De nieuwe partij.
DE LEVENSBRON.
Monderd en derde jaargang. Zondag 31 Maart 1901.
l'ARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
NO. 39. Tweede blad.
ALkHAARSCHE COÜRANT.
Sedert 17 Maart 11. bestaat er in Nederland een nieuwe
politieke partij, de «vrjzinnig-demoeratische". Een aaneen -
gesloten partij met eigen programma en eigen strijdleus,
een «krachtige" partij, hoopte de voorzitter der vergade
ring te Utrecht, waarin zij geconstitueerd word, gevormd
uit leden van den Radicalen Bond en de Volksparty,
vele verstrooide vrijzinnige democraten, die bezwaar
hadden zich bij eenige tot nog toe bestaande partij aan
te sluiten, en, zeker niet bet kleinste contingent, uit de
leden der Liberale Unie, die na de verwerping van het
voorstel tot urgentverklaring der grondwetsherziening tot
invoering van algemeen kiesrecht zich daar niet meer
op hun plaats gevoelden. Die verwerping heeft den stoot
gegeven tot deze partij vorming. Nu de Liberale Unie
weigerde het kiesrecht op den voorgrond te brengen en
de tot algemeen kiesrecht leidende grondwetsherziening
of haar voorbereiding spoedeiscbend te verklaren, zoodat
bij de aanstaande verkiezingen de te stellen candidaten
niet verplicht zullen zijn van hun overtuiging dat die
herziening urgent is, getuigenis te geven,achtten de vrij
zinnige democraten het oogeablik gekomen om de Unie
te verlaten en een eigen party te vormen, die vóór alles
voor deze grondwetsherziening zou ijveren.
Dat het inzonderheid om grondwetsherziening en alge
meen kiesrecht te doen is, blijkt uit de door de vergade
ring te Utrecht vastgestelde programma's en meer nog
uit de eerste daad der nieuwe partij bij de onlangs ge
houden verkiezing van een lid der Tweede Kamer te
Amsterdam.
Van de twee punten der »Voorloopige Beginselver
klaring noemt het eerste als doel der vrijzinnig-demo
cratische partij, de vontwikkeling van onzen constitutio-
neel-parlementairen regeeringsvorm in democratischen zin"
en als middel daartoe «toekenning van het recht tot deel
neming aun de verkiezingen voor de vertegenwoordigende
lichamen aan alle mannelijke en vrouwelijke meerder
jarige Nederlanders", met dien verstande, dat de vrouwen
niet alleen het kiesrecht zullen hebbeD, maar ook ver
kiesbaar zullen zijn. In bet tweede punt tracht de nieuwe
partij haar standpunt duidelijk te maken tegenover de
sociaal-democraten aan de eene zijde en de liberale partij
aan de andere. Tegenover de sociaal-democraten verklaart
zij te ontkennen de juistheid van het standpunt, dat de
klassenstrijd een noodzakelijke voorwaarde is voor maat-
schappelijken vooiuitgang, wil zij niets weten van ophef
fing van het persoonlijk eigendomsrecht op productie
middelen en weigert zij gemeenschappelijk eigendom en
gemeenschapsalmacht aan te nemen als beginsel en doel
van het politieke streven. Tegenover de liberale partij geeft
zij een verklaring waarin men tevergeefs zal zoeken een vast
beginsel, een duidelijk standpunt, dat haar van deze partij
zou kunnen onderscheidon. Zoo iets is toch met geen
mogelijkheid te vinden in de niet-erkenning van privaat
eigendom en particulier initiatief als het principiëel alleen
deugdelijke.' Dat toch neemt de liberale partij evenmin
aan. Als zij verder verklaart de meening te verwerpen
dat de Staat in het economisch leven zijner burgers
«slechts noodgedrongen, schoorvoetend en by volstrekte
onvermijdelijkheid behoort in te grijpen", kan men daarin
met den besten wil niets anders lezen, dan dat zij wat
sneller wil gaan dan de liberalen en als zij ten slotte
ons zegt, dat «wegneming van de maatschappelijke oor
zaken der ongelijkheden tussohen de leden van het volk
ten aanzien van hunne ontwikkelingsvoorwaarden het
doel moet zijn waarop telkens binnen de mate van
het bereikbaro moet worden aangestaard", dan laat
die geheimzinnige uitspraak ruimte over voor zooveel
vragen, dat het volkomen dnister is, in hoeverre hier
een principiëel verschil valt waar te nemen met hetgeen
reeds meermalen van liberale zijde omtrent dit punt was
gezegd. En een principiëel verschilpunt zon hier toch
moeten worden aangewezen. Behalve de «Voorloopige
Beginselverklaring" werd ook een zoo beknopt Verkie
zingsprogram aangenomen, dat alleen een beroep op ge
brek aan tijd zijn blijkbare onvolledigheid kon veront
schuldigen. Met uitzondering van grondwetsherziening
tot invoering van algemeen kiesrecht, is daarin zeker
niets te vinden wat ook niet op een gewoon liberaal
program voorkomt, tenzij dan het zeer bijzondere punt
van de naasting der spoorwegbedrijven en exploitatie
daarvan door den Btaat, waarvan men vermoedelijk in
elke partij voor- en tegenstanders zal vinden.
De vrijzinnig-democratische partij is dan gekeerd aan
den eenen kant tegen de soeiaal- democraten en aan den
anderen kant tegen de liberalen voor zoover zij althans,
ofschoon zelfs in beginsel voor algemeen kiesrecht, niet
verklaren, dat grondwetsherziening om dit in te voeren
spoedeischend is en vóór alles moet gaan. Flink optreden
tegen de rechterzijde der liberalen en tegen de sociaal
democraten, was het wachtwoord,, waarmee de vergade
ring te Utrecht uiteenging.
Intnsschen hebben wjj reeds knnnen zien, hoe dit
wachtwoord in toepassing wordt gebracht. Te Amsterdam
moest een lid van de Tweede Kamer worden gekozen,
en werd een vrijzinnig democratische candidaat gesteld,
die echter bij de eerste stemming uitviel. De kenze stond
toen tnsschen een sociaal-democraat on een liberaal, die
altijd tot de linkerzijde dier partij, tot de voomitstre-
venden was gerekend, ook wat het kiesreoht betreft,
doch die had ingezien dat grondwetsherziening voor
eerst onbereikbaar is, en daejom weigerde haar vóór
alles op den voorgrond te stellen en spoedeischend te
verklaren. De Vrijzinnig-democratische Vereeniging beval
den sociaal-democraat aan. Blijkbaar is dit toch velen,
die bij de eerste stemming op den vrijzinnigen democraat
hun stem hadden uitgebracht, te kras geweest. De sociaal
democraat is niet gekozen.
Men mag nit dit voorspel afleiden, hoe het in Jnni
bij de algemeene verkiezingen gaan zal. Een liberaal,
die niet voor algemeen kiesrecht is, en wel zóó sterk,
dat bij vóór alles grondwetsherziening noodig verklaart,
zal geen genade knnnen vinden in do oogen der vrijzin
nig-democratische partij. Zij zal tegenover znlk een
liberaal niet alleen een eigen candidaat stellen, maar bij
herstemming aan een sociaal-democraat de voorkeur geven
boven deu liberaal, De scheuring tnsschen hen die
vroeger allen tot de liberale partij werden gerekend, is
volkomen, en de stemming der nieuwe partij is in hooge
mate vijandig. Bij horstomming zal het niet zijnAls
de vrijzinnige democraat is uitgevallen, dan de liberaal.
Neen, als deze niet aanstonds wil ijveren voor algemeen
kiesrecht, dan de sociaal-democraat. Hoe deze gezindheid
zich zal ontwikkelen bij de aanstaande algemeene ver
kiezingen, en welken invloed zij zal hebben op de meer
derheid, die deze verkiezingen in de Kamer zullen brengen,
kan alleen de toekomst leeren maar die ondervinding
zal wat laat komen, en de uitkomst zon wel eens niet
zoo kunnen zijn, als de vrijzinnige demoeraten hadden
gewenscht.
IV.
Parijs, 20 Maart 1901.
14 Maart. Heden hadden wij het feest van Mi-Carême
of Halfvasten. Het was een prachtige dag, bij uitzonde
ring fraai weder, nog wel geene lente, maar toch zonne
schijn. Het deed ons bepaald genoegen, zoovele duizenden
vrooljke menschen op de been te zien. Mi-Carême is
een der meest populaire feestdagen, men nadert dan
reeds tot de lente, de winter is weldra voorbij en dat
stemt velen vrooljk, want voor het volk, voor de min-
dergegoeden, is een lange winter zeer nadeelig. Reeds
dikwijls bespraken wij dit feest met al die optochten,
rijk versierde wagens van waschinrichtingen, markten
en hallen, en het is natuurlijk ieder jaar hetzelfde.
Voor de kooplui in confetties was het mooie weder een
buitenkansje, die handelaars hebben buitengewoon veel
van die kleine papiertjes verkocht. En 's avonds was
het als altijd zeer vroolijk in het Quartier Latin, waar
de studenten eene fraaie cavalcade hadden, met mooie
costuums, prachtige wagens, waaronder de „Porte Mo
numentale" (de groote poort der tentoonstelling) met
eene lieusche „Parisienne" er bovenop, de „Tribunal
Fé'minin" of vrouwenrechtbank, gevolgd door studenten
verkleed als bakers, minnen, danseressen enz., de
wagen van de Electriciteit, het „Nieuwe Uur", zijnde
eene groote verlichte klok, verdeeld in 24 uren, met
een troon der 20e eeuw en vier allegoriën, voorstellende
de vrede de faam, de vooruitgang en de wetenschap.
15 Maart. De affaire Duval. Hier komen wij op het
gebied der rechtzaken en op het verbruik van wijn.
Men weet, dat in Frankrijk en vooral te Parijs wijn
de volksdrank is. Die wijn is dit jaar zeer goedkoop,
voor 30 centimes of 15 centen per liter kan men thans
zuiveren wijn drinken. Doch helaas, er zijn lieden,
slechte menschen, die leven en rijk worden door het
vervalschen van levensmiddelen, zoo ging het ook met
den wijn, en daardoor ontstond groot gevaar voor de
volksgezondheid. Onder die vervalschers op groote
schaal nam Duval, van beroep grossier in wijnen, eene
eerste plaats in. Een langdurig onderzoek heeft geleid
tot de ontdekking, dat de wijnen, die aan Duval ge
leverd werden, zuiver waren maar wanneer diezelfde
wijnen weder de magazijnen van Duval verlieten om
aan de klanten te worden bezorgd, dan had de man
middel gevonden, om zijne hoeveelheid wijn te verme
nigvuldigen, door er water bij te gieten, en opdat men
dezen doop niet ontdekken zoude, voegde bij er eene
groote hoeveelheid wijnsteenzuur bij. En dat hij niet
weinig van dit zuur gebruikte, bewijzen zijne boeken,
in 1899 kocht hij 14 duizend kilogrammen wijnsteenzuur,
Duval werd daardoor een rijk man, en dit is geen
DOOR
H. WERNER.
Veitaling van HERMIN A.
15)
Tot hiertoe had de onde heer alles werktuiglijk nage
schreven, zijn eigen wilskracht was als 't ware verlamd
door het energiek optreden van den andermaar nu hij
die getuigenis van zijn vaderlijke liefde moest afleggen,
werd 't hem toch te kras.
«Maar,_ Robert neen, dat gaat niet 1 Elfriede zal
buiten zichzelve zijn van boosheid en met alle recht
Ze zal
«Je liefhebbende vader," herhaalde Adlan dictitorisch.
«Ilebt ge dat? Goed: Het adres zal ik wel schrijven.
Wacht nog éen minuut, ge moet een boodschap mee aan
land nemen
Deze laatste woorden waren tot den bediende nit het
hotel gericht, dien hij ondertusschen naderbij had gewenkt
en die de boot jaist wilde verlaten. Robert vouwde ving
bet blad dicht, schreef het adres en overhandigde 't den man.
«Bezorg dit terstond aan mevrouw de barones van
Wilkow met de mondelinge boodschap, dat mijnheer Rot-
tenstein zoo even met mij naar Triëst is vertrokken.
Hier 1"
Het geldstuk, dat bij den knecht in de hand duwde,
maakte dezen zeer bereidwillig. Hij beloofde zijn last stipt'
te zullen volbrengen en ijlde toen naar de scheepstrap,
't Was inderdaad méér dan tijd daar het teeken tot de
afvaart al werd gegeven. Rottenstein deed een stap alsof
hij hem wilde nasnollen, maar Robert greep hem bij den
arm en hield hem vast.
«Nn niet meer geweifeldGe hebt nn eens het besluit
genomen
«Neen, dat hebt gij genomen!" riep de onde heer,
buiten zichzelf van schrik en ontzetting. «I k heb niets
gedaaD, ik weet nauwelijks wat mij is ovorkomen, ge
hebt mij geen tijd tot bezinnen gelaten Ge stondt mij
maar te kommandeeren als een generaalge zjt slecht,
afschnweljk slecht
Adlan h eld hem echter nog altjd vast en zag met
alle gemoedskalmte, dat de scheepstrap werd ingehaald
en de laatste boot van boord stiet. Nu eerst liet by zjn
slachtoffer los, dat hem nu niet meer kon ontsnappen,
daar de stoomboot zich thans in beweging stelde en lang
zaam de haven uitvoer.
«Ziezoo, nn zjn we van wal gestoken zeide hj met
innige voldoening. «Nn ga ik naar de kajnit en zal over
nw plaats in mjn hut gaan spreken, Verheug n toch,
mjnheer Rottenstein nn gaan we naar huis
Hiermede liet hj den geheimraad alleen, maar deze
verheugde zich niet precies. Als half bedwelmd was hj
op de bank neergevallen en dacht nn eerst na over dit
ongehoord geval. Hj kon zich het tooneel voorstellen,
dat ginds in het hotel zou voorvallen, als Elfriede die
tijding, dat adres van Adlau's hand ontving Ze zon 't
hem nooitnooit vergeven en hyzelf, och ja h j had
zelf ook het verpletterend bewnstzjn, dat h j een ontaard
vader was, die zjn kind alleen in een vreemd land achterliet!
En die Robert was een despoot Hoe meer de onde
heer tot bezinning kwam, des te meer ging hij aan op
zijn vroegeren lieveling, die de schuld van alles was
Maar te midden van dat wrokken en morren sloeg hj
op eens met zjn hand op de leuning van de bank en
zeide met volkomen overtuiging: «Maar waar is'tJaist
znlk een man heeft Friedel ontbroken en mj jaist
znlk een schoonzoon!"
Aan den Rjn was 't lente geworden. De wjnbergen
prijkten met friscb jong loof, in het boech klonkon dui
zenden tot nienw leven ontwaakte stemmen en de golven
van de rivier glinsterden in den zonneschjn. 't Was zulk
een schoone, opwekkende dag in Mei als alleen het voor
jaar in Dnitschland oplevert.
Het landgoed van den geheimraad Rottenstein was
slechts klein, maar als geschapen om den eigenaar een
rustigen onden dag te d >en beloven. Het niet groote, doch ge
zellige hais lag in de schaduw van de onde lindeboomen,
waaraan 't zijn naam te danken had. De uitgestrekte tnin
grensde aan een kleinen wijnberg, de grootste vrengde
i van den onden heer, die gewoon was zelf zjn drniven
I te persen. Van do met wingetdbladeren omrankte veranda,
aan de voorz jdo van het hnis, had men een fraai uitzicht
op den Rijn, liuks verhieven zich de zonnige wijnbergen
aan den oever, en rechts rees op eeoigtn afstand nit het
dichte geboomte van een park een groot geboaw op, het
kasteel Brankenberg, dat langer dan een eenw in het bezit
van een ond-adell jke familie was geweest en nn een nieu
wen eigenaar had.
Op de veranda zaten Rottenstein en zjn buurman en
op de tafel fonkelde de wjn in de glazen «eigen gewae",
waarop de onde h er niet weinig trotsch was. De winter
in zjn geboorteland scheen hem best te zjn bekomen, hj
zag er beter en frisscher nit dan in het najaar, en was nn
eens een van die menschen, die zich op vaderlandechen
grond het gezondst en gelukkigst voelen. Robert Adlau
was niets veranderd. Hj zag er nog even krachtig en
flink nit als vroeger, alleen dien dag min of meer bleek,
terwjl ook een breed zwart verband om het voorhoofd
aanduidde, dat lij een kwetsuur had opgoloopen.
«Op je verdere genezing!" zeide Rottenstein, zjn glas
opnemend. üat's gelukkig ganw en goed met je afge-
loopen, Robert. Een ander zon weken lang met zoo'n
hoofdwond gesukkeld hebben, en gj zjt na acht dagen
weer op de been, alsof er niets gebeurd is."
»'t Was ook niet waard dat daarvan zoo'n ophef ge
maakt werd," antwoordde Adlau moG een schouderopha
len. «Een oogenblikkeljke flauwte door den val, een mis
schien wat sterk bloedverlies 't sp^t mj maar van mjn
mooien vos, die bj die gelegenheid aan zijn eind is ge
komen."
«Beter de vos dan gj En in het begin liet alles zich
gevaarlijk genoeg aanzien. Ge weet niet half hoe akelig
't was, toen ik op Brankenberg werd geroepen en je daar
badende in je bloed en zoo goed als dood zag liggen. De