En ook hier, papa, hadt gij Adlau moeten ontwijken
In plaats daarvan, zoekt ge hem letterlijk op, gaat ge
eiken dag met hem om, hebt ge hom zelfs het eei'Bt de
hand toegestoken alsof er niets gebeurd was
»Nean, dat heeft hjj mij gedaan, a! dadelijk bij onze
eerste ontmoeting," kwam Rotteustein nu ook van zijn
kant nadrukkelijk hiertegen op. »En een andor zou dat
niet licht gedaan hebban, want hij is toen heel onbil ijk
behandeld."
De jonge vrouw was op de tafel toegetreden en trok
een paar rozen uit het bouquot, dat Welborn haar straks
had overhandigd. Haar gelaat had woor de gewone luste-
looze, onverschillige uitdrukking, maar zenuwachtig ont
bladerden haar vingers de bloemen.
»Dat wil met andere woorden zeggen, dat ik hom
onbilljjk heb behandeld. Is uw vooringenomenheid met
dien man dan zóo groot, dat ge partij voor hem kiest
tegenover uw eigen dochter 't Is waar, dat hebt go
vroeger ook al gedaan 1"
»Ik heb er mij niet mee bemoeid,' viel de oude heer
in. »Je overleden moeder had de leiding van die zaak
op zich genomen. Ik werd niet eens gevraagd hoe ik er
over dacht
»En mama had volkomen gelijk," beweerde Elfriede.
»Op do wjjs, waarop Adlau zich gedroeg, toen hjj iets
van dat andere aanzoek hoorde, was maar één antwoord
mijn verloving met Wilkow."
»Nu, vleiend voor Wilkow was dat waarlijk niet,"
oordeelde do geheimraad, die dien dag door een buiten
gewonen geest van tegenspraak bezield scheen. »Goed,
dat hij maar nooit gehoord heeft, hoe die verloving
tot stand is gekomen Je mama wilde je volstrekt als
barones van Wilkow, als rjjke vrouw gevestigd zien, on
als de lieve vrouw zich iets in het hoofd had gezet, dan
kreeg zjj 't ook gedaan En ja, Robert heeft zich toen
als eon kraukziunigo gedragen, maar ze hebben bem toon